Book Chapter: Verse
1 Gen 23:5 | Misschien zal die vrouw mij niet willen volgen in dit land; zal
2 Gen 28:30 | 30 En nu, gij hebt immers willen vertrekken, omdat gij zo
3 Lev 25:21 | wandelen zult, en Mij niet zult willen horen, zo zal Ik over u,
4 Deu 10:10 | maal; de HEERE heeft u niet willen verderven. ~
5 Deu 23:5 | heeft naar Bileam niet willen horen; maar de HEERE, uw
6 Deu 28:68 | zult gij u aan uw vijanden willen verkopen tot dienstknechten
7 Deu 29:20 | 20 De HEERE zal hem niet willen vergeven; maar alsdan zal
8 1Sa 26:23 | maar ik heb mijn hand niet willen uitsteken, aan den gezalfde
9 Job 38:12 | 12 Zal de eenhoorn u willen dienen? Zal hij vernachten
10 Spre 29:21| in zijn laatste een zoon willen zijn. ~
11 Jes 28:12 | verkwikking; doch zij hebben niet willen horen. ~
12 Jes 29:15 | die zich diep versteken willen voor den HEERE, hun raad
13 Jes 30:9 | des HEEREN wet niet horen willen. ~
14 Eze 3:7 | omdat zij naar Mij niet willen horen; want het ganse huis
15 Zac 14:21 | zodat allen, die offeren willen, zullen komen, en van dezelve
16 Matt 12:38| zeggende: Meester! wij willen van U wel een teken zien. ~
17 Matt 16:25| Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve
18 Matt 20:26| maar zo wie onder u zal willen groot worden, die zij uw
19 Matt 20:27| 27 En zo wie onder u zal willen de eerste zijn, die zij
20 Matt 23:4 | schouderen der mensen; maar zij willen die met hun vinger niet
21 Matt 23:37| menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs
22 Mark 8:35| Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve
23 Mark 10:43| zo wie onder u groot zal willen worden, die zal uw dienaar
24 Mark 10:44| wie van u de eerste zal willen worden, die zal aller dienstknecht
25 Mark 12:38| schriftgeleerden, die daar gaarne willen wandelen in lange klederen,
26 Luk 10:22 | en dien het de Zoon zal willen openbaren. ~
27 Luk 13:34 | menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs
28 Luk 16:26 | degenen, die van hier tot u willen overgaan, niet zouden kunnen,
29 Luk 19:14 | gezanten na, zeggende: Wij willen niet, dat deze over ons
30 Luk 20:46 | Schriftgeleerden, die daar willen wandelen in lange klederen,
31 Joha 5:35| korten tijd in zijn licht willen verheugen. ~
32 Hand 11:20| dingen voor onze oren; wij willen dan weten, wat toch dit
33 Hand 18:6 | en naar onze wet hebben willen oordelen. ~
34 Hand 21:43| 43 Maar de hoofdman, willen Paulus behouden, belette
35 Rom 7:18 | geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het
36 1Kor 14:35| 35 En zo zij iets willen leren, laat haar te huis
37 2Kor 1:8 | 8 Want wij willen niet, broeders, dat gij
38 2Kor 5:4 | zijnde; nademaal wij niet willen ontkleed, maar overkleed
39 2Kor 8:10| alleen het doen, maar ook het willen van over een jaar te voren
40 2Kor 8:11| volvaardigheid des gemoeds om te willen, er ook alzo zij het voleindigen
41 2Kor 11:12| dengenen, die oorzaak hebben willen, opdat zij in hetgeen zij
42 Gal 1:7 | het Evangelie van Christus willen verkeren. ~
43 Gal 4:17 | niet recht over u; maar zij willen ons uitsluiten, opdat gij
44 Gal 6:12 | degenen, die een schoon gelaat willen tonen naar het vlees, die
45 Gal 6:13 | houden de wet niet; maar zij willen, dat gij besneden wordt,
46 Fili 2:13| Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn
47 Kol 1:27 | 27 Aan wie God heeft willen bekend maken, welke zij
48 1The 2:8 | zijnde, hebben u gaarne willen mededelen niet alleen het
49 1The 2:18| Daarom hebben wij tot u willen komen (immers ik Paulus)
50 1The 3:1 | verdragen, hebben wij gaarne willen te Athene alleen gelaten
51 1Tim 5:11| zijn tegen Christus, zo willen zij huwelijken; ~
52 1Tim 6:9 | 9 Doch die rijk willen worden, vallen in verzoeking,
53 2Tim 3:12| allen, die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus,
54 File 1:13| 13 Denwelken ik wel had willen bij mij behouden, opdat
55 File 1:14| zonder uw goedvinden niets willen doen, opdat uw goeddadigheid
56 Heb 13:18 | hebben, als die in alles willen eerlijk wandelen. ~
57 3Joh 1:10| verhindert degenen, die het willen doen, en werpt ze uit de
58 Open 11:6 | menigmaal als zij zullen willen; ~
|