Book Chapter: Verse
1 Gen 23:52 | 52 En het geschiedde, als Abrahams
2 Gen 28:52 | 52 Deze zelfde hoop zij getuige,
3 Gen 37:52 | 52 En den naam des tweeden
4 Lev 13:52 | 52 Daarom zal hij dat kleed,
5 Lev 14:52 | 52 Zo zal hij dat huis ontzondigen
6 Lev 24:52 | 52 En indien er nog weinige
7 Num 1:52 | 52 En de kinderen Israels zullen
8 Num 7:52 | 52 Een geitenbok, ten zondoffer; ~
9 Num 26:52 | 52 En de HEERE sprak tot Mozes,
10 Num 31:52 | 52 En al het goud der heffing,
11 Num 32:52 | 52 Zo zult gij alle inwoners
12 Deu 28:52 | 52 En het zal u beangstigen
13 Deu 32:52 | 52 Want van tegenover zult
14 Joz 15:52 | 52 Arab, en Duma, en Esan, ~
15 Ric 8:52 | 52 Toen kwam Abimelech tot
16 1Sa 14:52 | 52 En er was een sterke krijg
17 1Sa 17:52 | 52 Toen maakten zich de mannen
18 1Kon 1:52| 52 En Salomo zeide: Indien
19 1Kon 8:52| 52 Opdat Uw ogen open zijn
20 1Kon 22:52| 52 Ahazia, de zoon van Achab,
21 1Kro 1:52| 52 De vorst Aholibama, de vorst
22 1Kro 2:52| 52 De kinderen van Sobal, den
23 1Kro 6:52| 52 Merajoth zijn zoon; Amarja
24 Ezra 2:52| 52 De kinderen van Bazluth,
25 Neh 7:52 | 52 De kinderen van Bezai, de
26 Psa 52 | 52 ~
27 Psa 78:52 | 52 En Hij voerde Zijn volk
28 Psa 89:52 | 52 Waarmede, o HEERE! Uw vijanden
29 Psa 119:52 | 52 Ik heb gedacht, o HEERE!
30 Jes 52 | 52 ~
31 Jer 51:52 | 52 Daarom ziet, de dagen
32 Jer 52 | 52 ~
33 Klaa 1:96| 52 Tsade. Die mijn vijanden
34 Eze 16:52 | 52 Draag gij dan ook uw
35 Matt 13:52| 52 En Hij zeide tot hen: Daarom,
36 Matt 26:52| 52 Toen zeide Jezus tot hem:
37 Matt 27:52| 52 En de graven werden geopend,
38 Mark 6:52| 52 Want zij hadden niet gelet
39 Mark 10:52| 52 En Jezus zeide tot hem:
40 Mark 14:52| 52 En hij, het lijnwaad verlatende,
41 Luk 1:52 | 52 Hij heeft machtigen van
42 Luk 2:52 | 52 En Jezus nam toe in wijsheid,
43 Luk 8:52 | 52 En zij schreiden allen,
44 Luk 9:52 | 52 En Hij zond boden uit voor
45 Luk 11:52 | 52 Wee u, gij wetgeleerden,
46 Luk 12:52 | 52 Want van nu aan zullen er
47 Luk 22:52 | 52 En Jezus zeide tot de overpriesters,
48 Luk 23:52 | 52 Deze ging tot Pilatus, en
49 Luk 24:52 | 52 En zij aanbaden Hem, en
50 Joha 1:52| 52 En Hij zeide tot hem: Voorwaar,
51 Joha 4:52| 52 Zo vraagde hij dan van hen
52 Joha 6:52| 52 De Joden dan streden onder
53 Joha 7:52| 52 Zij antwoordden en zeiden
54 Joha 8:52| 52 De Joden dan zeiden tot
55 Joha 11:52| 52 En niet alleen voor dat
56 Hand 7:52| 52 En de discipelen werden
57 1Kor 15:52| 52 In een punt des tijds, in
|