Book Chapter: Verse
1 Gen 2:5 | geen mens geweest, om den aardbodem te bouwen. ~
2 Gen 2:6 | en bevochtigde den ganse aardbodem. ~
3 Gen 3:23 | den hof van Eden, om den aardbodem te bouwen, waaruit hij genomen
4 Gen 4:10 | dat tot Mij roept van den aardbodem. ~
5 Gen 4:11 | zijt gij vervloekt van den aardbodem, die zijn mond heeft opengedaan,
6 Gen 4:12 | 12 Als gij den aardbodem bouwen zult, hij zal u zijn
7 Gen 4:14 | heden verdreven van den aardbodem, en ik zal voor Uw aangezicht
8 Gen 6:1 | geschiedde, als de mensen op den aardbodem begonnen te vermenigvuldigen,
9 Gen 6:7 | geschapen heb, verdelgen van den aardbodem, van den mens tot het vee,
10 Gen 7:4 | nachten; en Ik zal van den aardbodem verdelgen al wat bestaat,
11 Gen 7:8 | gevogelte, en al wat op den aardbodem kruipt, ~
12 Gen 7:23 | wat bestond, dat op den aardbodem was, van den mens aan tot
13 Gen 8:8 | gelicht waren van boven den aardbodem. ~
14 Gen 8:13 | en zag toe, en ziet, de aardbodem was gedroogd. ~
15 Gen 8:21 | hart: Ik zal voortaan den aardbodem niet meer vervloeken om
16 Gen 9:2 | hemels; in al wat zich op den aardbodem roert, en in alle vissen
17 Exo 10:6 | dien dag af, dat zij op den aardbodem geweest zijn, tot op dezen
18 Exo 32:12 | Hij hen vernielde van den aardbodem? Keer af van de hittigheid
19 Exo 33:12 | Hij hen vernielde van den aardbodem? Keer af van de hittigheid
20 Exo 34:16 | van alle volk, dat op den aardbodem is. ~
21 Lev 20:25 | gevogelte, en aan al wat op den aardbodem kruipt, hetwelk Ik voor
22 Num 12:3 | alle mensen, die op den aardbodem waren. ~
23 Deu 4:10 | de dagen, die zij op den aardbodem zullen leven, en zij zullen
24 Deu 4:18 | gedaante van iets, dat op den aardbodem kruipt; de gedaante van
25 Deu 6:15 | ontsteke, en Hij u van den aardbodem verdelge. ~
26 Deu 7:6 | alle volken, die op den aardbodem zijn. ~
27 Deu 12:1 | dagen, die gijlieden op den aardbodem leeft. ~
28 Deu 14:2 | al de volken, die op den aardbodem zijn. ~
29 1Sa 20:15 | vijanden van David van den aardbodem zal afgesneden hebben. ~
30 1Sa 20:31 | de zoon van Isai op den aardbodem leven zal, zo zult gij noch
31 2Sa 14:7 | overblijfsel laten op den aardbodem. ~
32 2Sa 17:12 | gelijk als de dauw op den aardbodem valt; en er zal van hem,
33 1Kon 13:34| en te verdelgen van den aardbodem. ~ ~
34 1Kon 17:14| dat de HEERE regen op den aardbodem geven zal. ~
35 1Kon 18:1 | Ik zal regen geven op den aardbodem. ~
36 Jes 12:5 | zij bekend op den gansen aardbodem. ~
37 Jes 23:17 | koninkrijken der aarde, die op den aardbodem zijn. ~
38 Jes 24:21 | koningen des aardbodems op den aardbodem. ~
39 Jer 8:2 | worden; tot mest op den aardbodem zullen zij zijn. ~
40 Jer 16:4 | zij zullen tot mest op den aardbodem zijn, en zij zullen door
41 Jer 25:26 | koninkrijken der aarde, die op den aardbodem zijn. En de koning van Sesach
42 Jer 25:33 | worden; tot mest op den aardbodem zullen zij zijn. ~
43 Jer 27:5 | mens en het vee, die op den aardbodem zijn, door Mijn grote kracht,
44 Jer 28:16 | zal u wegwerpen van den aardbodem; dit jaar zult gij sterven,
45 Eze 34:6 | verstrooid op den gansen aardbodem; en er is niemand, die er
46 Eze 38:20 | mensen, die op den aardbodem zijn; en de bergen zullen
47 Eze 39:14 | begraven degenen, die op den aardbodem zijn overgelaten, om
48 Dan 2:10 | Er is geen mens op den aardbodem, die des konings woord zou
49 Dan 4:1 | tongen, die op den gansen aardbodem wonen: uw vrede worde vermenigvuldigd! ~
50 Dan 8:5 | het westen over den gansen aardbodem, en roerde de aarde niet
51 Amos 3:5 | Zal men den strik van den aardbodem opnemen, als men ganselijk
52 Amos 5:8 | giet ze uit op den aardbodem, HEERE is Zijn Naam. ~
53 Amos 9:6 | roept, en giet ze uit op den aardbodem; HEERE is Zijn Naam. ~
54 Amos 9:8 | koninkrijk, dat Ik het van den aardbodem verdelge; behalve dat Ik
55 Luk 21:35 | degenen, die op den gansen aardbodem gezeten zijn. ~
56 Hand 11:26| gemaakt, om op den gehelen aardbodem te wonen, bescheiden hebbende
57 Hand 11:31| heeft, op welken Hij den aardbodem rechtvaardiglijk zal oordelen,
|