1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3972
Book Chapter: Verse
3001 Jer 28:7 | dit woord, dat ik spreek voor uw oren, en voor de oren
3002 Jer 28:7 | spreek voor uw oren, en voor de oren des gansen volks: ~
3003 Jer 28:8 | 8 De profeten, die voor mij en voor u van ouds geweest
3004 Jer 28:8 | profeten, die voor mij en voor u van ouds geweest zijn,
3005 Jer 28:11 | 11 En Hananja sprak voor de ogen des gansen volks,
3006 Jer 29:6 | dochteren, en neemt vrouwen voor uw zonen, en geeft uw dochteren
3007 Jer 29:7 | doen wegvoeren, en bidt voor haar tot den HEERE; want
3008 Jer 29:21 | van Babel, en hij zal ze voor uw ogen slaan. ~
3009 Jer 29:26 | die onzinnig is, en zich voor een profeet uitgeeft,
3010 Jer 29:27 | gescholden, die zich bij ulieden voor een profeet uitgeeft? ~
3011 Jer 29:29 | had dezen brief gelezen voor de oren van den profeet
3012 Jer 30:7 | een tijd van benauwdheid voor Jakob; nog zal hij daaruit
3013 Jer 30:20 | eertijds, en zijn gemeente zal voor Mijn aangezicht bevestigd
3014 Jer 31:16 | tranen; want er is loon voor uw arbeid, spreekt de HEERE;
3015 Jer 31:17 | En er is verwachting voor uw nakomelingen, spreekt
3016 Jer 31:36 | Indien deze ordeningen van voor Mijn aangezicht zullen wijken,
3017 Jer 31:36 | ophouden, dat het geen volk zij voor Mijn aangezicht, al de dagen. ~
3018 Jer 32:8 | hebt de lossing, koop het voor u. Toen merkte ik, dat het
3019 Jer 32:12 | den zoon van Machseja, voor de ogen van Hanameel, mijns
3020 Jer 32:12 | Hanameel, mijns ooms zoon, en voor de ogen der getuigen die
3021 Jer 32:12 | koopbrief hadden onderschreven; voor de ogen van al de Joden,
3022 Jer 32:13 | En ik beval Baruch voor hun ogen, zeggende: ~
3023 Jer 32:25 | Heere HEERE! koop u dat veld voor geld, en doe het getuigen
3024 Jer 32:44 | 44 Velden zal men voor geld kopen, en de brieven
3025 Jer 33:18 | Levietischen priesteren, van voor Mijn aangezicht, niet worden
3026 Jer 33:24 | het geen volk meer is voor hun aangezicht. ~
3027 Jer 34:5 | de vorige koningen, die voor u geweest zijn, alzo zullen
3028 Jer 34:8 | Jeruzalem was, om vrijheid voor hen uit te roepen. ~
3029 Jer 34:15 | uitroepende, een iegelijk voor zijn naaste; en gij hadt
3030 Jer 34:15 | hadt een verbond gemaakt voor Mijn aangezicht, in
3031 Jer 34:17 | te roepen, een iegelijk voor zijn broeder, en een iegelijk
3032 Jer 34:17 | broeder, en een iegelijk voor zijn naaste; ziet, zo roep
3033 Jer 34:18 | woorden des verbonds, dat zij voor Mijn aangezicht gemaakt
3034 Jer 35:5 | koppen vol wijn en bekers voor; en ik zeide tot hen: Drinkt
3035 Jer 35:19 | afgesneden een man, die voor Mijn aangezicht sta, al
3036 Jer 36:6 | de woorden des HEEREN, voor de oren des volks, in des
3037 Jer 36:6 | gij zult ze ook lezen voor de oren van gans Juda, die
3038 Jer 36:7 | Misschien zal hunlieder smeking voor des HEEREN aangezicht nedervallen,
3039 Jer 36:9 | maand, dat zij een vasten voor des HEEREN aangezicht uitriepen,
3040 Jer 36:10 | van het huis des HEEREN, voor de oren des gansen volks. ~
3041 Jer 36:13 | Baruch uit dat boek las voor de oren des volks. ~
3042 Jer 36:14 | zeggen: De rol, waarin gij voor de oren des volks gelezen
3043 Jer 36:15 | Zit toch neder, en lees ze voor onze oren; en Baruch las
3044 Jer 36:15 | onze oren; en Baruch las voor hun oren. ~
3045 Jer 36:20 | verklaarden al die woorden voor de oren des konings. ~
3046 Jer 36:21 | schrijver; en Jehudi las ze voor de oren des konings, en
3047 Jer 36:21 | de oren des konings, en voor de oren van al de vorsten,
3048 Jer 36:22 | maand; en er was een vuur voor zijn aangezicht op den haard
3049 Jer 37:3 | om te zeggen: Bid toch voor ons tot den HEERE,
3050 Jer 37:20 | laat toch mijn smeking voor uw aangezicht nedervallen,
3051 Jer 38:14 | vragen, verheel geen ding voor mij. ~
3052 Jer 38:19 | Jeremia: Ik ben bevreesd voor de Joden, die tot de Chaldeen
3053 Jer 38:25 | gesproken? verheel het niet voor ons, zo zullen wij
3054 Jer 38:26 | zeggen: Ik wierp mijn smeking voor des konings aangezicht neder,
3055 Jer 39:6 | zonen van Zedekia te Ribla voor zijn ogen; ook slachtte
3056 Jer 39:16 | zij zullen te dien dage voor uw aangezicht zijn. ~
3057 Jer 39:17 | worden in de hand der mannen, voor welker aangezicht gij vreest. ~
3058 Jer 40:4 | zie, het ganse land is voor uw aangezicht, waarhenen
3059 Jer 40:10 | woon te Mizpa, om te staan voor het aangezicht der Chaldeen,
3060 Jer 41:18 | 18 Voor het aangezicht der Chaldeen;
3061 Jer 41:18 | Chaldeen; want zij vreesden voor hunlieder aangezicht, omdat
3062 Jer 42:2 | Laat toch onze smeking voor uw aangezicht nedervallen,
3063 Jer 42:2 | aangezicht nedervallen, en bid voor ons tot den HEERE, uw God,
3064 Jer 42:2 | ons tot den HEERE, uw God, voor dit ganse overblijfsel;
3065 Jer 42:9 | gezonden hebt, om uw smeking voor Zijn aangezicht neder te
3066 Jer 42:11 | 11 Vreest niet voor het aangezicht des konings
3067 Jer 42:11 | aangezicht des konings van Babel, voor wiens aangezicht gij vreest;
3068 Jer 42:11 | gij vreest; vreest niet voor hem, spreekt de HEERE; want
3069 Jer 42:16 | dat het zwaard, waar gij voor vreest, u aldaar in Egypteland
3070 Jer 42:16 | en de honger, waar gij voor zorgt, zal u aldaar in Egypte
3071 Jer 42:20 | gezonden, zeggende: Bid voor ons tot den HEERE, onzen
3072 Jer 43:9 | s huis te Tachpanhes is, voor de ogen der Joodse mannen; ~
3073 Jer 44:10 | Mijn inzettingen, die Ik voor ulieder aangezicht en voor
3074 Jer 44:10 | voor ulieder aangezicht en voor het aangezicht uwer
3075 Jer 46:11 | medicijnen, er is geen heling voor u. ~
3076 Jer 46:19 | 19 Maak voor u gereedschap der gevankelijke
3077 Jer 48:45 | 45 Die voor des vijands macht vluchtten,
3078 Jer 49:5 | gijlieden zult, een iegelijk voor zich henen, uitgedreven
3079 Jer 49:19 | en wie is die herder, die voor Mijn aangezicht bestaan
3080 Jer 49:29 | gereedschap, en hun kemelen voor zich wegnemen; en zij zullen
3081 Jer 49:37 | zal Elam versaagd maken voor het aangezicht hunner vijanden,
3082 Jer 49:37 | aangezicht hunner vijanden, en voor het aangezicht dergenen,
3083 Jer 50:8 | en weest als de bokken voor de kudde henen. ~
3084 Jer 50:44 | En wie is de herder, die voor Mijn aangezicht bestaan
3085 Jer 51:24 | gedaan hebben aan Sion, voor ulieder ogen, spreekt de
3086 Jer 52:10 | slachtte de zonen van Zedekia voor zijn ogen; en hij slachtte
3087 Jer 52:12 | der trawanten, die voor het aangezicht des konings
3088 Jer 52:20 | waren, die de koning Salomo voor het huis des HEEREN gemaakt
3089 Jer 52:33 | hij at geduriglijk brood voor zijn aangezicht, al de dagen
3090 Klaa 1:5 | gaan henen in de gevangenis voor het aangezicht des tegenpartijders. ~
3091 Klaa 1:6 | zij gaan krachteloos henen voor het aangezicht des
3092 Klaa 1:11 | hebben hun gewenste dingen voor spijs gegeven, om de ziel
3093 Klaa 1:13 | geheerst heeft; Hij heeft voor mijn voeten een net uitgebreid,
3094 Klaa 1:17 | uit, daar is geen trooster voor haar; de HEERE heeft van
3095 Klaa 1:19 | gegeven, als zij spijze voor zich zochten, opdat zij
3096 Klaa 1:22 | Thau. Laat al hun kwaad voor Uw aangezicht komen, en
3097 Klaa 1:36 | wenden, maar zij hebben voor u gezien ijdele lasten
3098 Klaa 1:41 | nachtwaken, stort uw hart uit voor het aangezicht des Heeren
3099 Klaa 1:41 | hef uw handen tot Hem op voor de ziel uwer kinderkens,
3100 Klaa 1:52 | schreeuw, sluit Hij de oren voor mijn gebed. ~
3101 Klaa 1:71 | 27 Teth. Het is goed voor een man, dat hij het juk
3102 Klaa 1:79 | het recht eens mans buigt voor het aangezicht des Allerhoogsten; ~
3103 Klaa 1:100| gehoord, verberg Uw oor niet voor mijn zuchten, voor mijn
3104 Klaa 1:100| niet voor mijn zuchten, voor mijn roepen. ~
3105 Klaa 2:4 | Ons water moeten wij voor geld drinken; ons hout komt
3106 Eze 1:9 | gingen elkeen recht uit voor zijn aangezicht henen. ~
3107 Eze 1:12 | zij gingen elkeen rechtuit voor zijn aangezicht henen; waarhenen
3108 Eze 2:6 | mensenkind! vrees niet voor hen, en vrees niet voor
3109 Eze 2:6 | voor hen, en vrees niet voor hun woorden, hoewel wederwilligen
3110 Eze 2:6 | schorpioenen woont; vrees voor hun woorden niet, en
3111 Eze 2:6 | niet, en ontzet u niet voor hun aangezicht, want zij
3112 Eze 2:10 | En Hij spreidde die voor mijn aangezicht uit; en
3113 Eze 2:10 | uit; en zij was beschreven voor en achter; en daarin waren
3114 Eze 3:9 | hen niet, en ontzet u niet voor hun aangezichten, omdat
3115 Eze 3:20 | doet, en Ik een aanstoot voor zijn aangezicht leg, hij
3116 Eze 4:1 | tichelsteen, en leg dien voor uw aangezicht, en bewerp
3117 Eze 4:6 | u gegeven elken dag voor elk jaar. ~
3118 Eze 4:9 | 9 En neemt gij voor u tarwe, en gerst, en bonen,
3119 Eze 4:12 | des mensen afgang bakken voor hun ogen. ~
3120 Eze 4:15 | heb u rundermest gegeven voor mensendrek, zo zult gij
3121 Eze 5:8 | het midden van u oefenen, voor de ogen van die heidenen. ~
3122 Eze 5:14 | heidenen, die rondom u zijn, voor de ogen van al degene, die
3123 Eze 6:4 | verslagenen nedervellen voor het aangezicht uwer drekgoden. ~
3124 Eze 6:5 | lichamen der kinderen Israels voor het aangezicht hunner drekgoden
3125 Eze 8:1 | en de oudsten van Juda voor mijn aangezicht zaten, dat
3126 Eze 8:11 | midden van hen, stonden voor hun aangezichten; en een
3127 Eze 8:16 | zich neder naar het oosten voor de zon. ~
3128 Eze 8:18 | niet sparen; hoewel zij voor Mijn oren met luider stem
3129 Eze 9:1 | 1 Daarna riep Hij voor mijn oren met luider stem,
3130 Eze 9:5 | tot die anderen zeide Hij voor mijn oren: Gaat door, door
3131 Eze 9:6 | van de oude mannen, die voor het huis waren. ~
3132 Eze 10:2 | de stad; en hij ging in voor mijn ogen. ~
3133 Eze 10:13 | raderen, elkeen derzelve werd voor mijn ogen genoemd Galgal. ~
3134 Eze 10:19 | zich van de aarde omhoog voor mijn ogen, als zij uitgingen;
3135 Eze 10:22 | gingen ieder recht uit voor zijn aangezicht henen. ~ ~
3136 Eze 12:3 | vertrekking; en vertrek bij dag voor hun ogen; en gij zult vertrekken
3137 Eze 12:3 | plaats tot een andere plaats voor hun ogen; misschien
3138 Eze 12:4 | dan uw gereedschap bij dag voor hun ogen uitbrengen, als
3139 Eze 12:4 | gij in den avond uitgaan voor hun ogen, gelijk zij
3140 Eze 12:5 | Doorgraaf u den wand voor hun ogen, en breng daardoor
3141 Eze 12:6 | 6 Voor hun ogen zult gij het op
3142 Eze 12:7 | droeg het op den schouder voor hun ogen. ~
3143 Eze 12:22 | Mensenkind, wat is dit voor een spreekwoord, dat gijlieden
3144 Eze 12:27 | gezicht dat hij ziet, is voor vele dagen, en hij profeteert
3145 Eze 13:5 | hebt den muur toegemuurd voor het huis Israels, om in
3146 Eze 13:16 | Jeruzalem profeteren, en voor haar een gezicht des vredes
3147 Eze 13:18 | vrouwen, die kussens naaien voor alle okselen der armen,
3148 Eze 13:18 | armen, en maken hoofddeksels voor het hoofd van alle statuur,
3149 Eze 13:19 | ontheiligen bij Mijn volk, voor handvollen van gerst, en
3150 Eze 13:19 | handvollen van gerst, en voor stukken broods, om zielen
3151 Eze 14:1 | van Israel, en zaten neder voor mijn aangezicht. ~
3152 Eze 14:3 | hunner ongerechtigheid recht voor hun aangezichten gesteld;
3153 Eze 14:4 | ongerechtigheid recht voor zijn aangezicht stelt, en
3154 Eze 14:7 | zijner ongerechtigheid recht voor zijn aangezicht, en komt
3155 Eze 16:15 | ieder, die voorbijging; voor hem was zij. ~
3156 Eze 16:18 | Mijn olie en Mijn reukwerk voor hun aangezichten gesteld. ~
3157 Eze 16:19 | spijsde, dat hebt gij ook voor hun aangezichten gesteld
3158 Eze 16:21 | overgegeven, als gij dezelve voor hen door het vuur hebt doen
3159 Eze 16:25 | met uw benen geschreden voor een ieder, die voorbijging,
3160 Eze 16:37 | vergaderen tegen u, en Ik zal voor hen uw naaktheid ontdekken,
3161 Eze 16:41 | oordelen tegen u uitvoeren voor veler vrouwen ogen; en Ik
3162 Eze 16:50 | en deden gruwelijkheid voor Mijn aangezicht; daarom
3163 Eze 16:52 | ook uw schande, gij, die voor uw zusteren geoordeeld hebt
3164 Eze 16:63 | vanwege uw schande, wanneer Ik voor u verzoening doen zal over
3165 Eze 17:2 | Mensenkind, stel een raadsel voor, en gebruik een gelijkenis
3166 Eze 20:1 | en zij zaten neder voor mijn aangezicht. ~
3167 Eze 20:6 | zou, in een land, dat Ik voor hen uitgespeurd had, vloeiende
3168 Eze 20:9 | hij niet ontheiligd wierde voor de ogen der heidenen, in
3169 Eze 20:9 | waren; aan welke Ik Mij, voor derzelver ogen, bekend
3170 Eze 20:14 | die niet ontheiligd werd voor de ogen van die heidenen,
3171 Eze 20:14 | de ogen van die heidenen, voor welker ogen Ik hen uitvoerde. ~
3172 Eze 20:22 | Mijns Naams wil, opdat hij voor de ogen der heidenen niet
3173 Eze 20:22 | niet zou ontheiligd worden, voor welker ogen Ik hen uitgevoerd
3174 Eze 20:41 | zal in u geheiligd worden voor de ogen der heidenen. ~
3175 Eze 21:6 | mensenkind, zucht; zucht voor hun ogen met verbreking
3176 Eze 21:19 | mensenkind, stel u twee wegen voor, waardoor het zwaard des
3177 Eze 22:16 | gij in u ontheiligd zijn voor de ogen der heidenen; en
3178 Eze 22:30 | muur mocht toemuren, en voor Mijn aangezicht in de bresse
3179 Eze 22:30 | aangezicht in de bresse staan voor het land, opdat Ik het niet
3180 Eze 23:24 | u zetten; en Ik zal voor hun aangezicht het gericht
3181 Eze 23:37 | Mij gebaard hadden, voor hen door het vuur laten
3182 Eze 23:40 | was, ziet, zo kwamen zij, voor dewelken gij u wiest, uw
3183 Eze 23:41 | zat op een heerlijk bed, voor hetwelk een tafel toegericht
3184 Eze 24:2 | koning van Babel legt zich voor Jeruzalem, even op dezen
3185 Eze 25:10 | 10 Voor die van het oosten, met
3186 Eze 27:5 | Libanon gehaald, om masten voor u te maken. ~
3187 Eze 28:3 | hebben niets toegeslotens voor u verborgen. ~
3188 Eze 28:4 | verstand, hebt gij vermogen voor u verkregen; ja, gij hebt
3189 Eze 28:9 | Zult gij dan enigszins, voor het aangezicht uws doodslagers,
3190 Eze 28:17 | henengeworpen, Ik heb u voor het aangezicht der koningen
3191 Eze 28:18 | gemaakt tot as op de aarde, voor de ogen van al degenen,
3192 Eze 28:25 | verstrooid zijn, en Ik onder hen voor de ogen der heidenen zal
3193 Eze 29:3 | mijne, en ik heb die voor mij gemaakt. ~
3194 Eze 29:18 | loon gehad vanwege Tyrus, voor den dienst, dien hij tegen
3195 Eze 29:19 | het zal het loon zijn voor zijn heir. ~
3196 Eze 29:20 | Egypteland gegeven, omdat zij voor Mij gewrocht hebben, spreekt
3197 Eze 30:9 | dage zullen er boden van voor Mijn aangezicht in schepen
3198 Eze 30:24 | zal Ik verbreken, dat hij voor zijn aangezicht zal kermen,
3199 Eze 32:10 | Mijn zwaard zal zwaaien voor hun aangezichten; en zij
3200 Eze 32:10 | ogenblik sidderen, een ieder voor zijn ziel, ten dage uws
3201 Eze 33:2 | hun einden nemen, en dien voor zich tot een wachter
3202 Eze 33:31 | pleegt te komen, en zitten voor uw aangezicht als Mijn volk,
3203 Eze 36:3 | opgeslokt heeft, opdat gij voor het overblijfsel der heidenen
3204 Eze 36:4 | tot een spot geworden zijn voor het overblijfsel der heidenen,
3205 Eze 36:8 | takken geven, en uw vrucht voor Mijn volk Israel dragen,
3206 Eze 36:17 | handelingen; hun weg was voor Mijn aangezicht als de
3207 Eze 36:23 | Heere HEERE, als Ik aan u voor hun ogen zal geheiligd zijn. ~
3208 Eze 36:34 | het een verwoesting was, voor de ogen van een ieder, die
3209 Eze 37:16 | hout, en schrijf daarop: Voor Juda, en voor de kinderen
3210 Eze 37:16 | schrijf daarop: Voor Juda, en voor de kinderen Israels, zijn
3211 Eze 37:16 | hout, en schrijf daarop: Voor Jozef, het hout van
3212 Eze 37:20 | zullen in uw hand zijn voor hunlieder ogen. ~
3213 Eze 38:16 | kennen, als Ik aan u, o Gog! voor hun ogen zal geheiligd worden. ~
3214 Eze 38:23 | heiligen, en bekend worden voor de ogen van vele heidenen;
3215 Eze 39:17 | Mijn slachtoffer, dat Ik voor u geslacht heb, een groot
3216 Eze 39:19 | Mijn slachtoffer, dat Ik voor u geslacht heb. ~
3217 Eze 39:23 | Ik Mijn aangezicht voor hen verborgen heb, en heb
3218 Eze 39:24 | en Ik heb Mijn aangezicht voor hen verborgen. ~
3219 Eze 39:27 | aan hen geheiligd zal zijn voor de ogen van vele heidenen; ~
3220 Eze 39:29 | En Ik zal Mijn aangezicht voor hen niet meer verbergen,
3221 Eze 40:12 | En er was een ruim voor aan de kamertjes, van een
3222 Eze 40:19 | der benedenste poort af, voor aan het binnenste voorhof,
3223 Eze 40:22 | haar voorhuizen waren voor aan dezelve. ~
3224 Eze 40:26 | en haar voorhuizen waren voor aan dezelve; en zij had
3225 Eze 40:42 | Maar de vier tafelen voor het brandoffer waren van
3226 Eze 40:45 | weg naar het zuiden is, is voor de priesteren, die de wacht
3227 Eze 40:46 | naar het noorden is, is voor de priesteren, die de wacht
3228 Eze 40:47 | vierkant; en het altaar was voor aan het huis. ~
3229 Eze 41:4 | de breedte twintig ellen voor aan den tempel; en hij zeide
3230 Eze 41:7 | 7 En het was voor de zijkameren opwaarts naar
3231 Eze 41:12 | Voorts van het gebouw, dat voor aan de afgesneden plaats
3232 Eze 41:15 | hij de lengte des gebouws voor aan de afgesneden plaats
3233 Eze 41:22 | Dit is de tafel, die voor des HEEREN aangezicht zal
3234 Eze 42:2 | 2 Voor aan de lengte van de honderd
3235 Eze 42:4 | 4 En voor de kameren was een wandeling
3236 Eze 42:7 | naar het buitenste voorhof, voor aan de kameren, de lengte
3237 Eze 42:8 | vijftig ellen; en ziet, voor aan den tempel waren honderd
3238 Eze 42:10 | den weg naar het oosten, voor aan de afgesneden plaats,
3239 Eze 42:10 | de afgesneden plaats, en voor aan het gebouw, waren kameren. ~
3240 Eze 42:11 | 11 En de weg voor dezelve henen was als de
3241 Eze 42:12 | hoofd van den weg, den weg voor aan den rechten muur, den
3242 Eze 42:13 | kameren van het zuiden, die voor aan de afgesneden plaats
3243 Eze 42:14 | en naderen tot hetgeen voor het volk is. ~
3244 Eze 43:11 | zijn wetten; en schrijf het voor hun ogen, opdat zij zijn
3245 Eze 43:24 | En gij zult ze offeren voor het aangezicht des HEEREN;
3246 Eze 44:3 | zitten, om brood te eten voor het aangezicht des HEEREN;
3247 Eze 44:4 | den weg der noorderpoort, voor aan het huis; en ik zag,
3248 Eze 44:6 | Heere HEERE: Het is te veel voor ulieden, vanwege al uw gruwelen,
3249 Eze 44:11 | brandoffer en het slachtoffer voor het volk slachten,
3250 Eze 44:11 | volk slachten, en zullen voor hun aangezicht staan, om
3251 Eze 44:12 | henlieden gediend hebben voor het aangezicht hunner drekgoden,
3252 Eze 44:15 | Mij te dienen; en zullen voor Mijn aangezicht staan, om
3253 Eze 45:4 | van het land; zij zal zijn voor de priesteren, die het heiligdom
3254 Eze 45:4 | huizen, en een heilige plaats voor het heiligdom. ~
3255 Eze 45:5 | hunlieden tot een bezitting, voor twintig kameren. ~
3256 Eze 45:6 | tegenover het heilig hefoffer; voor het ganse huis Israels zal
3257 Eze 45:7 | der bezitting der stad, voor aan het heilig hefoffer,
3258 Eze 45:7 | het heilig hefoffer, en voor aan de bezitting der stad;
3259 Eze 45:9 | Heere HEERE: Het is te veel voor u, gij vorsten Israels!
3260 Eze 45:16 | zal in dit hefoffer zijn, voor den vorst in Israel. ~
3261 Eze 45:17 | doen, om verzoening te doen voor het huis Israels. ~
3262 Eze 45:22 | vorst zal op denzelven dag voor zichzelven, en voor al het
3263 Eze 45:22 | dag voor zichzelven, en voor al het volk des lands, bereiden
3264 Eze 46:3 | volk des lands aanbidden voor de deur derzelve poort,
3265 Eze 46:3 | sabbatten en op de nieuwe manen, voor het aangezicht des HEEREN. ~
3266 Eze 46:9 | Maar als het volk des lands voor het aangezicht des HEEREN
3267 Eze 46:9 | is ingegaan, maar recht voor zich henen uitgaan. ~
3268 Eze 47:22 | zult doen vallen in erfenis voor ulieden, en voor de vreemdelingen,
3269 Eze 47:22 | erfenis voor ulieden, en voor de vreemdelingen, die in
3270 Eze 48:10 | het heilig hefoffer zijn voor de priesteren, noordwaarts
3271 Eze 48:11 | 11 Het zal zijn voor de priesteren, die geheiligd
3272 Eze 48:15 | overgelaten is in de breedte, voor aan de vijf en twintig duizend,
3273 Eze 48:15 | dat zal onheilig zijn, voor de stad, tot bewoning en
3274 Eze 48:18 | zal wezen tot onderhoud voor degenen, die de stad dienen. ~
3275 Eze 48:21 | En het overgelatene zal voor den vorst zijn, van deze
3276 Eze 48:21 | van de bezitting der stad, voor aan de vijf en twintig duizend
3277 Eze 48:21 | oosterlandpale en westerlandpale, voor aan de vijf en twintig duizend
3278 Eze 48:21 | de andere delen, dat zal voor den vorst zijn; en het
3279 Eze 48:29 | doen vallen in erfenis, voor de stammen Israels, en dit
3280 Dan 1:5 | einde derzelve zouden staan voor het aangezicht des konings. ~
3281 Dan 1:8 | 8 Daniel nu nam voor in zijn hart, dat hij zich
3282 Dan 1:9 | genade en barmhartigheid voor het aangezicht van den overste
3283 Dan 1:13 | 13 En men zie voor uw aangezicht onze gedaanten,
3284 Dan 1:18 | overste der kamerlingen in voor het aangezicht van Nebukadnezar, ~
3285 Dan 1:19 | en Azarja; en zij stonden voor het aangezicht des konings. ~
3286 Dan 2:2 | kwamen, en stonden voor het aangezicht des konings. ~
3287 Dan 2:9 | leugenachtig en verdicht woord voor mij te zeggen bereid, totdat
3288 Dan 2:10 | De Chaldeen antwoordden voor den koning, en zeiden: Er
3289 Dan 2:11 | niemand anders, die dezelve voor den koning te kennen kan
3290 Dan 2:24 | maar breng mij in voor den koning, en ik zal den
3291 Dan 2:25 | Arioch met haast Daniel in voor den koning, en hij sprak
3292 Dan 2:27 | 27 Daniel antwoordde voor den koning, en zeide: De
3293 Dan 2:35 | er werd geen plaats voor dezelve gevonden; maar de
3294 Dan 2:36 | uitlegging nu zullen wij voor de koning zeggen. ~
3295 Dan 3:3 | opgericht; en zij stonden voor het beeld, dat Nebukadnezar
3296 Dan 3:13 | toen werden die mannen voor den koning gebracht. ~
3297 Dan 4:6 | van mij gesteld, dat men voor mij zou inbrengen al de
3298 Dan 4:7 | waarzeggers; en ik zeide den droom voor hen; maar zij maakten mij
3299 Dan 4:8 | Totdat ten laatste Daniel voor mij inkwam, wiens naam Beltsazar
3300 Dan 4:8 | en ik vertelde den droom voor hem, zeggende: ~
3301 Dan 4:12 | was spijze aan denzelve voor allen; onder hem vond het
3302 Dan 4:21 | en waar spijze aan was voor allen, onder wien het gedierte
3303 Dan 5:1 | maakte een groten maaltijd voor zijn duizend geweldigen,
3304 Dan 5:1 | geweldigen, en hij dronk wijn voor die duizend. ~
3305 Dan 5:3 | 3 Toen bracht men voor de gouden vaten, die men
3306 Dan 5:13 | 13 Toen werd Daniel voor den koning ingebracht. De
3307 Dan 5:15 | 15 Nu, zo zijn voor mij ingebracht de wijzen
3308 Dan 5:17 | antwoordde Daniel, en zeide voor den koning: Heb uw gaven
3309 Dan 5:17 | den koning: Heb uw gaven voor uzelven, en geef uw vereringen
3310 Dan 5:17 | zal nochtans het schrift voor den koning lezen, en de
3311 Dan 5:19 | volken, natien en tongen voor hem; dien hij wilde, doodde
3312 Dan 5:23 | heeft de vaten van Zijn huis voor u gebracht, en gij, en uw
3313 Dan 6:11 | bad, en deed belijdenis voor zijn God, ganselijk gelijk
3314 Dan 6:11 | God, ganselijk gelijk hij voor dezen gedaan had. ~
3315 Dan 6:12 | Daniel biddende en smekende voor zijn God. ~
3316 Dan 6:13 | kwamen zij nader, en spraken voor den koning van het gebod
3317 Dan 6:14 | antwoordden zij, en zeiden voor den koning: Daniel, een
3318 Dan 6:17 | en zij brachten Daniel voor, en wierpen hem in den kuil
3319 Dan 6:19 | en liet geen vreugdespel voor zich brengen; en zijn slaap
3320 Dan 6:23 | beschadigd hebben, omdat voor Hem onschuld in mij gevonden
3321 Dan 6:25 | zij brachten die mannen voor, die Daniel overluid beschuldigd
3322 Dan 6:27 | koninkrijks beve en siddere voor het aangezicht van den God
3323 Dan 7:7 | verscheiden van al de dieren, die voor hetzelve geweest waren;
3324 Dan 7:8 | hoornen werden uitgerukt voor denzelven; en ziet, in dienzelven
3325 Dan 7:10 | rivier vloeide, en ging van voor Hem uit, duizendmaal duizenden
3326 Dan 7:10 | duizendmaal tien duizenden stonden voor Hem; het gericht zette zich,
3327 Dan 7:13 | dagen, en zij deden Hem voor Denzelven naderen. ~
3328 Dan 7:20 | anderen, die opkwam, en voor denwelken drie afgevallen
3329 Dan 8:3 | en ziet, een ram stond voor dien vloed, die had twee
3330 Dan 8:4 | zuiden, en geen dieren konden voor zijn aangezicht bestaan,
3331 Dan 8:6 | dien ik had zien staan voor den vloed; en hij liep op
3332 Dan 8:7 | ram was geen kracht, om voor zijn aangezicht te
3333 Dan 8:15 | deszelven, en ziet, er stond voor mij als de gedaante eens
3334 Dan 9:10 | zouden, die Hij gegeven heeft voor onze aangezichten, door
3335 Dan 9:18 | wij werpen onze smekingen voor Uw aangezicht niet
3336 Dan 9:20 | mijn smeking nederwierp voor het aangezicht des HEEREN,
3337 Dan 9:26 | worden, maar het zal niet voor Hem zelven zijn; en een
3338 Dan 10:12 | uzelven te verootmoedigen, voor het aangezicht uws Gods,
3339 Dan 10:14 | want het gezicht is nog voor vele dagen. ~
3340 Dan 11:4 | uitgerukt worden, en dat voor anderen dan deze. ~
3341 Dan 11:16 | welgevallen, en niemand zal voor zijn aangezicht bestaan;
3342 Dan 11:17 | niet vast staan, en zij zal voor hem niet zijn. ~
3343 Dan 11:22 | zullen overstroomd worden van voor zijn aangezicht, en zij
3344 Dan 11:35 | toe; want het zal nog zijn voor een bestemden tijd. ~
3345 Dan 12:1 | opstaan, die grote vorst, die voor de kinderen uws volks staat,
3346 Hos 2:9 | haar dwaasheid ontdekken voor de ogen harer boelen; en
3347 Hos 2:17 | te dien dage een verbond voor hen maken met het wild gedierte
3348 Hos 3:2 | 2 En ik kocht ze mij voor vijftien zilverlingen, en
3349 Hos 5:3 | ken Efraim, en Israel is voor Mij niet verborgen; dat
3350 Hos 6:2 | verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven. ~
3351 Hos 7:2 | hun handelingen, zij zijn voor Mijn aangezicht. ~
3352 Hos 8:4 | zilver en hun goud hebben zij voor zichzelven afgoden gemaakt,
3353 Hos 8:9 | een woudezel, die alleen voor zichzelven is; die van Efraim
3354 Hos 8:12 | voortreffelijkheden Mijner wet voor; maar die zijn geacht als
3355 Hos 9:4 | worden; want hun brood zal voor hun ziel zijn, het zal in
3356 Hos 10:1 | hij brengt weder vrucht voor zich; maar naar de veelheid
3357 Hos 10:6 | worden, tot een geschenk voor den koning Jareb; Efraim
3358 Hos 10:11 | Juda zal ploegen, Jakob zal voor zich eggen. ~
3359 Joe 1:16 | 16 Is niet de spijze voor onze ogen afgesneden? Blijdschap
3360 Joe 2:3 | 3 Voor hetzelve verteert een vuur,
3361 Joe 2:3 | brandt een vlam; het land is voor hetzelve als een lusthof,
3362 Joe 2:10 | De aarde is beroerd voor deszelfs aangezicht, de
3363 Joe 2:11 | HEERE verheft Zijn stem voor Zijn heir henen; want Zijn
3364 Joe 2:14 | spijsoffer en drankoffer voor den HEERE, uw God. ~
3365 Amos 1:1 | koning van Israel; twee jaren voor de aardbeving. ~
3366 Amos 2:6 | omdat zij den rechtvaardige voor geld verkopen, en den nooddruftige
3367 Amos 2:9 | daarentegen heb den Amoriet voor hunlieder aangezicht verdelgd,
3368 Amos 3:5 | vallen, als er geen strik voor hem is? Zal men den strik
3369 Amos 4:3 | bressen uitgaan, een ieder voor zich henen; en gij zult,
3370 Amos 5:19 | Als wanneer iemand vlood voor het aangezicht eens leeuws,
3371 Amos 8:6 | 6 Dat wij de armen voor geld mogen kopen, en den
3372 Amos 9:3 | al verborgen zij zich van voor Mijn ogen in den grond van
3373 Amos 9:4 | gingen zij in gevangenis voor het aangezicht hunner vijanden,
3374 Jona 1:2 | boosheid is opgeklommen voor Mijn aangezicht. ~
3375 Jona 2:4 | Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik
3376 Jona 4:2 | was? Daarom kwam ik het voor, vluchtende naar Tarsis;
3377 Mic 1:4 | gekloofd worden, gelijk was voor het vuur, gelijk wateren,
3378 Mic 2:11 | zeggende: Ik zal u profeteren voor wijn en voor sterken drank!
3379 Mic 2:11 | profeteren voor wijn en voor sterken drank! dat is een
3380 Mic 2:13 | 13 De doorbreker zal voor hun aangezicht optrekken;
3381 Mic 2:13 | uittrekken; en hun koning zal voor hun aangezicht henengaan;
3382 Mic 3:4 | aangezicht te dier tijd voor hen verbergen, gelijk als
3383 Mic 3:6 | Daarom zal het nacht voor ulieden worden vanwege het
3384 Mic 5:12 | niet meer zult nederbuigen voor het werk uwer handen. ~
3385 Mic 6:4 | diensthuis verlost; en Ik heb voor uw aangezicht henen gezonden
3386 Mic 6:6 | tegenkomen, en mij bukken voor den hogen God? Zal ik Hem
3387 Mic 6:7 | mijn eerstgeborene geven voor mijn overtreding, de vrucht
3388 Mic 6:7 | vrucht mijns buiks voor de zonde mijner ziel? ~
3389 Mic 7:5 | bewaar de deuren uws monds voor haar, die in uw schoot ligt. ~
3390 Mic 7:17 | onzen God, en zullen voor U vrezen. ~
3391 Nah 1:5 | 5 De bergen beven voor Hem, en de heuvelen versmelten;
3392 Nah 1:5 | en de aarde licht zich op voor Zijn aangezicht, en de wereld,
3393 Nah 1:6 | 6 Wie zal voor Zijn gramschap staan, en
3394 Nah 1:6 | gramschap staan, en wie zal voor de hittigheid Zijns toorns
3395 Nah 2:12 | leeuw, die genoeg roofde voor zijn welpen, en worgde voor
3396 Nah 2:12 | voor zijn welpen, en worgde voor zijn oude leeuwinnen, die
3397 Nah 3:19 | Er is geen samentrekking voor uw breuk, uw plage is smartelijk;
3398 Zep 1:5 | nederbuigen op de daken voor het heir des hemels, en
3399 Zep 1:7 | 7 Zwijgt voor het aangezicht des Heeren
3400 Zep 2:7 | de landstreek zal wezen voor het overblijfsel van het
3401 Zep 3:20 | Ik uw gevangenissen voor uw ogen wenden zal, zegt
3402 Zac 2:12 | zal de HEERE Juda erven voor Zijn deel, in het heilige
3403 Zac 2:13 | Zwijg, alle vlees, voor het aangezicht des HEEREN!
3404 Zac 3:1 | den hogepriester, staande voor het aangezicht van den Engel
3405 Zac 3:3 | vuile klederen, als hij voor het aangezicht des Engels
3406 Zac 3:4 | en sprak tot degenen, die voor Zijn aangezicht stonden,
3407 Zac 3:8 | gij en uw vrienden, die voor uw aangezicht zitten, want
3408 Zac 3:9 | steen, welken Ik gelegd heb voor het aangezicht van Josua,
3409 Zac 4:7 | zijt gij, o grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel
3410 Zac 4:14 | de twee olietakken, welke voor den Heere der ganse aarde
3411 Zac 6:5 | uitgaande van daar zij stonden voor den Heere der ganse aarde. ~
3412 Zac 6:14 | die kronen zullen wezen voor Chelem, en voor Tobia, en
3413 Zac 6:14 | zullen wezen voor Chelem, en voor Tobia, en voor Jedaja, en
3414 Zac 6:14 | Chelem, en voor Tobia, en voor Jedaja, en voor Chen, den
3415 Zac 6:14 | Tobia, en voor Jedaja, en voor Chen, den zoon van Zefanja,
3416 Zac 8:10 | 10 Want voor die dagen kwam des mensen
3417 Zac 10:1 | zal hun regen genoeg geven voor ieder kruid op het veld. ~
3418 Zac 11:5 | hen doden, en houden het voor geen schuld; en een ieder
3419 Zac 11:13 | zeide tot mij: Werp ze henen voor den pottenbakker: een heerlijken
3420 Zac 11:13 | in het huis des HEEREN, voor den pottenbakker. ~
3421 Zac 12:8 | de Engel des HEEREN voor hun aangezicht. ~
3422 Zac 13:1 | een Fontein geopend zijn voor het huis Davids, en voor
3423 Zac 13:1 | voor het huis Davids, en voor de inwoners van Jeruzalem,
3424 Zac 14:4 | staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het
3425 Zac 14:5 | vlieden, gelijk als gij vloodt voor de aardbeving in de dagen
3426 Zac 14:20 | zijn als de sprengbekkens voor het altaar; ~
3427 Mal 1:3 | verwoesting, en zijn erve voor de draken der woestijn. ~
3428 Mal 2:9 | verachtelijk en onwaard gemaakt voor het ganse volk, dewijl gij
3429 Mal 3:1 | Ik zende Mijn engel, die voor Mijn aangezicht den weg
3430 Mal 3:14 | dat wij in het zwart gaan, voor het aangezicht des HEEREN
3431 Mal 3:16 | en er is een gedenkboek voor Zijn aangezicht geschreven,
3432 Mal 3:16 | Zijn aangezicht geschreven, voor degenen, die den HEERE
3433 Mal 3:16 | die den HEERE vrezen, en voor degenen, die aan Zijn Naam
3434 Matt 2:9 | gezien hadden, ging hun voor, totdat zij kwam en stond
3435 Matt 5:12 | vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn. ~
3436 Matt 5:16 | Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede
3437 Matt 5:24 | 24 Laat daar uw gave voor het altaar, en gaat heen,
3438 Matt 5:44 | dengenen, die u haten; en bidt voor degenen, die u geweld doen,
3439 Matt 6:1 | gij uw aalmoes niet doet voor de mensen, om van hen gezien
3440 Matt 6:2 | dan aalmoes doet, zo laat voor u niet trompetten, gelijk
3441 Matt 6:25 | Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten,
3442 Matt 6:25 | wat gij drinken zult; noch voor uw lichaam, waarmede gij
3443 Matt 6:28 | En wat zijt gij bezorgd voor de kleding? Aanmerkt de
3444 Matt 6:34 | morgen; want de morgen zal voor het zijne zorgen; elke dag
3445 Matt 7:6 | niet, noch werpt uw paarlen voor de zwijnen; opdat zij niet
3446 Matt 8:29 | gekomen om ons te pijnigen voor den tijd? ~
3447 Matt 10:17 | 17 Maar wacht u voor de mensen; want zij zullen
3448 Matt 10:18 | 18 En gij zult ook voor stadhouders en koningen
3449 Matt 10:28 | 28 En vreest niet voor degenen, die het lichaam
3450 Matt 10:32 | dan, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal Ik ook
3451 Matt 10:32 | dien zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen
3452 Matt 10:33 | Mij verloochend zal hebben voor de mensen, dien zal Ik ook
3453 Matt 10:33 | zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen
3454 Matt 11:10 | Ziet, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg
3455 Matt 11:10 | die Uw weg bereiden zal voor U heen. ~
3456 Matt 11:25 | aarde! dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen
3457 Matt 11:26 | is geweest het welbehagen voor U. ~
3458 Matt 11:29 | en gij zult rust vinden voor uw zielen. ~
3459 Matt 13:21 | wortel in zichzelven, maar is voor een tijd; en als verdrukking
3460 Matt 14:5 | volk, omdat zij hem hielden voor een profeet. ~
3461 Matt 14:22 | in het schip te gaan, en voor Hem af te varen naar de
3462 Matt 15:26 | nemen, en den hondekens voor te werpen. ~
3463 Matt 15:30 | vele anderen, en wierpen ze voor de voeten van Jezus; en
3464 Matt 17:2 | 2 En Hij werd voor hen veranderd van gedaante;
3465 Matt 17:4 | drie tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een,
3466 Matt 17:4 | tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en een voor Elias. ~
3467 Matt 17:4 | en voor Mozes een, en een voor Elias. ~
3468 Matt 17:14 | tot Hem een mens, vallende voor Hem op de knieen, en zeggende: ~
3469 Matt 17:27 | die, en geef hem aan hen voor Mij en u. ~ ~
3470 Matt 20:2 | arbeiders eens geworden was, voor een penning des daags, zond
3471 Matt 20:13 | niet met mij eens geworden voor een penning? ~
3472 Matt 20:28 | te geven tot een rantsoen voor velen. ~
3473 Matt 21:26 | zij houden allen Johannes voor een profeet. ~
3474 Matt 21:46 | dewijl deze Hem hielden voor een profeet. ~ ~
3475 Matt 22:25 | zo liet hij zijn vrouw voor zijn broeder. ~
3476 Matt 23:13 | het Koninkrijk der hemelen voor de mensen, overmits gij
3477 Matt 24:33 | weet, dat het nabij is, voor de deur. ~
3478 Matt 24:38 | gelijk zij waren in de dagen voor den zondvloed, etende en
3479 Matt 25:9 | Geenszins, opdat er misschien voor ons en voor u niet genoeg
3480 Matt 25:9 | er misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; maar
3481 Matt 25:9 | tot de verkopers, en koopt voor uzelven. ~
3482 Matt 25:32 | 32 En voor Hem zullen al de volken
3483 Matt 25:40 | zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze
3484 Matt 25:45 | zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze
3485 Matt 26:28 | Nieuwen Testaments, hetwelk voor velen vergoten wordt, tot
3486 Matt 26:70 | 70 Maar hij loochende het voor allen, zeggende: Ik weet
3487 Matt 27:7 | pottenbakkers, tot een begrafenis voor de vreemdelingen. ~
3488 Matt 27:10 | En hebben dezelve gegeven voor den akker des pottenbakkers;
3489 Matt 27:11 | 11 En Jezus stond voor den stadhouder; en de stadhouder
3490 Matt 27:24 | water en wies de handen voor de schare, zeggende: Ik
3491 Matt 27:29 | en vallende op hun knieen voor Hem, bespotten zij Hem,
3492 Matt 28:7 | doden; en ziet, Hij gaat u voor naar Galilea, daar zult
3493 Mark 1:2 | Ziet, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg
3494 Mark 1:2 | Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal. ~
3495 Mark 1:40 | biddende Hem, en vallende voor Hem op de knieen, en tot
3496 Mark 1:44 | uzelven den priester, en offer voor uw reiniging, hetgeen Mozes
3497 Mark 3:11 | als zij Hem zagen, vielen voor Hem neder en riepen, zeggende:
3498 Mark 4:17 | in zichzelven, maar zijn voor een tijd; daarna, als verdrukking
3499 Mark 5:33 | geschied was, kwam en viel voor Hem neder, en zeide Hem
3500 Mark 6:21 | een maaltijd aanrichtte, voor zijn groten, en de oversten
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3972 |