Book Chapter: Verse
1 Gen 25:40 | zult, dan zult gij zijn juk van uw hals afrukken. ~
2 Lev 25:13 | heb de disselbomen van uw juk verbroken, en heb u doen
3 Deu 21:3 | gearbeid is, die aan het juk niet getrokken heeft. ~
4 Deu 28:48 | en Hij zal een ijzeren juk op uw hals leggen, totdat
5 1Sa 6:7 | koeien, op dewelke geen juk gekomen is; spant de koeien
6 1Sa 14:14 | eens bunders, zijnde een juk ossen lands. ~
7 1Kon 12:4 | 4 Uw vader heeft ons juk hard gemaakt; gij dan nu,
8 1Kon 12:4 | harden dienst, en zijn zwaar juk, dat hij ons opgelegd heeft,
9 1Kon 12:9 | hebben, zeggende: Maak het juk, dat uw vader ons opgelegd
10 1Kon 12:10| zeggende: Uw vader heeft ons juk zwaar gemaakt, maar maak
11 1Kon 12:11| nu mijn vader een zwaar juk op u heeft doen laden, zo
12 1Kon 12:11| laden, zo zal ik boven uw juk nog daartoe doen; mijn vader
13 1Kon 12:14| zeggende: Mijn vader heeft uw juk zwaar gemaakt, maar ik zal
14 1Kon 12:14| gemaakt, maar ik zal boven uw juk nog daartoe doen; mijn vader
15 1Kon 19:19| dezelve ploegde met twaalf juk runderen voor zich henen,
16 1Kon 19:21| achter hem af, en nam een juk runderen, en slachtte het,
17 2Kon 5:17| worden een last aarde van een juk muildieren; want uw knecht
18 2Kro 11:4 | 4 Uw vader heeft ons juk hard gemaakt, nu dan, maak
19 2Kro 11:4 | harden dienst, en zijn zwaar juk, dat hij ons opgelegd heeft,
20 2Kro 11:9 | hebben, zeggende: Maak het juk, dat uw vader ons opgelegd
21 2Kro 11:10| zeggende: Uw vader heeft ons juk zwaar gemaakt, maar maak
22 2Kro 11:11| nu mijn vader een zwaar juk op u heeft doen laden, zo
23 2Kro 11:11| laden, zo zal ik boven uw juk nog daartoe doen; mijn vader
24 2Kro 11:14| zeggende: Mijn vader heeft uw juk zwaar gemaakt, maar ik zal
25 Job 1:3 | kemelen, en vijfhonderd juk ossen, en vijfhonderd ezelinnen;
26 Job 41:12 | duizend kemelen, en duizend juk runderen, en duizend ezelinnen. ~
27 Jes 9:3 | 3 Want het juk van hun last, en den stok
28 Jes 10:27 | van uw schouder, en zijn juk van uw hals; en het juk
29 Jes 10:27 | juk van uw hals; en het juk zal verdorven worden, om
30 Jes 14:25 | bergen vertreden; opdat zijn juk van hen afwijke, en zijn
31 Jes 47:6 | den oude maaktet gij uw juk zeer zwaar. ~
32 Jes 59:6 | de verpletterden, en alle juk verscheurt? ~
33 Jes 59:9 | midden van u wegdoet het juk, het uitsteken des vingers,
34 Jer 2:20 | Als Ik van ouds uw juk verbroken, en uw banden
35 Jer 5:5 | zij hadden te zamen het juk verbroken, en de banden
36 Jer 27:8 | niet zal geven onder het juk des konings van Babel;
37 Jer 27:11 | hals zal brengen onder het juk des konings van Babel, en
38 Jer 27:12 | Brengt uw halzen onder het juk des konings van Babel, en
39 Jer 28:2 | Israels, zeggende: Ik heb het juk des konings van Babel verbroken. ~
40 Jer 28:4 | de HEERE; want Ik zal het juk des konings van Babel verbreken. ~
41 Jer 28:10 | nam de profeet Hananja het juk van den hals van den profeet
42 Jer 28:11 | Alzo zal Ik verbreken het juk van Nebukadnezar, den koning
43 Jer 28:12 | nadat de profeet Hananja het juk van den hals van den profeet
44 Jer 28:14 | Israels: Ik heb een ijzeren juk gedaan aan den hals van
45 Jer 30:8 | heirscharen, dat Ik zijn juk van uw hals verbreken, en
46 Jer 51:23 | slaan den akkerman en zijn juk ossen; en door u zal Ik
47 Klaa 1:14| 14 Nun. Het juk mijner overtredingen is
48 Klaa 1:71| voor een man, dat hij het juk in zijn jeugd draagt. ~
49 Eze 30:18 | verduisterd worden, als Ik het juk van Egypte aldaar zal verbreken,
50 Hos 11:4 | hun, als degenen, die het juk van op hun kinnebakken oplichten,
51 Nah 1:13 | Maar nu zal Ik zijn juk van u breken, en zal uw
52 Matt 11:29| 29 Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij,
53 Matt 11:30| 30 Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is
54 Luk 14:19 | ander zeide: Ik heb vijf juk ossen gekocht, en ik ga
55 Hand 9:10| verzoekt gij God, om een juk op den hals der discipelen
56 2Kor 6:14| 14 Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen;
57 Gal 5:1 | wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen. ~
58 1Tim 6:1 | zovelen als er onder het juk zijn, zullen hun heren alle
|