Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
schandvlek 5
schapen 208
schare 109
scharen 58
scharlaken 42
scharlakendraad 1
scharlakensnoer 1
Frequency    [«  »]
58 juk
58 nebukadnezar
58 rechtvaardigheid
58 scharen
58 schrift
58 tafelen
58 trek

Bijbel

IntraText - Concordances

scharen

   Book Chapter: Verse
1 Matt 4:25| 25 En vele scharen volgden Hem na, van Galilea 2 Matt 7:28| woorden geeindigd had, dat de scharen zich ontzetten over Zijn 3 Matt 8:1 | afgeklommen was, zijn Hem vele scharen gevolgd. ~ 4 Matt 8:18| 18 En Jezus, vele scharen ziende rondom Zich, beval 5 Matt 9:8 | 8 De scharen nu dat ziende, hebben zich 6 Matt 9:33| sprak de stomme. En de scharen verwonderden zich, zeggende: 7 Matt 9:36| 36 En Hij, de scharen ziende, werd innerlijk met 8 Matt 11:7 | heengingen, heeft Jezus tot de scharen begonnen te zeggen van Johannes: 9 Matt 12:15| vertrok van daar, en vele scharen volgden Hem, en Hij genas 10 Matt 12:23| 23 En al de scharen ontzetten zich, en zeiden: 11 Matt 12:46| 46 En als Hij nog tot de scharen sprak, ziet, Zijn moeder 12 Matt 13:2 | tot Hem vergaderden vele scharen, zodat Hij in een schip 13 Matt 13:34| dingen heeft Jezus tot de scharen gesproken door gelijkenissen, 14 Matt 13:36| 36 Toen nu Jezus de scharen van Zich gelaten had, ging 15 Matt 14:13| woeste plaats alleen; en de scharen, dat horende, zijn Hem te 16 Matt 14:15| nu voorbijgegaan; laat de scharen van U, opdat zij heengaan 17 Matt 14:19| 19 En Hij beval de scharen neder te zitten op het gras, 18 Matt 14:19| en de discipelen aan de scharen. ~ 19 Matt 14:22| andere zijde, terwijl Hij de scharen van Zich zou laten. ~ 20 Matt 14:23| 23 En als Hij nu de scharen van Zich gelaten had, klom 21 Matt 15:30| 30 En vele scharen zijn tot Hem gekomen, hebbende 22 Matt 15:31| 31 Alzo dat de scharen zich verwonderden, ziende 23 Matt 15:35| 35 En Hij gebood den scharen neder te zitten op de aarde. ~ 24 Matt 15:39| 39 En de scharen van Zich gelaten hebbende, 25 Matt 19:2 | 2 En vele scharen volgden Hem, en Hij genas 26 Matt 21:9 | 9 En de scharen, die voorgingen en die volgden, 27 Matt 21:11| 11 En de scharen zeiden: Deze is Jezus, de 28 Matt 21:46| vangen, vreesden zij de scharen, dewijl deze Hem hielden 29 Matt 22:33| 33 En de scharen, dit horende, werden verslagen 30 Matt 23:1 | Toen sprak Jezus tot de scharen en tot Zijn discipelen, ~ 31 Matt 26:55| zelfder ure sprak Jezus tot de scharen: Gij zijt uitgegaan als 32 Matt 27:20| de ouderlingen hebben den scharen aangeraden, dat zij zouden 33 Mark 6:33| 33 En de scharen zagen hen heenvaren, en 34 Mark 10:1 | overzijde van de Jordaan; en de scharen kwamen wederom samen bij 35 Luk 3:7 | 7 Hij zeide dan tot de scharen, die uitkwamen, om van hem 36 Luk 3:10 | 10 En de scharen vraagden hem, zeggende: 37 Luk 4:42 | een woeste plaats; en de scharen zochten Hem, en kwamen tot 38 Luk 5:3 | nederzittende, leerde Hij de scharen uit het schip. ~ 39 Luk 5:15 | ging te meer voort; en vele scharen kwamen samen om Hem te horen, 40 Luk 7:24 | waren, begon Hij tot de scharen van Johannes te zeggen: 41 Luk 8:42 | heenging, zo verdrongen Hem de scharen. 42 Luk 8:45 | met hem waren: Meester, de scharen drukken en verdringen U, 43 Luk 9:11 | 11 En de scharen, dat verstaande, volgden 44 Luk 9:18 | zeggende: Wie zeggen de scharen, dat Ik ben? ~ 45 Luk 11:14 | dat de stomme sprak; en de scharen verwonderden zich. ~ 46 Luk 11:29 | 29 En als de scharen dicht bijeenvergaderden, 47 Luk 12:54 | En Hij zeide ook tot de scharen: Wanneer gij een wolk ziet 48 Luk 14:25 | 25 En vele scharen gingen met Hem; en Hij, 49 Luk 23:4 | tot de overpriesters en de scharen: Ik vind geen schuld in 50 Luk 23:48 | 48 En al de scharen, die samengekomen waren 51 Joha 7:12| gemurmels van Hem onder de scharen. Sommigen zeiden: Hij is 52 Hand 7:45| 45 Doch de Joden, de scharen ziende, werden met nijdigheid 53 Hand 8:11| 11 En de scharen, ziende, hetgeen Paulus 54 Hand 8:13| wilde hij offeren met de scharen. ~ 55 Hand 8:18| wederhielden zij nauwelijks de scharen, dat zij hun niet offerden. ~ 56 Hand 8:19| Ikonium, en overreedden de scharen, en stenigden Paulus, en 57 Hand 11:13| zij ook daar en bewogen de scharen. ~ 58 Open 17:15| hoer zit, zijn volken, en scharen, en natien, en tongen. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License