Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
vonken 2
vonnis 3
voogden 1
voor 3972
vooraan 14
vooraanzitting 1
vooraanzittingen 3
Frequency    [«  »]
4250 want
4160 mij
4039 aan
3972 voor
3731 hun
3724 maar
3533 heeft

Bijbel

IntraText - Concordances

voor

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3972

     Book Chapter: Verse
1 Gen 2:9 | doen spruiten, begeerlijk voor het gezicht, en goed tot 2 Gen 2:20 | gedierte des velds; maar voor de mens vond hij geen hulpe, 3 Gen 3:6 | en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom, die 4 Gen 3:8 | zich Adam en zijn vrouw voor het aangezicht van den HEERE 5 Gen 3:21 | 21 En de HEERE God maakte voor Adam en zijn vrouw rokken 6 Gen 4:14 | den aardbodem, en ik zal voor Uw aangezicht verborgen 7 Gen 4:25 | zij, een ander zaad gezet voor Habel; want Kain heeft hem 8 Gen 6:11 | Maar de aarde was verdorven voor Gods aangezicht; en de aarde 9 Gen 6:13 | einde van alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen; 10 Gen 6:21 | 21 En gij, neem voor u van alle spijze, die gegeten 11 Gen 7:1 | heb Ik gezien rechtvaardig voor Mijn aangezicht in dit geslacht. 12 Gen 8:9 | Maar de duif vond geen rust voor het hol van haar voet; zo 13 Gen 10:9 | Hij was een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN; 14 Gen 10:9 | Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN. ~ 15 Gen 11:3 | doorbranden! En de tichel was hun voor steen, en het lijm was hun 16 Gen 11:3 | steen, en het lijm was hun voor leem. ~ 17 Gen 11:4 | zeiden: Kom aan, laat ons voor ons een stad bouwen, en 18 Gen 11:4 | zij, en laat ons een naam voor ons maken, opdat wij niet 19 Gen 11:28 | 28 En Haran stierf voor het aangezicht zijns vaders 20 Gen 13:9 | 9 Is niet het ganse land voor uw aangezicht? Scheid u 21 Gen 13:11 | 11 Zo koos Lot voor zich de ganse vlakte der 22 Gen 14:21 | zielen; maar neem de have voor u. ~ 23 Gen 15:12 | tegen hem; en hij zal wonen voor het aangezicht van al zijn 24 Gen 16:1 | God, de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht, en zijt 25 Gen 16:18 | dat Ismael mocht leven voor Uw aangezicht! ~ 26 Gen 17:8 | had, en hij zette het hun voor, en stond bij hen onder 27 Gen 17:14 | 14 Zou iets voor den HEERE te wonderlijk 28 Gen 17:17 | En de HEERE zeide: Zal Ik voor Abraham verbergen, wat Ik 29 Gen 17:22 | Abraham bleef nog staande voor het aangezicht des HEEREN. ~ 30 Gen 18:13 | geroep groot geworden is voor het aangezicht des HEEREN, 31 Gen 18:27 | naar de plaats, waar hij voor het aangezicht des HEEREN 32 Gen 19:7 | een profeet, en hij zal voor u bidden, opdat gij leeft; 33 Gen 19:8 | en sprak al deze woorden voor hun oren. En die mannen 34 Gen 19:15 | zeide: Zie, mijn land is voor uw aangezicht; woon, waar 35 Gen 22:4 | opdat ik mijn dode van voor mijn aangezicht begrave. ~ 36 Gen 22:6 | niemand van ons zal zijn graf voor u weren, dat gij uw dode 37 Gen 22:7 | Abraham op, en boog zich neder voor het volk des lands, voor 38 Gen 22:7 | voor het volk des lands, voor de zonen Heths; ~ 39 Gen 22:8 | ik mijn dode begrave van voor mijn aangezicht; zo hoort 40 Gen 22:8 | zo hoort mij, en spreekt voor mij bij Efron, den zoon 41 Gen 22:10 | Hethiet antwoordde Abraham, voor de oren van de zonen Heths, 42 Gen 22:11 | daarin is, die geef ik u; voor de ogen van de zonen mijns 43 Gen 22:12 | boog zich Abraham neder voor het aangezicht van het volk 44 Gen 22:13 | En hij sprak tot Efron, voor de oren van het volk des 45 Gen 22:16 | waarvan hij gesproken had voor de oren van de zonen Heths, 46 Gen 22:18 | Abraham tot een bezitting, voor de ogen van de zonen Heths, 47 Gen 23:3 | den God der aarde, dat gij voor mijn zoon geen vrouw nemen 48 Gen 23:4 | mijn maagschap trekken, en voor mijn zoon Izak een vrouw 49 Gen 23:7 | Die Zelf zal Zijn Engel voor uw aangezicht zenden, dat 50 Gen 23:7 | aangezicht zenden, dat gij voor mijn zoon van daar een vrouw 51 Gen 23:19 | geven, zeide zij: Ik zal ook voor uw kemelen putten, totdat 52 Gen 23:20 | te putten, en zij putte voor al zijn kemelen. ~ 53 Gen 23:23 | huize uws vaders plaats voor ons, om te vernachten? ~ 54 Gen 23:31 | huis bereid, en de plaats voor de kemelen. ~ 55 Gen 23:37 | zweren, zeggende: Gij zult voor mijn zoon geen vrouw nemen 56 Gen 23:38 | naar mijn geslacht, en zult voor mijn zoon een vrouw nemen! ~ 57 Gen 23:40 | zeide tot mij: De HEERE, voor Wiens aangezicht ik gewandeld 58 Gen 23:40 | voorspoedig maken, dat gij voor mijn zoon een vrouw neemt, 59 Gen 23:48 | des broeders van mijn heer voor zijn zoon te nemen. ~ 60 Gen 23:51 | 51 Zie, Rebekka is voor uw aangezicht; neem haar 61 Gen 23:52 | boog hij zich ter aarde voor den HEERE. ~ 62 Gen 23:85 | heeft zich nedergeslagen voor het aangezicht van al zijn 63 Gen 24:35 | 35 En deze waren voor Izak en Rebekka een bitterheid 64 Gen 25:7 | ete; en ik zal u zegenen voor het aangezicht des HEEREN, 65 Gen 25:7 | het aangezicht des HEEREN, voor mijn dood. 66 Gen 25:9 | geitenbokjes; en ik zal die voor uw vader maken tot smakelijke 67 Gen 25:10 | eten, opdat hij u zegene voor zijn dood. ~ 68 Gen 25:20 | dat heeft doen ontmoeten voor mijn aangezicht. ~ 69 Gen 25:29 | dienen, en natien zullen zich voor u nederbuigen; wees heer 70 Gen 25:29 | uwer moeder zullen zich voor u nederbuigen! Vervloekt 71 Gen 25:36 | Hebt gij dan geen zegen voor mij uitbehouden? ~ 72 Gen 27:26 | men de kleinste uitgeve voor de eerstgeborene. ~ 73 Gen 27:27 | zullen wij u ook die geven, voor den dienst, dien gij nog 74 Gen 27:50 | Daarom zal hij dezen nacht voor uws zoons Dudaim bij u liggen. ~ 75 Gen 27:51 | om loon zekerlijk gehuurd voor mijns zoons Dudaim; en hij 76 Gen 27:65 | Want het weinige, dat gij voor mij gehad hebt, dat is tot 77 Gen 27:65 | wanneer zal ik ook werken voor mijn huis? ~ 78 Gen 27:68 | komen zult over mijn loon, voor uw aangezicht; al wat niet 79 Gen 27:76 | zo stelde Jakob de roeden voor de ogen der kudde in de 80 Gen 28:14 | zeiden tot hem: Is er nog voor ons een deel of erfenis, 81 Gen 28:32 | niet leven! Onderken gij voor onze broederen, wat bij 82 Gen 28:35 | mijns heren ogen, omdat ik voor uw aangezicht niet kan opstaan; 83 Gen 28:37 | uws huizes! Leg het hier voor mijn broederen en uw broederen, 84 Gen 29:3 | En Jakob zond boden uit voor zijn aangezicht tot Ezau, 85 Gen 29:13 | hand kwam, een geschenk voor Ezau zijn broeder; ~ 86 Gen 29:16 | knechten: Gaat gijlieden door, voor mijn aangezicht, en stelt 87 Gen 29:17 | gij? en wiens zijn deze voor uw aangezicht? ~ 88 Gen 29:20 | verzoenen met dit geschenk, dat voor mijn aangezicht gaat, en 89 Gen 29:21 | Alzo ging dat geschenk heen voor zijn aangezicht; doch hijzelf 90 Gen 30:8 | 8 En hij zeide: Voor wien is u al dit heir, dat 91 Gen 30:12 | voorttrekken; en ik zal voor u trekken. ~ 92 Gen 30:14 | heer trekke toch voorbij, voor het aangezicht van zijn 93 Gen 30:14 | gang van het werk, hetwelk voor mijn aangezicht is, en naar 94 Gen 30:17 | Sukkoth, en bouwde een huis voor zich, en maakte hutten voor 95 Gen 30:17 | voor zich, en maakte hutten voor zijn vee; daarom noemde 96 Gen 30:19 | Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds. ~ 97 Gen 31:9 | ons uw dochteren; en neemt voor u onze dochteren; ~ 98 Gen 31:10 | met ons; en het land zal voor uw aangezicht zijn; woont, 99 Gen 31:21 | het is wijd van begrip) voor hun aangezicht zijn; wij 100 Gen 32:1 | verscheen, toen gij vluchttet voor het aangezicht van uw broeder 101 Gen 32:7 | geopenbaard geweest, als hij voor zijns broeders aangezicht 102 Gen 34:7 | rondom, en bogen zich neder voor mijn schoof. ~ 103 Gen 34:9 | en elf sterren bogen zich voor mij neder. ~ 104 Gen 34:10 | zeide tot hem: Wat is dit voor een droom, dien gij gedroomd 105 Gen 34:10 | en uw broeders, om ons voor u ter aarde te buigen? ~ 106 Gen 34:28 | Jozef aan deze Ismaelieten voor twintig zilverlingen; die 107 Gen 35:6 | 6 Juda nu nam een vrouw voor Er, zijn eerstgeborene, 108 Gen 35:9 | Onan, wetende, dat dit zaad voor hem niet zoude zijn, zo 109 Gen 35:15 | haar zag, zo hield hij haar voor een hoer, overmits zij haar 110 Gen 35:23 | zeide Juda: Zij neme het voor zich, opdat wij misschien 111 Gen 36:9 | huis dan ik, en hij heeft voor mij niets onthouden, dan 112 Gen 36:32 | zie, zo was een wijnstok voor mijn aangezicht; ~ 113 Gen 36:43 | Farao's geboorte, dat hij voor al zijn knechten een maaltijd 114 Gen 37:36 | spijze zijn tot voorraad voor het land, voor zeven jaren 115 Gen 37:36 | voorraad voor het land, voor zeven jaren des hongers, 116 Gen 37:43 | dien hij had; en zij riepen voor zijn aangezicht: Knielt! 117 Gen 37:46 | jaren oud, als hij stond voor het aangezicht van Farao, 118 Gen 38:6 | broederen kwamen, en bogen zich voor hem, met de aangezichten 119 Gen 38:19 | gij heen, brengt het koren voor den honger uwer huizen. ~ 120 Gen 38:24 | Simeon van hen, en bond hem voor hun ogen. ~ 121 Gen 38:30 | en hij heeft ons gehouden voor verspieders des lands. ~ 122 Gen 38:33 | broederen bij mij, en neemt voor den honger uwer huizen, 123 Gen 39:9 | 9 Ik zal borg voor hem zijn; van mijn hand 124 Gen 39:9 | tot u niet breng en hem voor uw aangezicht stel, zo zal 125 Gen 39:14 | Almachtige, geve u barmhartigheid voor het aangezicht van dien 126 Gen 39:15 | naar Egypte, en zij stonden voor Jozefs aangezicht. ~ 127 Gen 39:26 | huis, en zij bogen zich voor hem ter aarde. ~ 128 Gen 39:32 | 32 En zij richtten voor hem aan in het bijzonder, 129 Gen 39:32 | aan in het bijzonder, en voor hen in het bijzonder; en 130 Gen 39:32 | hen in het bijzonder; en voor de Egyptenaren, die met 131 Gen 39:33 | 33 En zij aten voor zijn aangezicht, de eerstgeborene 132 Gen 39:34 | hun van de gerechten, die voor hem waren; maar Benjamins 133 Gen 40:4 | zeggen: Waarom hebt gij kwaad voor goed vergolden? ~ 134 Gen 40:14 | zelf aldaar; en zij vielen voor zijn aangezicht neder ter 135 Gen 40:18 | knecht een woord spreken voor mijns heren oren, en laat 136 Gen 40:32 | 32 Want uw knecht is voor dezen jongeling borg bij 137 Gen 40:33 | dan, laat toch uw knecht voor dezen jongeling slaaf van 138 Gen 41:1 | zich Jozef niet bedwingen voor allen, die bij hem stonden, 139 Gen 41:3 | want zij waren verschrikt voor zijn aangezicht. ~ 140 Gen 41:5 | hebt; want God heeft mij voor uw aangezicht gezonden, 141 Gen 41:7 | 7 Doch God heeft mij voor uw aangezicht henen gezonden, 142 Gen 41:19 | u uit Egypteland wagenen voor uw kinderkens, en voor uw 143 Gen 41:19 | wagenen voor uw kinderkens, en voor uw vrouwen, en voert uw 144 Gen 41:23 | koren, en brood, en spijze voor zijn vader op den weg. ~ 145 Gen 42:28 | 28 En hij zond Juda voor zijn aangezicht heen tot 146 Gen 42:28 | aangezicht heen tot Jozef, om voor zijn aangezicht aanwijzing 147 Gen 43:2 | mannen, en hij stelde hen voor Farao's aangezicht. ~ 148 Gen 43:4 | wonen; want er is geen weide voor de schapen, die uw knechten 149 Gen 43:6 | 6 Egypteland is voor uw aangezicht; doe uw vader 150 Gen 43:7 | Jakob mede, en stelde hem voor Farao's aangezicht; en Jakob 151 Gen 43:11 | 11 En Jozef bestelde voor Jakob en zijn broederen 152 Gen 43:14 | land Kanaan gevonden werd, voor het koren, dat zij kochten; 153 Gen 43:16 | vee, zo zal ik het u geven voor uw vee, indien het geld 154 Gen 43:17 | en Jozef gaf hun brood voor paarden en voor het vee 155 Gen 43:17 | hun brood voor paarden en voor het vee der schapen, en 156 Gen 43:17 | het vee der schapen, en voor het vee der runderen, en 157 Gen 43:17 | het vee der runderen, en voor ezels; en hij voedde hen 158 Gen 43:17 | met brood, datzelve jaar, voor al hun vee. ~ 159 Gen 43:18 | tot hem: Wij zullen het voor mijn heer niet verbergen, 160 Gen 43:18 | niets anders overgebleven voor het aangezichts mijns heren, 161 Gen 43:19 | 19 Waarom zullen wij voor uw ogen sterven, zo wij 162 Gen 43:19 | land? Koop ons en ons land voor brood; zo zullen wij en 163 Gen 43:20 | het gehele land van Egypte voor Farao; want de Egyptenaars 164 Gen 43:23 | heden u en uw land gekocht voor Farao; ziet, daar is zaad 165 Gen 43:23 | Farao; ziet, daar is zaad voor u, opdat gij het land bezaait. 166 Gen 43:24 | en de vier delen zullen voor u zijn, tot zaad des velds, 167 Gen 43:24 | huizen zijn, en om te eten voor uw kinderkens. ~ 168 Gen 44:12 | knieen; en hij boog zich voor zijn aangezicht neder ter 169 Gen 44:15 | Jozef, en zeide: De God, voor Wiens aangezicht mijn vaders, 170 Gen 44:20 | Manasse! En hij zette Efraim voor Manasse. ~ 171 Gen 45:8 | op den nek uwer vijanden; voor u zullen zich uws vaders 172 Gen 46:4 | in uw ogen, spreekt toch voor de oren van Farao, zeggende: ~ 173 Gen 46:16 | Uw vader heeft bevolen voor zijn dood, zeggende: ~ 174 Gen 46:18 | zijn broeders, en vielen voor hem neder, en zeiden: Zie, 175 Exo 1:11 | lasten; want men bouwde voor Farao schatsteden, Pitom 176 Exo 2:3 | verbergen kon, zo nam zij voor hem een kistje van biezen, 177 Exo 2:7 | roepen, die dat knechtje voor u zoge? ~ 178 Exo 2:15 | doden; doch Mozes vlood voor Farao's aangezicht, en woonde 179 Exo 2:19 | hij heeft ook overvloedig voor ons geput, en de kudde gedrenkt. ~ 180 Exo 4:16 | 16 En hij zal voor u tot het volk spreken; 181 Exo 4:21 | gij al de wonderen doet voor Farao, die Ik in uw hand 182 Exo 4:25 | haars zoons, en wierp die voor zijn voeten, en zeide: Voorwaar, 183 Exo 4:30 | en hij deed de tekenen voor de ogen des volks. ~ 184 Exo 5:7 | zelven heengaan, en stro voor zichzelven verzamelen. ~ 185 Exo 5:12 | het stoppelen verzamelde, voor stro. ~ 186 Exo 5:21 | reuk hebt stinkende gemaakt voor Farao, en voor zijn knechten, 187 Exo 5:21 | stinkende gemaakt voor Farao, en voor zijn knechten, gevende een 188 Exo 6:11 | 11 Doch Mozes sprak voor den HEERE, zeggende: Zie, 189 Exo 6:24 | de zoon van Aaron, nam voor zich een van de dochteren 190 Exo 6:29 | 29 Toen zeide Mozes voor het aangezicht des HEEREN: 191 Exo 7:9 | zeggende: Doet een wonderteken voor ulieden; zo zult gij tot 192 Exo 7:9 | Neem uw staf, en werp hem voor Farao's aangezicht neder; 193 Exo 7:10 | Aaron wierp zijn staf neder voor Farao's aangezicht, en voor 194 Exo 7:10 | voor Farao's aangezicht, en voor het aangezicht zijner knechten; 195 Exo 7:20 | water, dat in de rivier was, voor de ogen van Farao, en voor 196 Exo 7:20 | voor de ogen van Farao, en voor de ogen van zijn knechten; 197 Exo 8:9 | mij! Tegen wanneer zal ik voor u, en voor uw knechten, 198 Exo 8:9 | wanneer zal ik voor u, en voor uw knechten, en voor uw 199 Exo 8:9 | en voor uw knechten, en voor uw volk, vuriglijk bidden, 200 Exo 8:20 | morgen vroeg op, en stel u voor Farao's aangezicht; zie, 201 Exo 8:26 | wij der Egyptenaren gruwel voor hun ogen offerden, zouden 202 Exo 8:28 | verre trekt! Bidt vuriglijk voor mij. ~ 203 Exo 9:8 | strooie die naar de hemel voor de ogen van Farao. ~ 204 Exo 9:10 | uit den oven, en stonden voor Farao's aangezicht; en Mozes 205 Exo 9:11 | 11 Alzo dat de tovenaars voor Mozes niet staan konden, 206 Exo 9:13 | morgen vroeg op, en stel u voor Farao's aangezicht, en zeg 207 Exo 9:29 | ik mijn handen uitbreiden voor den HEERE; de donder zal 208 Exo 9:30 | weet ik, dat gijlieden voor het aangezicht van den HEERE 209 Exo 10:2 | 2 En opdat gij voor de oren uwer kinderen en 210 Exo 10:3 | Hoe lang weigert gij u voor Mijn aangezicht te verootmoedigen? 211 Exo 10:10 | ziet toe, want er is kwaad voor ulieder aangezicht! ~ 212 Exo 10:14 | Egyptenaren, zeer zwaar; voor dezen zijn dergelijke sprinkhanen, 213 Exo 11:2 | 2 Spreek nu voor de oren des volks, dat ieder 214 Exo 11:3 | zeer groot in Egypteland voor de ogen van Farao's knechten, 215 Exo 11:3 | van Farao's knechten, en voor de ogen des volks.) ~ 216 Exo 11:8 | tot mij afkomen, en zich voor mij neigen, zeggende: Trek 217 Exo 11:10 | al deze wonderen gedaan voor Farao's aangezicht; doch 218 Exo 12:3 | huizen der vaderen, een lam voor een huis. ~ 219 Exo 12:4 | indien een huis te klein is voor een lam, zo neme hij het 220 Exo 12:21 | uit, en neemt u lammeren voor uw huisgezinnen, en slacht 221 Exo 12:24 | zaak, tot een inzetting voor u en voor uw kinderen, tot 222 Exo 12:24 | een inzetting voor u en voor uw kinderen, tot in eeuwigheid. ~ 223 Exo 12:26 | zeggen: Wat hebt gij daar voor een dienst? ~ 224 Exo 12:27 | HEERE een paasoffer, Die voor de huizen der kinderen Israels 225 Exo 12:39 | konden, noch ook tering voor zich bereiden. ~ 226 Exo 12:44 | knecht van iedereen, die voor geld gekocht is, nadat gij 227 Exo 12:49 | 49 Enerlei wet zij voor de ingeborene, en den vreemdeling, 228 Exo 13:21 | 21 En de HEERE toog voor hun aangezicht, des daags 229 Exo 14:2 | wederkeren, en zich legeren voor Pi-Hachiroth, tussen Migdol 230 Exo 14:2 | Migdol en tussen de zee, voor Baal-Zefon; daar tegenover 231 Exo 14:9 | heir; nevens Pi-Hachiroth, voor Baal-Zefon. ~ 232 Exo 14:14 | 14 De HEERE zal voor ulieden strijden, en gij 233 Exo 14:19 | 19 En de Engel Gods, Die voor het heir van Israel ging, 234 Exo 14:25 | Israel, want de HEERE strijdt voor hen tegen de Egyptenaars. ~ 235 Exo 16:4 | HEERE tot Mozes: Zie, Ik zal voor ulieden brood uit den hemel 236 Exo 16:9 | kinderen Israels: Nadert voor het aangezicht des HEEREN, 237 Exo 16:16 | hij eten mag, een gomer voor een hoofd, naar het getal 238 Exo 16:16 | zielen; ieder zal nemen voor degenen, die in zijn tent 239 Exo 16:22 | verzamelden, twee gomers voor een; en al de oversten der 240 Exo 16:23 | over blijft, legt het op voor u in bewaring tot den morgen. ~ 241 Exo 16:29 | Hij u aan den zesden dag voor twee dagen brood; een ieder 242 Exo 16:32 | gomer daarvan tot bewaring voor uw geslachten, opdat zij 243 Exo 16:33 | vol Man daarin; en zet die voor het aangezicht des HEEREN, 244 Exo 16:33 | des HEEREN, tot bewaring voor uw geslachten. ~ 245 Exo 16:34 | had, alzo zette ze Aaron voor de getuigenis tot bewaring. ~ 246 Exo 17:1 | Daar nu was geen water voor het volk om te drinken. ~ 247 Exo 17:5 | HEERE tot Mozes: Ga heen voor het aangezicht des volks, 248 Exo 17:6 | 6 Zie, Ik zal aldaar voor uw aangezicht op den rotssteen 249 Exo 17:6 | drinke. Mozes nu deed alzo voor de ogen der oudsten van 250 Exo 18:12 | den schoonvader van Mozes, voor het aangezicht Gods. ~ 251 Exo 18:13 | richten, en het volk stond voor Mozes, van den morgen tot 252 Exo 18:14 | alleen, en al het volk staat voor u, van den morgen tot den 253 Exo 18:18 | want deze zaak is te zwaar voor u, gij alleen kunt het niet 254 Exo 18:19 | zal met u zijn; wees gij voor het volk bij God, en breng 255 Exo 18:19 | God, en breng gij de zaken voor God; ~ 256 Exo 19:7 | oudsten des volks, en stelde voor hun aangezichten al deze 257 Exo 19:11 | derden dag zal de HEERE voor de ogen van al het volk 258 Exo 20:3 | Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. ~ 259 Exo 20:5 | 5 Gij zult u voor die niet buigen, noch hen 260 Exo 20:20 | verzocht, en opdat Zijn vreze voor uw aangezicht zou zijn, 261 Exo 20:26 | opklimmen, opdat uw schaamte voor hetzelve niet ontdekt worde. ~  ~  ~  ~ 262 Exo 21:2 | maar in het zevende zal hij voor vrij uitgaan, om niet. ~ 263 Exo 21:10 | 10 Indien hij voor zich een andere neemt, zo 264 Exo 21:14 | zo zult gij denzelven van voor Mijn altaar nemen, dat hij 265 Exo 21:23 | zo zult gij geven ziel voor ziel. ~ 266 Exo 21:24 | 24 Oog voor oog, tand voor tand, hand 267 Exo 21:24 | 24 Oog voor oog, tand voor tand, hand voor hand, voet 268 Exo 21:24 | oog, tand voor tand, hand voor hand, voet voor voet. ~ 269 Exo 21:24 | tand, hand voor hand, voet voor voet. ~ 270 Exo 21:25 | 25 Brand voor brand, wond voor wond, buil 271 Exo 21:25 | 25 Brand voor brand, wond voor wond, buil voor buil. ~ 272 Exo 21:25 | brand, wond voor wond, buil voor buil. ~ 273 Exo 21:26 | zal hem vrij laten gaan voor zijn oog. ~ 274 Exo 21:27 | zo zal hij hem vrijlaten voor zijn tand. ~ 275 Exo 21:36 | zal hij in alle manier os voor os vergelden; doch de dode 276 Exo 22:1 | het, die zal vijf runderen voor een os wedergeven, en vier 277 Exo 22:1 | wedergeven, en vier schapen voor een stuk klein vee. ~ 278 Exo 22:3 | zal hij verkocht worden voor zijn dieverij. ~ 279 Exo 22:9 | zijn is, beider zaak zal voor de goden komen; wien goden 280 Exo 22:15 | het gehuurd is, zo is het voor zijn huur gekomen. ~ 281 Exo 23:5 | om het uwe te verlaten voor hem? Gij zult het in alle 282 Exo 23:15 | doch men zal niet ledig voor Mijn aangezicht verschijnen. ~ 283 Exo 23:17 | jaars zullen al uw mannen voor het aangezicht des Heeren 284 Exo 23:20 | Ziet, Ik zende een Engel voor uw aangezicht, om u te behoeden 285 Exo 23:21 | 21 Hoedt u voor Zijn aangezicht, en weest 286 Exo 23:23 | 23 Want Mijn Engel zal voor uw aangezicht gaan, en Hij 287 Exo 23:24 | 24 Gij zult u voor hun goden niet buigen, noch 288 Exo 23:27 | 27 Ik zal Mijn schrik voor uw aangezicht zenden, en 289 Exo 23:28 | 28 Ik zal ook horzelen voor uw aangezicht zenden; die 290 Exo 23:28 | aangezicht zenden; die zullen van voor uw aangezicht uitstoten 291 Exo 23:31 | hand geven, dat gij hen voor uw aangezicht uitstoot. ~ 292 Exo 24:7 | verbonds, en hij las het voor de oren des volks; en zij 293 Exo 25:2 | kinderen Israels, dat zij voor Mij een hefoffer nemen. 294 Exo 25:12 | 12 En giet voor haar vier gouden ringen, 295 Exo 25:27 | ringen zijn, tot plaatsen voor de handbomen, om de tafel 296 Exo 25:30 | tafel altijd het toonbrood voor Mijn aangezicht leggen. ~ 297 Exo 26:14 | 14 Gij zult ook voor de tent een deksel maken 298 Exo 26:29 | hun ringen (de plaatsen voor de richelen) zult gij van 299 Exo 27:21 | buiten den voorhang, die voor de getuigenis is, zal ze 300 Exo 27:21 | den avond tot den morgen, voor het aangezicht des HEEREN; 301 Exo 27:21 | een eeuwige inzetting zijn voor hun geslachten, vanwege 302 Exo 28:2 | 2 En gij zult voor uw broeder Aaron heilige 303 Exo 28:3 | wijsheid vervuld heb, dat zij voor Aaron klederen maken, om 304 Exo 28:4 | een gordel; zij zullen dan voor uw broeder Aaron heilige 305 Exo 28:4 | heilige klederen maken, en voor zijn zonen, om Mij het priesterambt 306 Exo 28:12 | zijnde stenen ter gedachtenis voor de kinderen Israels; en 307 Exo 28:12 | dragen, ter gedachtenis, voor het aangezicht des HEEREN. ~ 308 Exo 28:21 | worden, elk met zijn naam; voor de twaalf stammen zullen 309 Exo 28:29 | zal gaan, ter gedachtenis voor het aangezicht des HEEREN 310 Exo 28:30 | van Aaron zijn, als hij voor het aangezicht des HEEREN 311 Exo 28:30 | geduriglijk op zijn hart dragen, voor het aangezicht des HEEREN. ~ 312 Exo 28:35 | als hij in het heilige, voor het aangezicht des HEEREN, 313 Exo 28:38 | voorhoofd zijn, om henlieden voor het aangezicht des HEEREN 314 Exo 28:40 | 40 Voor de zonen van Aaron zult 315 Exo 28:40 | rokken maken, en gij zult voor hen gordels maken; ook zult 316 Exo 28:40 | gordels maken; ook zult gij voor hen mutsen maken, tot heerlijkheid 317 Exo 28:43 | eeuwige inzetting zijn, voor hem, en zijn zaad na hem. ~  ~ 318 Exo 29:10 | zult den var nabij brengen voor de tent der samenkomst; 319 Exo 29:11 | gij zult den var slachten voor het aangezicht des HEEREN, 320 Exo 29:11 | het aangezicht des HEEREN, voor de deur van de tent der 321 Exo 29:23 | der ongezuurde broden, die voor het aangezicht des HEEREN 322 Exo 29:24 | beweeg ze ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN. ~ 323 Exo 29:25 | tot een liefelijken reuk voor het aangezicht des HEEREN; 324 Exo 29:26 | beweeg hem ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN; 325 Exo 29:28 | 28 En het zal voor Aaron en zijn zonen zijn 326 Exo 29:28 | dankofferen; hun hefoffer zal voor den HEERE zijn. ~ 327 Exo 29:37 | zult gij verzoening doen voor het altaar, en zult het 328 Exo 29:42 | de tent der samenkomst, voor het aangezicht des HEEREN; 329 Exo 30:4 | zullen zijn tot plaatsen voor de handbomen, dat men het 330 Exo 30:6 | 6 En gij zult het zetten voor den voorhang, die voor de 331 Exo 30:6 | zetten voor den voorhang, die voor de ark der getuigenis zijn 332 Exo 30:6 | der getuigenis zijn zal; voor het verzoendeksel, hetwelk 333 Exo 30:8 | een gedurig reukwerk zijn, voor het aangezicht des HEEREN, 334 Exo 30:15 | hefoffer des HEEREN geeft om voor uw zielen verzoening te 335 Exo 30:16 | Israels ter gedachtenis zijn, voor het aangezicht des HEEREN, 336 Exo 30:16 | aangezicht des HEEREN, om voor uw zielen verzoening te 337 Exo 30:21 | eeuwige inzetting zijn, voor hem en zijn zaad, bij hun 338 Exo 30:36 | gij zult daarvan leggen voor de getuigenis in de tent 339 Exo 30:37 | zult hebben, zult gijlieden voor uzelven geen maken; het 340 Exo 30:37 | het zal u heiligheid zijn voor den HEERE. ~ 341 Exo 31:11 | van welriekende specerijen voor het heiligdom; naar alles, 342 Exo 32:1 | op, maak ons goden, die voor ons aangezicht gaan; want 343 Exo 32:5 | zo bouwde hij een altaar voor hetzelve; en Aaron riep 344 Exo 32:8 | gemaakt; en zij hebben zich voor hetzelve gebogen, en hebben 345 Exo 32:23 | mij: Maak ons goden, die voor ons aangezicht gaan, want 346 Exo 32:30 | zal ik een verzoening doen voor uw zonde. ~ 347 Exo 32:34 | heb; zie, Mijn Engel zal voor uw aangezicht gaan! doch 348 Exo 33:1 | op, maak ons goden, die voor ons aangezicht gaan; want 349 Exo 33:5 | zo bouwde hij een altaar voor hetzelve; en Aaron riep 350 Exo 33:8 | gemaakt; en zij hebben zich voor hetzelve gebogen, en hebben 351 Exo 33:23 | mij: Maak ons goden, die voor ons aangezicht gaan, want 352 Exo 33:30 | zal ik een verzoening doen voor uw zonde. ~ 353 Exo 33:34 | heb; zie, Mijn Engel zal voor uw aangezicht gaan! doch 354 Exo 34:2 | 2 En Ik zal een Engel voor uw aangezicht zenden (en 355 Exo 34:19 | Naam des HEEREN uitroepen voor uw aangezicht; maar Ik zal 356 Exo 34:25 | klimt, en stel u aldaar voor Mij, op den top des bergs. ~ 357 Exo 34:29 | 6 Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, 358 Exo 34:33 | Zie, Ik maak een verbond; voor uw ganse volk zal Ik wonderen 359 Exo 34:34 | heden gebiede! zie, Ik zal voor uw aangezicht uitdrijven 360 Exo 34:37 | Want gij zult u niet buigen voor een anderen god; want des 361 Exo 34:39 | 16 En gij voor uw zonen vrouwen neemt van 362 Exo 34:43 | zult gij lossen, en men zal voor Mijn aangezicht niet ledig 363 Exo 34:46 | in het jaar verschijnen voor het aangezicht des Heeren 364 Exo 34:47 | 24 Wanneer Ik de volken voor uw aangezicht uit de bezitting 365 Exo 34:47 | zult, om te verschijnen voor het aangezicht des HEEREN 366 Exo 34:57 | 34 Doch als Mozes voor het aangezicht des HEEREN 367 Exo 35:20 | kinderen Israels uit van voor het aangezicht van Mozes. ~ 368 Exo 36:3 | 3 Zij dan namen van voor het aangezicht van Mozes 369 Exo 36:19 | 19 Ook maakte hij voor de tent een deksel van roodgeverfde 370 Exo 36:34 | hun ringen (de plaatsen voor de richelen) maakte hij 371 Exo 37:3 | 3 En hij goot voor dezelve vier gouden ringen, 372 Exo 37:14 | waren de ringen tot plaatsen voor de handbomen, om de tafel 373 Exo 37:27 | beide zijden, tot plaatsen voor de handbomen, dat men het 374 Exo 38:5 | koperen roosters, tot plaatsen voor de handbomen. ~ 375 Exo 38:8 | vrouwen, die te hoop kwamen voor de deur van de tent der 376 Exo 38:26 | 26 Een beka voor elk hoofd, dat is een halve 377 Exo 39:1 | de heilige klederen, die voor Aaron waren, gelijk de HEERE 378 Exo 39:7 | tot stenen der gedachtenis voor de kinderen Israels, gelijk 379 Exo 39:27 | linnen, van geweven werk, voor Aaron en voor zijn zonen; ~ 380 Exo 39:27 | geweven werk, voor Aaron en voor zijn zonen; ~ 381 Exo 40:5 | gouden altaar ten reukwerk voor de ark der getuigenis zetten, 382 Exo 40:6 | altaar des brandoffers zetten voor de deur van den tabernakel, 383 Exo 40:23 | daarop het brood in orde, voor het aangezicht des HEEREN, 384 Exo 40:25 | En hij stak de lampen aan voor het aangezicht des HEEREN, 385 Exo 40:26 | de tent der samenkomst, voor den voorhang. ~ 386 Exo 40:38 | vuur was er bij nacht op, voor de ogen van het ganse huis 387 Lev 1:3 | naar zijn welgevallen, voor het aangezicht des HEEREN. ~ 388 Lev 1:4 | brandoffers leggen, opdat het voor hem aangenaam zij, om hem 389 Lev 1:5 | het jonge rund slachten voor het aangezicht des HEEREN; 390 Lev 1:5 | rondom dat altaar, hetwelk voor de deur van de tent der 391 Lev 1:11 | het altaar noordwaarts, voor het aangezicht des HEEREN; 392 Lev 1:14 | En indien zijn offerande voor den HEERE een brandoffer 393 Lev 2:3 | van het spijsoffer, zal voor Aaron en zijn zonen zijn; 394 Lev 2:10 | van het spijsoffer, zal voor Aaron en zijn zonen zijn; 395 Lev 3:1 | volkomen zal hij die offeren, voor het aangezicht des HEEREN. ~ 396 Lev 3:2 | leggen, en zal ze slachten voor de deur van de tent der 397 Lev 3:7 | zo zal hij het offeren voor het aangezicht des HEEREN. ~ 398 Lev 3:8 | en hij zal die slachten voor de tent der samenkomst; 399 Lev 3:12 | zo zal hij die offeren voor het aangezicht des HEEREN. ~ 400 Lev 3:13 | en hij zal hem slachten voor de tent der samenkomst; 401 Lev 3:17 | zij een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw 402 Lev 4:3 | schuld des volks, zo zal hij voor zijn zonde, die hij gezondigd 403 Lev 4:4 | de tent der samenkomst, voor het aangezicht des HEEREN; 404 Lev 4:4 | hij zal dien var slachten voor het aangezicht des HEEREN. ~ 405 Lev 4:6 | zal hij zevenmaal sprengen voor het aangezicht des HEEREN, 406 Lev 4:6 | het aangezicht des HEEREN, voor den voorhang van het heilige. ~ 407 Lev 4:7 | welriekende specerijen, voor het aangezicht des HEEREN, 408 Lev 4:13 | afgedwaald zal zijn, en de zaak voor de ogen der gemeente verborgen 409 Lev 4:14 | zondoffer offeren, en dien voor de tent der samenkomst brengen; ~ 410 Lev 4:15 | hoofd van den var leggen, voor het aangezicht des HEEREN; 411 Lev 4:15 | hij zal den var slachten voor het aangezicht des HEEREN. ~ 412 Lev 4:17 | hij zal zevenmaal sprengen voor het aangezicht des HEEREN, 413 Lev 4:17 | het aangezicht des HEEREN, voor den voorhang. ~ 414 Lev 4:18 | hoornen van het altaar, dat voor het aangezicht des HEEREN 415 Lev 4:18 | brandoffers, hetwelk is voor de deur van de tent der 416 Lev 4:20 | doen; en de priester zal voor hen verzoening doen, en 417 Lev 4:24 | men het brandoffer slacht voor het aangezicht des HEEREN; 418 Lev 4:26 | dankoffers; zo zal de priester voor hem verzoening doen van 419 Lev 4:28 | geit, een volkomen wijfje, voor zijn zonde, die hij gezondigd 420 Lev 4:31 | HEERE; en de priester zal voor hem verzoening doen, en 421 Lev 4:32 | 32 Maar zo hij een lam voor zijn offerande ten zondoffer 422 Lev 4:35 | HEEREN; en de priester zal voor hem verzoening doen over 423 Lev 5:2 | kruipend gedierte; al is het voor hem verborgen geweest, nochtans 424 Lev 5:3 | onrein wordt; en het is voor hem verborgen geweest, en 425 Lev 5:4 | onbedacht uitspreekt, en het is voor hem verborgen geweest, en 426 Lev 5:6 | zijn schuldoffer den HEERE voor zijn zonde, die hij gezondigd 427 Lev 5:6 | een lam of een jonge geit, voor de zonde; zo zal de priester 428 Lev 5:6 | zonde; zo zal de priester voor hem vanwege zijn zonde verzoening 429 Lev 5:7 | zo zal hij tot zijn offer voor de schuld, die hij gezondigd 430 Lev 5:10 | wijze; zo zal de priester voor hem, vanwege zijn zonde, 431 Lev 5:13 | 13 Zo zal de priester voor hem verzoening doen over 432 Lev 5:16 | den ram des schuldoffers voor hem verzoening doen, en 433 Lev 5:18 | schuldoffer; en de priester zal voor hem verzoening doen over 434 Lev 6:7 | 7 Dan zal de priester voor hem verzoening doen voor 435 Lev 6:7 | voor hem verzoening doen voor het aangezicht des HEEREN, 436 Lev 6:14 | zonen van Aaron zal dat voor het aangezicht des HEEREN 437 Lev 6:14 | aangezicht des HEEREN offeren, voor aan het altaar. ~ 438 Lev 6:15 | tot deszelfs gedachtenis voor den HEERE. ~ 439 Lev 6:18 | zij een eeuwige inzetting voor uw geslachten van de vuurofferen 440 Lev 6:22 | eeuwige inzetting; het zal voor den HEERE geheel aangestoken 441 Lev 6:25 | wordt, zal het zondoffer voor het aangezicht des HEEREN 442 Lev 6:26 | 26 De priester, die het voor de zonde offert, zal het 443 Lev 7:7 | schuldoffer zijn; enerlei wet zal voor dezelve zijn; het zal des 444 Lev 7:10 | olie gemengd, of droog, zal voor alle zonen van Aaron zijn, 445 Lev 7:10 | alle zonen van Aaron zijn, voor den enen als voor den anderen. ~ 446 Lev 7:10 | zijn, voor den enen als voor den anderen. ~ 447 Lev 7:14 | hefoffer offeren; het zal voor den priester zijn, die het 448 Lev 7:30 | die tot een beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN 449 Lev 7:31 | aansteken; doch de borst zal voor Aaron en zijn zonen zijn. ~ 450 Lev 7:36 | zij een eeuwige inzetting voor hun geslachten. ~ 451 Lev 8:15 | altaars, en heiligde het, om voor hetzelve verzoening te doen. ~ 452 Lev 8:26 | de ongezuurde broden, die voor het aangezicht des HEEREN 453 Lev 8:27 | bewoog die ten beweegoffer, voor het aangezicht des HEEREN. ~ 454 Lev 8:29 | bewoog ze ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN; 455 Lev 8:31 | zijn zonen: Ziedt dat vlees voor de deur van de tent der 456 Lev 8:34 | HEERE te doen geboden, om voor u verzoening te doen. ~ 457 Lev 9:2 | volkomen zijn; en breng ze voor het aangezicht des HEEREN. ~ 458 Lev 9:4 | en ram ten dankoffer, om voor het aangezicht des HEEREN 459 Lev 9:5 | geboden had, brengende dat tot voor aan de tent der samenkomst; 460 Lev 9:5 | vergadering naderde, en stond voor het aangezicht des HEEREN. ~ 461 Lev 9:7 | brandoffer toe; en doe verzoening voor u en voor het volk; maak 462 Lev 9:7 | doe verzoening voor u en voor het volk; maak daarna de 463 Lev 9:7 | toe, en doe de verzoening voor hen, gelijk als de HEERE 464 Lev 9:8 | kalf des zondoffers, dat voor hem was. ~ 465 Lev 9:15 | bok des zondoffers, die voor het volk was, en slachtte 466 Lev 9:18 | den ram ten dankoffer, dat voor het volk was; en de zonen 467 Lev 9:21 | bewoog Aaron ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN, 468 Lev 10:1 | en brachten vreemd vuur voor het aangezicht des HEEREN, 469 Lev 10:2 | verteerde hen; en zij stierven voor het aangezicht des HEEREN. ~ 470 Lev 10:3 | Ik geheiligd worden, en voor het aangezicht van al het 471 Lev 10:4 | draagt uw broederen weg, van voor het heiligdom tot buiten 472 Lev 10:15 | toebrengen, om ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN 473 Lev 10:15 | HEEREN te bewegen; hetwelk, voor u en uw zonen met u, tot 474 Lev 10:17 | over die verzoening te doen voor het aangezicht des HEEREN. ~ 475 Lev 10:19 | zondoffer en hun brandoffer voor het aangezicht des HEEREN 476 Lev 12:6 | de dagen harer reiniging voor den zoon, of voor de dochter, 477 Lev 12:6 | reiniging voor den zoon, of voor de dochter, vervuld zullen 478 Lev 12:6 | tortelduif, tenzondoffer brengen, voor de deur van de tent der 479 Lev 12:7 | 7Die zal dat offeren voor het aangezicht des HEEREN, 480 Lev 12:7 | aangezicht des HEEREN, en zal voor haar verzoening doen, zo 481 Lev 12:8 | indien haar hand niet genoeg voor een lam vindt, zo zal zij 482 Lev 12:8 | zondoffer; en depriester zal voor haar verzoening doen; zo 483 Lev 14:4 | priester gebieden, dat men voor hem, die te reinigen zal 484 Lev 14:11 | en die dingen, stellen voor het aangezicht des HEEREN, 485 Lev 14:12 | zal die ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN 486 Lev 14:13 | gelijk het zondoffer, is voor den priester; het is een 487 Lev 14:16 | olie zevenmaal sprengen, voor het aangezicht des HEEREN. ~ 488 Lev 14:18 | over hem verzoening doen voor het aangezicht des HEEREN. 489 Lev 14:19 | het zondoffer bereiden, en voor hem, die van zijn onreinigheid 490 Lev 14:20 | de priester de verzoening voor hem doen, en hij zal rein 491 Lev 14:21 | ter beweging nemen, om voor hem verzoening te doen; 492 Lev 14:23 | de tent der samenkomst, voor het aangezicht des HEEREN. ~ 493 Lev 14:24 | zal die ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN 494 Lev 14:27 | is, sprengen, zevenmaal, voor het aangezicht des HEEREN. 495 Lev 14:29 | reinigen is, om de verzoening voor hem te doen, voor het aangezicht 496 Lev 14:29 | verzoening voor hem te doen, voor het aangezicht des HEEREN. ~ 497 Lev 14:31 | spijsoffer; zo zal de priester voor hem, die te reinigen is, 498 Lev 14:31 | reinigen is, verzoening doen voor het aangezicht des HEEREN. ~ 499 Lev 14:54 | 54 Dit is de wet voor alle plage der melaatsheid, 500 Lev 14:54 | plage der melaatsheid, en voor schurftheid; ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3972

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License