1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4160
Book Chapter: Verse
4001 Gal 1:24 | zij verheerlijkten God in mij. ~ ~ ~
4002 Gal 2:3 | Maar ook Titus, die met mij was, een Griek zijnde, werd
4003 Gal 2:6 | eertijds waren, verschilt mij niet; God neemt den persoon
4004 Gal 2:6 | die geacht waren, hebben mij niets toegebracht. ~
4005 Gal 2:7 | als zij zagen, dat aan mij het Evangelie der voorhuid
4006 Gal 2:8 | wrocht ook krachtelijk in mij onder de heidenen); ~
4007 Gal 2:9 | te zijn, de genade, die mij gegeven was, bekenden, gaven
4008 Gal 2:9 | was, bekenden, gaven zij mij en Barnabas de rechter hand
4009 Gal 2:20 | maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het
4010 Gal 2:20 | geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven
4011 Gal 2:20 | heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft. ~
4012 Gal 4:12 | broeders, ik bid u; gij hebt mij geen ongelijk gedaan. ~
4013 Gal 4:14 | verfoeid; maar gij naamt mij aan als een engel Gods,
4014 Gal 4:15 | ogen zoudt uitgegraven, en mij gegeven hebben. ~
4015 Gal 4:21 | 21 Zegt mij, gij, die onder de wet wilt
4016 Gal 6:14 | 14 Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders
4017 Gal 6:14 | Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der
4018 Gal 6:17 | 17 Voorts, niemand doe mij moeite aan; want ik draag
4019 Efez 3:2 | bedeling der genade Gods, die mij gegeven is aan u; ~
4020 Efez 3:3 | 3 Dat Hij mij door openbaring heeft bekend
4021 Efez 3:7 | gave der genade Gods, die mij gegeven is, naar de werking
4022 Efez 3:8 | 8 Mij, den allerminste van al
4023 Efez 6:19 | 19 En voor mij, opdat mij het Woord gegeven
4024 Efez 6:19 | 19 En voor mij, opdat mij het Woord gegeven worde
4025 Efez 6:20 | vrijmoediglijk moge spreken, gelijk mij betaamt te spreken. ~
4026 Efez 6:21 | gij moogt weten hetgeen mij aangaat; en wat ik doe,
4027 Fili 1:7 | 7 Gelijk het bij mij recht is, dat ik van u allen
4028 Fili 1:12 | broeders, dat hetgeen aan mij is geschied, meer tot bevordering
4029 Fili 1:18 | verkondigd; en daarin verblijd ik mij, ja, ik zal mij ook verblijden. ~
4030 Fili 1:18 | verblijd ik mij, ja, ik zal mij ook verblijden. ~
4031 Fili 1:19 | 19 Want ik weet, dat dit mij ter zaligheid gedijen zal,
4032 Fili 1:21 | 21 Want het leven is mij Christus, en het sterven
4033 Fili 1:21 | Christus, en het sterven is mij gewin. ~
4034 Fili 1:22 | leven in het vlees, hetzelve mij oorbaar zij, en wat ik verkiezen
4035 Fili 1:26 | Jezus overvloedig zij aan mij, door mijn tegenwoordigheid
4036 Fili 1:30 | hebbende, hoedanigen gij in mij gezien hebt, en nu in mij
4037 Fili 1:30 | mij gezien hebt, en nu in mij hoort. ~ ~ ~
4038 Fili 2:16 | Voorhoudende het woord des levens, mij tot een roem tegen den dag
4039 Fili 2:17 | geloofs, zo verblijde ik mij, en verblijde mij met u
4040 Fili 2:17 | verblijde ik mij, en verblijde mij met u allen. ~
4041 Fili 2:18 | verblijdt ook ulieden met mij. ~
4042 Fili 2:22 | een kind zijn vader, met mij gediend heeft in het Evangelie. ~
4043 Fili 2:30 | gebrek uwer bediening aan mij vervullen zou. ~ ~
4044 Fili 3:1 | dingen aan u te schrijven, is mij niet verdrietig, en het
4045 Fili 3:7 | 7 Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om
4046 Fili 3:14 | achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag
4047 Fili 4:3 | vrouwen behulpzaam, die met mij gestreden hebben in het
4048 Fili 4:9 | ontvangen, en gehoord, en in mij gezien hebt, doet dat; en
4049 Fili 4:10 | wederom verwakkerd zijt om aan mij te gedenken; waaraan gij
4050 Fili 4:13 | dingen door Christus, Die mij kracht geeft. ~
4051 Fili 4:15 | vertrokken ben, geen Gemeente mij iets medegedeeld heeft tot
4052 Fili 4:16 | in Thessalonica hebt gij mij eenmaal en andermaal gezonden,
4053 Fili 4:21 | groeten de broeders, die met mij zijn. ~
4054 Kol 1:24 | 24 Die mij nu verblijd in mijn lijden
4055 Kol 1:25 | de bedeling van God, die mij gegeven is aan u, om te
4056 Kol 1:29 | naar Zijn werking, die in mij werkt met kracht. ~ ~
4057 Kol 2:5 | ik met den geest bij u, mij verblijdende en ziende uw
4058 Kol 4:11 | het Koninkrijk Gods, die mij een vertroosting geweest
4059 1Tim 1:11 | heerlijkheid des zaligen Gods, dat mij toebetrouwd is. ~
4060 1Tim 1:12 | 12 En ik dank Hem, Die mij bekrachtigd heeft, namelijk
4061 1Tim 1:12 | Jezus, onzen Heere, dat Hij mij getrouw geacht heeft, mij
4062 1Tim 1:12 | mij getrouw geacht heeft, mij in de bediening gesteld
4063 1Tim 1:13 | en een verdrukker; maar mij is barmhartigheid geschied,
4064 1Tim 1:16 | 16 Maar daarom is mij barmhartigheid geschied,
4065 1Tim 1:16 | opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste ben,
4066 2Tim 1:5 | 5 Als ik mij in gedachtenis breng het
4067 2Tim 1:13 | gezonde woorden, die gij van mij gehoord hebt, in geloof
4068 2Tim 1:15 | die in Azie zijn, zich van mij afgewend hebben; onder dewelke
4069 2Tim 1:16 | barmhartigheid; want hij heeft mij dikmaals verkwikt, en heeft
4070 2Tim 1:17 | Rome gekomen was, heeft hij mij zeer naarstiglijk gezocht,
4071 2Tim 1:17 | naarstiglijk gezocht, en heeft mij gevonden. ~
4072 2Tim 1:18 | dien dag; en hoeveel hij mij te Efeze gediend heeft,
4073 2Tim 2:2 | 2 En hetgeen gij van mij gehoord hebt onder vele
4074 2Tim 3:11 | mijn lijden, zulks als mij overkomen is in Antiochie,
4075 2Tim 3:11 | geleden heb, en de Heere heeft mij uit alle verlost. ~
4076 2Tim 4:8 | 8 Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid,
4077 2Tim 4:8 | rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige
4078 2Tim 4:8 | geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn
4079 2Tim 4:9 | Benaarstig u haastelijk tot mij te komen. ~
4080 2Tim 4:10 | 10 Want Demas heeft mij verlaten, hebbende de tegenwoordige
4081 2Tim 4:11 | 11 Lukas is alleen met mij. Neem Markus mede, en breng
4082 2Tim 4:11 | breng hem met u; want hij is mij zeer nut tot den dienst. ~
4083 2Tim 4:14 | Alexander, de kopersmid, heeft mij veel kwaads betoond; de
4084 2Tim 4:16 | verantwoording is niemand bij mij geweest, maar zij hebben
4085 2Tim 4:16 | geweest, maar zij hebben mij allen verlaten. Het worde
4086 2Tim 4:17 | 17 Maar de Heere heeft mij bijgestaan, en heeft mij
4087 2Tim 4:17 | mij bijgestaan, en heeft mij bekrachtigd; opdat men door
4088 2Tim 4:17 | bekrachtigd; opdat men door mij ten volle zou verzekerd
4089 2Tim 4:18 | 18 En de Heere zal mij verlossen van alle boos
4090 2Tim 5:3 | door de prediking, die mij toebetrouwd is, naar het
4091 Tit 1:3 | door de prediking, die mij toebetrouwd is, naar het
4092 Tit 3:12 | Tychikus, zo benaarstig u tot mij te komen te Nikopolis; want
4093 Tit 3:15 | 15 Die met mij zijn, groeten u allen. Groet
4094 File 1:11 | onnut was, maar nu u en mij zeer nuttig; denwelken ik
4095 File 1:13 | Denwelken ik wel had willen bij mij behouden, opdat hij mij
4096 File 1:13 | mij behouden, opdat hij mij voor u dienen zou in de
4097 File 1:16 | geliefden broeder, inzonderheid mij, hoeveel te meer dan u,
4098 File 1:17 | 17 Indien gij mij dan houdt voor een metgezel,
4099 File 1:17 | neem hem aan, gelijk als mij. ~
4100 File 1:18 | of schuldig is, reken dat mij toe. ~
4101 File 1:19 | zegge, dat gij ook uzelven mij daartoe schuldig zijt. ~
4102 File 1:20 | 20 Ja, broeder, laat mij uwer hierin genieten in
4103 File 1:22 | 22 En bereid mij ook tegelijk een herberg;
4104 Heb 1:5 | een Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon zijn? ~
4105 Heb 2:13 | Ik en de kinderen, die Mij God gegeven heeft. ~
4106 Heb 3:9 | 9 Alwaar Mij uw vaders verzocht hebben;
4107 Heb 3:9 | verzocht hebben; zij hebben Mij beproefd, en hebben Mijn
4108 Heb 8:10 | God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. ~
4109 Heb 8:11 | de Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine
4110 Heb 10:5 | niet gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid; ~
4111 Heb 10:7 | het begin des boeks is van Mij geschreven), om Uw wil te
4112 Heb 11:32 | zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken, zou ik verhalen
4113 Heb 13:6 | durven zeggen: De Heere is mij een Helper, en ik zal niet
4114 Heb 13:6 | ik zal niet vrezen, wat mij een mens zal doen. ~
4115 Jako 2:18 | en ik heb de werken. Toon mij uw geloof uit uw werken,
4116 2Pet 1:14 | onze Heere Jezus Christus mij heeft geopenbaard. ~
4117 Open 1:10 | Heeren; en ik hoorde achter mij een grote stem, als van
4118 Open 1:12 | 12 En ik keerde mij om, om te zien de stem,
4119 Open 1:12 | te zien de stem, die met mij gesproken had; en mij omgekeerd
4120 Open 1:12 | met mij gesproken had; en mij omgekeerd hebbende, zag
4121 Open 1:17 | legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees
4122 Open 1:17 | rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste
4123 Open 3:4 | hebben, en zij zullen met Mij wandelen in witte klederen,
4124 Open 3:18 | 18 Ik raad u dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende
4125 Open 3:20 | avondmaal houden, en hij met Mij. ~
4126 Open 3:21 | overwint, Ik zal hem geven met Mij te zitten in Mijn troon,
4127 Open 4:1 | als van een bazuin, met mij sprekende, zeide: Kom hier
4128 Open 5:5 | de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw,
4129 Open 7:13 | antwoordde, zeggende tot mij: Dezen, die bekleed zijn
4130 Open 7:14 | weet het. En hij zeide tot mij: Dezen zijn het, die uit
4131 Open 10:4 | stem uit den hemel, die tot mij zeide: Verzegel, hetgeen
4132 Open 10:8 | hemel, sprak wederom met mij, en zeide: Ga henen, neem
4133 Open 10:9 | zeggende tot hem: Geef mij dat boeksken. En hij zeide
4134 Open 10:9 | boeksken. En hij zeide tot mij: Neem dat en eet het op;
4135 Open 10:11 | 11 En hij zeide tot mij: Gij moet wederom profeteren
4136 Open 11:1 | 1 En mij werd een rietstok gegeven,
4137 Open 14:13 | stem uit den hemel, die tot mij zeide: Schrijf, zalig zijn
4138 Open 17:1 | hadden, kwam en sprak met mij, en zeide tot mij: Kom herwaarts,
4139 Open 17:1 | sprak met mij, en zeide tot mij: Kom herwaarts, ik zal u
4140 Open 17:3 | 3 En hij bracht mij weg in een woestijn, in
4141 Open 17:6 | Jezus. En ik verwonderde mij, als ik haar zag, met grote
4142 Open 17:7 | 7 En de engel zeide tot mij: Waarom verwondert gij u?
4143 Open 17:15 | 15 En hij zeide tot mij: De wateren, die gij gezien
4144 Open 19:9 | 9 En hij zeide tot mij: Schrijf, zalig zijn zij,
4145 Open 19:9 | des Lams. En hij zeide tot mij: Deze zijn de waarachtige
4146 Open 19:10 | aanbidden, en hij zeide tot mij: Zie, dat gij dat niet doet;
4147 Open 21:5 | nieuw. En Hij zeide tot mij: Schrijf, want deze woorden
4148 Open 21:6 | 6 En Hij sprak tot mij: Het is geschied. Ik ben
4149 Open 21:7 | een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn. ~
4150 Open 21:9 | 9 En tot mij kwam een van de zeven engelen,
4151 Open 21:9 | laatste plagen, en sprak met mij, zeggende: Kom herwaarts,
4152 Open 21:10 | 10 En hij voerde mij weg in den geest op een
4153 Open 21:10 | hogen berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige
4154 Open 21:15 | 15 En hij die met mij sprak, had een gouden rietstok,
4155 Open 22:1 | 1 En hij toonde mij een zuivere rivier van het
4156 Open 22:6 | 6 En hij zeide tot mij: Deze woorden zijn getrouw
4157 Open 22:8 | de voeten des engels, die mij deze dingen toonde. ~
4158 Open 22:9 | 9 En hij zeide tot mij: Zie, dat gij het niet doet;
4159 Open 22:10 | 10 En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden der
4160 Open 22:12 | haastiglijk en Mijn loon is met Mij, om een iegelijk te vergelden,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4160 |