Book Chapter: Verse
1 2Kon 16:38| vader David; en zijn zoon Achaz werd koning in zijn plaats. ~ ~
2 2Kon 17:1 | den zoon van Remalia, werd Achaz koning, de zoon van Jotham,
3 2Kon 17:2 | 2 Twintig jaren was Achaz oud, toen hij koning werd,
4 2Kon 17:5 | strijde; en zij belegerden Achaz, maar zij vermochten niet
5 2Kon 17:7 | 7 Achaz nu zond boden tot Tiglath-Pilezer,
6 2Kon 17:8 | 8 En Achaz nam het zilver en het goud,
7 2Kon 17:10| 10 Toen toog de koning Achaz Tiglath-Pilezer, den koning
8 2Kon 17:10| Damaskus was, zo zond de koning Achaz aan den priester Uria de
9 2Kon 17:11| naar alles, wat de koning Achaz van Damaskus ontboden had;
10 2Kon 17:11| Uria, tegen dat de koning Achaz van Damaskus kwam. ~
11 2Kon 17:15| 15 En de koning Achaz gebood Uria, den priester,
12 2Kon 17:16| naar alles, wat de koning Achaz geboden had. ~
13 2Kon 17:17| 17 En de koning Achaz sneed de lijsten der stellingen
14 2Kon 17:19| der geschiedenissen van Achaz, wat hij gedaan heeft, is
15 2Kon 17:20| 20 En Achaz ontsliep met zijn vaderen,
16 2Kon 18:1 | den zoon van Remalia, werd Achaz koning, de zoon van Jotham,
17 2Kon 18:2 | 2 Twintig jaren was Achaz oud, toen hij koning werd,
18 2Kon 18:5 | strijde; en zij belegerden Achaz, maar zij vermochten niet
19 2Kon 18:7 | 7 Achaz nu zond boden tot Tiglath-Pilezer,
20 2Kon 18:8 | 8 En Achaz nam het zilver en het goud,
21 2Kon 18:10| 10 Toen toog de koning Achaz Tiglath-Pilezer, den koning
22 2Kon 18:10| Damaskus was, zo zond de koning Achaz aan den priester Uria de
23 2Kon 18:11| naar alles, wat de koning Achaz van Damaskus ontboden had;
24 2Kon 18:11| Uria, tegen dat de koning Achaz van Damaskus kwam. ~
25 2Kon 18:15| 15 En de koning Achaz gebood Uria, den priester,
26 2Kon 18:16| naar alles, wat de koning Achaz geboden had. ~
27 2Kon 18:17| 17 En de koning Achaz sneed de lijsten der stellingen
28 2Kon 18:19| der geschiedenissen van Achaz, wat hij gedaan heeft, is
29 2Kon 18:20| 20 En Achaz ontsliep met zijn vaderen,
30 2Kon 19:1 | In het twaalfde jaar van Achaz, den koning van Juda, werd
31 2Kon 20:1 | koning werd, de zoon van Achaz, koning van Juda. ~
32 2Kon 22:11| gegaan was, in de graden van Achaz' zonnewijzer. ~
33 2Kon 25:12| het dak der opperzaal van Achaz waren, die de koningen van
34 1Kro 3:13| 13 Zijn zoon was Achaz; zijn zoon was Hizkia; zijn
35 1Kro 8:35| en Melech, en Thaarea, en Achaz. ~
36 1Kro 8:36| 36 En Achaz gewon Jehoadda, en Jehoadda
37 1Kro 9:42| 42 En Achaz gewon Jaera, en Jaera gewon
38 2Kro 27:9 | stad Davids; en zijn zoon Achaz werd koning in zijn plaats. ~ ~
39 2Kro 28:1 | 1 Achaz was twintig jaren oud, toen
40 2Kro 28:16| zelfder tijd zond de koning Achaz tot de koningen van Assyrie,
41 2Kro 28:19| vernederde Juda, om der wille van Achaz, den koning Israels; want
42 2Kro 28:21| 21 Want Achaz nam een deel van het huis
43 2Kro 28:22| meer; dit was de koning Achaz. ~
44 2Kro 28:24| 24 En Achaz verzamelde de vaten van
45 2Kro 28:27| 27 En Achaz ontsliep met zijn vaderen,
46 2Kro 29:19| gereedschap ook, dat de koning Achaz, onder zijn koninkrijk,
47 Jes 1:1 | dagen van Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia, de koningen van
48 Jes 7:1 | geschiedde nu in de dagen van Achaz, den zoon van Jotham, den
49 Jes 7:3 | zeide tot Jesaja: Ga nu uit, Achaz tegemoet, gij en uw zoon,
50 Jes 7:10 | voer voort te spreken tot Achaz, zeggende: ~
51 Jes 7:12 | 12 Doch Achaz zeide: Ik zal het niet eisen,
52 Jes 14:28 | het jaar, toen de koning Achaz stierf, geschiedde deze
53 Jes 38:8 | de zon in de graden van Achaz' zonnewijzer nederwaarts
54 Hos 1:1 | dagen van Uzzia, Jotham, Achaz, Hizkia, koningen van Juda,
55 Mic 1:1 | in de dagen van Jotham, Achaz en Jehizkia, koningen van
56 Matt 1:9 | Joatham, en Joatham gewon Achaz, en Achaz gewon Ezekias; ~
57 Matt 1:9 | Joatham gewon Achaz, en Achaz gewon Ezekias; ~
|