Book Chapter: Verse
1 Gen 1:16 | heerschappij des daags, en dat kleine licht tot heerschappij des
2 Gen 31:29 | hun vermogen, en al hun kleine kinderen, en hun vrouwen,
3 Gen 32:16 | Beth-El; en er was nog een kleine streek lands om tot Efrath
4 Gen 44:7 | den weg, als het nog een kleine streek lands was, om tot
5 Gen 46:8 | zijns vaders; alleen hun kleine kinderen, en hun schapen,
6 Gen 46:21 | vreest niet! Ik zal u en uw kleine kinderen onderhouden. Zo
7 Exo 10:10 | ulieden, gelijk ik u en uw kleine kinderen zal trekken laten:
8 Exo 18:22 | brengen, maar dat zij alle kleine zaken richten; verlicht
9 Exo 18:26 | brachten, maar zij alle kleine zaak richtten. ~
10 Exo 34:26 | den gansen berg; ook het kleine vee, noch runderen zullen
11 Exo 34:42 | baarmoeder van het grote en kleine vee. ~
12 Deu 1:17 | niet kennen; gij zult den kleine, zowel als den grote, horen;
13 Deu 25:14 | hebben, een grote en een kleine. ~
14 Joz 1:14 | 14 Laat uw vrouwen, uw kleine kinderen, en uw vee blijven
15 Joz 8:35 | Israel, en de vrouwen, en de kleine kinderen, en de vreemdelingen,
16 1Sa 5:9 | lieden dier stad van den kleine tot den grote, en zij hadden
17 1Sa 20:2 | geen grote zaak, en geen kleine zaak, die hij voor mijn
18 1Sa 20:35 | bestemd was; en er was een kleine jongen bij hem. ~
19 1Kon 2:20| Ik begeer van u een enige kleine begeerte, wijs mijn aangezicht
20 1Kon 18:44| dat hij zeide: Zie, een kleine wolk, als eens mans hand,
21 2Kon 2:23| den weg opging, zo kwamen kleine jongens uit de stad; die
22 2Kon 4:10| 10 Laat ons toch een kleine opperkamer van een wand
23 2Kon 5:2 | Syrie getogen, en hadden een kleine jonge dochter uit het land
24 2Kon 5:19| En hij ging van hem een kleine streek lands. ~
25 1Kro 28:31| 31 En over het kleine vee was Jaziz, de Hageriet.
26 2Kro 16:13| zou gedood worden, van den kleine tot den grote, en van den
27 2Kro 34:30| volk, van den grote tot den kleine toe; en men las voor hun
28 2Kro 37:18| huis Gods, de grote en de kleine, en de schatten van het
29 Est 16:13 | jonge tot den oude toe, de kleine kinderen en de vrouwen,
30 Est 17:13 | jonge tot den oude toe, de kleine kinderen en de vrouwen,
31 Est 49:4 | die hen benauwen zou, de kleine kinderen en de vrouwen,
32 Job 3:19 | 19 De kleine en de grote is daar; en
33 Psa 68:28 | 28 Daar is Benjamin de kleine, die over hen heerste, de
34 Psa 104:25 | gedierte, en dat zonder getal, kleine gedierten met grote. ~
35 Pred 9:14| 14 Er was een kleine stad, en weinig lieden waren
36 Hoo 2:15 | gijlieden ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden
37 Hoo 8:8 | 8 Wij hebben een kleine zuster, die nog geen borsten
38 Jes 3:19 | De reukdoosjes, en de kleine ketentjes, en de glinsterende
39 Jes 22:24 | der afkomelingen, ook alle kleine vaten, van de vaten der
40 Jes 43:23 | hebt gij niet gebracht het kleine vee uwer brandofferen, en
41 Jer 48:4 | Moab is verbroken; haar kleine kinderen hebben een gekrijt
42 Dan 7:8 | hoornen, en ziet, een andere kleine hoorn kwam op tussen dezelve,
43 Dan 8:9 | een van die kwam voort een kleine hoorn, welke uitnemend groot
44 Dan 11:34 | vallen, zullen zij met een kleine hulp geholpen worden; doch
45 Amos 6:11| slaan met inwatering, en het kleine huis met spleten. ~
46 Zac 4:10 | wie veracht den dag der kleine dingen? daar zich toch die
47 Mark 12:42| een arme weduwe, die twee kleine penningen daarin wierp,
48 Mark 15:40| moeder van Jakobus, den kleine, en van Joses, en Salome; ~
49 Luk 21:2 | zekere arme weduwe twee kleine penningen daarin werpen. ~
50 Hand 6:48| was geworden, was er geen kleine beroerte onder de krijgsknechten,
51 Hand 9:2 | 2 Als er dan geen kleine wederstand en twisting geschiedde
52 Hand 13:23| dienzelfden tijd ontstond er geen kleine beroerte, vanwege den weg
53 Hand 13:24| Demetrius, een zilversmid, die kleine zilveren tempelen van Diana
54 1The 2:17| geweest zijnde voor een kleine wijle tijds, naar het aangezicht,
55 Heb 8:11 | Mij allen kennen van den kleine onder hen tot den grote
56 Open 3:8 | die sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn
|