Book Chapter: Verse
1 Gen 1:20 | voortbrengen een gewemel van levende zielen; en het gevogelte
2 Gen 1:21 | grote walvissen, en alle levende wremelende ziel, welke de
3 Gen 1:24 | God zeide: De aarde brenge levende zielen voort, naar haar
4 Gen 1:30 | op de aarde, waarin een levende ziel is, heb Ik al het groene
5 Gen 2:7 | alzo werd de mens tot een levende ziel. ~
6 Gen 2:19 | zou; en zoals Adam alle levende ziel noemen zoude, dat zou
7 Gen 8:21 | voortaan niet meer al het levende slaan, gelijk als Ik gedaan
8 Gen 9:10 | 10 En met alle levende ziel, die met u is, van
9 Gen 9:12 | ulieden, en tussen alle levende ziel, die met u is, tot
10 Gen 9:15 | tussen u, en tussen alle levende ziel van alle vlees; en
11 Gen 9:16 | tussen God en tussen alle levende ziel, van alle vlees, dat
12 Lev 11:10 | der wateren, en van alle levende ziel, die in de wateren
13 Lev 11:46 | het gevogelte, en van alle levende ziel, die zich roert in
14 Lev 13:15 | Als dan de priester dat levende vlees gezien zal hebben,
15 Lev 13:15 | hem onrein verklaren; dat levende vlees is onrein; het is
16 Lev 13:16 | 16 Of als dat levende vlees verkeert, en in wit
17 Lev 14:4 | reinigen zal zijn, twee levende reine vogelen neme, mitsgaders
18 Lev 14:6 | des vogels, die boven het levende water geslacht is. ~
19 Lev 14:51 | geslachten vogels en in het levende water dopen; en hij zal
20 Num 14:38 | zoon van Jefunne, bleven levende van de mannen, die heengegaan
21 Deu 4:4 | aanhingt, gij zijt heden allen levende. ~
22 Joz 3:10 | gijlieden bekennen, dat de levende God in het midden van u
23 2Sa 20:3 | dag van haarlieder dood, levende als weduwen. ~
24 1Kon 3:22| andere vrouw: Neen, maar die levende is mijn zoon, en de dode
25 1Kon 3:22| de dode is uw zoon, en de levende is mijn zoon! Alzo spraken
26 1Kon 3:23| de dode is uw zoon, en de levende mijn zoon. ~
27 1Kon 3:25| koning zeide: Doorsnijdt dat levende kind in tweeen, en geeft
28 1Kon 3:26| de vrouw, welker zoon de levende was, sprak tot den koning (
29 1Kon 3:26| mijn heer! Geef haar dat levende kind, en dood het geenszins;
30 1Kon 3:27| zeide: Geeft aan die het levende kind, den doodt het geenszins;
31 Psa 39:20 | Maar mijn vijanden zijn levende, worden machtig; en die
32 Pred 7:2 | einde aller mensen, en de levende legt het in zijn hart. ~
33 Pred 9:4 | levenden, is er hoop; want een levende hond is beter dan een dode
34 Hoo 4:15 | fontein der hoven, put der levende wateren, die uit Libanon
35 Jes 38:19 | 19 De levende, de levende, die zal U loven,
36 Jes 38:19 | 19 De levende, de levende, die zal U loven, gelijk
37 Jer 10:10 | is de Waarheid, Hij is de levende God, en een eeuwig Koning;
38 Eze 47:9 | zal geschieden, dat alle levende ziel, die er wemelt, overal,
39 Dan 6:27 | van Daniel; want Hij is de levende God, en bestendig in
40 Zac 14:8 | dage geschieden, dat er levende wateren uit Jeruzalem vlieten
41 Matt 27:63| dat deze verleider, nog levende, gezegd heeft: Na drie dagen
42 Luk 15:13 | zijn goed doorgebracht, levende overdadiglijk. ~
43 Luk 16:19 | purper en zeer fijn lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig. ~
44 Luk 24:5 | haar: Wat zoekt gij den Levende bij de doden? ~
45 Joha 6:51| 51 Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel
46 Joha 6:57| 57 Gelijkerwijs Mij de levende Vader gezonden heeft, en
47 Hand 14:12| zij brachten den knecht levende, en waren bovenmate vertroost. ~
48 Rom 6:11 | zonde dood zijt, maar Gode levende zijt in Christus Jezus,
49 Rom 6:13 | uzelven Gode, als uit de doden levende geworden zijnde, en stelt
50 Rom 12:1 | uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke
51 1Kor 15:45| Adam is geworden tot een levende ziel; de laatste Adam tot
52 1Tim 5:6 | haar wellust volgt, die is levende gestorven. ~
53 Tit 3:3 | in boosheid en nijdigheid levende, hatelijk zijnde, en elkander
54 Heb 9:14 | van dode werken, om den levende God te dienen? ~
55 1Pet 1:3 | heeft wedergeboren, tot een levende hoop, door de opstanding
56 1Pet 1:23| onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord
57 1Pet 2:5 | wordt gij ook zelven, als levende stenen, gebouwd tot een
58 Open 7:17| hun een Leidsman zijn tot levende fonteinen der wateren; en
59 Open 16:3 | als van een dode; en alle levende ziel is gestorven in de
|