Book Chapter: Verse
1 Gen 11:2 | togen, dat zij een laagte vonden in het land Sinear; en zij
2 Gen 24:19 | groeven in dat dal, en zij vonden aldaar een put van levend
3 Gen 40:8 | in den mond onzer zakken vonden, hebben wij tot u uit het
4 Exo 15:22 | dagen in de woestijn, en vonden geen water. ~
5 Exo 16:27 | te verzamelen; doch zij vonden niet. ~
6 Num 15:32 | in de woestijn waren, zo vonden zij een man, hout lezende
7 Num 15:33 | 33 En die hem vonden, hout lezende, brachten
8 Ric 1:5 | 5 En zij vonden Adoni-Bezek te Bezek, en
9 Ric 20:12 | 12 En zij vonden onder de inwoners van Jabes
10 1Sa 9:4 | land van Salisa, maar zij vonden ze niet; daarna gingen zij
11 1Sa 9:4 | land van Jemini, doch zij vonden ze niet. ~
12 1Sa 9:11 | den opgang der stad, zo vonden zij maagden, die uitgingen
13 1Sa 30:11 | 11 En zij vonden een Egyptischen man op het
14 1Sa 31:8 | verslagenen te plunderen, zo vonden zij Saul en zijn drie zonen,
15 1Kon 1:3 | landpalen van Israel; en zij vonden Abisag, een Sunamietische,
16 2Kon 2:17| dagen zochten, doch hem niet vonden. ~
17 2Kon 9:21| togen uit Jehu tegemoet, en vonden hem op het stuk lands van
18 2Kon 9:35| haar te begraven; doch zij vonden niet van haar, dan het bekkeneel,
19 1Kro 4:40| 40 En zij vonden vette en goede weide, en
20 1Kro 10:8 | verslagenen te plunderen, zo vonden zij Saul en zijn zonen,
21 2Kro 21:25| hun buit te roven, en zij vonden bij hen in menigte, zowel
22 2Kro 29:16| in den tempel des HEEREN vonden; en de Levieten namen ze
23 Neh 5:8 | worden? Toen zwegen zij, en vonden geen antwoord. ~
24 Neh 8:15 | 15 En zij vonden in de wet geschreven, dat
25 Psa 107:4 | die geen stad ter woning vonden; ~
26 Pred 7:29| heeft, maar zij hebben veel vonden gezocht. ~
27 Hoo 3:3 | die in de stad omgingen, vonden mij: ik zeide: Hebt gij
28 Hoo 5:7 | die in de stad omgingen, vonden mij, zij sloegen mij, zij
29 Jer 41:12 | Nethanja, te strijden; en zij vonden hem aan het grote water,
30 Jer 50:7 | 7 Allen, die hen vonden, aten hen op, en hun wederpartijders
31 Dan 6:12 | mannen met hopen, en zij vonden Daniel biddende en smekende
32 Matt 2:11| het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria,
33 Matt 22:10| vergaderden allen, die zij vonden, beiden kwaden en goeden;
34 Matt 26:59| zij Hem doden mochten; en vonden niet. ~
35 Matt 26:60| getuigen toegekomen waren, zo vonden zij toch niet. ~
36 Matt 27:32| 32 En uitgaande, vonden zij een man van Cyrene,
37 Mark 11:4 | 4 En zij gingen heen, en vonden het veulen gebonden bij
38 Mark 14:16| en kwamen in de stad, en vonden het, gelijk Hij hun gezegd
39 Mark 14:55| Jezus, om Hem te doden, en vonden niet. ~
40 Luk 2:16 | zij kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef, en het Kindeken
41 Luk 2:45 | 45 En als zij Hem niet vonden, keerden zij wederom naar
42 Luk 2:46 | drie dagen, dat zij Hem vonden in den tempel, zittende
43 Luk 7:10 | wedergekeerd zijnde in het huis, vonden den kranken dienstknecht
44 Luk 8:35 | en kwamen tot Jezus, en vonden den mens, van welken de
45 Luk 19:32 | waren, heengegaan zijnde, vonden het, gelijk Hij hun gezegd
46 Luk 19:48 | 48 En zij vonden niet, wat zij doen zouden;
47 Luk 22:13 | 13 En zij, heengaande, vonden het, gelijk Hij hun gezegd
48 Luk 24:2 | 2 En zij vonden den steen afgewenteld van
49 Luk 24:3 | 3 En ingegaan zijnde, vonden zij het lichaam van den
50 Luk 24:33 | weder naar Jeruzalem, en vonden de elven samenvergaderd,
51 Hand 7:6 | doorgegaan waren tot Pafos toe, vonden zij een zekeren tovenaar,
52 Hand 11:6 | 6 En als zij hen niet vonden, trokken zij Jason en enige
53 Hand 21:28| dieplood uitgeworpen hebbende, vonden zij twintig vademen; en
54 Hand 21:28| wederom het dieplood uit, en vonden vijftien vademen; ~
55 Hand 21:39| tegen denwelken zij geraden vonden, zo zij konden, het schip
56 Hand 22:14| 14 Alwaar wij broeders vonden, en werden gebeden, zeven
57 2Kor 9:4 | mij kwamen, en u onbereid vonden, wij (opdat wij niet zeggen:
|