Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
barmhartige 1
barmhartigen 1
barmhartigheden 28
barmhartigheid 58
barnabas 28
barrevoets 4
barsabas 2
Frequency    [«  »]
59 werpen
59 wonderen
59 zaken
58 barmhartigheid
58 geduriglijk
58 getuige
58 heersen

Bijbel

IntraText - Concordances

barmhartigheid

   Book Chapter: Verse
1 Gen 39:14 | God, de Almachtige, geve u barmhartigheid voor het aangezicht van 2 Exo 2:6 | weende; en zij werd met barmhartigheid bewogen over hetzelve, en 3 Exo 20:6 | 6 En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, 4 Deu 5:10 | 10 En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, 5 Deu 13:17 | Zijns toorns, en u geve barmhartigheid, en Zich uwer erbarme, en 6 1Sa 15:6 | wegruime; want gij hebt barmhartigheid gedaan aan al de kinderen 7 1Sa 20:8 | 8 Doe dan barmhartigheid aan uw knecht, want gij 8 1Kon 8:50| overtreden hebben; en geef hun barmhartigheid voor het aangezicht dergenen, 9 2Kro 30:9 | broederen en uw kinderen barmhartigheid vinden voor het aangezicht 10 Neh 1:11 | wel gelukken, en geef hem barmhartigheid voor het aangezicht dezes 11 Neh 9:19 | hen nochtans door Uw grote barmhartigheid niet verlaten in de woestijn; 12 Psa 106:46 | 46 Dies gaf Hij hun barmhartigheid voor het aangezicht van 13 Spre 28:13| die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen. ~ 14 Jer 42:12 | 12      En Ik zal ulieden barmhartigheid geven, dat hij zich uwer 15 Dan 1:9 | God gaf Daniel genade en barmhartigheid voor het aangezicht van 16 Matt 5:7 | barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden. ~ 17 Matt 9:13| leert, wat het zij: Ik wil barmhartigheid, en niet offerande; want 18 Matt 12:7 | hadt, wat het zij: Ik wil barmhartigheid en niet offerande, gij zoudt 19 Matt 18:27| dezen dienstknecht, met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde, 20 Matt 20:34| innerlijk bewogen zijnde met barmhartigheid, raakte hun ogen aan; en 21 Matt 23:23| namelijk het oordeel, en de barmhartigheid, en het geloof. Deze dingen 22 Mark 1:41| 41 En Jezus, met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde, 23 Luk 1:50 | 50 En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht 24 Luk 1:54 | opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid. ~ 25 Luk 1:58 | hoorden, dat de Heere Zijn barmhartigheid grotelijks aan haar bewezen 26 Luk 1:72 | 72 Opdat Hij barmhartigheid deed aan onze vaderen, en 27 Luk 1:78 | innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods, met welke ons 28 Luk 10:37 | 37 En hij zeide: Die barmhartigheid aan hem gedaan heeft. Zo 29 Rom 9:23 | heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid, die Hij te voren bereid 30 Rom 11:30 | ongehoorzaam geweest zijt, maar nu barmhartigheid verkregen hebt door dezer 31 Rom 11:31 | geweest, opdat ook zij door uw barmhartigheid zouden barmhartigheid verkrijgen. ~ 32 Rom 11:31 | uw barmhartigheid zouden barmhartigheid verkrijgen. ~ 33 Rom 12:8 | is, in naarstigheid; die barmhartigheid doet, in blijmoedigheid. ~ 34 Rom 15:9 | heidenen God vanwege de barmhartigheid zouden verheerlijken; gelijk 35 1Kor 7:25| zeg mijn gevoelen, als die barmhartigheid van den Heere gekregen heb, 36 2Kor 4:1 | bediening hebben, naar de barmhartigheid, die ons geschied is, zo 37 Gal 6:16 | dezelve zal zijn vrede en barmhartigheid, en over het Israel Gods. ~ 38 Efez 2:4 | Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, 39 Kol 3:12 | innerlijke bewegingen der barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, 40 1Tim 1:2 | zoon in het geloof; genade, barmhartigheid, vrede zij u van God, onzen 41 1Tim 1:13| verdrukker; maar mij is barmhartigheid geschied, dewijl ik het 42 1Tim 1:16| 16 Maar daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus 43 2Tim 1:2 | geliefden zoon: genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den 44 2Tim 1:16| den huize van Onesiforus barmhartigheid; want hij heeft mij dikmaals 45 2Tim 1:18| Heere geve hem, dat hij barmhartigheid vinde bij den Heere, in 46 2Tim 5:4 | 4 Genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den 47 Tit 1:4 | 4 Genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den 48 Tit 3:5 | gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte 49 Heb 4:16 | troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade 50 Heb 10:28 | gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen; ~ 51 Jako 2:13| gaan over dengene, die geen barmhartigheid gedaan heeft; en de barmhartigheid 52 Jako 2:13| barmhartigheid gedaan heeft; en de barmhartigheid roemt tegen het oordeel. 53 Jako 3:17| bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet 54 1Pet 1:3 | Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren, 55 1Pet 3:8 | liefhebbende, met innerlijke barmhartigheid bewogen, vriendelijk; ~ 56 2Joh 1:3 | 3 Genade, barmhartigheid, vrede zij met ulieden van 57 Jud 1:2 | 2 Barmhartigheid, en vrede, en liefde zij 58 Jud 1:21 | liefde Gods, verwachtende de barmhartigheid van onzen Heere Jezus Christus


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License