Book Chapter: Verse
1 Matt 16:21| Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden,
2 Matt 21:23| de overpriesters en de ouderlingen des volks, zeggende: Door
3 Matt 26:3 | Schriftgeleerden, en de ouderlingen des volks, in de zaal des
4 Matt 26:47| van de overpriesters en ouderlingen des volks. ~
5 Matt 26:57| alwaar de Schriftgeleerden en ouderlingen vergaderd waren. ~
6 Matt 26:59| de overpriesters, en de ouderlingen, en de gehele grote raad
7 Matt 27:1 | al de overpriesters en de ouderlingen des volks te zamen raad
8 Matt 27:3 | den overpriesters en den ouderlingen wedergebracht, ~
9 Matt 27:12| van de overpriesters en de ouderlingen beschuldigd werd, antwoordde
10 Matt 27:20| Maar de overpriesters en de ouderlingen hebben den scharen aangeraden,
11 Matt 27:41| de Schriftgeleerden, en ouderlingen, en Farizeen, Hem bespottende,
12 Matt 28:12| vergaderd zijnde met de ouderlingen, en te zamen raad genomen
13 Mark 8:31| verworpen worden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden,
14 Mark 11:27| schriftgeleerden, en de ouderlingen. ~
15 Mark 14:43| schriftgeleerden, en de ouderlingen. ~
16 Mark 14:53| de overpriesters, en de ouderlingen, en de schriftgeleerden. ~
17 Mark 15:1 | overpriesters te zamen raad, met de ouderlingen en Schriftgeleerden, en
18 Luk 7:3 | hebbende, zond hij tot Hem de ouderlingen der Joden, Hem biddende,
19 Luk 9:22 | verworpen worden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden,
20 Luk 20:1 | Schriftgeleerden, met de ouderlingen daarover kwamen, ~
21 Luk 22:52 | hoofdmannen des tempels, en ouderlingen, die tegen Hem gekomen waren:
22 Luk 22:66 | geworden was, vergaderden de ouderlingen des volks, en de overpriesters
23 Hand 4:5 | daags, dat hun oversten en ouderlingen en Schriftgeleerden te Jeruzalem
24 Hand 4:8 | oversten des volks, en gij ouderlingen van Israel! ~
25 Hand 4:23| wat de overpriesters en de ouderlingen tot hen gezegd hadden. ~
26 Hand 6:30| deden, en zonden het tot de ouderlingen, door de hand van Barnabas
27 Hand 8:23| met opsteken der handen, ouderlingen verkoren hadden, gebeden
28 Hand 9:2 | opgaan tot de apostelen en ouderlingen naar Jeruzalem, over deze
29 Hand 9:4 | en de apostelen, en de ouderlingen; en zij verkondigden, wat
30 Hand 9:6 | 6 En de apostelen en de ouderlingen vergaderden te zamen, om
31 Hand 9:22| het den apostelen en den ouderlingen, met de gehele Gemeente,
32 Hand 9:23| navolgende: De apostelen, en de ouderlingen, en de broeders wensen den
33 Hand 10:4 | die van de apostelen en de ouderlingen te Jeruzalem goed gevonden
34 Hand 14:17| Efeze, en hij ontbood de ouderlingen der Gemeente. ~
35 Hand 15:18| in tot Jakobus; en al de ouderlingen waren daar gekomen. ~
36 Hand 16:5 | is, en de gehele raad der ouderlingen; van dewelke ik ook brieven
37 Hand 17:14| tot de overpriesters en de ouderlingen, en zeiden: Wij hebben ons
38 Hand 18:1 | hogepriester Ananias af met de ouderlingen, en een zekeren voorspraak,
39 Hand 19:15| de overpriesters en de ouderlingen der Joden verschenen, begerende
40 1Tim 5:17| 17 Dat de ouderlingen, die wel regeren, dubbele
41 2Tim 5:5 | van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen, gelijk ik u bevolen
42 Tit 1:5 | van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen, gelijk ik u bevolen
43 Jako 5:14| Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der Gemeente, en dat zij
44 1Pet 5:1 | 1 De ouderlingen, die onder u zijn, vermaan
45 Open 4:4 | zag ik de vier en twintig ouderlingen zittende, bekleed met witte
46 Open 4:10| vielen de vier en twintig ouderlingen voor Hem, Die op den troon
47 Open 5:5 | 5 En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet;
48 Open 5:6 | en in het midden van de ouderlingen, een Lam, staande als geslacht,
49 Open 5:8 | dieren en de vier en twintig ouderlingen voor het Lam neder, hebbende
50 Open 5:11| troon, en de dieren, en de ouderlingen; en hun getal was tien duizendmaal
51 Open 5:14| Amen. En de vier en twintig ouderlingen vielen neder, en aanbaden
52 Open 7:11| den troon, en rondom de ouderlingen en de vier dieren; en vielen
53 Open 7:13| 13 En een uit de ouderlingen antwoordde, zeggende tot
54 Open 11:16| 16 En de vier en twintig ouderlingen, die voor God zitten op
55 Open 14:3 | voor de vier dieren, en de ouderlingen; en niemand kon dat gezang
56 Open 19:4 | 4 En de vier en twintig ouderlingen, en de vier dieren vielen
|