Book Chapter: Verse
1 Gen 29:13 | hem in zijn hand kwam, een geschenk voor Ezau zijn broeder; ~
2 Gen 29:18 | zult gij zeggen: Dat is een geschenk van uw knecht Jakob, gezonden
3 Gen 29:20 | aangezicht verzoenen met dit geschenk, dat voor mijn aangezicht
4 Gen 29:21 | 21 Alzo ging dat geschenk heen voor zijn aangezicht;
5 Gen 30:10 | gevonden heb, zo neem mijn geschenk van mijn hand; daarom, omdat
6 Gen 31:12 | mij den bruidschat en het geschenk; en ik zal geven, gelijk
7 Gen 39:11 | en brengt dien man een geschenk henen af: een weinig balsem,
8 Gen 39:15 | En die mannen namen dat geschenk, en namen dubbel geld in
9 Gen 39:25 | 25 En zij bereidden het geschenk, totdat Jozef kwam op den
10 Gen 39:26 | zo brachten zij hem het geschenk, hetwelk in hun hand was,
11 Exo 23:8 | 8 Ook zult gij geen geschenk nemen; want het geschenk
12 Exo 23:8 | geschenk nemen; want het geschenk verblindt de zienden, en
13 Num 18:20 | u tot een dienst van een geschenk; en de vreemde, die nadert,
14 Num 19:7 | u tot een dienst van een geschenk; en de vreemde, die nadert,
15 Deu 10:17 | aangezicht aanneemt, noch geschenk ontvangt; ~
16 Deu 16:19 | kennen; ook zult gij geen geschenk nemen; want het geschenk
17 Deu 16:19 | geschenk nemen; want het geschenk verblindt de ogen der wijzen,
18 Deu 27:25 | 25 Vervloekt zij, die geschenk neemt, om een ziel, het
19 Ric 3:15 | zonden door zijn hand een geschenk aan Eglon, den koning der
20 Ric 3:17 | koning der Moabieten, dat geschenk; Eglon nu was een zeer vet
21 Ric 3:18 | als hij geeindigd had het geschenk te leveren, zo geleidde
22 Ric 3:18 | geleidde hij het volk, die het geschenk gedragen hadden; ~
23 Ric 5:18 | totdat ik tot U kome, en mijn geschenk uitbrenge, en U voorzette.
24 1Sa 10:27 | hem, en brachten hem geen geschenk. Doch hij was als doof. ~ ~ ~
25 1Sa 12:3 | en van wiens hand ik een geschenk genomen heb, dat ik mijn
26 2Sa 19:42 | kost, of heeft hij ons een geschenk geschonken? ~
27 1Kon 9:16| huisvrouw van Salomo, tot een geschenk gegeven. ~
28 1Kon 10:25| brachten een ieder zijn geschenk, zilveren vaten, en gouden
29 1Kon 13:7 | sterk u, en ik zal u een geschenk geven. ~
30 1Kon 15:19| vader; zie, ik zend u een geschenk, zilver en goud; ga heen,
31 2Kon 8:8 | koning tot Hazael: Neem een geschenk in uw hand, en ga den man
32 2Kon 8:9 | hem tegemoet, en nam een geschenk in zijn hand, te weten,
33 2Kon 17:8 | den koning van Assyrie een geschenk. ~
34 2Kon 18:8 | den koning van Assyrie een geschenk. ~
35 2Kon 19:3 | knecht, dat hij hem een geschenk gaf. ~
36 2Kon 19:4 | boden gezonden had, en het geschenk aan den koning van Assyrie
37 2Kon 20:31| Handelt met mij door een geschenk, en komt tot mij uit, en
38 2Kon 22:12| van Babel, brieven en een geschenk aan Hizkia; want hij had
39 2Kro 10:24| brachten een ieder zijn geschenk, zilveren vaten, en gouden
40 Psa 15:5 | geeft op woeker, en geen geschenk neemt tegen den onschuldige.
41 Psa 45:13 | zullen uw aangezicht met geschenk smeken. ~
42 Psa 68:30 | Jeruzalem, zullen U de koningen geschenk toebrengen. ~
43 Spre 6:35| bewilligen, ofschoon gij het geschenk vergroot. ~ ~
44 Spre 17:8 | 8 Het geschenk is in de ogen zijner heren
45 Spre 17:23| De goddeloze zal het geschenk uit den schoot nemen, om
46 Spre 21:14| den toorn onder, en een geschenk in den schoot de sterke
47 Pred 7:7 | wijze dol maken; en het geschenk verderft het hart. ~
48 Jes 5:23 | goddeloze rechtvaardigen om een geschenk, en de gerechtigheid der
49 Jes 18:7 | HEERE der heirscharen een geschenk gebracht worden van het
50 Jes 36:16 | Handelt met mij door een geschenk, en komt tot mij uit, en
51 Jes 39:1 | van Babel, brieven en een geschenk aan Hizkia; want hij had
52 Jes 45:13 | niet voor prijs, noch voor geschenk, zegt de HEERE der
53 Jer 40:5 | gaf hem reiskost en een geschenk, en liet hem gaan. ~
54 Eze 46:16 | iemand van zijn zonen een geschenk zal geven van zijn erfenis,
55 Eze 46:17 | hij van zijn erfenis een geschenk zal geven aan een van zijn
56 Hos 10:6 | gevoerd worden, tot een geschenk voor den koning Jareb; Efraim
|