Book Chapter: Verse
1 Exo 9:17 | Mijn volk, dat gij het niet wilt laten trekken? ~
2 1Sa 21:9 | indien gij u dat nemen wilt, zo neem het, want hier
3 2Sa 24:13 | jaren in uw land komen? Of wilt gij drie maanden vlieden
4 Neh 2:19 | ding, dat gijlieden doet? Wilt gijlieden tegen den koning
5 Jes 21:12 | gekomen, en het is nog nacht; wilt gijlieden vragen, vraagt;
6 Jer 37:13 | Jeremia, zeggende: Gij wilt tot de Chaldeen vallen! ~
7 Hos 4:15 | 15 Zo gij, o Israel! wilt hoereren, dat immers Juda
8 Joe 3:4 | wedergeven? Maar zo gij Mij wilt vergelden, lichtelijk,
9 Matt 7:12| Alle dingen dan, die gij wilt, dat u de mensen zouden
10 Matt 8:2 | zeggende: Heere! indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. ~
11 Matt 11:14| 14 En zo gij het wilt aannemen, hij is Elias,
12 Matt 13:28| dienstknechten zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij heengaan
13 Matt 15:28| u geschiede, gelijk gij wilt. En haar dochter werd gezond
14 Matt 17:4 | dat wij hier zijn; zo Gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen
15 Matt 19:17| Een, namelijk God. Doch wilt gij in het leven ingaan,
16 Matt 19:21| Jezus zeide tot hem: Zo gij wilt volmaakt zijn, ga heen,
17 Matt 20:21| Hij zeide tot haar: Wat wilt gij? Zij zeide tot Hem:
18 Matt 20:32| riep hen en zeide: Wat wilt gij, dat Ik u doe? ~
19 Matt 26:15| 15 En zeide: Wat wilt gij mij geven, en ik zal
20 Matt 26:17| zeggende tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij U bereiden
21 Matt 26:39| Ik wil, maar gelijk Gij wilt. ~
22 Matt 27:17| Pilatus tot hen: Welken wilt gij, dat ik u zal loslaten,
23 Matt 27:21| hen: Welke van deze twee wilt gij, dat ik u zal loslaten?
24 Mark 1:40| Hem zeggende: Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. ~
25 Mark 6:22| Eis van mij, wat gij ook wilt, en ik zal het u geven. ~
26 Mark 10:36| En Hij zeide tot hen: Wat wilt gij, dat Ik u doe? ~
27 Mark 10:51| antwoordende, zeide tot hem: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal?
28 Mark 14:7 | altijd met u, en wanneer gij wilt, kunt gij hun weldoen; maar
29 Mark 14:12| discipelen tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij heengaan, en
30 Mark 14:36| wat Ik wil, maar wat Gij wilt. ~
31 Mark 15:9 | antwoordde hun, zeggende: Wilt gij, dat ik u den Koning
32 Mark 15:12| zeide wederom tot hen: Wat wilt gij dan, dat ik met Hem
33 Luk 5:12 | zeggende: Heere! zo Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. ~
34 Luk 6:31 | 31 En gelijk gij wilt, dat u de mensen doen zullen,
35 Luk 9:54 | zagen, zeiden zij: Heere, wilt Gij, dat wij zeggen, dat
36 Luk 18:41 | 41 Zeggende: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal?
37 Luk 22:9 | zij zeiden tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij het bereiden? ~
38 Joha 5:6 | gelegen had, zeide tot hem: Wilt gij gezond worden? ~
39 Joha 5:40| 40 En gij wilt tot Mij niet komen, opdat
40 Joha 6:67| dan zeide tot de twaalven: Wilt gijlieden ook niet weggaan? ~
41 Joha 8:44| den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders
42 Joha 9:27| hebt het niet gehoord; wat wilt gij het wederom horen? Wilt
43 Joha 9:27| wilt gij het wederom horen? Wilt gijlieden ook Zijn discipelen
44 Joha 15:7 | in u blijven, zo wat gij wilt, zult gij begeren, en het
45 Joha 18:39| het pascha een loslate. Wilt gij dan, dat ik u den Koning
46 Joha 21:18| en brengen, waar gij niet wilt. ~
47 Hand 19:9 | antwoordde Paulus, en zeide: Wilt gij naar Jeruzalem opgaan,
48 Rom 13:3 | werken, maar den kwaden. Wilt gij nu de macht niet vrezen,
49 1Kor 4:21| 21 Wat wilt gij? Zal ik met de roede
50 1Kor 10:27| noodt, en gij daar gaan wilt, eet al wat ulieden voorgesteld
51 2Kor 12:20| worden zodanig als gij niet wilt; dat er niet enigszins zijn
52 Gal 4:9 | gij wederom van voren aan wilt dienen? ~
53 Gal 4:21 | mij, gij, die onder de wet wilt zijn, hoort gij de wet niet? ~
54 Gal 5:4 | door de wet gerechtvaardigd wilt worden; gij zijt van de
55 Jako 2:20| 20 Maar wilt gij weten, o ijdel mens,
|