Book Chapter: Verse
1 Gen 7:19 | op de aarde, zodat alle hoge bergen, die onder den ganse
2 Exo 14:8 | kinderen Israels waren door een hoge hand uitgegaan. ~
3 Num 32:3 | kinderen Israels uit door een hoge hand, voor de ogen van alle
4 Num 34:32 | het land, tot den dood des hoge priesters. ~
5 Deu 3:5 | Al die steden waren met hoge muren, poorten en grendelen
6 Deu 12:2 | goden gediend hebben; op de hoge bergen, en op de heuvelen,
7 Deu 28:52 | al uw poorten, totdat uw hoge en vaste muren nedervallen,
8 Joz 15:19 | waterwellingen. Toen gaf hij haar hoge waterwellingen en lage waterwellingen. ~
9 Ric 1:15 | waterwellingen. Toen gaf Kaleb haar hoge wellingen en lage wellingen. ~
10 2Kon 16:35| hoogten; dezelve bouwde de hoge poort aan het huis des HEEREN. ~
11 2Kon 21:23| Libanon; en ik zal zijn hoge cederbomen, en zijn uitgelezen
12 1Kro 7:24| die bouwde het lage en het hoge Beth-horon, en Uzzen-Seera. ~
13 2Kro 9:5 | 5 Ook bouwde hij het hoge Beth-horon en het neder
14 2Kro 10:11| maakte van dat algummimhout hoge gangen tot het huis des
15 2Kro 23:33| kwamen door het midden der hoge poort in het huis des konings;
16 2Kro 27:3 | 3Dezelve bouwde de hoge poorten aan het huis des
17 Neh 9:4 | Chenani, stonden op het hoge gestoelte der Levieten,
18 Job 5:11 | vernederden te stellen in het hoge; dat de rouwdragenden door
19 Job 37:15 | licht geweerd worde, en de hoge arm worde gebroken? ~
20 Psa 18:28 | het bedrukte volk, maar de hoge ogen vernedert Gij. ~
21 Psa 104:18 | 18 De hoge bergen zijn voor de steenbokken;
22 Spre 6:17| 17 Hoge ogen, een valse tong, en
23 Spre 8:2 | 2 Op de spits der hoge plaatsen, aan den weg, ter
24 Spre 9:14| huis, op een stoel, op de hoge plaatsen der stad; ~
25 Pred 5:7 | die hoger is dan de hoge, neemt er acht op; en daar
26 Jes 2:11 | 11 De hoge ogen de mensen zullen vernederd
27 Jes 2:12 | tegen allen hovaardige en hoge, en tegen allen verhevene,
28 Jes 2:13 | 13 En tegen alle hoge en verhevene cederen van
29 Jes 2:14 | 14 En tegen alle hoge bergen, en tegen alle verhevene
30 Jes 25:12 | 12 En Hij zal de hoge vesten uwer muren buigen,
31 Jes 37:24 | Libanon; en ik zal zijn hoge cederbomen en zijn uitgelezen
32 Jes 41:18 | Ik zal rivieren op de hoge plaatsen openen, en fonteinen
33 Jes 49:9 | wegen weiden, en op alle hoge plaatsen zal hun weide wezen. ~
34 Jes 58:15 | 15 Want alzo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de
35 Jer 3:2 | Hef uw ogen op naar de hoge plaatsen, en zie toe, waar
36 Jer 3:21 | is een stem gehoord op de hoge plaatsen, een geween en
37 Jer 4:11 | worden: Een dorre wind van de hoge plaatsen in de woestijn,
38 Jer 7:29 | verhef een weeklacht op de hoge plaatsen; want de HEERE
39 Jer 12:12 | 12 Op alle hoge plaatsen in de woestijn
40 Jer 14:6 | de woudezels staan op de hoge plaatsen, zij scheppen den
41 Jer 17:2 | het groen geboomte, op de hoge heuvelen. ~
42 Jer 51:58 | ontbloot worden, en haar hoge poorten zullen met vuur
43 Eze 6:13 | altaren wezen zullen op alle hoge heuvelen, op alle toppen
44 Eze 9:2 | mannen kwamen van den weg der Hoge poort, die gekeerd is naar
45 Eze 16:24 | verwelfsel gebouwd hebt, en u een hoge plaats gemaakt hebt in elke
46 Eze 16:25 | hoofd des wegs hebt gij uw hoge plaatsen gebouwd, en hebt
47 Eze 16:31 | hoofd van iederen weg, en uw hoge plaats maakt in elke straat,
48 Eze 16:39 | verwelfsel afbreken, en uw hoge plaatsen omwerpen, en uw
49 Eze 34:14 | zal Ik ze weiden, en op de hoge bergen Israels zal hun kooi
50 Eze 47:5 | doorgaan; want de wateren waren hoge wateren, waar men door zwemmen
51 Dan 7:18 | Maar de heiligen der hoge plaatsen zullen dat Koninkrijk
52 Dan 7:22 | werd aan de heiligen der hoge plaatsen, en dat de bestemde
53 Dan 7:25 | het zal de heiligen der hoge plaatsen verstoren, en het
54 Dan 7:27 | den volke der heiligen der hoge plaatsen, welks Rijk een
55 Oba 1:3 | der steenrotsen, in zijn hoge woning; die in zijn hart
56 Zep 1:16 | vaste steden en tegen de hoge hoeken. ~
57 Matt 17:1 | broeder, en bracht hen op een hoge berg alleen. ~
58 Luk 6:48 | een steenrots; als nu de hoge vloed kwam, zo sloeg de
59 Rom 12:16 | elkander. Tracht niet naar de hoge dingen, maar voegt u tot
|