Book Chapter: Verse
1 Gen 4:3 | vrucht des lands den HEERE offer bracht. ~
2 Gen 4:4 | HEERE zag Habel en zijn offer aan; ~
3 Gen 4:5 | 5 Maar Kain en zijn offer zag Hij niet aan. Toen ontstak
4 Gen 21:2 | naar het land Moria, en offer hem aldaar tot een brandoffer,
5 Exo 13:15 | eerstgeborene der beesten; daarom offer ik den HEERE de mannetjes
6 Exo 35:29 | Israels tot een vrijwillig offer den HEERE. ~
7 Exo 36:3 | allen morgen vrijwillig offer. ~
8 Lev 3:1 | 1 En indien zijn offer een dankoffer is; zo hij
9 Lev 4:23 | hebben; zo zal hij tot zijn offer brengen een geitenbok, een
10 Lev 5:7 | vee, zo zal hij tot zijn offer voor de schuld, die hij
11 Lev 7:12 | Indien hij dat tot een lof offer offert, zo zal hij, nevens
12 Lev 7:16 | een gelofte, of vrijwillig offer is, dat zal ten dage als
13 Lev 7:16 | zal ten dage als hij zijn offer offeren zal, gegeten worden,
14 Lev 22:21 | een gelofte, of vrijwillig offer, het zal volkomen zijn,
15 Lev 22:23 | zult gij tot een vrijwillig offer bereiden; doch tot een gelofte
16 Num 15:3 | gelofte, of in een vrijwillig offer, of in uw gezette hoogtijden,
17 Num 16:15 | zeide tot den HEERE: Zie hun offer niet aan! Ik heb niet een
18 Deu 23:23 | uw God, een vrijwillig offer beloofd hebt, dat gij met
19 Joz 23:26 | ten brandoffer, noch ten offer. ~
20 Joz 23:28 | ten brandoffer, noch ten offer; maar het is een getuige
21 Ric 5:26 | neem den tweeden var, en offer een brandoffer met het hout
22 Ric 15:23 | hun god Dagon een groot offer te offeren, en tot vrolijkheid;
23 1Sa 1:21 | te offeren het jaarlijkse offer, en zijn gelofte. ~
24 1Sa 2:19 | haar man, om het jaarlijkse offer te offeren. ~
25 1Sa 9:13 | komt, want hij zegent het offer, daarna eten de genodigden;
26 1Sa 16:3 | 3 En gij zult Isai ten offer nodigen, en Ik zal u te
27 1Sa 16:5 | heiligt u, en komt met mij ten offer; en hij heiligde Isai en
28 1Sa 16:5 | en hij nodigde hen ten offer. ~
29 1Sa 20:6 | aldaar is een jaarlijks offer voor het ganse geslacht. ~
30 1Sa 20:29 | want ons geslacht heeft een offer in de stad, en mijn broeder
31 1Kro 16:29| eer Zijns Naams, brengt offer, en komt voor Zijn aangezicht;
32 2Kro 35:8 | vorsten tot een vrijwillig offer voor het volk, voor de priesteren,
33 2Kro 36:8 | vorsten tot een vrijwillig offer voor het volk, voor de priesteren,
34 Neh 10:34 | Levieten en het volk, over het offer van het hout, dat men brengen
35 Neh 13:31 | 31 Ook tot het offer des houts, op bestemde tijden,
36 Psa 51:21 | gerechtigheid, aan brandoffer en een offer, dat gans verteerd wordt;
37 Psa 96:8 | eer Zijns Naams; brengt offer, en komt in Zijn voorhoven. ~
38 Psa 118:27 | gegeven heeft. Bindt het feest offer met touwen tot aan de hoornen
39 Spre 15:8 | 8 Het offer der goddelozen is den HEERE
40 Spre 21:3 | den HEERE uitgelezener dan offer. ~
41 Spre 21:27| 27 Het offer der goddelozen is een gruwel;
42 Jes 1:13 | Brengt niet meer vergeefs offer, het reukwerk is Mij een
43 Eze 46:12 | de vorst een vrijwillig offer zal doen, een brandoffer
44 Eze 46:12 | dankofferen tot een vrijwillig offer den HEERE, zo zal men hem
45 Dan 8:11 | werd weggenomen het gedurig offer, en de woning Zijns heiligdoms
46 Dan 8:12 | overgegeven tegen het gedurig offer; en hij wierp de waarheid
47 Dan 8:13 | gezicht van het gedurig offer en van den verwoestenden
48 Dan 11:31 | zij zullen het gedurige offer wegnemen, en een verwoestenden
49 Dan 12:11 | tijd af, dat het gedurig offer zal weggenomen, en de verwoestende
50 Hos 3:4 | zonder vorst, en zonder offer, en zonder opgericht beeld,
51 Hos 6:6 | weldadigheid, en niet tot offer; en tot de kennis Gods,
52 Matt 8:4 | uzelven den priester, en offer de gave, die Mozes geboden
53 Mark 1:44| uzelven den priester, en offer voor uw reiniging, hetgeen
54 Luk 5:14 | uzelven den priester, en offer voor uw reiniging, gelijk
55 Heb 10:6 | 6 Brandofferen en offer voor de zonde hebben U niet
56 Heb 10:8 | offerande, en brandoffers, en offer voor de zonde hebt Gij niet
|