Book Chapter: Verse
1 2Kon 9:12| Maar zij zeiden: Het is leugen; geef het ons nu te kennen.
2 Psa 4:3 | de ijdelheid beminnen, de leugen zoeken? Sela. ~
3 Psa 7:15 | zwanger van moeite, hij zal leugen baren. ~
4 Psa 41:5 | hovaardigen, en die tot leugen afwijken. ~
5 Psa 52:5 | liever dan het goede, de leugen, dan gerechtigheid te spreken.
6 Psa 59:13 | en om den vloek, en om de leugen, die zij vertellen. ~
7 Psa 62:5 | verstoten; zij hebben behagen in leugen; met hun mond zegenen zij;
8 Psa 62:10 | ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de weegschaal opgewogen,
9 Psa 119:78 | worden, omdat zij mij met leugen nedergestoten hebben; doch
10 Psa 119:86 | waarheid; zij vervolgen mij met leugen, help mij. ~
11 Psa 119:118| afdwalen, want hun bedrog is leugen. ~
12 Psa 144:8 | 8 Welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand
13 Psa 144:11 | der vreemden, welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand
14 Spre 19:5 | onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal niet ontkomen. ~
15 Spre 19:9 | onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal vergaan. ~
16 Spre 20:17| 17 Het brood der leugen is den mens zoet; maar daarna
17 Jes 28:15 | komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht gesteld,
18 Jes 28:17 | hagel zal de toevlucht der leugen wegvagen, en de wateren
19 Jes 44:20 | noch zeggen: Is er niet een leugen in mijn rechterhand? ~
20 Jes 60:4 | op ijdelheid, en spreken leugen; met moeite zijn zij
21 Jer 9:3 | hun tong als hun boog tot leugen; zij worden geweldig in
22 Jer 9:5 | niet; zij leren hun tong leugen spreken, zij maken zich
23 Jer 10:14 | want zijn gegoten beeld is leugen; en er is geen geest
24 Jer 13:25 | Mij hebt vergeten, en op leugen vertrouwt. ~
25 Jer 16:19 | hebben onze vaders leugen erfelijk bezeten, en ijdelheid,
26 Jer 23:25 | zeggen, die in Mijn Naam leugen profeteren, zeggende: Ik
27 Jer 23:26 | hart der profeten, die de leugen profeteren? Ja, het zijn
28 Jer 28:15 | gemaakt, dat dit volk op leugen vertrouwt. ~
29 Jer 29:31 | heeft gemaakt, dat gij op leugen vertrouwt; ~
30 Jer 43:2 | tot Jeremia: Gij spreekt leugen; de HEERE, onze God, heeft
31 Jer 51:17 | want zijn gegoten beeld is leugen, en er is geen geest
32 Eze 13:8 | gijlieden ijdelheid spreekt, en leugen ziet; daarom, ziet, Ik wil
33 Eze 13:9 | die ijdelheid zien, en leugen voorzeggen; zij zullen in
34 Eze 13:19 | liegen tot Mijn volk, dat de leugen hoort? ~
35 Eze 21:29 | ijdelheid zien, terwijl zij u leugen voorzeggen, om u op de halzen
36 Eze 22:28 | ziende ijdelheid en hun leugen voorzeggende, zeggende:
37 Dan 11:27 | aan een tafel zullen zij leugen spreken; en het zal niet
38 Hos 10:13 | gemaaid, en de vrucht der leugen gegeten; want gij hebt vertrouwd
39 Hos 12:1 | hebben Mij omsingeld met leugen, en het huis Israels met
40 Hos 12:2 | dag vermenigvuldigt hij leugen en verwoesting; en zij maken
41 Mic 1:14 | koningen van Israel tot een leugen zijn. ~
42 Mic 6:12 | geweld, en haar inwoners leugen spreken, en haar tong bedriegelijk
43 Nah 3:1 | bloedstad, die gans vol leugen, en verscheuring is! de
44 Zep 3:13 | geen onrecht doen, noch leugen spreken, en in hun mond
45 Joha 8:44| is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij
46 Joha 8:44| leugenaar, en de vader derzelve leugen. ~
47 Rom 1:25 | Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel geeerd
48 Rom 3:7 | waarheid Gods door mijn leugen overvloediger is geworden,
49 Efez 4:25| 25 Daarom legt af de leugen, en spreekt de waarheid,
50 2The 2:9 | tekenen, en wonderen der leugen; ~
51 2The 2:11| der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; ~
52 1Joh 2:21| die weet, en omdat geen leugen uit de waarheid is. ~
53 1Joh 2:27| ook waarachtig, en is geen leugen; en gelijk zij u geleerd
54 Open 21:27| en gruwelijkheid doet, en leugen spreekt; maar die geschreven
55 Open 22:15| en een iegelijk, die de leugen liefheeft, en doet. ~
|