Book Chapter: Verse
1 Gen 20:26 | heb niet geweten, wie dit stuk gedaan heeft; en ook hebt
2 Gen 44:22 | 22 En ik heb u een stuk lands gegeven boven uw broederen;
3 Exo 22:1 | en vier schapen voor een stuk klein vee. ~
4 Exo 34:43 | opent, zult gij met een stuk klein vee lossen; maar indien
5 Lev 5:7 | kan, als genoeg is tot een stuk klein vee, zo zal hij tot
6 Deu 13:11 | voortvare te doen naar dit boze stuk in het midden van u. ~
7 Deu 17:5 | vrouw, die ditzelve boze stuk gedaan hebben, tot uw poorten
8 Deu 19:20 | meer te doen naar dit boze stuk, in het midden van u. ~
9 Joz 25:32 | hadden, te Sichem, in dat stuk velds, hetwelk Jakob gekocht
10 Ric 5:29 | de ander: Wie heeft dit stuk gedaan? En als zij onderzochten
11 Ric 5:29 | zoon van Joas, heeft dit stuk gedaan. ~
12 Ric 7:1 | van Efraim tot hem: Wat stuk is dit, dat gij ons gedaan
13 Ric 8:53 | Maar een vrouw wierp een stuk van een molensteen op Abimelechs
14 Rut 4:3 | hij tot dien losser: Het stuk lands, dat van onzen broeder
15 1Sa 9:23 | Samuel tot den kok: Lang dat stuk, hetwelk Ik u gegeven heb,
16 1Sa 30:12 | 12 Zij gaven hem ook een stuk van een klomp vijgen, en
17 2Sa 6:19 | broodkoek, en een schoon stuk vlees, en een fles wijn.
18 2Sa 11:21 | Wierp niet een vrouw een stuk van een molensteen op hem
19 2Sa 14:30 | zijn knechten: Ziet, het stuk akkers van Joab is aan de
20 2Sa 14:30 | Absaloms knechten staken dat stuk akkers aan met vuur. ~
21 2Sa 14:31 | Waarom hebben uw knechten het stuk akkers, dat mijn is, met
22 2Sa 23:11 | een dorp, en aldaar een stuk akkers was vol linzen, en
23 2Sa 23:12 | zich in het midden van dat stuk, en verloste dat, en sloeg
24 2Kon 9:10| honden Izebel eten op het stuk lands van Jizreel, en er
25 2Kon 9:21| tegemoet, en vonden hem op het stuk lands van Naboth, den Jizreeliet. ~
26 2Kon 9:25| hoofdman: Neem, werp hem op dat stuk lands van Naboth, den Jizreeliet;
27 2Kon 9:26| dat niet vergelde op dit stuk lands, zegt de HEERE. Nu
28 2Kon 9:26| dan, neem, werp hem op dat stuk land, naar het woord des
29 2Kon 9:36| Thisbiet, zeggende: Op het stuk lands van Jizreel zullen
30 2Kon 9:37| mest op het veld, in het stuk lands van Jizreel, dat men
31 1Kro 11:13| vergaderd waren, en het stuk des akkers vol gerst was,
32 1Kro 11:14| zich in het midden van dat stuk, en beschermden het, en
33 1Kro 16:3 | bol broods, en een schoon stuk vlees, en een fles wijn.
34 Job 41:11 | gaven hem een iegelijk een stuk gelds, een iegelijk ook
35 Spre 6:26| hoer is, komt men tot een stuk broods; en eens mans huisvrouw
36 Spre 28:21| want een man zal om een stuk broods overtreden. ~
37 Hoo 4:3 | slaap uws hoofds is als een stuk van een granaatappel tussen
38 Hoo 6:7 | Uw wangen zijn als een stuk van een granaatappel tussen
39 Eze 15:3 | daarvan hout genomen, om een stuk werk te maken? Neemt men
40 Eze 15:4 | zou het deugen tot een stuk werks? ~
41 Eze 15:5 | geheel was, werd het tot geen stuk werks gemaakt; hoeveel te
42 Eze 15:5 | zal het dan nog tot een stuk werks gemaakt worden? ~
43 Eze 24:6 | niet is uitgegaan! trek stuk bij stuk daaruit, en laat
44 Eze 24:6 | uitgegaan! trek stuk bij stuk daaruit, en laat het lot
45 Amos 4:7 | doen regenen; het ene stuk lands werd beregend, maar
46 Amos 4:7 | beregend, maar het andere stuk lands, waar het niet op
47 Amos 7:4 | afgrond, ook verteerde het een stuk lands. ~
48 Luk 24:42 | 42 En zij gaven Hem een stuk van een gebraden vis, en
49 Joha 4:5 | genaamd Sichar, nabij het stuk land, hetwelk Jakob zijn
50 Hand 12:14| enig ongelijk, of kwaad stuk begaan ware, o Joden, zo
51 Hand 15:19| gegroet had, verhaalde hij van stuk tot stuk, wat God onder
52 Hand 15:19| verhaalde hij van stuk tot stuk, wat God onder de heidenen
53 Kol 2:16 | spijs of in drank, of in het stuk des feest dags, of der nieuwe
54 Heb 9:5 | welke dingen wij nu van stuk tot stuk niet zullen zeggen. ~
55 Heb 9:5 | dingen wij nu van stuk tot stuk niet zullen zeggen. ~
|