Book Chapter: Verse
1 Gen 39:14 | God, de Almachtige, geve u barmhartigheid voor het aangezicht van
2 Exo 2:6 | weende; en zij werd met barmhartigheid bewogen over hetzelve, en
3 Exo 20:6 | 6 En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen,
4 Deu 5:10 | 10 En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen,
5 Deu 13:17 | Zijns toorns, en u geve barmhartigheid, en Zich uwer erbarme, en
6 1Sa 15:6 | wegruime; want gij hebt barmhartigheid gedaan aan al de kinderen
7 1Sa 20:8 | 8 Doe dan barmhartigheid aan uw knecht, want gij
8 1Kon 8:50| overtreden hebben; en geef hun barmhartigheid voor het aangezicht dergenen,
9 2Kro 30:9 | broederen en uw kinderen barmhartigheid vinden voor het aangezicht
10 Neh 1:11 | wel gelukken, en geef hem barmhartigheid voor het aangezicht dezes
11 Neh 9:19 | hen nochtans door Uw grote barmhartigheid niet verlaten in de woestijn;
12 Psa 106:46 | 46 Dies gaf Hij hun barmhartigheid voor het aangezicht van
13 Spre 28:13| die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen. ~
14 Jer 42:12 | 12 En Ik zal ulieden barmhartigheid geven, dat hij zich uwer
15 Dan 1:9 | God gaf Daniel genade en barmhartigheid voor het aangezicht van
16 Matt 5:7 | barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden. ~
17 Matt 9:13| leert, wat het zij: Ik wil barmhartigheid, en niet offerande; want
18 Matt 12:7 | hadt, wat het zij: Ik wil barmhartigheid en niet offerande, gij zoudt
19 Matt 18:27| dezen dienstknecht, met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde,
20 Matt 20:34| innerlijk bewogen zijnde met barmhartigheid, raakte hun ogen aan; en
21 Matt 23:23| namelijk het oordeel, en de barmhartigheid, en het geloof. Deze dingen
22 Mark 1:41| 41 En Jezus, met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde,
23 Luk 1:50 | 50 En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht
24 Luk 1:54 | opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid. ~
25 Luk 1:58 | hoorden, dat de Heere Zijn barmhartigheid grotelijks aan haar bewezen
26 Luk 1:72 | 72 Opdat Hij barmhartigheid deed aan onze vaderen, en
27 Luk 1:78 | innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods, met welke ons
28 Luk 10:37 | 37 En hij zeide: Die barmhartigheid aan hem gedaan heeft. Zo
29 Rom 9:23 | heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid, die Hij te voren bereid
30 Rom 11:30 | ongehoorzaam geweest zijt, maar nu barmhartigheid verkregen hebt door dezer
31 Rom 11:31 | geweest, opdat ook zij door uw barmhartigheid zouden barmhartigheid verkrijgen. ~
32 Rom 11:31 | uw barmhartigheid zouden barmhartigheid verkrijgen. ~
33 Rom 12:8 | is, in naarstigheid; die barmhartigheid doet, in blijmoedigheid. ~
34 Rom 15:9 | heidenen God vanwege de barmhartigheid zouden verheerlijken; gelijk
35 1Kor 7:25| zeg mijn gevoelen, als die barmhartigheid van den Heere gekregen heb,
36 2Kor 4:1 | bediening hebben, naar de barmhartigheid, die ons geschied is, zo
37 Gal 6:16 | dezelve zal zijn vrede en barmhartigheid, en over het Israel Gods. ~
38 Efez 2:4 | Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde,
39 Kol 3:12 | innerlijke bewegingen der barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid,
40 1Tim 1:2 | zoon in het geloof; genade, barmhartigheid, vrede zij u van God, onzen
41 1Tim 1:13| verdrukker; maar mij is barmhartigheid geschied, dewijl ik het
42 1Tim 1:16| 16 Maar daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus
43 2Tim 1:2 | geliefden zoon: genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den
44 2Tim 1:16| den huize van Onesiforus barmhartigheid; want hij heeft mij dikmaals
45 2Tim 1:18| Heere geve hem, dat hij barmhartigheid vinde bij den Heere, in
46 2Tim 5:4 | 4 Genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den
47 Tit 1:4 | 4 Genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den
48 Tit 3:5 | gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte
49 Heb 4:16 | troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade
50 Heb 10:28 | gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen; ~
51 Jako 2:13| gaan over dengene, die geen barmhartigheid gedaan heeft; en de barmhartigheid
52 Jako 2:13| barmhartigheid gedaan heeft; en de barmhartigheid roemt tegen het oordeel.
53 Jako 3:17| bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet
54 1Pet 1:3 | Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren,
55 1Pet 3:8 | liefhebbende, met innerlijke barmhartigheid bewogen, vriendelijk; ~
56 2Joh 1:3 | 3 Genade, barmhartigheid, vrede zij met ulieden van
57 Jud 1:2 | 2 Barmhartigheid, en vrede, en liefde zij
58 Jud 1:21 | liefde Gods, verwachtende de barmhartigheid van onzen Heere Jezus Christus
|