Book Chapter: Verse
1 Gen 19:6 | in den droom: Ik heb ook geweten, dat gij dit in oprechtheid
2 Gen 20:26 | zeide Abimelech: Ik heb niet geweten, wie dit stuk gedaan heeft;
3 Gen 26:16 | plaats, en ik heb het niet geweten! ~
4 Gen 39:7 | woorden; hebben wij juist geweten, dat hij zeggen zou: Brengt
5 Lev 5:1 | hetzij dat hij het gezien of geweten heeft; indien hij het niet
6 Lev 5:17 | is het dat hij het niet geweten heeft, nochtans is hij schuldig,
7 Lev 5:18 | afgedwaald is, die hij niet geweten had; zo zal het hem vergeven
8 Num 22:34 | gezondigd, want ik heb niet geweten, dat Gij mij tegemoet op
9 Deu 31:13 | hun kinderen, die het niet geweten hebben, horen en leren,
10 Deu 34:6 | niemand heeft zijn graf geweten, tot op dezen dag. ~
11 1Sa 3:13 | ongerechtigheids wil, die hij geweten heeft; want als zijn zonen
12 1Sa 22:15 | van al deze dingen niet geweten, klein noch groot. ~
13 1Sa 22:17 | met David is, en omdat zij geweten hebben, dat hij vluchtte,
14 Psa 119:152| 152 Van ouds heb ik geweten van Uw getuigenissen, dat
15 Jes 42:16 | door den weg, dien zij niet geweten hebben, Ik zal ze doen treden
16 Jes 42:16 | door de paden, die zij niet geweten hebben; Ik zal de duisternis
17 Jes 48:6 | dingen, en die gij niet geweten hebt. ~
18 Jes 48:7 | zeggen zoudt: Ziet, ik heb ze geweten. ~
19 Jes 48:8 | gehoord, ook hebt gij ze niet geweten, ook van toen af is uw oor
20 Jes 48:8 | geopend geweest; want Ik heb geweten, dat gij gans trouwelooslijk
21 Dan 5:22 | alhoewel gij dit alles wel geweten hebt. ~
22 Matt 10:26| verborgen, hetwelk niet zal geweten worden. ~
23 Matt 12:7 | 7 Doch zo gij geweten hadt, wat het zij: Ik wil
24 Matt 24:43| dat zo de heer des huizes geweten had, in welke nachtwake
25 Luk 12:2 | verborgen, dat niet zal geweten worden. ~
26 Luk 12:39 | indien de heer des huizes geweten had, in welke ure de dief
27 Luk 12:47 | die dienstknecht, welke geweten heeft den wil zijns heeren,
28 Luk 12:48 | Maar die denzelven niet geweten heeft, en gedaan heeft dingen,
29 Joha 8:9 | dit horende, en van hun geweten overtuigd zijnde, gingen
30 Hand 17:1 | broeders! ik heb met alle goed geweten voor God gewandeld tot op
31 Hand 18:16| om altijd een onergerlijk geweten te hebben bij God en de
32 Rom 2:15 | geschreven in hun harten, hun geweten medegetuigende, en de gedachten
33 Rom 7:7 | ik de begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indien de
34 Rom 9:1 | Christus, ik lieg niet (mijn geweten mij mede getuigenis gevende
35 1Kor 8:7 | maar sommigen, met een geweten des afgods tot nog toe,
36 1Kor 8:7 | afgoden geofferd is; en hun geweten, zwak zijnde, wordt bevlekt. ~
37 1Kor 8:10| tempel aanzitten, zal het geweten deszelven, die zwak is,
38 1Kor 8:12| zondigende, en hun zwak geweten kwetsende, zondigt tegen
39 1Kor 10:29| 29 Doch ik zeg: om het geweten, niet van uzelven, maar
40 1Kor 10:29| geoordeeld van een ander geweten? ~
41 2Kor 1:12| namelijk de getuigenis van ons geweten, dat wij in eenvoudigheid
42 1Tim 1:5 | rein hart, en uit een goed geweten, en uit een ongeveinsd geloof. ~
43 1Tim 1:19| het geloof, en een goed geweten, hetwelk sommigen verstoten
44 1Tim 3:9 | des geloofs in een rein geweten. ~
45 1Tim 4:2 | leugensprekers, hebbende hun eigen geweten als met een brandijzer toegeschroeid; ~
46 2Tim 1:3 | voorouderen aan in een rein geweten, gelijk ik zonder ophouden
47 2Tim 3:15| af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen
48 2Tim 5:15| maar beide hun verstand en geweten zijn bevlekt.
49 Tit 1:15 | maar beide hun verstand en geweten zijn bevlekt.
50 Heb 9:9 | konden heiligen naar het geweten; ~
51 Heb 9:14 | onstraffelijk opgeofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken,
52 Heb 10:2 | den dienst pleegden, geen geweten meer zouden hebben der zonden,
53 Heb 10:22 | gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen
54 Heb 13:18 | vertrouwen, dat wij een goed geweten hebben, als die in alles
55 1Pet 2:19| genade, indien iemand om het geweten voor God zwarigheid verdraagt,
56 1Pet 3:16| 16 En hebt een goed geweten, opdat in hetgeen zij kwalijk
57 1Pet 3:21| een vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding
|