1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3972
Book Chapter: Verse
501 Lev 14:55 | 55 En voor melaatsheid der klederen,
502 Lev 14:56 | 56 Mitsgaders voor gezwel, en voor gezweer,
503 Lev 14:56 | Mitsgaders voor gezwel, en voor gezweer, en voor blaren; ~
504 Lev 14:56 | gezwel, en voor gezweer, en voor blaren; ~
505 Lev 15:13 | zijn reiniging zeven dagen voor zich tellen, en zijn klederen
506 Lev 15:14 | den achtsten dag zal hij voor zich twee tortelduiven of
507 Lev 15:14 | jonge duiven nemen; en zal voor het aangezicht des HEEREN,
508 Lev 15:15 | zal de priester over hem voor het aangezicht des HEEREN,
509 Lev 15:28 | rein wordt, dan zal zij voor zich zeven dagen tellen,
510 Lev 15:29 | den achtsten dag zal zij voor zich twee tortelduiven,
511 Lev 15:30 | bereiden; en de priester zal voor haar, van den vloed harer
512 Lev 15:30 | onreinigheid, verzoening doen voor het aangezicht des HEEREN. ~
513 Lev 15:33 | zijn vloed is vloeiende, voor een man, en voor een vrouw;
514 Lev 15:33 | vloeiende, voor een man, en voor een vrouw; en voor een man,
515 Lev 15:33 | man, en voor een vrouw; en voor een man, die bij een onreine
516 Lev 16:1 | als zij genaderd waren voor het aangezicht des HEEREN,
517 Lev 16:2 | heilige, binnen den voorhang, voor het verzoendeksel, dat op
518 Lev 16:6 | var des zondoffers, die voor hem zal zijn, offeren, en
519 Lev 16:6 | zal zijn, offeren, en zal voor zich en voor zijn huis verzoening
520 Lev 16:6 | offeren, en zal voor zich en voor zijn huis verzoening doen. ~
521 Lev 16:7 | en hij zal die stellen voor het aangezicht des HEEREN,
522 Lev 16:8 | twee bokken werpen: een lot voor den HEERE, en een lot voor
523 Lev 16:8 | voor den HEERE, en een lot voor den weggaanden bok. ~
524 Lev 16:9 | bok, op denwelken het lot voor den HEERE zal gekomen zijn,
525 Lev 16:10 | bok te zijn, zal levend voor het aangezicht des HEEREN
526 Lev 16:11 | var des zondoffers, die voor hemzelven zal zijn, toebrengen,
527 Lev 16:11 | zal zijn, toebrengen, en voor zichzelven en voor zijn
528 Lev 16:11 | toebrengen, en voor zichzelven en voor zijn huis verzoening doen,
529 Lev 16:11 | var des zondoffers, die voor hemzelven zal zijn, slachten. ~
530 Lev 16:12 | nemen van het altaar, van voor het aangezicht des HEEREN,
531 Lev 16:13 | reukwerk op het vuur leggen, voor het aangezicht des HEEREN,
532 Lev 16:14 | oostwaarts sprengen; en voor het verzoendeksel zal hij
533 Lev 16:15 | bok des zondoffers, die voor het volk zal zijn, slachten,
534 Lev 16:15 | op het verzoendeksel, en voor het verzoendeksel. ~
535 Lev 16:16 | 16 Zo zal hij voor het heilige, vanwege de
536 Lev 16:17 | zal hij verzoening doen, voor zichzelven, en voor zijn
537 Lev 16:17 | doen, voor zichzelven, en voor zijn huis, en voor de gehele
538 Lev 16:17 | zichzelven, en voor zijn huis, en voor de gehele gemeente van Israel. ~
539 Lev 16:18 | hij tot het altaar, dat voor het aangezicht des HEEREN
540 Lev 16:18 | uitkomen, en verzoening voor hetzelve doen; en hij zal
541 Lev 16:24 | brandoffer des volks bereiden, en voor zich en voor het volk verzoening
542 Lev 16:24 | bereiden, en voor zich en voor het volk verzoening doen. ~
543 Lev 16:29 | 29 En dit zal voor u tot een eeuwige inzetting
544 Lev 16:30 | Want op dien dag zal hij voor u verzoening doen, om u
545 Lev 16:30 | van al uw zonden zult gij voor het aangezicht des HEEREN
546 Lev 16:32 | men gevuld zal hebben, om voor zijn vader het priesterambt
547 Lev 16:33 | hij verzoenen; desgelijks voor de priesteren, en voor al
548 Lev 16:33 | desgelijks voor de priesteren, en voor al het volk der gemeente
549 Lev 16:34 | eeuwige inzetting zijn, om voor de kinderen Israels van
550 Lev 17:4 | een offerande den HEERE voor den tabernakel des HEEREN
551 Lev 17:7 | een eeuwige inzetting zijn voor hun geslachten. ~
552 Lev 17:11 | want het is het bloed, dat voor de ziel verzoening zal doen. ~
553 Lev 17:14 | alle vlees; zijn bloed is voor zijn ziel; daarom heb Ik
554 Lev 18:21 | zult gij niet geven, om voor den Molech door het vuur
555 Lev 18:23 | vrouw zal ook niet staan voor een beest, om daarmede te
556 Lev 18:27 | lieden dezes lands, die voor u geweest zijn, hebben al
557 Lev 18:28 | gelijk als het het volk, dat voor u was, uitgespuwd heeft. ~
558 Lev 18:30 | gruwelijke inzettingen, die voor u zijn gedaan geweest, en
559 Lev 19:14 | den dove niet vloeken, en voor het aangezicht des blinden
560 Lev 19:14 | aanstoot zetten; maar gij zult voor uw God vrezen; Ik ben de
561 Lev 19:22 | den ram des schuldoffers, voor hem over zijn zonde, die
562 Lev 19:22 | die hij gezondigd heeft, voor het aangezicht des HEEREN
563 Lev 19:24 | ding zijn, ter lofzegging voor den HEERE. ~
564 Lev 19:25 | om het inkomen daarvan voor u te vermeerderen; Ik ben
565 Lev 19:32 | 32 Voor het grauwe haar zult gij
566 Lev 19:32 | vereren; en gij zult vrezen voor uw God; Ik ben de HEERE! ~
567 Lev 20:17 | schandvlek; daarom zullen zij voor de ogen van de kinderen
568 Lev 20:23 | inzettingen des volks, hetwelk Ik voor uw aangezicht uitwerp; want
569 Lev 20:25 | aardbodem kruipt, hetwelk Ik voor u afgezonderd heb, opdat
570 Lev 22:3 | is; diezelve mens zal van voor Mijn aangezicht uitgeroeid
571 Lev 22:20 | zou niet aangenaam zijn voor u. ~
572 Lev 22:25 | zouden niet aangenaam zijn voor u. ~
573 Lev 22:42 | 11 En hij zal die garf voor het aangezicht des HEEREN
574 Lev 22:42 | HEEREN bewegen, opdat het voor u aangenaam zij; des anderen
575 Lev 22:45 | is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw
576 Lev 22:51 | eerstelingen ten beweegoffer, voor het aangezicht des HEEREN,
577 Lev 22:51 | HEERE een heilig ding zijn, voor den priester. ~
578 Lev 22:52 | inzetting in al uw woningen voor uw geslachten. ~
579 Lev 22:53 | uw oogst niet opzamelen; voor den arme en voor den vreemdeling
580 Lev 22:53 | opzamelen; voor den arme en voor den vreemdeling zult gij
581 Lev 22:59 | over u verzoening te doen voor het aangezicht des HEEREN
582 Lev 22:62 | is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw
583 Lev 22:71 | beekwilgen; en gij zult voor het aangezicht des HEEREN,
584 Lev 22:72 | is een eeuwige inzetting voor uw geslachten; in de zevende
585 Lev 23:2 | zuivere gestoten olijfolie, voor den luchter, om de lampen
586 Lev 23:3 | 3 Aaron zal die voor het aangezicht des HEEREN
587 Lev 23:3 | is een eeuwige inzetting voor uw geslachten. ~
588 Lev 23:4 | louteren kandelaar die lampen voor het aangezicht des HEEREN
589 Lev 23:6 | rij, op de reine tafel, voor het aangezicht des HEEREN. ~
590 Lev 23:8 | sabbatdag gedurig zal men dat voor het aangezicht des HEEREN
591 Lev 23:9 | 9 En het zal voor Aaron en zijn zonen zijn,
592 Lev 23:9 | zullen eten; want het is voor hem een heiligheid der heiligheden
593 Lev 23:18 | zal het wedergeven, ziel voor ziel. ~
594 Lev 23:20 | 20 Breuk voor breuk, oog voor oog, tand
595 Lev 23:20 | 20 Breuk voor breuk, oog voor oog, tand voor tand; gelijk
596 Lev 23:20 | breuk, oog voor oog, tand voor tand; gelijk als hij een
597 Lev 24:4 | in het zevende jaar zal voor het land een sabbat der
598 Lev 24:5 | het zal een jaar der ruste voor het land zijn. ~
599 Lev 24:6 | den sabbat des lands zal voor u tot spijze zijn, voor
600 Lev 24:6 | voor u tot spijze zijn, voor u, en voor uw knecht, en
601 Lev 24:6 | spijze zijn, voor u, en voor uw knecht, en voor uw dienstmaagd,
602 Lev 24:6 | u, en voor uw knecht, en voor uw dienstmaagd, en voor
603 Lev 24:6 | voor uw dienstmaagd, en voor uw dagloner, en voor uw
604 Lev 24:6 | en voor uw dagloner, en voor uw bijwoner, die bij u als
605 Lev 24:7 | 7 Mitsgaders voor het vee, en voor het gedierte,
606 Lev 24:7 | Mitsgaders voor het vee, en voor het gedierte, dat in uw
607 Lev 24:10 | vrijheid uitroepen in het land, voor al zijn inwoners; het zal
608 Lev 24:17 | naaste verdrukke; maar vreest voor uw God; want Ik ben de HEERE,
609 Lev 24:21 | jaar, dat het de inkomst voor drie jaren zal voortbrengen. ~
610 Lev 24:23 | 23 Het land ook zal niet voor altoos verkocht worden;
611 Lev 24:24 | uwer bezitting, lossing voor het land toelaten. ~
612 Lev 24:30 | is, die een muur heeft, voor altoos blijven aan hem,
613 Lev 24:34 | is een eeuwige bezitting voor hen. ~
614 Lev 24:36 | nemen; maar gij zult vrezen voor uw God, opdat uw broeder
615 Lev 24:43 | wreedheid; maar gij zult vrezen voor uw God. ~
616 Lev 24:46 | bezitters over hen stellen voor uw kinderen na u, opdat
617 Lev 24:48 | verkocht hebben, zal er lossing voor hem zijn; een van zijn broeders
618 Lev 24:53 | heerschappij hebben met wreedheid voor uw ogen. ~
619 Lev 25:7 | vervolgen; en zij zullen voor uw aangezicht door het zwaard
620 Lev 25:8 | vervolgen; en uw vijanden zullen voor uw aangezicht door het zwaard
621 Lev 25:17 | gij geslagen zult worden voor het aangezicht uwer vijanden;
622 Lev 25:36 | vlieden, gelijk men vliedt voor een zwaard, en zullen vallen,
623 Lev 25:37 | de een op den ander als voor het zwaard vallen, waar
624 Lev 25:37 | die jaagt; en gij zult voor het aangezicht uwer vijanden
625 Lev 25:45 | voorouderen, die Ik uit Egypteland voor de ogen der heidenen uitgevoerd
626 Lev 26:5 | twintig sikkelen zijn, en voor een vrouw tien sikkelen. ~
627 Lev 26:7 | zijn vijftien sikkelen, en voor een vrouw tien sikkelen. ~
628 Lev 26:8 | schatting, zo zal hij zich voor het aangezicht des priesters
629 Lev 26:10 | hetzelve verwisselen, een goed voor een kwaad, of een kwaad
630 Lev 26:10 | een kwaad, of een kwaad voor een goed; indien hij nochtans
631 Lev 26:10 | indien hij nochtans een beest voor een beest enigzins verwisselt,
632 Lev 26:11 | offert, zo zal hij dat beest voor het aangezicht des priesters
633 Num 1:2 | wat mannelijk is, hoofd voor hoofd. ~
634 Num 1:18 | was en daarboven, hoofd voor hoofd. ~
635 Num 1:20 | het getal der namen, hoofd voor hoofd, al wat mannelijk
636 Num 1:22 | het getal der namen, hoofd voor hoofd, al wat mannelijk
637 Num 3:4 | Nadab en Abihu stierven voor het aangezicht des HEEREN,
638 Num 3:4 | HEEREN, als zij vreemd vuur voor het aangezicht des HEEREN
639 Num 3:4 | bedienden het priesterambt voor het aangezicht van hun vader
640 Num 3:6 | Levi naderen, en stel hem voor het aangezicht van den priester
641 Num 3:7 | der gehele vergadering, voor de tent der samenkomst,
642 Num 3:38 | Die nu zich legeren zullen voor den tabernakel oostwaarts,
643 Num 3:38 | den tabernakel oostwaarts, voor de tent der samenkomst,
644 Num 3:38 | de wacht des heiligdoms, voor de wacht der kinderen Israels;
645 Num 3:41 | 41 En gij zult voor Mij de Levieten nemen (Ik
646 Num 3:47 | 47 Gij zult voor elk hoofd vijf sikkels nemen;
647 Num 5:8 | verzoening, met welken hij voor hem verzoening doen zal. ~
648 Num 5:13 | zal gelegen hebben, en het voor de ogen haars mans zal verborgen
649 Num 5:15 | brengen, en zal haar offerande voor haar medebrengen, een tiende
650 Num 5:16 | naderen; hij zal haar stellen voor het aangezicht des HEEREN. ~
651 Num 5:18 | zal de priester de vrouw voor het aangezicht des HEEREN
652 Num 5:25 | zal datzelve spijsoffer voor het aangezicht des HEEREN
653 Num 5:30 | hebben, dat hij de vrouw voor het aangezicht des HEEREN
654 Num 6:11 | een ten brandoffer, en zal voor hem verzoening doen, van
655 Num 6:16 | 16 En de priester zal het voor het aangezicht des HEEREN
656 Num 6:20 | bewegen ten beweegoffer, voor het aan gezicht des HEEREN;
657 Num 6:20 | het is een heilig ding voor den priester, met de borst
658 Num 6:21 | zijn offerande den HEERE voor zijn Nazireerschap zal beloofd
659 Num 7:3 | zij brachten hun offerande voor het aangezicht des HEEREN,
660 Num 7:3 | twaalf runderen; een wagen voor twee oversten, en een os
661 Num 7:3 | twee oversten, en een os voor elk een; en brachten ze
662 Num 7:3 | elk een; en brachten ze voor den tabernakel. ~
663 Num 7:10 | offerden hun offeranden voor het altaar. ~
664 Num 7:12 | de zoon van Amminadab, voor den stam van Juda. ~
665 Num 8:9 | En gij zult de Levieten voor de tent der samenkomst doen
666 Num 8:10 | Ja, gij zult de Levieten voor het aangezicht des HEEREN
667 Num 8:11 | bewegen ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN,
668 Num 8:13 | zult de Levieten stellen voor het aangezicht van Aaron,
669 Num 8:13 | aangezicht van Aaron, en voor het aangezicht van zijn
670 Num 8:16 | van de kinderen Israels; voor de opening van alle baarmoeder,
671 Num 8:16 | opening van alle baarmoeder, voor de eerstgeborenen van een
672 Num 8:18 | heb de Levieten genomen voor alle eerstgeborenen onder
673 Num 8:19 | samenkomst te bedienen, en om voor de kinderen Israels verzoening
674 Num 8:21 | bewoog hen ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN;
675 Num 8:22 | de tent der samenkomst, voor het aangezicht van Aaron,
676 Num 8:22 | aangezicht van Aaron, en voor het aangezicht zijner zonen;
677 Num 9:6 | houden; daarom naderden zij voor het aangezicht van Mozes,
678 Num 9:6 | aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht van Aaron
679 Num 9:14 | het zal enerlei inzetting voor ulieden zijn, beiden den
680 Num 10:9 | zal uwer gedacht worden voor het aangezicht des HEEREN,
681 Num 10:10 | zullen u ter gedachtenis zijn voor het aangezicht uws Gods;
682 Num 10:33 | verbonds des HEEREN reisde voor hun aangezicht drie dagreizen,
683 Num 10:33 | aangezicht drie dagreizen, om voor hen een rustplaats uit te
684 Num 11:6 | met al, behalve dit Man voor onze ogen! ~
685 Num 11:16 | en gij zult hen brengen voor de tent der samenkomst,
686 Num 11:18 | vlees eten; want gij hebt voor de oren des HEEREN geweend,
687 Num 11:20 | verworpen hebt, en hebt voor Zijn aangezicht geweend,
688 Num 11:22 | 22 Zullen dan voor hen schapen en runderen
689 Num 11:22 | runderen geslacht worden, dat voor hen genoeg zij? zullen al
690 Num 11:22 | zullen al de vissen der zee voor hen verzameld worden, dat
691 Num 11:22 | hen verzameld worden, dat voor hen genoeg zij? ~
692 Num 11:29 | zeide tot hem: Zijt gij voor mij ijverende? Och of al
693 Num 11:32 | verzameld; en zij spreidden ze voor zich van elkander rondom
694 Num 13:11 | 11 Van de stam van Jozef, voor den stam van Manasse, Gaddi,
695 Num 13:22 | was zeven jaren gebouwd voor Zoan in Egypte. ~
696 Num 13:30 | Toen stilde Kaleb het volk voor Mozes, en zeide: Laat ons
697 Num 14:5 | Aaron op hun aangezichten, voor het aangezicht van de ganse
698 Num 14:10 | de tent der samenkomst, voor al de kinderen Israels. ~
699 Num 14:14 | en Gij in een wolkkolom voor hun aangezicht gaat des
700 Num 14:34 | veertig dagen, elken dag voor elk jaar, zult gij uw ongerechtigheden
701 Num 14:37 | stierven door een plaag, voor het aangezicht des HEEREN. ~
702 Num 14:42 | gij niet geslagen wordt, voor het aangezicht uwer vijanden. ~
703 Num 14:43 | de Kanaanieten zijn daar voor uw aangezicht, en gij zult
704 Num 15:5 | of tot een slachtoffer, voor een lam. ~
705 Num 15:6 | 6 Of voor een ram zult gij een spijsoffer
706 Num 15:15 | alzo zal de vreemdeling voor des HEEREN aangezicht zijn. ~
707 Num 15:24 | iets bij dwaling gedaan, en voor de ogen der vergadering
708 Num 15:25 | priester zal de verzoening doen voor de ganse vergadering van
709 Num 15:25 | HEERE, en hun zondoffer, voor het aangezicht des HEEREN,
710 Num 15:28 | gezondigd heeft door afdwaling, voor het aangezicht des HEEREN,
711 Num 16:2 | 2 En zij stonden op voor het aangezicht van Mozes,
712 Num 16:3 | tot hen: Het is te veel voor u, want deze ganse vergadering,
713 Num 16:7 | daarin, legt reukwerk daarop voor het aangezicht des HEEREN;
714 Num 16:7 | heilig zijn. Het is te veel voor u, gij, kinderen van Levi! ~
715 Num 16:9 | te bedienen, en te staan voor het aangezicht der vergadering,
716 Num 16:16 | ganse vergadering, weest voor het aangezicht des HEEREN;
717 Num 16:17 | reukwerk daarin, en brengt voor het aangezicht des HEEREN,
718 Num 16:18 | reukwerk daarin; en zij stonden voor de deur van de tent der
719 Num 16:34 | dat rondom hen was, vlood voor hun geschrei; want zij zeiden:
720 Num 16:38 | make, tot een overdeksel voor het altaar; want zij hebben
721 Num 16:38 | want zij hebben ze gebracht voor het aangezicht des HEEREN,
722 Num 16:39 | uit tot een overtreksel voor het altaar; ~
723 Num 16:40 | 40 Ter nagedachtenis voor de kinderen Israels, opdat
724 Num 16:40 | om reukwerk aan te steken voor het aangezicht des HEEREN;
725 Num 16:43 | Mozes nu en Aaron kwamen tot voor de tent der samenkomst. ~
726 Num 16:46 | want een grote toorn is van voor het aangezicht des HEEREN
727 Num 17:2 | Israels, en neem van hen voor elk vaderlijk huis een staf,
728 Num 17:3 | want een staf zal er zijn voor het hoofd van het huis hunner
729 Num 17:4 | de tent der samenkomst, voor de getuigenis, waarheen
730 Num 17:6 | gaven aan hem een staf, voor elken overste een staf,
731 Num 17:7 | Mozes legde deze staven weg, voor het aangezicht des HEEREN,
732 Num 17:8 | inging; en ziet, Aarons staf, voor het huis van Levi, bloeide;
733 Num 17:9 | al deze staven uit, van voor het aangezicht des HEEREN,
734 Num 17:10 | de staf van Aaron weder voor de getuigenis, in bewaring,
735 Num 17:10 | bewaring, tot een teken voor de wederspannige kinderen;
736 Num 18:2 | Israels, en neem van hen voor elk vaderlijk huis een staf,
737 Num 18:3 | want een staf zal er zijn voor het hoofd van het huis hunner
738 Num 18:4 | de tent der samenkomst, voor de getuigenis, waarheen
739 Num 18:6 | gaven aan hem een staf, voor elken overste een staf,
740 Num 18:7 | Mozes legde deze staven weg, voor het aangezicht des HEEREN,
741 Num 18:8 | inging; en ziet, Aarons staf, voor het huis van Levi, bloeide;
742 Num 18:9 | al deze staven uit, van voor het aangezicht des HEEREN,
743 Num 18:10 | de staf van Aaron weder voor de getuigenis, in bewaring,
744 Num 18:10 | bewaring, tot een teken voor de wederspannige kinderen;
745 Num 18:15 | uw zonen met u, zult zijn voor de tent der getuigenis. ~
746 Num 18:29 | lossen, naar uw schatting, voor het geld van vijf sikkelen,
747 Num 18:32 | eeuwig zoutverbond zijn, voor het aangezicht des HEEREN,
748 Num 18:32 | het aangezicht des HEEREN, voor u en voor uw zaad met u. ~
749 Num 18:32 | aangezicht des HEEREN, voor u en voor uw zaad met u. ~
750 Num 18:34 | Israel ter erfenis gegeven, voor hun dienst, dien zij bedienen,
751 Num 18:36 | een eeuwige inzetting zijn voor uw geslachten; en in het
752 Num 18:39 | ontvangen hebben, die Ik u voor uw erfenis van henlieden
753 Num 18:44 | het is ulieden een loon voor uw dienst in de tent der
754 Num 19:2 | uw zonen met u, zult zijn voor de tent der getuigenis. ~
755 Num 19:16 | lossen, naar uw schatting, voor het geld van vijf sikkelen,
756 Num 19:19 | eeuwig zoutverbond zijn, voor het aangezicht des HEEREN,
757 Num 19:19 | het aangezicht des HEEREN, voor u en voor uw zaad met u. ~
758 Num 19:19 | aangezicht des HEEREN, voor u en voor uw zaad met u. ~
759 Num 19:21 | Israel ter erfenis gegeven, voor hun dienst, dien zij bedienen,
760 Num 19:23 | een eeuwige inzetting zijn voor uw geslachten; en in het
761 Num 19:26 | ontvangen hebben, die Ik u voor uw erfenis van henlieden
762 Num 19:31 | het is ulieden een loon voor uw dienst in de tent der
763 Num 20:2 | 2 En er was geen water voor de vergadering; toen vergaderden
764 Num 20:3 | hadden, toen onze broeders voor het aangezicht des HEEREN
765 Num 20:8 | gijlieden tot den steenrots voor hun ogen, zo zal zij hun
766 Num 20:9 | Toen nam Mozes den staf van voor het aangezicht des HEEREN,
767 Num 20:10 | vergaderden de gemeente voor de steenrots, en hij zeide
768 Num 20:10 | wederspannigen, zullen wij water voor ulieden uit deze steenrots
769 Num 20:12 | hebt, dat gij Mij heiligdet voor de ogen der kinderen van
770 Num 20:27 | klommen op tot den berg Hor, voor de ogen der ganse vergadering. ~
771 Num 21:7 | wegneme. Toen bad Mozes voor het volk. ~
772 Num 22:3 | 3 Zo vreesde Moab zeer voor het aangezicht dezes volks,
773 Num 22:3 | en Moab was beangstigd voor het aangezicht van de kinderen
774 Num 22:33 | gezien, en zij is nu driemaal voor Mijn aangezicht geweken;
775 Num 22:33 | aangezicht geweken; indien zij voor Mijn aangezicht niet geweken
776 Num 25:2 | het volk at, en boog zich voor haar goden. ~
777 Num 25:6 | Midianietin tot zijn broederen voor de ogen van Mozes, en voor
778 Num 25:6 | voor de ogen van Mozes, en voor de ogen van de ganse vergadering
779 Num 25:6 | Israels, toen zij weenden voor de deur van de tent der
780 Num 25:13 | priesterdoms, daarom dat hij voor zijn God geijverd, en verzoening
781 Num 25:13 | verzoening gedaan heeft voor de kinderen Israels. ~
782 Num 26:61 | zij vreemd vuur brachten voor het aangezicht des HEEREN. ~
783 Num 27:2 | 2 En zij stonden voor het aangezicht van Mozes,
784 Num 27:2 | aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht van Eleazar,
785 Num 27:2 | Eleazar, den priester, en voor het aangezicht van de oversten,
786 Num 27:5 | Mozes bracht haar rechtzaak voor het aangezicht des HEEREN. ~
787 Num 27:14 | vergadering, om Mij aan de wateren voor hun ogen te heiligen. Dat
788 Num 27:17 | 17 Die voor hun aangezicht uitga, en
789 Num 27:17 | aangezicht uitga, en die voor hun aangezicht inga, en
790 Num 27:19 | 19 En stel hem voor het aangezicht van Eleazar,
791 Num 27:19 | Eleazar, den priester, en voor het aangezicht der ganse
792 Num 27:19 | vergadering; en geef hem bevel voor hun ogen; ~
793 Num 27:21 | 21 En hij zal voor het aangezicht van Eleazar,
794 Num 27:21 | den priester, staan, die voor hem raad vragen zal, naar
795 Num 27:21 | naar de wijze van Urim, voor het aangezicht des HEEREN;
796 Num 27:22 | nam Jozua, en stelde hem voor het aangezicht van Eleazar,
797 Num 27:22 | Eleazar, den priester, en voor het aangezicht der ganse
798 Num 28:2 | Mijn offerande, Mijn spijze voor Mijn vuurofferen, Mijn liefelijken
799 Num 28:7 | vierendeel van een hin, voor het ene lam; in het heiligdom
800 Num 28:30 | 30 Een geitenbok, om voor u verzoening te doen. ~
801 Num 31:13 | hen tegemoet, tot buiten voor het leger. ~
802 Num 31:18 | niet bekend hebben, laat voor ulieden leven. ~
803 Num 31:28 | Daarna zult gij een schatting voor den HEERE heffen, van de
804 Num 31:37 | 37 En de schatting voor den HEERE van schapen was
805 Num 31:38 | duizend, en hun schatting voor den HEERE twee en zeventig. ~
806 Num 31:39 | vijfhonderd, en hun schatting voor den HEERE was een en zestig. ~
807 Num 31:40 | duizend, en hun schatting voor den HEERE twee en dertig
808 Num 31:50 | een afhangenden gordel, om voor onze zielen verzoening te
809 Num 31:50 | zielen verzoening te doen voor het aangezicht des HEEREN. ~
810 Num 31:53 | een iegelijk had geroofd voor zichzelven. ~
811 Num 31:54 | samenkomst, ter gedachtenis voor de kinderen Israels, voor
812 Num 31:54 | voor de kinderen Israels, voor het aangezicht des HEEREN. ~ ~
813 Num 31:54 | deze plaats was een plaats voor vee. ~
814 Num 31:57 | Dit land, hetwelk de HEERE voor het aangezicht der vergadering
815 Num 31:57 | geslagen heeft, is een land voor vee; en uw knechten hebben
816 Num 31:69 | hier schaapskooien bouwen voor ons vee, en steden voor
817 Num 31:69 | voor ons vee, en steden voor onze kinderen. ~
818 Num 31:70 | ons toerusten, haastende voor het aangezicht der kinderen
819 Num 31:73 | doen zult, indien gij u voor het aangezicht des HEEREN
820 Num 31:74 | over de Jordaan zal trekken voor het aangezicht des HEEREN,
821 Num 31:74 | totdat Hij Zijn vijanden voor Zijn aangezicht uit de bezitting
822 Num 31:75 | 22 En het land voor het aangezicht des HEEREN
823 Num 31:75 | wederkeren, en onschuldig zijn voor den HEERE en voor Israel,
824 Num 31:75 | onschuldig zijn voor den HEERE en voor Israel, en dit land zal
825 Num 31:75 | zal u ter bezitting zijn voor het aangezicht des HEEREN. ~
826 Num 31:77 | 24 Bouwt uw steden voor uw kinderen, en kooien voor
827 Num 31:77 | voor uw kinderen, en kooien voor uw schapen; en doet, wat
828 Num 31:80 | ten heire toegerust is, voor het aangezicht des HEEREN
829 Num 31:82 | toegerust is ten oorlog, voor het aangezicht des HEEREN,
830 Num 31:82 | des HEEREN, als het land voor uw aangezicht zal ten ondergebracht
831 Num 31:85 | zullen toegerust overtrekken voor het aangezicht des HEEREN
832 Num 32:3 | uit door een hoge hand, voor de ogen van alle Egyptenaren; ~
833 Num 32:7 | is, en zij legerden zich voor Migdol. ~
834 Num 32:14 | doch daar was geen water voor het volk, om te drinken. ~
835 Num 32:52 | alle inwoners des lands voor uw aangezicht uit de bezitting
836 Num 32:54 | erfenis minder maken; waarheen voor iemand het lot zal uitgaan,
837 Num 32:55 | inwoners des lands niet voor uw aangezicht uit de bezitting
838 Num 34:3 | hun voorsteden zullen zijn voor hun beesten, en voor hun
839 Num 34:3 | zijn voor hun beesten, en voor hun have, en voor al hun
840 Num 34:3 | beesten, en voor hun have, en voor al hun gedierte, ~
841 Num 34:12 | u tot een toevlucht zijn voor den bloed wreker; opdat
842 Num 34:12 | niet sterve, totdat hij voor de vergadering aan het gericht
843 Num 34:13 | zult, zullen zes vrijsteden voor u zijn. ~
844 Num 34:15 | 15 Die zes steden zullen voor de kinderen Israels, en
845 Num 34:15 | de kinderen Israels, en voor den vreemdeling, en den
846 Num 34:31 | zult geen verzoening nemen voor de ziel des doodslagers,
847 Num 34:32 | gij geen verzoening nemen voor dien, die gevlucht is naar
848 Num 34:33 | ontheiligt het land; en voor het land zal geen verzoening
849 Num 35:1 | traden toe, en spraken voor het aangezicht van Mozes,
850 Num 35:1 | aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht der oversten,
851 Deu 1:8 | Ik heb dat land gegeven voor uw aangezicht; gaat daarin,
852 Deu 1:15 | van tienen, en ambtlieden voor uw stammen. ~
853 Deu 1:17 | horen; gij zult niet vrezen voor iemands aangezicht; want
854 Deu 1:17 | Godes; doch de zaak, die voor u te zwaar zal zijn, zult
855 Deu 1:21 | heeft dat land gegeven voor uw aangezicht; trekt op,
856 Deu 1:22 | zeidet: Laat ons mannen voor ons aangezicht heenzenden,
857 Deu 1:29 | Verschrikt niet, en vreest niet voor hen. ~
858 Deu 1:30 | 30 De HEERE, uw God, Die voor uw aangezicht wandelt, Die
859 Deu 1:30 | aangezicht wandelt, Die zal voor u strijden, naar alles,
860 Deu 1:30 | naar alles, wat Hij bij u voor uw ogen gedaan heeft in
861 Deu 1:33 | 33 Die voor uw aangezicht op den weg
862 Deu 1:38 | Jozua, de zoon van Nun, die voor uw aangezicht staat, die
863 Deu 1:42 | midden van u; opdat gij niet voor het aangezicht uwer vijanden
864 Deu 1:45 | nu wederkwaamt en weendet voor het aangezicht des HEEREN,
865 Deu 2:4 | Seir wonen; zij zullen wel voor u vrezen; maar gij zult
866 Deu 2:6 | 6 Spijze zult gij voor geld van hen kopen, dat
867 Deu 2:6 | etet; en ook zult gij water voor geld van hen kopen, dat
868 Deu 2:11 | 11 Dezen werden ook voor reuzen gehouden, als de
869 Deu 2:20 | 20 Dit werd ook voor een land der reuzen gehouden;
870 Deu 2:21 | en de HEERE verdelgde hen voor hun aangezicht, zodat zij
871 Deu 2:22 | Seir wonen, gedaan heeft, voor welker aangezicht Hij de
872 Deu 2:28 | 28 Verkoop mij spijze voor geld, dat ik ete, en geef
873 Deu 2:28 | ik ete, en geef mij water voor geld, dat ik drinke; alleenlijk
874 Deu 2:31 | begonnen Sihon en zijn land voor uw aangezicht te geven;
875 Deu 2:33 | HEERE, onze God, gaf hem voor ons aangezicht; en wij sloegen
876 Deu 2:35 | Het vee alleen roofden wij voor ons, en den roof der steden,
877 Deu 2:36 | toe, was er geen stad, die voor ons te hoog was; de HEERE,
878 Deu 2:36 | onze God, gaf dat alles voor ons aangezicht. ~
879 Deu 3:7 | van die steden roofden wij voor ons. ~
880 Deu 3:18 | zijt, trekt gewapend door voor het aangezicht van uw broederen,
881 Deu 3:22 | de HEERE, uw God, strijdt voor ulieden. ~
882 Deu 3:28 | bekrachtig hem; want hij zal voor het aangezicht van dit volk
883 Deu 4:6 | wijsheid en uw verstand zijn voor de ogen der volken, die
884 Deu 4:8 | ganse wet is, die ik heden voor uw aangezicht geef? ~
885 Deu 4:10 | 10 Ten dage, als gij voor het aangezicht des HEEREN,
886 Deu 4:15 | 15 Wacht u dan wel voor uw zielen; want gij hebt
887 Deu 4:19 | wordt aangedreven, dat gij u voor die buigt, en hen dient;
888 Deu 4:32 | naar de vorige dagen, die voor u geweest zijn, van dien
889 Deu 4:34 | de HEERE, uw God, ulieden voor uw ogen in Egypte gedaan
890 Deu 4:37 | verkoren had, zo heeft Hij u voor Zijn aangezicht door Zijn
891 Deu 4:38 | machtiger waren dan gij, voor uw aangezicht uit de bezitting
892 Deu 4:40 | HEERE, uw God, u geeft, voor altoos. ~
893 Deu 4:43 | woestijn, in het effen land, voor de Rubenieten; en Ramoth
894 Deu 4:43 | Rubenieten; en Ramoth in Gilead, voor de Gadieten; en Golan in
895 Deu 4:43 | Gadieten; en Golan in Bazan, voor de Manassieten. ~
896 Deu 5:1 | en rechten, die ik heden voor uw oren spreek, dat gij
897 Deu 5:5 | zeggen; want gij vreesdet voor het vuur en klomt niet op
898 Deu 5:7 | Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. ~
899 Deu 5:9 | 9 Gij zult u voor die niet buigen, noch hen
900 Deu 6:19 | 19 Om al uw vijanden voor uw aangezicht te verdrijven,
901 Deu 6:20 | zeggende: Wat zijn dat voor getuigenissen, en inzettingen,
902 Deu 6:22 | en aan zijn ganse huis, voor onze ogen; ~
903 Deu 6:24 | den HEERE, onzen God, ons voor altoos ten goede, om ons
904 Deu 6:25 | te doen al deze geboden, voor het aangezicht des HEEREN,
905 Deu 7:1 | erven; en Hij vele volken voor uw aangezicht zal hebben
906 Deu 7:2 | hen zal gegeven hebben voor uw aangezicht, dat gij ze
907 Deu 7:3 | hun dochters niet nemen voor uw zonen. ~
908 Deu 7:18 | 18 Vreest niet voor hen; gedenkt steeds, wat
909 Deu 7:19 | God, doen aan alle volken, voor welker aangezicht gij vreest. ~
910 Deu 7:20 | omkomen, die overgebleven, en voor uw aangezicht verborgen
911 Deu 7:21 | 21 Ontzet u niet voor hunlieder aangezicht; want
912 Deu 7:22 | uw God, zal deze volken voor uw aangezicht allengskens
913 Deu 7:23 | En de HEERE zal hen geven voor uw aangezicht, en Hij zal
914 Deu 7:24 | niet doet; geen man zal voor uw aangezicht bestaan, totdat
915 Deu 7:25 | zult gij niet begeren, noch voor u nemen, opdat gij daardoor
916 Deu 8:19 | navolgt, en hen dient, en u voor dezelve buigt, zo betuig
917 Deu 8:20 | de heidenen, die de HEERE voor uw aangezicht verdaan heeft,
918 Deu 9:2 | gehoord hebt: Wie zou bestaan voor het aangezicht der kinderen
919 Deu 9:3 | uw God, Degene is, Die voor uw aangezicht doorgaat,
920 Deu 9:3 | verdelgen, en Die zal hen voor uw aangezicht nederwerpen;
921 Deu 9:4 | hen nu de HEERE, uw God, voor uw aangezicht zal hebben
922 Deu 9:4 | verdrijft hen de HEERE voor uw aangezicht uit de bezitting. ~
923 Deu 9:5 | verdrijft hen de HEERE, uw God, voor uw aangezicht uit de bezitting:
924 Deu 9:17 | mijn handen, en brak ze voor uw ogen. ~
925 Deu 9:18 | 18 En ik wierp mij neder voor het aangezicht des HEEREN,
926 Deu 9:20 | bad ook ter zelver tijd voor Aaron. ~
927 Deu 9:25 | 25 En ik wierp mij neder voor des HEEREN aangezicht, die
928 Deu 10:8 | des HEEREN te dragen, om voor het aangezicht des HEEREN
929 Deu 10:11 | Sta op, ga op de reize, voor het aangezicht des volks,
930 Deu 11:15 | zal kruid geven op uw veld voor uw beesten; en gij zult
931 Deu 11:16 | andere goden dient, en u voor die buigt; ~
932 Deu 11:23 | de HEERE al deze volken voor uw aangezicht uit de bezitting
933 Deu 11:25 | 25 Niemand zal voor uw aangezicht bestaan; de
934 Deu 11:26 | Ziet, ik stel ulieden heden voor, zegen en vloek: ~
935 Deu 12:7 | En aldaar zult gijlieden voor het aangezicht des HEEREN,
936 Deu 12:12 | En gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht des HEEREN,
937 Deu 12:18 | 18 Maar gij zult dat eten voor het aangezicht des HEEREN,
938 Deu 12:18 | en gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht des HEEREN,
939 Deu 12:29 | Wanneer de HEERE, uw God, voor uw aangezicht zal hebben
940 Deu 12:30 | wordt achter hen, nadat zij voor uw aangezicht zullen verdelgd
941 Deu 12:31 | dochteren met vuur verbrand voor hun goden. ~
942 Deu 14:23 | 23 En voor het aangezicht des HEEREN,
943 Deu 14:24 | 24 Wanneer dan nog de weg voor u te veel zal zijn, dat
944 Deu 14:26 | 26 En geeft dat geld voor alles, wat uw ziel gelust,
945 Deu 14:26 | alles, wat uw ziel gelust, voor runderen en voor schapen,
946 Deu 14:26 | gelust, voor runderen en voor schapen, en voor wijn, en
947 Deu 14:26 | runderen en voor schapen, en voor wijn, en voor sterken drank,
948 Deu 14:26 | schapen, en voor wijn, en voor sterken drank, en voor alles,
949 Deu 14:26 | en voor sterken drank, en voor alles, wat uw ziel van u
950 Deu 14:26 | begeren zal, en eet aldaar voor het aangezicht des HEEREN,
951 Deu 15:7 | noch uw hand toesluiten voor uw broeder, die arm is; ~
952 Deu 15:8 | rijkelijk lenen, genoeg voor zijn gebrek, dat hem ontbreekt. ~
953 Deu 15:20 | 20 Voor het aangezicht des HEEREN,
954 Deu 16:11 | En gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht des HEEREN,
955 Deu 16:16 | wat mannelijk onder u is, voor het aangezicht des HEEREN,
956 Deu 16:16 | maar het zal niet ledig voor het aangezicht des HEEREN
957 Deu 17:3 | andere goden, en buigt zich voor die, of voor de zon, of
958 Deu 17:3 | buigt zich voor die, of voor de zon, of voor de maan,
959 Deu 17:3 | die, of voor de zon, of voor de maan, of voor het ganse
960 Deu 17:3 | zon, of voor de maan, of voor het ganse heir des hemels,
961 Deu 17:8 | een zaak aan het gericht voor u te zwaar zal zijn, tussen
962 Deu 17:16 | 16 Maar hij zal voor zich de paarden niet vermenigvuldigen,
963 Deu 17:17 | 17 Ook zal hij voor zich de vrouwen niet vermenigvuldigen,
964 Deu 17:17 | niet afwijke; hij zal ook voor zich geen zilver en goud
965 Deu 17:18 | in een boek, uit hetgeen voor het aangezicht der Levietische
966 Deu 18:7 | de Levieten, die aldaar voor het aangezicht des HEEREN
967 Deu 18:12 | verdrijft hen de HEERE, uw God, voor uw aangezicht uit de bezitting. ~
968 Deu 18:22 | dat gesproken; gij zult voor hem niet vrezen. ~ ~ ~
969 Deu 19:17 | den twist hebben, staan voor het aangezicht des HEEREN,
970 Deu 19:17 | het aangezicht des HEEREN, voor het aangezicht der priesters,
971 Deu 20:1 | meerder dan gij, zo zult gij voor hen niet vrezen; want de
972 Deu 20:3 | niet, en verschrikt niet voor hun aangezicht. ~
973 Deu 20:4 | God, Die met u gaat, om voor u te strijden tegen uw vijanden,
974 Deu 20:14 | zal, al haar buit zult gij voor u roven; en gij zult eten
975 Deu 20:19 | mensen spijze), opdat het voor uw aangezicht kome tot een
976 Deu 21:8 | Israel! En dat bloed zal voor hen verzoend zijn. ~
977 Deu 21:14 | gij zult haar geenszins voor geld verkopen, gij zult
978 Deu 21:16 | aan den zoon der beminde, voor het aangezicht van den zoon
979 Deu 22:6 | 6 Wanneer voor uw aangezicht een vogelnest
980 Deu 22:7 | maar de jongen zult gij voor u nemen; opdat het u welga,
981 Deu 22:17 | En zij zullen het kleed voor het aangezicht van de oudsten
982 Deu 23:7 | 7 Den Edomiet zult gij voor geen gruwel houden, want
983 Deu 23:7 | den Egyptenaar zult gij voor geen gruwel houden want
984 Deu 23:9 | vijanden, zo zult gij u wachten voor alle kwade zaak. ~
985 Deu 23:14 | verlossen, en om uw vijanden voor uw aangezicht te geven;
986 Deu 23:16 | uw poorten, waar het goed voor hem is; gij zult hem niet
987 Deu 24:3 | deze laatste man, die ze voor zich tot een vrouw genomen
988 Deu 24:4 | want dat is een gruwel voor het aangezicht des HEEREN;
989 Deu 24:13 | zal u gerechtigheid zijn voor het aangezicht des HEEREN,
990 Deu 24:16 | zullen niet gedood worden voor de kinderen, en de kinderen
991 Deu 24:16 | zullen niet gedood worden voor de vaders; een ieder zal
992 Deu 24:19 | wederkeren, om die op te nemen; voor den vreemdeling, voor den
993 Deu 24:19 | nemen; voor den vreemdeling, voor den wees en voor de weduwe
994 Deu 24:19 | vreemdeling, voor den wees en voor de weduwe zal zij zijn;
995 Deu 24:20 | u niet nauw doorzoeken; voor den vreemdeling, voor den
996 Deu 24:20 | doorzoeken; voor den vreemdeling, voor den wees en voor de weduwe
997 Deu 24:20 | vreemdeling, voor den wees en voor de weduwe zal het zijn. ~
998 Deu 24:21 | druiven achter u niet nalezen; voor den vreemdeling, voor den
999 Deu 24:21 | nalezen; voor den vreemdeling, voor den wees en voor de weduwe
1000 Deu 24:21 | vreemdeling, voor den wees en voor de weduwe zal het zijn. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3972 |