Book Chapter: Verse
1 Gen 17:18 | gewisselijk tot een groot en machtig volk worden zal, en alle
2 Exo 1:7 | vermeerderden, en werden gans zeer machtig, zodat het land met hen
3 Exo 1:20 | vermeerderde, en het werd zeer machtig. ~
4 Num 31:54 | aangezicht des HEEREN. ~ ~dden machtig veel; en zij bezagen het
5 Deu 26:5 | werd aldaar tot een groot, machtig en menigvuldig volk. ~
6 Ric 15:5 | waarmede wij hem zouden machtig worden, en hem binden, om
7 2Sa 11:23 | mannen zijn ons zeker te machtig geweest, en zijn tot ons
8 1Kro 5:2 | 2 Want Juda werd machtig onder zijn broederen, en
9 2Kro 14:18| kinderen van Juda werden machtig, dewijl zij op den HEERE,
10 Psa 36:18 | de grote gemeente; onder machtig veel volks zal ik U prijzen. ~
11 Psa 39:20 | vijanden zijn levende, worden machtig; en die mij om valse oorzaken
12 Psa 69:5 | oorzaken vijand zijn, zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd
13 Psa 139:17 | o God, Uw gedachten! hoe machtig veel zijn haar sommen! ~
14 Spre 7:26| en al haar gedoden zijn machtig vele. ~
15 Jes 25:3 | 3 Daarom zal U een machtig volk eren, de stad der tirannische
16 Jes 31:1 | ruiters, omdat die zeer machtig zijn; en zien niet op
17 Jes 61:22 | worden, en de minste tot een machtig volk; Ik, de HEERE, zal
18 Jes 64:1 | gerechtigheid spreek, Die machtig ben te verlossen. ~
19 Jer 5:6 | vermenigvuldigd, hun afkeringen zijn machtig veel geworden. ~
20 Jer 30:14 | ongerechtigheid, omdat uw zonden machtig veel zijn. ~
21 Jer 30:15 | ongerechtigheid, omdat uw zonden machtig veel zijn, heb Ik u deze
22 Jer 32:19 | 19 Groot van raad en machtig van daad; want Uw ogen zijn
23 Jer 51:13 | vele wateren woont, die machtig zijt van schatten! uw einde
24 Eze 38:15 | grote vergadering, en een machtig heir; ~
25 Dan 2:26 | Beltsazar was: Zijt gij machtig mij bekend te maken den
26 Dan 3:17 | onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den
27 Dan 4:3 | zijn Zijn tekenen! en hoe machtig Zijn wonderen! Zijn Rijk
28 Dan 4:37 | gerichten zijn; en Hij is machtig te vernederen degenen,
29 Joe 1:6 | opgekomen over mijn land, machtig en zonder getal; zijn tanden
30 Joe 2:2 | de bergen; een groot en machtig volk, desgelijks van ouds
31 Joe 2:5 | stoppelen verteert; als een machtig volk, dat in slagorde
32 Joe 2:11 | zeer groot, want Hij is machtig, doende Zijn woord; want
33 Amos 5:12| menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn; zij benauwen
34 Mic 4:7 | henen verstoten was, tot een machtig volk; en de HEERE zal Koning
35 Mark 5:4 | verbrijzeld, en niemand was machtig om hem te temmen. ~
36 Luk 1:49 | aan mij gedaan Hij, Die machtig is, en heilig is Zijn Naam. ~
37 Luk 14:31 | en beraadslaagt, of hij machtig is met tien duizend te ontmoeten
38 Hand 12:24| welsprekend man, kwam te Efeze, machtig zijnde in de Schriften. ~
39 Hand 14:32| woorde Zijner genade, Die machtig is u op te bouwen, en u
40 Hand 21:16| konden wij nauwelijks de boot machtig worden. ~
41 Rom 4:21 | hetgeen beloofd was, Hij ook machtig was te doen. ~
42 Rom 11:23 | ingeent worden; want God is machtig om dezelve weder in te enten. ~
43 Rom 14:4 | vastgesteld worden, want God is machtig hem vast te stellen. ~
44 Rom 15:14 | vervuld met alle kennis, machtig om ook elkander te vermanen. ~
45 Rom 16:25 | 25 Hem nu, Die machtig is u te bevestigen, naar
46 2Kor 9:8 | 8 En God is machtig alle genade te doen overvloedig
47 2Kor 12:10| ik zwak ben, dan ben ik machtig. ~
48 Gal 3:21 | een wet gegeven ware, die machtig was levend te maken, zo
49 Efez 3:20| 20 Hem nu, Die machtig is meer dan overvloediglijk
50 2Tim 1:12| ik ben verzekerd, dat Hij machtig is, mijn pand, bij Hem weggelegd,
51 2Tim 5:9 | naar de leer is, opdat hij machtig zij, beide om te vermanen
52 Tit 1:9 | naar de leer is, opdat hij machtig zij, beide om te vermanen
53 Heb 11:18 | worden) overleggende, dat God machtig was, hem ook uit de doden
54 Jako 3:2 | die is een volmaakt man, machtig om ook het gehele lichaam
55 Jud 1:24 | 24 Hem nu, Die machtig is u van struikelen te bewaren,
|