1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3972
Book Chapter: Verse
2001 2Kro 11:8 | hem opgewassen waren, die voor zijn aangezicht stonden. ~
2002 2Kro 12:15 | zich priesteren gesteld voor de hoogte, en voor de duivelen,
2003 2Kro 12:15 | gesteld voor de hoogte, en voor de duivelen, en voor de
2004 2Kro 12:15 | en voor de duivelen, en voor de kalveren, die hij gemaakt
2005 2Kro 14:11 | 11 En zij steken aan voor den HEERE brandofferen,
2006 2Kro 14:13 | hen te komen; zo waren zij voor het aangezicht van Juda,
2007 2Kro 14:14 | zo hadden zij den strijd voor en achter; en zij riepen
2008 2Kro 14:15 | en het ganse Israel sloeg voor Abia en Juda. ~
2009 2Kro 14:16 | kinderen Israels vloden voor het aangezicht van Juda;
2010 2Kro 15:5 | zonnebeelden; en het koninkrijk was voor hem stil. ~
2011 2Kro 15:7 | terwijl het land nog is voor ons aangezicht; want wij
2012 2Kro 15:12 | de HEERE plaagde de Moren voor Asa en voor Juda; en de
2013 2Kro 15:12 | plaagde de Moren voor Asa en voor Juda; en de Moren vloden. ~
2014 2Kro 15:13 | er van de Moren, dat er voor hen geen hervatting was;
2015 2Kro 15:13 | want zij waren verbroken voor den HEERE en voor Zijn leger;
2016 2Kro 15:13 | verbroken voor den HEERE en voor Zijn leger; en zij droegen
2017 2Kro 16:5 | tijden was er geen vrede voor dengene, die uitging, en
2018 2Kro 16:8 | het altaar des HEEREN, dat voor het voorhuis des HEEREN
2019 2Kro 17:14 | hem in zijn graf, dat hij voor zich gegraven had in de
2020 2Kro 19:2 | slachtte schapen en runderen voor hem in menigte, en voor
2021 2Kro 19:2 | voor hem in menigte, en voor het volk, dat met hem was;
2022 2Kro 19:20 | een geest voort, en stond voor het aangezicht des HEEREN,
2023 2Kro 20:11 | ambtlieden, de Levieten, voor uw aangezicht; weest sterk
2024 2Kro 21:5 | in het huis des HEEREN, voor het nieuwe voorhof. ~
2025 2Kro 21:7 | inwoners dezes lands van voor het aangezicht van Uw volk
2026 2Kro 21:8 | daarin een heiligdom gebouwd voor Uw Naam, zeggende: ~
2027 2Kro 21:9 | pestilentie, of honger, wij zullen voor dit huis, en voor Uw aangezicht
2028 2Kro 21:9 | zullen voor dit huis, en voor Uw aangezicht staan, dewijl
2029 2Kro 21:13 | 13 En gans Juda stond voor het aangezicht des HEEREN,
2030 2Kro 21:16 | vinden in het einde des dals, voor aan de woestijn van Jeruel. ~
2031 2Kro 21:18 | van Jeruzalem vielen neder voor het aangezicht des HEEREN,
2032 2Kro 21:21 | Majesteit prijzen zouden, voor de toegerusten uitgaande
2033 2Kro 21:25 | kostelijk gereedschap, en namen voor zich weg, totdat zij niet
2034 2Kro 23:11 | was de zuster van Ahazia), voor Athalia, dat zij hem niet
2035 2Kro 23:24 | brachten zij des Konings zoon voor, en zetten hem de kroon
2036 2Kro 23:30 | van Baal, sloegen zij dood voor de altaren. ~
2037 2Kro 24:3 | 3 En Jojada nam voor hem twee vrouwen; en hij
2038 2Kro 24:6 | de gemeente van Israel, voor de tent der getuigenis? ~
2039 2Kro 24:14 | voleind hadden, brachten zij voor den koning en Jojada het
2040 2Kro 24:14 | waarvan hij vaten maakte voor het huis des HEEREN, vaten
2041 2Kro 24:17 | Juda, en bogen zich neder voor den koning; toen hoorde
2042 2Kro 25:6 | honderd duizend kloeke helden, voor honderd talenten zilvers. ~
2043 2Kro 25:8 | strijde; God zal u doen vallen voor den vijand; want in God
2044 2Kro 25:14 | tot goden stelde, en zich voor dezelve neder boog en dien
2045 2Kro 25:22 | 22 En Juda werd geslagen voor het aangezicht van Israel;
2046 2Kro 26:14 | 14 En Uzzia bereidde voor hen, voor het ganse heir,
2047 2Kro 26:14 | Uzzia bereidde voor hen, voor het ganse heir, schilden,
2048 2Kro 26:19 | melaatsheid op aan zijn voorhoofd, voor het aangezicht der priesteren
2049 2Kro 27:6 | want hij richtte zijn wegen voor het aangezicht des HEEREN,
2050 2Kro 28:2 | hij ook gegotene beelden voor de Baals. ~
2051 2Kro 28:3 | der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen
2052 2Kro 28:14 | de gevangenen en de roof voor het aangezicht der oversten
2053 2Kro 29:11 | heeft u verkoren, dat gij voor Zijn aangezicht staan zoudt,
2054 2Kro 29:19 | geheiligd; en zie, zij zijn voor het altaar des HEEREN. ~
2055 2Kro 29:21 | geitenbokken ten zondoffer voor het koninkrijk, en voor
2056 2Kro 29:21 | voor het koninkrijk, en voor het heiligdom, en voor Juda;
2057 2Kro 29:21 | en voor het heiligdom, en voor Juda; en hij zeide tot de
2058 2Kro 29:23 | bokken bij, ten zondoffer, voor het aangezicht des konings
2059 2Kro 29:24 | altaar, om verzoening te doen voor het ganse Israel; want de
2060 2Kro 29:24 | brandoffer en dat zondoffer voor gans Israel bevolen. ~
2061 2Kro 29:35 | en met de drankofferen, voor de brandofferen; alzo werd
2062 2Kro 30:9 | kinderen barmhartigheid vinden voor het aangezicht dergenen,
2063 2Kro 30:17 | slachting der paaslammeren, voor iedereen, die niet rein
2064 2Kro 30:18 | geschreven is. Doch Jehizkia bad voor hen, zeggende: De HEERE,
2065 2Kro 30:18 | goed is, make verzoening voor dien. ~
2066 2Kro 31:16 | dagelijkse werk op elken dag, voor hun dienst, in hun wachten,
2067 2Kro 31:20 | recht, en waarachtig was, voor het aangezicht des HEEREN,
2068 2Kro 32:7 | niet, en ontzet u niet, voor het aangezicht des konings
2069 2Kro 32:7 | konings van Assyrie, noch voor het aangezicht der ganse
2070 2Kro 32:9 | Jeruzalem,, doch hij zelf was voor Lachis, en al zijn heerschappij
2071 2Kro 32:12 | Jeruzalem gesproken, zeggende: Voor het enige altaar zult gij
2072 2Kro 32:23 | van Juda, zodat hij daarna voor de ogen van alle heidenen
2073 2Kro 32:27 | maakte zich schatkameren voor zilver en voor goud, en
2074 2Kro 32:27 | schatkameren voor zilver en voor goud, en voor kostelijk
2075 2Kro 32:27 | zilver en voor goud, en voor kostelijk gesteente, en
2076 2Kro 32:27 | kostelijk gesteente, en voor specerijen, en voor schilden,
2077 2Kro 32:27 | en voor specerijen, en voor schilden, en voor alle begeerlijk
2078 2Kro 32:27 | specerijen, en voor schilden, en voor alle begeerlijk gereedschap; ~
2079 2Kro 32:28 | 28 Ook schathuizen voor de inkomsten van koren,
2080 2Kro 32:28 | most, en olie; en stallen voor allerlei beesten, en kooien
2081 2Kro 32:28 | allerlei beesten, en kooien voor de kudden. ~
2082 2Kro 33:2 | der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen
2083 2Kro 33:3 | bossen, en boog zich neder voor al het heir des hemels,
2084 2Kro 33:5 | Daartoe bouwde hij altaren voor al het heir des hemels,
2085 2Kro 33:9 | de heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen
2086 2Kro 33:12 | en vernederde zich zeer voor het aangezicht van den God
2087 2Kro 33:23 | hij vernederde zich niet voor het aangezicht des HEEREN,
2088 2Kro 34:4 | 4 En men brak voor zijn aangezicht af de altaren
2089 2Kro 34:18 | gegeven. En Safan las daarin voor het aangezicht des konings. ~
2090 2Kro 34:21 | Gaat heen, vraagt den HEERE voor mij, en voor het overgeblevene
2091 2Kro 34:21 | vraagt den HEERE voor mij, en voor het overgeblevene in Israel
2092 2Kro 34:24 | zijn in het boek, dat men voor het aangezicht des konings
2093 2Kro 34:27 | week geworden is, en gij u voor het aangezicht Gods vernederd
2094 2Kro 34:27 | inwoners, en hebt u vernederd voor Mijn aangezicht, en uw klederen
2095 2Kro 34:27 | klederen gescheurd, en geweend voor Mijn aangezicht, zo heb
2096 2Kro 34:30 | den kleine toe; en men las voor hun oren al de woorden van
2097 2Kro 34:31 | standplaats, en maakte een verbond voor des HEEREN aangezicht, om
2098 2Kro 35:5 | onderscheiding der vaderlijke huizen, voor uw broederen, het volk,
2099 2Kro 35:6 | heiligt u, en bereidt dat voor uw broederen, doende naar
2100 2Kro 35:7 | 7 En Josia gaf voor het volk, van klein vee,
2101 2Kro 35:8 | tot een vrijwillig offer voor het volk, voor de priesteren,
2102 2Kro 35:8 | vrijwillig offer voor het volk, voor de priesteren, en voor de
2103 2Kro 35:8 | voor de priesteren, en voor de Levieten; Hilkia, en
2104 2Kro 35:14 | Daarna bereidden zij ook voor zichzelven en voor de priesteren;
2105 2Kro 35:14 | zij ook voor zichzelven en voor de priesteren; want de priesters,
2106 2Kro 35:14 | daarom bereidden de Levieten voor zichzelven, en voor de priesteren,
2107 2Kro 35:14 | Levieten voor zichzelven, en voor de priesteren, de zonen
2108 2Kro 35:15 | hun broeders, de Levieten, voor hen bereidden. ~
2109 2Kro 36:5 | onderscheiding der vaderlijke huizen, voor uw broederen, het volk,
2110 2Kro 36:6 | heiligt u, en bereidt dat voor uw broederen, doende naar
2111 2Kro 36:7 | 7 En Josia gaf voor het volk, van klein vee,
2112 2Kro 36:8 | tot een vrijwillig offer voor het volk, voor de priesteren,
2113 2Kro 36:8 | vrijwillig offer voor het volk, voor de priesteren, en voor de
2114 2Kro 36:8 | voor de priesteren, en voor de Levieten; Hilkia, en
2115 2Kro 36:14 | Daarna bereidden zij ook voor zichzelven en voor de priesteren;
2116 2Kro 36:14 | zij ook voor zichzelven en voor de priesteren; want de priesters,
2117 2Kro 36:14 | daarom bereidden de Levieten voor zichzelven, en voor de priesteren,
2118 2Kro 36:14 | Levieten voor zichzelven, en voor de priesteren, de zonen
2119 2Kro 36:15 | hun broeders, de Levieten, voor hen bereidden. ~
2120 2Kro 37:12 | verootmoedigde zich niet voor het aangezicht van den profeet
2121 Ezra 1:4 | benevens een vrijwillige gave, voor het huis Gods, Die te Jeruzalem
2122 Ezra 3:12 | huis in zijn grondlegging voor hun ogen zijnde, weenden
2123 Ezra 4:18 | geschikt hebt, is duidelijk voor mij gelezen. ~
2124 Ezra 4:23 | van den koning Arthahsasta voor Rehum, en Simsai, den schrijver,
2125 Ezra 5:11 | het huis, dat vele jaren voor dezen is gebouwd geweest;
2126 Ezra 6:10 | hemels offeren, en bidden voor het leven des konings en
2127 Ezra 6:17 | geitenbokken, ten zondoffer voor gans Israel, naar het getal
2128 Ezra 6:20 | zij slachtten het pascha voor alle kinderen der gevangenis,
2129 Ezra 6:20 | kinderen der gevangenis, en voor hun broederen, de priesteren,
2130 Ezra 6:20 | broederen, de priesteren, en voor zichzelven. ~
2131 Ezra 7:14 | 14 Dewijl gij van voor den koning en zijn zeven
2132 Ezra 7:17 | 17 Opdat gij spoediglijk voor dat geld koopt runderen,
2133 Ezra 7:19 | het huis uws Gods, weder voor den God van Jeruzalem. ~
2134 Ezra 7:20 | nu, dat van node zal zijn voor het huis uws Gods, dat u
2135 Ezra 7:23 | vlijtiglijk gedaan worde, voor het huis van den God des
2136 Ezra 7:28 | mij weldadigheid geneigd, voor het aangezicht des konings
2137 Ezra 8:17 | zij ons brachten dienaars voor het huis onzes Gods. ~
2138 Ezra 8:21 | wij ons verootmoedigden voor het aangezicht onzes Gods,
2139 Ezra 8:21 | verzoeken een rechten weg, voor ons, en voor onze kinderkens,
2140 Ezra 8:21 | rechten weg, voor ons, en voor onze kinderkens, en voor
2141 Ezra 8:21 | voor onze kinderkens, en voor al onze have. ~
2142 Ezra 8:35 | brandofferen; twaalf varren voor gans Israel, zes en negentig
2143 Ezra 9:2 | van hun dochteren genomen voor zichzelven en voor hun zonen,
2144 Ezra 9:2 | genomen voor zichzelven en voor hun zonen, zodat zich vermengd
2145 Ezra 9:4 | zich tot mij allen, die voor de woorden van den God Israels
2146 Ezra 9:9 | weldadigheid tot ons geneigd voor het aangezicht der koningen
2147 Ezra 9:12 | hun dochteren niet nemen voor uw zonen, en zult hun vrede
2148 Ezra 9:15 | dezen dage. Zie, wij zijn voor Uw aangezicht in onze schuld;
2149 Ezra 9:15 | want er is niemand, die voor Uw aangezicht zou kunnen
2150 Ezra 10:1 | belijdenis deed, wenende en zich voor Gods huis nederwerpende,
2151 Ezra 10:2 | wonen; maar nu, er is hope voor Israel, dezen aangaande. ~
2152 Ezra 10:3 | en dergenen, die beven voor het gebod onzes Gods; en
2153 Ezra 10:6 | 6 En Ezra stond op van voor Gods huis, en ging in de
2154 Ezra 10:19 | zij een ram van de kudde voor hun schuld.
2155 Neh 1:4 | was vastende en biddende voor het aangezicht van den God
2156 Neh 1:6 | Uws knechts, dat ik heden voor Uw aangezicht bid, dag en
2157 Neh 1:6 | aangezicht bid, dag en nacht, voor de kinderen Israels, Uw
2158 Neh 1:11 | geef hem barmhartigheid voor het aangezicht dezes mans.
2159 Neh 2:1 | Arthahsasta, als er wijn voor zijn aangezicht was, dat
2160 Neh 2:1 | ik nooit treurig geweest voor zijn aangezicht. ~
2161 Neh 2:5 | goeddunkt, en zo uw knecht voor uw aangezicht aangenaam
2162 Neh 2:10 | om wat goeds te zoeken voor de kinderen Israels. ~
2163 Neh 2:14 | doch daar was geen plaats voor het dier, om onder mij voort
2164 Neh 2:19 | en zij zeiden: Wat is dit voor een ding, dat gijlieden
2165 Neh 4:5 | worde niet uitgedelgd van voor Uw aangezicht, want zij
2166 Neh 4:14 | overige des volks: Vreest niet voor hun aangezicht; denkt aan
2167 Neh 4:14 | vreselijken HEERE, en strijdt voor uw broederen, uw zonen en
2168 Neh 4:20 | verzamelen; onze God zal voor ons strijden. ~
2169 Neh 5:15 | vorige landvoogden, die voor mij geweest zijn, hebben
2170 Neh 5:18 | 18 En wat voor een dag bereid werd, was
2171 Neh 6:19 | zij zijn goeddadigheden voor mijn aangezicht, en mijn
2172 Neh 8:2 | een enig man op de straat voor de Waterpoort; en zij zeiden
2173 Neh 8:3 | priester, bracht de wet voor de gemeente, beiden mannen
2174 Neh 8:4 | 4 En hij las daarin voor de straat, die voor de Waterpoort
2175 Neh 8:4 | daarin voor de straat, die voor de Waterpoort is, van het
2176 Neh 8:4 | licht aan tot op den middag, voor de mannen en vrouwen, en
2177 Neh 8:6 | En Ezra opende het boek voor de ogen des gansen volks,
2178 Neh 8:11 | en zendt delen dengenen, voor welken niets bereid is,
2179 Neh 9:8 | zijn hart getrouw gevonden voor Uw aangezicht, en hebt een
2180 Neh 9:11 | 11 En Gij hebt de zee voor hun aangezicht gekliefd,
2181 Neh 9:15 | brood uit den hemel gegeven voor hun honger, en hun water
2182 Neh 9:15 | steenrots voortgebracht voor hun dorst; en Gij hebt tot
2183 Neh 9:20 | water hebt Gij hun gegeven voor hun dorst. ~
2184 Neh 9:24 | des lands, de Kanaanieten, voor hun aangezicht ten ondergebracht,
2185 Neh 9:28 | zij weder om kwaad te doen voor Uw aangezicht; zo verliet
2186 Neh 9:32 | weldadigheid houdt; laat voor Uw aangezicht niet gering
2187 Neh 9:35 | dat vette land, dat Gij voor hun aangezicht gegeven hadt;
2188 Neh 9:37 | vermenigvuldigt zijn inkomste voor den koningen, die Gij over
2189 Neh 10:30 | noch hun dochteren nemen voor onze zonen. ~
2190 Neh 11:23 | weten, een zeker onderhoud voor de zangers, van elk dagelijks
2191 Neh 12:36 | de schriftgeleerde, ging voor hun aangezicht heen. ~
2192 Neh 12:44 | verzamelen de delen der wet, voor de priesteren en voor de
2193 Neh 12:44 | wet, voor de priesteren en voor de Levieten; want Juda was
2194 Neh 12:47 | zijn dag; en zij heiligden voor de Levieten, en de Levieten
2195 Neh 12:47 | en de Levieten heiligden voor de kinderen van Aaron. ~
2196 Neh 13:1 | gelezen in het boek van Mozes, voor de oren des volks; en daarin
2197 Neh 13:4 | het huis onzes Gods, was voor dezen nabestaande van Tobia
2198 Neh 13:5 | olie, die bevolen waren voor de Levieten, en de zangers,
2199 Neh 13:7 | van het kwaad, dat Eljasib voor Tobia gedaan had, makende
2200 Neh 13:17 | Juda, en zeide tot hen: Wat voor een boos ding is dit, dat
2201 Neh 13:19 | Jeruzalem schaduw gaven, voor den sabbat, dat ik bevel
2202 Neh 13:20 | van alle koopwaren, buiten voor Jeruzalem, eens of tweemaal. ~
2203 Neh 13:25 | indien gij van hun dochteren voor uw zonen of voor u zult
2204 Neh 13:25 | dochteren voor uw zonen of voor u zult nemen! ~
2205 Est 1:3 | oversten der landschappen waren voor zijn aangezicht; ~
2206 Est 1:9 | maakte ook een maaltijd voor de vrouwen in het koninklijk
2207 Est 1:10 | zeven kamerlingen, dienende voor het aangezicht van den koning
2208 Est 1:11 | koningin, zouden brengen voor het aangezicht des konings,
2209 Est 1:16 | 16 Toen zeide Memuchan voor het aangezicht des konings
2210 Est 1:17 | dat men de koningin Vasthi voor zijn aangezicht brengen
2211 Est 1:19 | overtrede: dat Vasthi niet inga voor het aangezicht van den koning
2212 Est 2:2 | die hem dienden: Men zoeke voor den koning jonge dochters,
2213 Est 4:1 | ogen, en zij verkreeg gunst voor zijn aangezicht; daarom
2214 Est 5:1 | Mordechai nu wandelde allen dag voor het voorhof van het huis
2215 Est 10 | verkreeg genade en gunst voor zijn aangezicht, boven alle
2216 Est 15:1 | de kronieken geschreven voor het aangezicht des konings. ~ ~ ~
2217 Est 16:2 | neigden en bogen zich neder voor Haman; want de koning had
2218 Est 16:5 | zich niet neigde, noch zich voor hem nederboog, zo werd Haman
2219 Est 16:7 | het Pur, dat is, het lot, voor Hamans aangezicht, van dag
2220 Est 17:2 | neigden en bogen zich neder voor Haman; want de koning had
2221 Est 17:5 | zich niet neigde, noch zich voor hem nederboog, zo werd Haman
2222 Est 17:7 | het Pur, dat is, het lot, voor Hamans aangezicht, van dag
2223 Est 28:2 | niet opstond, noch zich voor hem bewoog, zo werd Haman
2224 Est 30:9 | straten der stad, en men zal voor hem roepen: Alzo zal men
2225 Est 30:11 | straten der stad, en hij riep voor hem: Alzo zal men dien man
2226 Est 30:13 | huisvrouw: Indien Mordechai, voor wiens aangezicht gij hebt
2227 Est 30:13 | maar gij zult gewisselijk voor zijn aangezicht vallen. ~
2228 Est 38 | Toen verschrikte Haman voor het aangezicht des konings
2229 Est 40:1 | een van de kamerlingen, voor het aanschijn des konings
2230 Est 40:1 | welke Haman gemaakt heeft voor Mordechai, die goed voor
2231 Est 40:1 | voor Mordechai, die goed voor den koning gesproken heeft,
2232 Est 40:2 | Haman aan de galg, die hij voor Mordechai had doen bereiden;
2233 Est 42 | Joden; en Mordechai kwam voor het aangezicht des konings,
2234 Est 43 | gegeven, wat hij voor haar was. ~
2235 Est 45 | des konings, en zij viel voor zijn voeten, en zij weende,
2236 Est 47 | en zij stond voor het aangezicht des konings. ~
2237 Est 47:1 | goeddunkt, en indien ik genade voor zijn aangezicht gevonden
2238 Est 47:1 | gevonden heb en deze zaak voor den koning recht is, en
2239 Est 49:1 | 8 Schrijft dan gijlieden voor de Joden, zoals het goed
2240 Est 49:4 | zich te vergaderen, en voor hun leven te staan, om te
2241 Est 49:8 | En Mordechai ging uit van voor het aangezicht des konings
2242 Est 50:2 | zochten; en niemand bestond voor hen, want hunlieder schrik
2243 Est 50:11 | 11 Ten zelfden dage kwam voor den koning het getal der
2244 Est 52:3 | vergaderden, opdat zij stonden voor hun leven, en rust hadden
2245 Est 52:12 | 25 Maar als zij voor den koning gekomen was,
2246 Est 54 | zij het bevestigd hadden voor zichzelven en voor hun zaad;
2247 Est 54 | hadden voor zichzelven en voor hun zaad; de zaken van het
2248 Est 56:3 | broederen, zoekende het beste voor zijnvolk, en sprekende voor
2249 Est 56:3 | voor zijnvolk, en sprekende voor den welstand van zijn ganse
2250 Job 1:6 | kinderen Gods kwamen, om zich voor den HEERE te stellen, dat
2251 Job 1:10 | niet een betuining gemaakt voor hem, en voor zijn huis,
2252 Job 1:10 | betuining gemaakt voor hem, en voor zijn huis, en voor al wat
2253 Job 1:10 | hem, en voor zijn huis, en voor al wat hij heeft rondom?
2254 Job 2:1 | kinderen Gods kwamen, om zich voor den HEERE te stellen, dat
2255 Job 2:1 | midden van hen kwam, om zich voor den HEERE te stellen. ~
2256 Job 2:4 | den HEERE, en zeide: Huid voor huid, en al wat iemand heeft,
2257 Job 2:4 | iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven. ~
2258 Job 3:13 | ik zou slapen, dan zou voor mij rust wezen; ~
2259 Job 3:14 | raadsheren der aarde, die voor zich woeste plaatsen bebouwden; ~
2260 Job 3:24 | 24 Want voor mijn brood komt mijn zuchting;
2261 Job 4:16 | niet; een beeltenis was voor mijn ogen; er was stilte,
2262 Job 4:19 | Zij worden verbrijzeld voor de motten. ~
2263 Job 5:16 | 16 Zo is voor den arme verwachting; en
2264 Job 5:21 | en gij zult niet vrezen voor de verwoesting, als zij
2265 Job 5:22 | honger zult gij lachen, en voor het gedierte der aarde zult
2266 Job 5:27 | hoor het, en bemerk gij het voor u. ~ ~
2267 Job 6:22 | mij, en geeft geschenken voor mij van uw vermogen? ~
2268 Job 6:26 | redenen des mismoedigen voor wind zijn? ~
2269 Job 6:28 | wendt u tot mij, en het zal voor ulieder aangezicht zijn,
2270 Job 8:12 | wordt, nochtans verdort het voor alle gras. ~
2271 Job 8:16 | 16 Hij is sappig voor de zon, en zijn scheuten
2272 Job 9:11 | 11 Zie, Hij zal voor mij henengaan, en ik zal
2273 Job 9:28 | 28 Zo schroom ik voor al mijn smarten; ik weet,
2274 Job 11:6 | wezen! Daarom weet, dat God voor u vergeet van uw ongerechtigheid. ~
2275 Job 12:3 | gijlieden, ik zwicht niet voor u; en bij wien zijn niet
2276 Job 12:11 | proeven, gelijk het gehemelte voor zich de spijze smaakt? ~
2277 Job 13:2 | het ook; ik zwicht niet voor u. ~
2278 Job 13:3 | belust mij te verdedigen voor God. ~
2279 Job 13:5 | stilzweegt! Dat zou ulieden voor wijsheid wezen. ~
2280 Job 13:7 | 7 Zult gij voor God onrecht spreken, en
2281 Job 13:7 | onrecht spreken, en zult gij voor Hem bedriegerij spreken? ~
2282 Job 13:8 | aangezicht aannemen? Zult gij voor God twisten? ~
2283 Job 13:15 | Evenwel zal ik mijn wegen voor Zijn aangezicht verdedigen. ~
2284 Job 13:16 | maar een huichelaar zal voor Zijn aangezicht niet komen. ~
2285 Job 13:24 | aangezicht, en houdt mij voor Uw vijand? ~
2286 Job 14:7 | 7 Want voor een boom, als hij afgehouwen
2287 Job 15:2 | man winderige wetenschap voor antwoord geven, en zal hij
2288 Job 15:4 | vreze, en neemt het gebed voor het aangezicht Gods weg. ~
2289 Job 15:7 | mens geboren? Of zijt gij voor de heuvelen voortgebracht? ~
2290 Job 15:18 | verkondigd hebben, en men voor hun vaderen niet verborgen
2291 Job 15:20 | weinige jaren in getal zijn voor den tiran weggelegd. ~
2292 Job 16:18 | bedek mijn bloed niet; en voor mijn geroep zij geen plaats. ~
2293 Job 16:21 | 21 Och, mocht men rechten voor een man met God, gelijk
2294 Job 16:21 | gelijk een kind des mensen voor zijn vriend. ~
2295 Job 17:1 | uitgeblust, de graven zijn voor mij. ~
2296 Job 17:6 | zodat ik een trommelslag ben voor ieders aangezicht. ~
2297 Job 19:15 | dienstmaagden achten mij voor een vreemde; een uitlander
2298 Job 19:24 | ijzeren griffie en lood voor eeuwig in een rots gehouwen
2299 Job 19:27 | 27 Denwelken ik voor mij aanschouwen zal, en
2300 Job 20:3 | geest zal uit mijn verstand voor mij antwoorden. ~
2301 Job 20:5 | vreugde des huichelaars voor een ogenblik? ~
2302 Job 21:8 | zaad is bestendig met hen voor hun aangezicht, en hun spruiten
2303 Job 21:8 | aangezicht, en hun spruiten zijn voor hun ogen. ~
2304 Job 21:18 | Dat zij gelijk stro worden voor den wind, en gelijk kaf,
2305 Job 21:19 | God Zijn geweld weglegt, voor Zijn kinderen, hem vergeldt,
2306 Job 21:33 | mensen; en dergenen, die voor hem geweest zijn, is geen
2307 Job 22:2 | Gode voordelig zijn? Maar voor zichzelven zal de verstandige
2308 Job 22:3 | 3 Is het voor den Almachtige nuttigheid,
2309 Job 22:8 | was er een man van geweld, voor dien was het land, en een
2310 Job 23:4 | 4 Ik zou het recht voor Zijn aangezicht ordentelijk
2311 Job 23:15 | 15 Hierom word ik voor Zijn aangezicht beroerd;
2312 Job 23:15 | beroerd; aanmerk het, en vrees voor Hem; ~
2313 Job 23:17 | Omdat ik niet uitgedelgd ben voor de duisternis, en dat Hij
2314 Job 26:6 | 6 De hel is naakt voor Hem, en geen deksel is er
2315 Job 26:6 | Hem, en geen deksel is er voor het verderf. ~
2316 Job 26:11 | sidderen, en ontzetten zich voor Zijn schelden. ~
2317 Job 28:1 | 1 Gewisselijk, er is voor het zilver een uitgang,
2318 Job 28:1 | een uitgang, en een plaats voor het goud, dat zij smelten. ~
2319 Job 28:3 | einde, dat God gesteld heeft voor de duisternis, en al het
2320 Job 28:15 | 15 Het gesloten goud kan voor haar niet gegeven worden,
2321 Job 28:17 | zij niet te verwisselen voor een kleinood van dicht goud. ~
2322 Job 28:21 | 21 Want zij is verholen voor de ogen aller levenden,
2323 Job 28:21 | ogen aller levenden, en voor het gevogelte des hemels
2324 Job 28:26 | orde maakte, en een weg voor het weerlicht der donderen; ~
2325 Job 30:11 | daarom hebben zij den breidel voor mijn aangezicht afgeworpen. ~
2326 Job 31:3 | 3 Is niet het verderf voor den verkeerde, ja, wat vreemds
2327 Job 31:3 | verkeerde, ja, wat vreemds voor de werkers der ongerechtigheid? ~
2328 Job 31:40 | 40 Dat voor tarwe distelen voortkomen,
2329 Job 31:40 | distelen voortkomen, en voor gerst stinkkruid! De woorden
2330 Job 32:20 | Ik zal spreken, opdat ik voor mij lucht krijge; ik zal
2331 Job 33:5 | kunt, antwoord mij; schik u voor mijn aangezicht, stel u. ~
2332 Job 33:8 | 8 Zeker, gij hebt gezegd voor mijn oren, en ik heb de
2333 Job 33:10 | tegen mij, Hij houdt mij voor Zijn vijand. ~
2334 Job 33:16 | 16 Dan openbaart Hij het voor het oor der lieden, en Hij
2335 Job 34:4 | 4 Laat ons kiezen voor ons, wat recht is; laat
2336 Job 34:19 | niet aanneemt, en den rijke voor den arme niet kent? Want
2337 Job 34:29 | Hem dan aanschouwen, zowel voor een volk, als voor een mens
2338 Job 34:29 | zowel voor een volk, als voor een mens alleen? ~
2339 Job 35:2 | 2 Houdt gij dat voor recht, dat gij gezegd hebt:
2340 Job 35:8 | zijt, en uw gerechtigheid voor eens mensen kind. ~
2341 Job 35:14 | er is nochtans gericht voor Zijn aangezicht, wacht gij
2342 Job 36:2 | aanwijzen, dat er nog redenen voor God zijn. ~
2343 Job 36:7 | troon; daar zet Hij hen voor altoos, en zij worden verheven. ~
2344 Job 36:10 | 10 En Hij openbaart het voor hunlieder oor ter tucht,
2345 Job 36:15 | onderdrukking zal Hij het voor hunlieder oor openbaren. ~
2346 Job 37:10 | 10 Toen Ik voor haar met Mijn besluit de
2347 Job 37:25 | 25 Wie deelt voor den stortregen een waterloop
2348 Job 37:25 | waterloop uit, en een weg voor het weerlicht der donderen? ~
2349 Job 38:1 | 1 Zult gij voor den ouden leeuw roof jagen,
2350 Job 39:19 | 19 Zou men hem voor zijn ogen kunnen vangen?
2351 Job 39:24 | of zult gij hem binden voor uw jonge dochters? ~
2352 Job 39:28 | zal feilen; zal hij ook voor zijn gezicht nedergeslagen
2353 Job 40:1 | wie is dan hij, die zich voor Mijn aangezicht stellen
2354 Job 40:13 | hals herbergt de sterkte; voor hem springt zelfs de droefheid
2355 Job 40:18 | 18 Hij acht het ijzer voor stro, en het staal voor
2356 Job 40:18 | voor stro, en het staal voor verrot hout. ~
2357 Job 40:23 | pad; men zou den afgrond voor grijzigheid houden. ~
2358 Job 41:3 | niet verstond, dingen, die voor mij te wonderbaar waren,
2359 Job 41:8 | 8 Daarom neemt nu voor ulieden zeven varren en
2360 Job 41:8 | Job, en offert brandoffer voor ulieden, en laat Mijn knecht
2361 Job 41:8 | en laat Mijn knecht Job voor ulieden bidden; want zekerlijk,
2362 Job 41:10 | Job, toen hij gebeden had voor zijn vrienden; en de HEERE
2363 Psa 3:1 | van David, als hij vlood voor het aangezicht van zijn
2364 Psa 3:4 | HEERE! zijt een Schild voor mij, mijn eer, en Die mijn
2365 Psa 3:7 | 7Ik zal niet vrezen voor tienduizenden des volks,
2366 Psa 4:1 | 1Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op
2367 Psa 5:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op
2368 Psa 5:6 | 6 De onzinnigen zullen voor Uw ogen niet bestaan; Gij
2369 Psa 5:9 | verspieders wil; richt Uw weg voor mijn aangezicht. ~
2370 Psa 6:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op
2371 Psa 7:14 | heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij
2372 Psa 8:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op
2373 Psa 9:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op
2374 Psa 9:10 | zal een Hoog Vertrek zijn voor de verdrukte, een Hoog Vertrek
2375 Psa 9:19 | de nooddruftige zal niet voor altoos vergeten worden,
2376 Psa 9:20 | versterken; laat de heidenen voor Uw aangezicht geoordeeld
2377 Psa 11:1 | 1Een psalm van David, voor den opperzangmeester. Ik
2378 Psa 12:1 | 1Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op
2379 Psa 12:8 | bewaren; Gij zult hen behoeden voor dit geslacht, tot in eeuwigheid. ~
2380 Psa 13:1 | 1Een psalm van David, voor den opperzangmeester. ~
2381 Psa 13:2 | lang zult Gij Uw aangezicht voor mij verbergen? ~
2382 Psa 14:1 | 1Een psalm van David, voor den opperzangmeester. De
2383 Psa 16:8 | stel den HEERE geduriglijk voor mij, omdat Hij aan mijn
2384 Psa 17:2 | 2 Laat mijn recht van voor Uw aangezicht uitgaan, laat
2385 Psa 17:4 | woord Uwer lippen, gewacht voor de paden des inbrekers; ~
2386 Psa 17:9 | 9 Voor het aangezicht der goddelozen,
2387 Psa 17:13 | HEERE, kom zijn aangezicht voor, vel hem neder; bevrijd
2388 Psa 18:1 | 1 Voor den opperzangmeester, een
2389 Psa 18:7 | Zijn paleis, en mijn geroep voor Zijn aangezicht kwam in
2390 Psa 18:13 | 13 Van den glans, die voor Hem was, dreven Zijn wolken
2391 Psa 18:23 | Want al Zijn rechten waren voor mij, en Zijn inzettingen
2392 Psa 18:24 | bij Hem, en ik wachtte mij voor mijn ongerechtigheid. ~
2393 Psa 18:25 | reinigheid mijner handen, voor Zijn ogen. ~
2394 Psa 18:43 | vergruisde ik hen als stof voor den wind; ik ruimde hen
2395 Psa 19:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. ~
2396 Psa 19:5 | dezelve een tent gesteld voor de zon. ~
2397 Psa 19:7 | deszelven; en niets is verborgen voor haar hitte. ~
2398 Psa 19:15 | harten welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o HEERE,
2399 Psa 20:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. ~
2400 Psa 21:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. ~
2401 Psa 21:4 | 4 Want Gij komt hem voor met zegeningen van het goede;
2402 Psa 22:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op
2403 Psa 22:24 | vereert Hem; en ontziet u voor Hem, al gij zaad van Israel! ~
2404 Psa 22:25 | verdrukten, noch Zijn aangezicht voor hem verborgen; maar Hij
2405 Psa 22:28 | geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden. ~
2406 Psa 22:30 | stof nederdalen, zullen voor Zijn aangezicht nederbukken;
2407 Psa 23:5 | 5Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover
2408 Psa 25:14 | verborgenheid des HEEREN is voor degenen, die Hem vrezen;
2409 Psa 26:3 | Want Uw goedertierenheid is voor mijn ogen, en ik wandel
2410 Psa 27:1 | mijn Licht en mijn Heil, voor wien zou ik vrezen? De HEERE
2411 Psa 27:1 | is mijns levens kracht, voor wien zou ik vervaard zijn? ~
2412 Psa 27:9 | Verberg Uw aangezicht niet voor mij, keer Uw knecht niet
2413 Psa 31:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. ~
2414 Psa 31:5 | uitgaan uit het net, dat zij voor mij verborgen hebben, want
2415 Psa 31:20 | dat Gij weggelegd hebt voor degenen, die U vrezen; dat
2416 Psa 31:20 | vrezen; dat Gij gewrocht hebt voor degenen, die op U betrouwen,
2417 Psa 31:21 | verborgene Uws aangezichts voor de hoogmoedigheden des mans;
2418 Psa 31:21 | versteekt hen in een hut voor de twist der tongen. ~
2419 Psa 31:23 | haasten: Ik ben afgesneden van voor Uw ogen; dan nog hoordet
2420 Psa 32:5 | mijn overtredingen doen voor den HEERE; en Gij vergaaft
2421 Psa 32:7 | Verberging; Gij behoedt mij voor benauwdheid; Gij omringt
2422 Psa 33:8 | 8 Laat de ganse aarde voor den HEERE vrezen; laat alle
2423 Psa 33:8 | alle inwoners van de wereld voor Hem schrikken. ~
2424 Psa 34:8 | 8 Laat de ganse aarde voor den HEERE vrezen; laat alle
2425 Psa 34:8 | alle inwoners van de wereld voor Hem schrikken. ~
2426 Psa 35:1 | zijn gelaat veranderd had voor het aangezicht van Abimelech,
2427 Psa 36:5 | Laat hen worden als kaf voor den wind, en de Engel des
2428 Psa 36:7 | oorzaak de groeve van hun net voor mij verborgen; zij hebben
2429 Psa 36:7 | zonder oorzaak gegraven voor mijn ziel. ~
2430 Psa 36:12 | Zij vergelden mij kwaad voor goed, de beroving mijner
2431 Psa 37:1 | den knecht des HEEREN, voor den opperzangmeester. ~
2432 Psa 37:2 | hart: Er is geen vreze Gods voor zijn ogen. ~
2433 Psa 39:10 | 10 HEERE! voor U is al mijn begeerte; en
2434 Psa 39:10 | begeerte; en mijn zuchten is voor U niet verborgen. ~
2435 Psa 39:18 | en mijn smart is steeds voor mij. ~
2436 Psa 39:21 | 21 En die kwaad voor goed vergelden, staan mij
2437 Psa 40:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, voor
2438 Psa 40:1 | voor den opperzangmeester, voor Jeduthun. ~
2439 Psa 40:6 | mijn leeftijd is als niets voor U; immers is een ieder mens,
2440 Psa 41:1 | 1 Davids psalm, voor den opperzangmeester. ~
2441 Psa 42:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. ~
2442 Psa 42:13 | oprechtigheid, en Gij stelt mij voor Uw aangezicht in eeuwigheid. ~
2443 Psa 42:15 | 1 Een onderwijzing, voor den opperzangmeester, onder
2444 Psa 42:17 | wanneer zal ik ingaan, en voor Gods aangezicht verschijnen? ~
2445 Psa 42:20 | want ik zal Hem nog loven voor de verlossingen Zijns aangezichts. ~
2446 Psa 44:1 | 1 Een onderwijzing, voor den opperzangmeester, onder
2447 Psa 44:11 | onze haters beroven ons voor zich. ~
2448 Psa 44:16 | schande is den gansen dag voor mij, en de schaamte mijns
2449 Psa 45:1 | onderwijzing, een lied der liefde, voor den opperzangmeester, onder
2450 Psa 45:12 | Hij uw Heere is, zo buig u voor Hem neder. ~
2451 Psa 46:1 | 1 Een lied op Alamoth, voor den opperzangmeester, onder
2452 Psa 47:1 | 1 Een psalm, voor den opperzangmeester, onder
2453 Psa 47:5 | 5 Hij verkiest voor ons onze erfenis, de heerlijkheid
2454 Psa 48:1 | 1 Een lied, een psalm, voor de kinderen van Korach. ~
2455 Psa 48:4 | paleizen; Hij is er bekend voor een Hoog Vertrek. ~
2456 Psa 49:1 | 1 Een psalm, voor den opperzangmeester, onder
2457 Psa 50:3 | zal niet zwijgen; een vuur voor Zijn aangezicht zal verteren,
2458 Psa 50:8 | brandofferen zijn steeds voor Mij. ~
2459 Psa 50:21 | en zal het ordentelijk voor uw ogen stellen. ~
2460 Psa 51:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. ~
2461 Psa 51:5 | en mijn zonde is steeds voor mij. ~
2462 Psa 52:1 | onderwijzing van David, voor den opperzangmeester. ~
2463 Psa 52:11 | verwachten; want hij is goed voor Uw gunstgenoten. ~
2464 Psa 53:1 | onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op
2465 Psa 54:1 | onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op
2466 Psa 54:5 | ziel; zij stellen God niet voor hun ogen. Sela. ~
2467 Psa 55:1 | onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op
2468 Psa 55:2 | oren, en verberg U niet voor mijn smeking. ~
2469 Psa 55:13 | maakt, anders zou ik mij voor hem verborgen hebben. ~
2470 Psa 56:1 | gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, op
2471 Psa 56:14 | voeten van aanstoot, om voor Gods aangezicht te wandelen
2472 Psa 57:1 | gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, Altascheth;
2473 Psa 57:1 | opperzangmeester, Altascheth; als hij voor Sauls aangezicht vlood in
2474 Psa 57:7 | Zij hebben een net bereid voor mijn gangen, mijn ziel was
2475 Psa 57:7 | nedergebukt; zij hebben een kuil voor mijn aangezicht gegraven;
2476 Psa 58:1 | gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, Altascheth. ~
2477 Psa 58:12 | zeggen: Immers is er vrucht voor den rechtvaardige; immers
2478 Psa 59:1 | gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, Altascheth;
2479 Psa 59:2 | mij in een hoog vertrek voor degenen, die tegen mij opstaan. ~
2480 Psa 60:1 | kleinood van David tot lering, voor den opperzangmeester, op
2481 Psa 61:1 | 1Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op
2482 Psa 61:4 | geweest, een sterke Toren voor den vijand. ~
2483 Psa 61:8 | 8Hij zal eeuwiglijk voor Gods aangezicht zitten;
2484 Psa 62:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, over
2485 Psa 62:9 | Stort ulieder hart uit voor Zijn aangezicht; God is
2486 Psa 64:1 | 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. ~
2487 Psa 64:2 | geklag; behoed mijn leven voor des vijands schrik. ~
2488 Psa 64:3 | 3 Verberg mij voor den heimelijken raad der
2489 Psa 64:3 | heimelijken raad der boosdoeners, voor de oproerigheid van de werkers
2490 Psa 65:1 | psalm van David, een lied, voor den opperzangmeester. ~
2491 Psa 65:9 | de einden wonen, vrezen voor Uw tekenen; Gij doet de
2492 Psa 66:1 | 1 Een lied, een psalm, voor den opperzangmeester. Juicht
2493 Psa 67:1 | 1Een psalm, een lied, voor den opperzangmeester, op
2494 Psa 68:1 | psalm, een lied van David, voor den opperzangmeester. ~
2495 Psa 68:3 | verdreven wordt; gelijk was voor het vuur smelt, zullen de
2496 Psa 68:4 | zullen van vreugde opspringen voor Gods aangezicht, en van
2497 Psa 68:5 | Zijn Naam; hoogt de wegen voor Dien, Die in de vlakken
2498 Psa 68:5 | en springt op van vreugde voor Zijn aangezicht. ~
2499 Psa 68:8 | 8 O God! toen Gij voor het aangezicht Uws volks
2500 Psa 68:9 | aarde, ook dropen de hemelen voor Gods aanschijn; zelfs deze
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3972 |