1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4039
Book Chapter: Verse
3501 Matt 26:29 | Ik zeg u, dat Ik van nu aan niet zal drinken van de
3502 Matt 26:31 | tot hen: Gij zult allen aan Mij geergerd worden in deze
3503 Matt 26:33 | Al werden zij ook allen aan U geergerd, ik zal nimmermeer
3504 Matt 26:50 | toe, en sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem. ~
3505 Matt 26:58 | volgde Hem van verre tot aan de zaal des hogepriesters,
3506 Matt 26:64 | Doch Ik zeg ulieden: Van nu aan zult gij zien den Zoon des
3507 Matt 27:2 | Hem weg, en gaven Hem over aan Pontius Pilatus, den stadhouder. ~
3508 Matt 27:4 | zeiden: Wat gaat ons dat aan? Gij moogt toezien. ~
3509 Matt 27:24 | zeggende: Ik ben onschuldig aan het bloed dezes Rechtvaardigen;
3510 Matt 27:31 | deden Hem Zijn klederen aan, en leidden Hem heen om
3511 Matt 27:45 | 45 En van de zesde ure aan werd er duisternis over
3512 Matt 28:17 | Hem zagen, baden zij Hem aan; doch sommigen twijfelden. ~
3513 Mark 1:29 | 29 En van stonde aan uit de synagoge gegaan zijnde,
3514 Mark 1:41 | hand uit, en raakte hem aan, en zeide tot hem: Ik wil,
3515 Mark 4:1 | gehele schare was op het land aan de zee. ~
3516 Mark 4:35 | hen: Laat ons overvaren aan de andere zijde. ~
3517 Mark 5:11 | 11 En aldaar aan de bergen was een grote
3518 Mark 5:21 | het schip overgevaren was aan de andere zijde, vergaderde
3519 Mark 5:22 | en Hem ziende, viel hij aan Zijn voeten, ~
3520 Mark 5:27 | achteren, en raakte Zijn kleed aan. ~
3521 Mark 5:29 | opgedroogd, en zij gevoelde aan haar lichaam, dat zij van
3522 Mark 5:33 | en bevende, wetende, wat aan haar geschied was, kwam
3523 Mark 6:3 | hier bij ons? En zij werden aan Hem geergerd. ~
3524 Mark 6:11 | schudt het stof af, dat onder aan uw voeten is, hun tot een
3525 Mark 6:45 | en voor henen te varen aan de andere zijde tegen over
3526 Mark 6:46 | 46 En als Hij aan dezelve hun afscheid gegeven
3527 Mark 7:12 | hem niet meer toe, iets aan zijn vader of zijn moeder
3528 Mark 7:25 | hebbende, kwam en viel neder aan Zijn voeten. ~
3529 Mark 7:31 | van Tyrus en Sidon, kwam aan de zee van Galilea, door
3530 Mark 7:33 | hebbende, raakte Hij zijn tong aan; ~
3531 Mark 8:12 | Voorwaar, Ik zeg u: Zo aan dit geslacht een teken gegeven
3532 Mark 10:37 | wij mogen zitten, de een aan Uw rechter hand, en de ander
3533 Mark 10:37 | rechter hand, en de ander aan Uw linker hand in Uw heerlijkheid. ~
3534 Mark 10:46 | Bar-timeus, de blinde, aan den weg, bedelende. ~
3535 Mark 11:1 | te Beth-fage en Bethanie, aan den Olijfberg, zond Hij
3536 Mark 11:4 | gebonden bij de deur, buiten aan de wegscheiding, en zij
3537 Mark 12:1 | toren, en verhuurde dien aan de landlieden, en reisde
3538 Mark 12:9 | verderven, en den wijngaard aan anderen geven. ~
3539 Mark 12:14 | persoon der mensen niet aan, maar Gij leert den weg
3540 Mark 12:31 | 31 En het tweede aan dit gelijk, is dit: Gij
3541 Mark 12:36 | gezegd tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand, totdat
3542 Mark 14:3 | den melaatse, daar Hij aan tafel zat, kwam een vrouw,
3543 Mark 14:6 | wat doet gij haar moeite aan? Zij heeft een goed werk
3544 Mark 14:6 | Zij heeft een goed werk aan Mij gewrocht. ~
3545 Mark 14:27 | zult in dezen nacht allen aan Mij geergerd worden; want
3546 Mark 14:43 | Hij nog sprak, kwam Judas aan, die een was van de twaalven,
3547 Mark 14:46 | En zij sloegen hun handen aan Hem, en grepen Hem. ~
3548 Mark 14:67 | zich warmende, zag zij hem aan, en zeide: Ook gij waart
3549 Mark 15:1 | zij Hem heen, en gaven Hem aan Pilatus over. ~
3550 Mark 15:17 | Hem een purperen mantel aan, en een doornenkroon gevlochten
3551 Mark 15:20 | Hem Zijn eigen klederen aan, en leidden Hem uit, om
3552 Mark 15:27 | Hem twee moordenaars, een aan Zijn rechter zijde, en een
3553 Mark 15:27 | Zijn rechter zijde, en een aan Zijn linker zijde. ~
3554 Mark 16:9 | week, verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena, uit welke
3555 Mark 16:12 | in een andere gedaante, aan twee van hen, daar zij wandelden,
3556 Mark 16:13 | heengaande, boodschapten het aan de anderen; maar zij geloofden
3557 Mark 16:14 | Daarna is Hij geopenbaard aan de elven, daar zij aanzaten,
3558 Mark 16:15 | wereld, predikt het Evangelie aan alle kreaturen. ~
3559 Mark 16:19 | den hemel, en is gezeten aan de rechter hand Gods. ~
3560 Luk 1:3 | hebbende alles van voren aan naarstiglijk onderzocht,
3561 Luk 1:3 | naarstiglijk onderzocht, vervolgens aan u te schrijven, voortreffelijke
3562 Luk 1:15 | van zijner moeders lijf aan. ~
3563 Luk 1:48 | aangezien; want zie, van nu aan zullen mij zalig spreken
3564 Luk 1:49 | Want grote dingen heeft aan mij gedaan Hij, Die machtig
3565 Luk 1:58 | barmhartigheid grotelijks aan haar bewezen had, en waren
3566 Luk 1:72 | Hij barmhartigheid deed aan onze vaderen, en gedachtig
3567 Luk 1:72 | vaderen, en gedachtig ware aan Zijn heilig verbond; ~
3568 Luk 1:73 | 73 En aan den eed, dien Hij Abraham,
3569 Luk 1:80 | den dag zijner vertoning aan Israel. ~ ~ ~ ~ ~
3570 Luk 2:13 | 13 En van stonde aan was er met den engel een
3571 Luk 3:9 | de bijl ligt ook alrede aan den wortel der bomen; alle
3572 Luk 3:16 | 16 Zo antwoordde Johannes aan allen, zeggende: Ik doop
3573 Luk 4:11 | voet niet te eniger tijd aan een steen stoot. ~
3574 Luk 4:39 | haar; en zij van stonde aan opstaande, diende henlieden. ~
3575 Luk 5:2 | En Hij zag twee schepen aan den oever van het meer liggende,
3576 Luk 5:8 | dat ziende, viel neder aan de knieen van Jezus, zeggende:
3577 Luk 5:10 | Simon: Vrees niet; van nu aan zult gij mensen vangen. ~
3578 Luk 5:11 | 11 En als zij de schepen aan land gestuurd hadden, verlieten
3579 Luk 5:13 | uitstrekkende, raakte hem aan; en zeide: Ik wil, word
3580 Luk 5:29 | Hem een groten maaltijd aan, in zijn huis; en er was
3581 Luk 6:19 | En al de schare zocht Hem aan te raken; want er ging kracht
3582 Luk 6:29 | 29 Dengene, die u aan de wang slaat, biedt ook
3583 Luk 6:48 | waterstroom tegen dat huis aan, en kon het niet bewegen;
3584 Luk 7:14 | ging toe, en raakte de baar aan; (de dragers nu stonden
3585 Luk 7:15 | spreken. En Hij gaf hem aan zijn moeder. ~
3586 Luk 7:23 | 23 En zalig is hij, die aan Mij niet zal geergerd worden. ~
3587 Luk 7:32 | 32 Zij zijn gelijk aan de kinderen, die op de markt
3588 Luk 7:36 | Farizeers huis, zat Hij aan. ~
3589 Luk 7:38 | 38 En staande achter aan Zijn voeten, wenende, begon
3590 Luk 8:22 | hen: Laat ons overvaren aan de andere zijde van het
3591 Luk 8:27 | 27 En als Hij aan het land uitgegaan was,
3592 Luk 8:35 | uitgevaren waren, zittend aan de voeten van Jezus, gekleed
3593 Luk 8:41 | der synagoge; en hij viel aan de voeten van Jezus, en
3594 Luk 8:43 | welke al haar leeftocht aan medicijnmeesters ten koste
3595 Luk 8:44 | raakte den zoom Zijns kleeds aan; en terstond stelpte de
3596 Luk 9:38 | bid U, zie toch mijn zoon aan; want hij is mij een eniggeborene. ~
3597 Luk 9:39 | neemt hem, en van stonde aan roept hij, en hij scheurt
3598 Luk 9:62 | Niemand, die zijn hand aan den ploeg slaat, en ziet
3599 Luk 10:11 | het stof, dat uit uw stad aan ons kleeft, schudden wij
3600 Luk 10:35 | hem: en zo wat gij meer aan hem ten koste zult leggen,
3601 Luk 10:37 | zeide: Die barmhartigheid aan hem gedaan heeft. Zo zeide
3602 Luk 10:39 | Maria, welke ook, zittende aan de voeten van Jezus, Zijn
3603 Luk 10:40 | Heere, trekt Gij U dat niet aan, dat mijn zuster mij alleen
3604 Luk 11:4 | zonden; want ook wij vergeven aan een iegelijk, die ons schuldig
3605 Luk 11:7 | zeggen: Doe mij geen moeite aan; de deur is nu gesloten,
3606 Luk 11:37 | ingegaan zijnde, zat Hij aan. ~
3607 Luk 11:45 | doet Gij ook ons smaadheid aan. ~
3608 Luk 11:46 | raakt gij die lasten niet aan met een van uw vingeren. ~
3609 Luk 11:48 | dat gij mede behagen hebt aan de werken uwer vaderen;
3610 Luk 11:53 | Schriftgeleerden en Farizeen hard aan te houden, en Hem van vele
3611 Luk 12:52 | 52 Want van nu aan zullen er vijf in een huis
3612 Luk 13:19 | 19 Het is gelijk aan een mostaardzaad, hetwelk
3613 Luk 13:21 | 21 Het is gelijk aan een zuurdesem, welken een
3614 Luk 13:25 | beginnen buiten te staan, en aan de deur te kloppen, zeggende:
3615 Luk 15:22 | beste kleed, en doet het hem aan, en geeft hem een ring aan
3616 Luk 15:22 | aan, en geeft hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan
3617 Luk 15:22 | aan zijn hand, en schoenen aan de voeten; ~
3618 Luk 17:7 | zeggen: Kom bij, en zit aan? ~
3619 Luk 17:32 | 32 Gedenkt aan de vrouw van Lot. ~
3620 Luk 18:21 | onderhouden van mijn jonkheid aan. ~
3621 Luk 18:31 | zal alles volbracht worden aan den Zoon des mensen, wat
3622 Luk 18:35 | kwam, dat een zeker blinde aan den weg zat, bedelende. ~
3623 Luk 19:5 | 5 En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts
3624 Luk 19:29 | en Bethanie gekomen was, aan den berg, genaamd den Olijfberg,
3625 Luk 19:37 | 37 En als Hij nu genaakte aan den afgang des Olijfbergs,
3626 Luk 19:48 | want al het volk hing Hem aan, en hoorde Hem. ~ ~ ~
3627 Luk 20:9 | wijngaard, en hij verhuurde dien aan landlieden, en trok een
3628 Luk 20:16 | verderven, en zal den wijngaard aan anderen geven. En als zij
3629 Luk 20:17 | 17 Maar Hij zag hen aan, en zeide: Wat is dan dit,
3630 Luk 20:19 | dierzelver ure de handen aan Hem te slaan; maar zij vreesden
3631 Luk 20:20 | rede vangen mochten, om Hem aan de heerschappij en de macht
3632 Luk 20:42 | gezegd tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand, ~
3633 Luk 21:12 | alles, zullen zij hun handen aan ulieden slaan, en u vervolgen,
3634 Luk 22:14 | ure gekomen was, zat Hij aan, en de twaalf apostelen
3635 Luk 22:21 | Mij verraadt, is met Mij aan de tafel. ~
3636 Luk 22:30 | Opdat gij eet en drinkt aan Mijn tafel in Mijn Koninkrijk,
3637 Luk 22:40 | 40 En als Hij aan die plaats gekomen was,
3638 Luk 22:51 | geworden; en raakte zijn oor aan, en heelde hem. ~
3639 Luk 22:61 | Zich omkerende, zag Petrus aan; en Petrus werd indachtig
3640 Luk 22:69 | 69 Van nu aan zal de Zoon des mensen gezeten
3641 Luk 22:69 | des mensen gezeten zijn aan de rechter hand der kracht
3642 Luk 23:5 | En zij hielden te sterker aan, zeggende: Hij beroert het
3643 Luk 23:11 | deed Hem een blinkend kleed aan, en zond Hem weder tot Pilatus. ~
3644 Luk 23:23 | 23 Maar zij hielden aan met groot geroep, eisende,
3645 Luk 23:31 | Want indien zij dit doen aan het groene hout, wat zal
3646 Luk 23:31 | het groene hout, wat zal aan het dorre geschieden? ~
3647 Luk 23:35 | het volk stond en zag het aan. En ook de oversten met
3648 Luk 23:49 | van Galilea, en zagen dit aan. ~
3649 Luk 23:54 | voorbereiding, en de sabbat kwam aan.
3650 Luk 24:9 | boodschapten zij al deze dingen aan de elven, en aan al de anderen. ~
3651 Luk 24:9 | dingen aan de elven, en aan al de anderen. ~
3652 Luk 24:22 | vroeg in den morgenstond aan het graf geweest zijn; ~
3653 Luk 24:39 | Ik ben het Zelf; tast Mij aan, en ziet; want een geest
3654 Luk 24:50 | Hij leidde hen buiten tot aan Bethanie, en Zijn handen
3655 Joha 1:31 | Hem niet; maar opdat Hij aan Israel zou geopenbaard worden,
3656 Joha 1:52 | voorwaar zeg Ik ulieden: Van nu aan zult gij den hemel zien
3657 Joha 3:11 | neemt Onze getuigenis niet aan. ~
3658 Joha 3:32 | getuigenis neemt niemand aan. ~
3659 Joha 5:2 | 2 En er is te Jeruzalem aan de Schaaps poort, een badwater,
3660 Joha 5:43 | Vaders, en gij neemt Mij niet aan; zo een ander komt in zijn
3661 Joha 6:2 | tekenen zagen, die Hij deed aan de kranken. ~
3662 Joha 6:21 | terstond kwam het schip aan het land, daar zij naar
3663 Joha 6:22 | anderen daags de schare, die aan de andere zijde der zee
3664 Joha 7:4 | doet, zo openbaar Uzelven aan de wereld. ~
3665 Joha 7:30 | maar niemand sloeg de hand aan Hem; want Zijn ure was nog
3666 Joha 7:44 | niemand sloeg de handen aan Hem. ~
3667 Joha 11:32 | Jezus was, en Hem zag, viel aan Zijn voeten, zeggende tot
3668 Joha 11:44 | gestorvene kwam uit, gebonden aan handen en voeten met grafdoeken,
3669 Joha 13:12 | genomen had, zat Hij wederom aan, en zeide tot hen: Verstaat
3670 Joha 14:21 | liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren. ~
3671 Joha 14:22 | is het, dat Gij Uzelven aan ons zult openbaren, en niet
3672 Joha 14:22 | zult openbaren, en niet aan de wereld? ~
3673 Joha 14:30 | dezer wereld komt, en heeft aan Mij niets. ~
3674 Joha 18:16 | 16 En Petrus stond buiten aan de deur. De andere discipel
3675 Joha 18:35 | de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat hebt
3676 Joha 19:11 | gegeven ware; daarom die Mij aan u heeft overgeleverd, heeft
3677 Joha 19:18 | en met Hem twee anderen, aan elke zijde een, en Jezus
3678 Joha 19:27 | uw moeder. En van die ure aan nam haar de discipel in
3679 Joha 19:29 | met hysop, en brachten ze aan Zijn mond. ~
3680 Joha 19:31 | opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven
3681 Joha 20:12 | witte klederen zitten, een aan het hoofd, en een aan de
3682 Joha 20:12 | een aan het hoofd, en een aan de voeten, waar het lichaam
3683 Joha 20:17 | tot haar: Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren
3684 Joha 21:1 | Zichzelven wederom den discipelen aan de zee van Tiberias. En
3685 Joha 21:6 | zeide tot hen: Werpt het net aan de rechterzijde van het
3686 Joha 21:9 | 9 Als zij dan aan het land gegaan waren, zagen
3687 Joha 21:22 | Ik kome, wat gaat het u aan? Volg gij Mij. ~
3688 Joha 21:23 | Ik kome, wat gaat het u aan? ~
3689 Hand 1:2 | door den Heiligen Geest aan de apostelen, die Hij uitverkoren
3690 Hand 1:3 | 3 Aan welke Hij ook, nadat Hij
3691 Hand 1:6 | zult Gij in dezen tijd aan Israel het Koninkrijk wederoprichten? ~
3692 Hand 1:8 | Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde. ~
3693 Hand 1:24 | wijs van deze twee een aan, dien Gij uitverkoren hebt; ~
3694 Hand 2:23 | handen der onrechtvaardigen aan het kruis gehecht en gedood; ~
3695 Hand 2:25 | tijd voor mij; want Hij is aan mijn rechter hand, opdat
3696 Hand 2:34 | gesproken tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand. ~
3697 Hand 2:45 | have, en verdeelden dezelve aan allen, naar dat elk van
3698 Hand 3:2 | welken zij dagelijks zetten aan de deur des tempels, genaamd
3699 Hand 3:10 | een aalmoes gezeten had aan de Schone poort des tempels;
3700 Hand 3:11 | die gezond gemaakt was, aan Petrus en Johannes vasthield,
3701 Hand 3:24 | de profeten, van Samuel aan, en die daarna gevolgd zijn,
3702 Hand 4:3 | En zij sloegen de handen aan hen, en zetten ze in bewaring
3703 Hand 4:9 | onderzocht worden over de weldaad aan een krank mens geschied,
3704 Hand 4:16 | geschied is, is openbaar aan allen, die te Jeruzalem
3705 Hand 4:18 | geroepen hadden, zeiden zij hun aan, dat zij ganselijk niet
3706 Hand 4:22 | meer dan veertig jaren oud, aan welken dit teken der genezing
3707 Hand 4:34 | goederen, en legden dien aan de voeten der apostelen. ~
3708 Hand 4:35 | 35 En aan een iegelijk werd uitgedeeld,
3709 Hand 4:37 | bracht het geld, en legde het aan de voeten der apostelen. ~ ~ ~
3710 Hand 5:2 | en doende vele aalmoezen aan het volk, en God geduriglijk
3711 Hand 5:11 | een groot linnen laken, aan de vier hoeken gebonden,
3712 Hand 5:17 | huis van Simon, stonden aan de poort. ~
3713 Hand 5:25 | Cornelius tegemoet, en vallende aan zijn voeten, aanbad hij. ~
3714 Hand 5:32 | Simon, den lederbereider, aan de zee, welke, hier gekomen
3715 Hand 5:33 | Zo heb ik dan van stonde aan tot u gezonden, en gij hebt
3716 Hand 5:39 | gedood hebben, Hem hangende aan het hout. ~
3717 Hand 6:16 | 16 En ik werd gedachtig aan het woord des Heeren, hoe
3718 Hand 6:31 | koning Herodes de handen aan sommigen van de Gemeente,
3719 Hand 6:34 | gevangenis zette, en gaf hem over aan vier wachten, elk van vier
3720 Hand 6:38 | en bind uw schoenzolen aan. En hij deed alzo. En hij
3721 Hand 6:40 | gegaan waren, kwamen zij aan de ijzeren poort, die naar
3722 Hand 6:43 | 13 En als Petrus aan de deur van de voorpoort
3723 Hand 6:44 | boodschapte, dat Petrus voor aan de voorpoort stond. ~
3724 Hand 6:47 | en zeide: Boodschapt dit aan Jakobus en de broederen.
3725 Hand 6:48 | krijgsknechten, wat toch aan Petrus mocht geschied zijn. ~
3726 Hand 6:53 | 23 En van stonde aan sloeg hem een engel des
3727 Hand 7:11 | een tijd. En van stonde aan viel op hem donkerheid en
3728 Hand 7:21 | 21 En van toen aan begeerden zij een koning;
3729 Hand 7:32 | God dezelve vervuld heeft aan ons, hun kinderen, als Hij
3730 Hand 7:47 | zijn tot zaligheid, tot aan het uiterste der aarde. ~
3731 Hand 8:3 | Heere, Die getuigenis gaf aan het Woord Zijner genade,
3732 Hand 8:5 | oversten, om hun smaadheid aan te doen, en hen te stenigen, ~
3733 Hand 8:8 | te Lystre, zat onmachtig aan de voeten, kreupel zijnde
3734 Hand 8:13 | als hij ossen en kransen aan de voorpoorten gebracht
3735 Hand 9:3 | broederen grote blijdschap aan. ~
3736 Hand 9:14 | bezocht, om uit hen een volk aan te nemen door Zijn Naam. ~
3737 Hand 10:7 | 7 En aan Mysie gekomen zijnde, poogden
3738 Hand 10:13 | gingen wij buiten de stad aan de rivier, waar het gebed
3739 Hand 10:21 | ons niet geoorloofd zijn aan te nemen noch te doen, alzo
3740 Hand 10:29 | voor Paulus en Silas neder aan de voeten; ~
3741 Hand 10:34 | dat hij met al zijn huis aan God gelovig geworden was. ~
3742 Hand 10:36 | boodschapte deze woorden aan Paulus, zeggende: De hoofdmannen
3743 Hand 11:14 | broeders zonden toen van stonde aan Paulus weg, dat hij ging
3744 Hand 11:15 | zij bevel gekregen hadden aan Silas en Timotheus, dat
3745 Hand 11:31 | verzekering daarvan doende aan allen, dewijl Hij Hem uit
3746 Hand 11:34 | sommige mannen hingen hem aan, en geloofden; onder welke
3747 Hand 12:7 | diende, wiens huis paalde aan de synagoge. ~
3748 Hand 12:8 | overste der synagoge, geloofde aan den Heere met geheel zijn
3749 Hand 12:10 | en niemand zal de hand aan u leggen om u kwaad te doen;
3750 Hand 12:13 | Zeggende: Deze raadt den mensen aan, dat zij God zouden dienen
3751 Hand 12:17 | zich geen van deze dingen aan. ~
3752 Hand 12:19 | 19 En hij kwam te Efeze aan, en liet hen aldaar; maar
3753 Hand 12:27 | vermaand hebbende, schreven aan de discipelen, dat zij hem
3754 Hand 12:27 | heeft veel toegebracht aan degenen, die geloofden door
3755 Hand 13:27 | majesteit zal ten ondergaan, aan welke gans Azie en de gehele
3756 Hand 14:15 | anderen daags legden wij aan te Samos, en bleven te Trogyllion,
3757 Hand 14:35 | moet opnemen, en gedenken aan de woorden van den Heere
3758 Hand 15:3 | gezicht gekregen, en dat aan de linker hand gelaten hadden,
3759 Hand 15:3 | wij naar Syrie, en kwamen aan te Tyrus; want het schip
3760 Hand 15:5 | kinderen tot buiten de stad; en aan den oever nederknielende,
3761 Hand 15:7 | hebbende van Tyrus, kwamen aan te Ptolemais, en de broeders
3762 Hand 15:24 | mogen weten, dat er niets is aan hetgeen, waarvan zij, aangaande
3763 Hand 15:27 | volk, en sloegen de handen aan hem, ~
3764 Hand 15:35 | 35 En als hij aan de trappen gekomen was,
3765 Hand 15:40 | geworden was, sprak hij hen aan in de Hebreeuwse taal, zeggende: ~ ~ ~
3766 Hand 16:3 | opgevoed in deze stad, aan de voeten van Gamaliel onderwezen
3767 Hand 17:26 | 26 Claudius Lysias aan den machtigsten stadhouder
3768 Hand 17:30 | zo heb ik hem terstond aan u gezonden; gebiedende ook
3769 Hand 18:3 | overal met alle dankbaarheid aan. ~
3770 Hand 18:17 | gekomen om aalmoezen te doen aan mijn volk, en offeranden. ~
3771 Hand 19:14 | Festus de zaken van Paulus aan den koning verhaald, zeggende:
3772 Hand 19:16 | 16 Aan dewelke ik antwoordde, dat
3773 Hand 19:26 | welken ik niets zekers heb aan den heer te schrijven; daarom
3774 Hand 20:4 | leven dan van der jonkheid aan, hetwelk van den beginne
3775 Hand 20:31 | 31 En aan een zijde gegaan zijnde,
3776 Hand 21:1 | andere gevangenen, over aan een hoofdman over honderd,
3777 Hand 21:3 | anderen daags kwamen wij aan te Sidon. En Julius, vriendelijk
3778 Hand 21:5 | doorgevaren zijnde, kwamen wij aan te Myra in Lycie. ~
3779 Hand 21:39 | zo zij konden, het schip aan te zetten. ~
3780 Hand 21:40 | hadden, gaven zij het schip aan de zee over, meteen de roerbanden
3781 Hand 21:41 | op een plaats, die de zee aan beide zijden had, zetten
3782 Hand 21:44 | dat zij allen behouden aan het land gekomen zijn. ~ ~
3783 Hand 22:4 | barbaren het beest zagen aan zijn hand hangen, zeiden
3784 Hand 22:13 | wij omvoeren, en kwamen aan te Regium; en alzo, na een
3785 Hand 22:16 | hoofdman de gevangenen over aan den overste des legers;
3786 Hand 22:16 | overste des legers; maar aan Paulus werd toegelaten op
3787 Hand 22:20 | geroepen, om u te zien en aan te spreken; want vanwege
3788 Rom 1:20 | de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan
3789 Rom 4:13 | belofte is niet door de wet aan Abraham of zijn zaad geschied,
3790 Rom 4:17 | volken gesteld) voor Hem, aan Welken hij geloofd heeft,
3791 Rom 4:20 | 20 En hij heeft aan de beloftenis Gods niet
3792 Rom 6:17 | gehoorzaam geworden zijt aan het voorbeeld der leer,
3793 Rom 7:2 | onder den man staat, is aan den levenden man verbonden
3794 Rom 8:12 | wij zijn schuldenaars niet aan het vlees, om naar het vlees
3795 Rom 8:18 | tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden. ~
3796 Rom 9:32 | zij hebben zich gestoten aan den steen des aanstoots; ~
3797 Rom 12:9 | boze, en hangt het goede aan. ~
3798 Rom 13:14 | 14 Maar doet aan den Heere Jezus Christus,
3799 Rom 14:1 | is in het geloof, neemt aan, maar niet tot twistige
3800 Rom 15:7 | 7 Daarom neemt elkander aan, gelijk ook Christus ons
3801 Rom 15:26 | gemene handreiking te doen aan de armen onder de heiligen,
3802 Rom 15:31 | deze mijn dienst, dien ik aan Jeruzalem doe, aangenaam
3803 1Kor 1:2 | 2 Aan de Gemeente Gods, die te
3804 1Kor 1:7 | 7 Alzo dat het u aan gene gave ontbreekt, verwachtende
3805 1Kor 3:5 | en dat, gelijk de Heere aan een iegelijk gegeven heeft? ~
3806 1Kor 4:6 | om uwentwil; opdat gij aan ons zoudt leren, niet te
3807 1Kor 5:5 | Denzulken over te geven aan den satan, tot verderf des
3808 1Kor 7:1 | een mens goed geen vrouw aan te raken. ~
3809 1Kor 7:3 | 3 De man zal aan de vrouw de schuldige goedwilligheid
3810 1Kor 7:3 | desgelijks ook de vrouw aan den man. ~
3811 1Kor 7:17 | 17 Doch gelijk God aan een iegelijk heeft uitgedeeld,
3812 1Kor 7:27 | 27 Zijt gij aan een vrouw verbonden, zoek
3813 1Kor 7:34 | opdat zij heilig zij, beide aan lichaam en aan geest; maar
3814 1Kor 7:34 | zij, beide aan lichaam en aan geest; maar die getrouwd
3815 1Kor 7:35 | bekwaam is, om den Heere wel aan te hangen, zonder herwaarts
3816 1Kor 9:3 | 3 Mijn verantwoording aan degenen, die onderzoek over
3817 1Kor 9:12 | enige verhindering geven aan het Evangelie van Christus. ~
3818 1Kor 9:15 | geschreven, opdat het alzo aan mij geschieden zou; want
3819 1Kor 10:21 | kunt niet deelachtig zijn aan de tafel des Heeren, en
3820 1Kor 10:21 | de tafel des Heeren, en aan de tafel der duivelen. ~
3821 1Kor 11:27 | drinkt, die zal schuldig zijn aan het lichaam en bloed des
3822 1Kor 12:7 | 7 Maar aan een iegelijk wordt de openbaring
3823 1Kor 12:11 | dezelfde Geest, delende aan een iegelijk in het bijzonder,
3824 1Kor 12:23 | doen wij overvloediger eer aan; en onze onsierlijke leden
3825 1Kor 12:24 | gevende overvloediger eer aan hetgeen gebrek aan dezelve
3826 1Kor 12:24 | overvloediger eer aan hetgeen gebrek aan dezelve heeft; ~
3827 1Kor 15:10 | ben; en Zijn genade, die aan mij bewezen is, is niet
3828 1Kor 15:24 | wanneer Hij het Koninkrijk aan God en den Vader zal overgegeven
3829 1Kor 15:38 | lichaam, gelijk Hij wil, en aan een iegelijk zaad zijn eigen
3830 1Kor 16:1 | geschiedt, gelijk als ik aan de Gemeenten in Galatie
3831 1Kor 16:16 | 16 Dat gij ook u aan de zodanigen onderwerpt,
3832 1Kor 16:16 | zodanigen onderwerpt, en aan een iegelijk, die medewerkt
3833 1Kor 16:17 | hebben vervuld hetgeen mij aan u ontbrak; ~
3834 2Kor 1:1 | en Timotheus, de broeder, aan de Gemeente Gods, die te
3835 2Kor 1:7 | gelijk gij gemeenschap hebt aan het lijden, gij ook alzo
3836 2Kor 1:7 | ook alzo gemeenschap hebt aan de vertroosting. ~
3837 2Kor 1:11 | gave, door vele personen aan ons teweeggebracht ook voor
3838 2Kor 2:8 | ik u, dat gij de liefde aan hem bevestigt. ~
3839 2Kor 3:1 | wij onszelven wederom u aan te prijzen? Of behoeven
3840 2Kor 3:1 | brieven van voorschrijving aan u, of brieven van voorschrijving
3841 2Kor 5:12 | onszelven u niet wederom aan, maar wij geven u oorzaak
3842 2Kor 5:16 | Zo dan, wij kennen van nu aan niemand naar het vlees;
3843 2Kor 6:7 | wapenen der gerechtigheid aan de rechter en aan de linker
3844 2Kor 6:7 | gerechtigheid aan de rechter en aan de linker zijde; ~
3845 2Kor 6:14 | Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want
3846 2Kor 6:17 | de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik
3847 2Kor 7:12 | 12 Hoewel ik dan aan u geschreven heb, dat is
3848 2Kor 8:5 | maar gaven zichzelven eerst aan den Heere en daarna aan
3849 2Kor 8:5 | aan den Heere en daarna aan ons, door den wil van God. ~
3850 2Kor 8:24 | 24 Bewijst dan aan hen de bewijzing uwer liefde,
3851 2Kor 9:1 | geschiedt, is mij onnodig aan u te schrijven. ~
3852 2Kor 9:13 | goeddadigheid der mededeling aan hen en aan allen; ~
3853 2Kor 9:13 | der mededeling aan hen en aan allen; ~
3854 2Kor 10:7 | 7 Ziet gij aan wat voor ogen is? Indien
3855 2Kor 11:2 | om u als een reine maagd aan een man voor te stellen,
3856 2Kor 11:2 | voor te stellen, namelijk aan Christus. ~
3857 2Kor 11:10 | in de gewesten van Achaje aan mij niet zal verhinderd
3858 2Kor 11:16 | doch zo niet, neemt mij dan aan als een onwijze, opdat ik
3859 2Kor 13:2 | schrijf het nu afwezende aan degenen, die te voren gezondigd
3860 2Kor 13:2 | voren gezondigd hebben, en aan al de anderen, dat, zo ik
3861 Gal 1:2 | broeders, die met mij zijn, aan de Gemeenten van Galatie: ~
3862 Gal 1:15 | van mijner moeders lijf aan afgezonderd heeft, en geroepen
3863 Gal 1:22 | van aangezicht onbekend aan de Gemeenten in Judea, die
3864 Gal 2:2 | heidenen; en in het bijzonder aan degenen, die in achting
3865 Gal 2:6 | persoon des mensen niet aan; want die geacht waren,
3866 Gal 2:7 | daarentegen, als zij zagen, dat aan mij het Evangelie der voorhuid
3867 Gal 2:7 | toebetrouwd was, gelijk aan Petrus dat der besnijdenis; ~
3868 Gal 3:8 | rechtvaardigen, heeft te voren aan Abraham het Evangelie verkondigd,
3869 Gal 3:13 | Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt. ~
3870 Gal 3:22 | geloof van Jezus Christus aan de gelovigen zou gegeven
3871 Gal 4:9 | welke gij wederom van voren aan wilt dienen? ~
3872 Gal 4:11 | niet enigszins tevergeefs aan u gearbeid heb. ~
3873 Gal 4:14 | verfoeid; maar gij naamt mij aan als een engel Gods, ja,
3874 Gal 6:4 | werk; en alsdan zal hij aan zichzelven alleen roem hebben,
3875 Gal 6:4 | alleen roem hebben, en niet aan een anderen. ~
3876 Gal 6:10 | hebben, laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de
3877 Gal 6:10 | doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs. ~
3878 Gal 6:17 | niemand doe mij moeite aan; want ik draag de littekenen
3879 Efez 1:1 | Christus, door den wil van God, aan de heiligen, die te Efeze
3880 Efez 1:19 | grootheid Zijner kracht zij aan ons, die geloven, naar de
3881 Efez 2:16 | het kruis, de vijandschap aan hetzelve gedood hebbende. ~
3882 Efez 3:2 | Gods, die mij gegeven is aan u; ~
3883 Efez 3:5 | gelijk zij nu is geopenbaard aan Zijn heilige apostelen en
3884 Efez 3:10 | Gemeente, bekend gemaakt worde aan de overheden en de machten
3885 Efez 3:12 | vertrouwen, door het geloof aan Hem. ~
3886 Efez 4:7 | 7 Maar aan elkeen van ons is de genade
3887 Efez 5:22 | 22 Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig,
3888 Efez 5:22 | mannen onderdanig, gelijk aan den Heere; ~
3889 Efez 5:24 | Daarom, gelijk de Gemeente aan Christus onderdanig is,
3890 Efez 5:24 | is, alzo ook de vrouwen aan haar eigen mannen in alles. ~
3891 Efez 6:5 | eenvoudigheid uws harten, gelijk als aan Christus; ~
3892 Efez 6:11 | 11 Doet aan de gehele wapenrusting Gods,
3893 Efez 6:13 | 13 Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods,
3894 Fili 1:5 | 5 Over uw gemeenschap aan het Evangelie, van den eersten
3895 Fili 1:12 | weet, broeders, dat hetgeen aan mij is geschied, meer tot
3896 Fili 1:13 | het ganse rechthuis, en aan alle anderen; ~
3897 Fili 1:16 | twisting, niet zuiver, menende aan mijn banden verdrukking
3898 Fili 1:26 | Christus Jezus overvloedig zij aan mij, door mijn tegenwoordigheid
3899 Fili 2:23 | dan wel dezen van stonde aan te zenden, zo haast als
3900 Fili 2:30 | het gebrek uwer bediening aan mij vervullen zou. ~ ~
3901 Fili 3:1 | den Heere. Dezelfde dingen aan u te schrijven, is mij niet
3902 Fili 3:21 | hetzelve gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar
3903 Fili 4:10 | wederom verwakkerd zijt om aan mij te gedenken; waaraan
3904 Kol 1:25 | God, die mij gegeven is aan u, om te vervullen het Woord
3905 Kol 1:26 | maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen; ~
3906 Kol 1:27 | 27 Aan wie God heeft willen bekend
3907 Kol 2:14 | midden weggenomen, hetzelve aan het kruis genageld hebbende; ~
3908 Kol 2:21 | smaak niet, en roer niet aan. ~
3909 Kol 3:1 | waar Christus is, zittende aan de rechter hand Gods. ~
3910 Kol 3:12 | 12 Zo doet dan aan, als uitverkorenen Gods,
3911 Kol 3:14 | En boven dit alles doet aan de liefde, dewelke is de
3912 Kol 4:2 | 2 Houdt sterk aan in het gebed, en waakt in
3913 Kol 4:17 | 17 En zegt aan Archippus: Zie op de bediening,
3914 1The 1:1 | Silvanus, en Timotheus, aan de Gemeente der Thessalonicensen,
3915 1The 3:10 | en te volmaken, hetgeen aan uw geloof ontbreekt. ~
3916 1The 4:10 | Want gij doet ook hetzelfde aan al de broederen, die in
3917 2The 1:1 | Silvanus, en Timotheus, aan de Gemeente der Thessalonicensen,
3918 1Tim 1:2 | 2 Aan Timotheus, mijn oprechten
3919 1Tim 4:13 | 13 Houd aan in het lezen, in het vermanen,
3920 1Tim 5:4 | kindskinderen, dat die leren eerst aan hun eigen huis godzaligheid
3921 1Tim 5:11 | neem de jonge weduwen niet aan; want als zij weelderig
3922 1Tim 5:14 | geen oorzaak van lastering aan de wederpartij geven. ~
3923 1Tim 5:19 | ouderling geen beschuldiging aan, anders dan onder twee of
3924 1Tim 5:22 | en heb geen gemeenschap aan anderer zonden; bewaar uzelven
3925 2Tim 1:2 | 2 Aan Timotheus, mijn geliefden
3926 2Tim 1:3 | diene van mijn voorouderen aan in een rein geweten, gelijk
3927 2Tim 1:4 | u te zien, als ik gedenk aan uw tranen, opdat ik met
3928 2Tim 1:10 | en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht door
3929 2Tim 2:2 | vele getuigen, betrouw dat aan getrouwe mensen, welke bekwaam
3930 2Tim 4:2 | 2 Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk;
3931 2Tim 5:3 | van God, onze Zaligmaker; aan Titus, mijn oprechte zoon,
3932 2Tim 5:9 | 9 Die vasthoudt aan het getrouwe woord, dat
3933 Tit 1:3 | van God, onze Zaligmaker; aan Titus, mijn oprechte zoon,
3934 Tit 1:9 | 9 Die vasthoudt aan het getrouwe woord, dat
3935 Tit 2:11 | genade Gods is verschenen aan alle mensen. ~
3936 Tit 3:1 | 1 Vermaan hen, dat zij aan de overheden en machten
3937 Tit 3:8 | bevestigt, opdat degenen, die aan God geloven, zorg dragen,
3938 File 1:1 | en Timotheus, de broeder, aan Filemon, den geliefde, en
3939 File 1:2 | 2 En aan Appia, de geliefde, en aan
3940 File 1:2 | aan Appia, de geliefde, en aan Archippus, onzen medestrijder,
3941 File 1:2 | onzen medestrijder, en aan de Gemeente, die te uwen
3942 File 1:5 | geloof, hetwelk gij hebt aan den Heere Jezus, en jegens
3943 File 1:12 | is mijn ingewanden, weder aan; ~
3944 File 1:17 | een metgezel, zo neem hem aan, gelijk als mij. ~
3945 File 1:21 | 21 Ik heb aan u geschreven, vertrouwende
3946 Heb 1:3 | gebracht heeft, is gezeten aan de rechter hand der Majesteit
3947 Heb 1:13 | heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn rechter hand, totdat
3948 Heb 2:1 | moeten wij ons te meer houden aan hetgeen van ons gehoord
3949 Heb 2:3 | te worden door de Heere, aan ons bevestigd is geworden
3950 Heb 2:5 | 5 Want Hij heeft aan de engelen niet onderworpen
3951 Heb 2:16 | Hij neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het zaad
3952 Heb 2:16 | neemt het zaad Abrahams aan. ~
3953 Heb 5:4 | neemt zichzelven die eer aan, maar die van God geroepen
3954 Heb 6:10 | arbeid der liefde, die gij aan Zijn Naam bewezen hebt,
3955 Heb 6:13 | 13 Want als God aan Abraham de belofte deed,
3956 Heb 7:2 | 2 Aan welken ook Abraham van alles
3957 Heb 7:4 | groot deze geweest zij, aan denwelken ook Abraham, de
3958 Heb 8:1 | Hogepriester, Die gezeten is aan de rechter hand van den
3959 Heb 9:20 | testaments, hetwelk God aan ulieden heeft geboden. ~
3960 Heb 10:12 | is in eeuwigheid gezeten aan de rechter hand Gods; ~
3961 Heb 11:12 | hemels, en als het zand, dat aan den oever der zee is, hetwelk
3962 Heb 11:15 | 15 En indien zij aan dat vaderland gedacht hadden,
3963 Heb 12:2 | schande veracht, en is gezeten aan de rechter hand des troons
3964 Heb 12:27 | woord: Nog eenmaal, wijst aan de verandering der bewegelijke
3965 Heb 13:16 | mededeelzaamheid niet; want aan zodanige offeranden heeft
3966 Jako 1:1 | den Heere Jezus Christus; aan de twaalf stammen, die in
3967 Jako 2:2 | man met een gouden ring aan den vinger, in een sierlijke
3968 Jako 2:10 | die is schuldig geworden aan alle. ~
3969 Jako 2:15 | en gebrek zouden hebben aan dagelijks voedsel; ~
3970 1Pet 1:1 | apostel van Jezus Christus, aan de vreemdelingen, verstrooid
3971 1Pet 1:10 | geprofeteerd hebben van de genade, aan u geschied; ~
3972 1Pet 1:14 | wordt niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden, die
3973 1Pet 2:8 | Dengenen namelijk, die zich aan het Woord stoten, ongehoorzaam
3974 1Pet 2:15 | weldoende, den mond stopt aan de onwetendheid der dwaze
3975 1Pet 2:23 | dreigde; maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardiglijk
3976 1Pet 3:3 | van goud, of van klederen aan te trekken; ~
3977 1Pet 3:6 | 6 Gelijk Sara aan Abraham gehoorzaam is geweest,
3978 1Pet 3:7 | woont bij haar met verstand, aan het vrouwelijke vat, als
3979 1Pet 3:15 | bereid tot verantwoording aan een iegelijk, die u rekenschap
3980 1Pet 3:22 | 22 Welke is aan de rechter hand Gods, opgevaren
3981 1Pet 4:10 | alzo bediene hij dezelve aan de anderen, als goede uitdelers
3982 1Pet 4:13 | gelijk gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus,
3983 1Pet 5:9 | wetende, dat hetzelfde lijden aan uw broederschap, die in
3984 2Pet 1:1 | apostel van Jezus Christus, aan degenen, die even dierbaar
3985 2Pet 2:4 | hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis,
3986 2Pet 3:1 | geliefden, schrijf ik nu aan u, in welke beide ik door
3987 2Pet 3:2 | Opdat gij gedachtig zijt aan de woorden, die van de heilige
3988 2Pet 3:2 | voren gesproken zijn, en aan ons gebod, die des Heeren
3989 2Joh 1:1 | 1 De ouderling aan de uitverkoren vrouwe en
3990 2Joh 1:1 | de uitverkoren vrouwe en aan haar kinderen, die ik in
3991 2Joh 1:11 | gegroet, die heeft gemeenschap aan zijn boze werken. ~
3992 2Joh 1:12 | 12 Ik heb veel aan ulieden te schrijven, doch
3993 3Joh 1:1 | 1 De ouderling aan den geliefden Gajus, welken
3994 3Joh 1:5 | in al hetgeen gij doet aan de broederen en aan de vreemdelingen, ~
3995 3Joh 1:5 | doet aan de broederen en aan de vreemdelingen, ~
3996 3Joh 1:9 | 9 Ik heb aan de Gemeente geschreven;
3997 3Joh 1:9 | te zijn, neemt ons niet aan. ~
3998 3Joh 1:12 | 12 Aan Demetrius wordt getuigenis
3999 Jud 1:1 | en broeder van Jakobus, aan de geroepenen, die door
4000 Jud 1:3 | zo heb ik noodzaak gehad aan u te schrijven en u te vermanen,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4039 |