Book Chapter: Verse
1 Gen 28:32 | neem het tot u. Want Jakob wist niet, dat Rachel dezelve
2 Gen 35:16 | mij tot u ingaan; want hij wist niet, dat zij zijn schoondochter
3 Exo 34:52 | van den berg afging), zo wist Mozes niet, dat het vel
4 Joz 2:4 | tot mij gekomen, maar ik wist niet, van waar zij waren. ~
5 Joz 8:14 | het vlakke veld; want hij wist niet, dat hem iemand een
6 Ric 12:16 | HEERE offeren. Want Manoach wist niet, dat het een Engel
7 Ric 14:11 | Etam, en zeiden tot Simson: Wist gij niet, dat de Filistijnen
8 Ric 15:20 | mij uitschudden; want hij wist niet, dat de HEERE van hem
9 1Sa 14:3 | den efod; doch het volk wist niet, dat Jonathan heengegaan
10 1Sa 20:39 | 39 Doch de jongen wist er niets van; Jonathan en
11 1Sa 22:22 | zeide David tot Abjathar: Ik wist wel te dien dage, toen Doeg,
12 2Sa 1:10 | en doodde hem; want ik wist, dat hij na zijn val niet
13 2Sa 3:26 | bornput van Sira; maar David wist het niet. ~
14 2Sa 11:16 | aan de plaats, waarvan hij wist, dat aldaar strijdbare mannen
15 2Sa 11:20 | gekomen om te strijden? Wist gij niet, dat zij van den
16 1Kon 2:32| het mijn vader David niet wist, Abner, den zoon van Ner,
17 2Kon 23:13| een schotel uitwist; men wist dien uit, en men keert hem
18 Neh 9:10 | volk zijns lands; want Gij wist, dat zij trotselijk tegen
19 Job 23:3 | 3 Och, of ik wist, dat ik Hem vinden zou,
20 Job 29:16 | het geschil, dat ik niet wist, dat onderzocht ik. ~
21 Job 41:3 | wonderbaar waren, die ik niet wist. ~
22 Psa 73:22 | Toen was ik onvernuftig, en wist niets; ik was een groot
23 Spre 30:20| overspelige vrouw; zij eet en wist haar mond, en zegt: Ik heb
24 Hoo 6:12 | 12 Eer ik het wist, zette mij mijn ziel op
25 Jes 48:4 | 4 Omdat Ik wist, dat gij hard zijt, en uw
26 Jer 11:19 | om te slachten; want ik wist niet, dat zij gedachten
27 Jer 41:4 | gedood had, en niemand het wist; ~
28 Jer 50:24 | Babel! dat gij het niet wist; gij zijt gevonden, en ook
29 Jona 4:2 | vluchtende naar Tarsis; want ik wist, dat Gij een genadig
30 Matt 25:26| en luie dienstknecht! gij wist, dat ik maai, waar ik niet
31 Matt 27:18| 18 Want hij wist, dat zij Hem door nijdigheid
32 Mark 4:27| werd, dat hij zelf niet wist, hoe. ~
33 Mark 7:24| Hij niet, dat het iemand wist, en Hij kon nochtans niet
34 Mark 9:6 | 6 Want hij wist niet, wat hij zeide; want
35 Mark 9:30| wilde niet, dat het iemand wist. ~
36 Mark 15:10| 10 (Want hij wist, dat de overpriesters Hem
37 Luk 2:49 | dat gij Mij gezocht hebt? Wist gij niet, dat Ik moet zijn
38 Luk 19:22 | gij boze dienstknecht! Gij wist, dat ik een straf mens ben,
39 Joha 2:9 | was, geproefd had (en hij wist niet, van waar de wijn was;
40 Joha 2:25| den mens; want Hij Zelf wist, wat in den mens was. ~ ~
41 Joha 5:13| die gezond gemaakt was, wist niet, Wie Hij was; want
42 Joha 6:6 | hem beproevende; want Hij wist Zelf, wat Hij doen zou.) ~
43 Joha 6:64| niet geloven. Want Jezus wist van den beginne, wie zij
44 Joha 11:42| 42 Doch Ik wist, dat Gij Mij altijd hoort;
45 Joha 11:57| gegeven, dat, zo iemand wist, waar Hij was, hij het zou
46 Joha 13:11| 11 Want Hij wist, wie Hem verraden zou; daarom
47 Joha 18:2 | Judas, die Hem verried, wist ook die plaats, dewijl Jezus
48 Joha 20:14| zag Jezus staan, en zij wist niet, dat het Jezus was. ~
49 Hand 2:30| dan een profeet was, en wist, dat God hem met ede gezworen
50 Hand 6:39| uitgaande volgde hij hem, en wist niet, dat het waarachtig
51 Hand 13:32| verward en het meerder deel wist niet, om wat oorzaak zij
52 Hand 17:5 | 5 En Paulus zeide: Ik wist niet, broeders! dat het
53 1Kor 13:2 | gave der profetie had, en wist al de verborgenheden en
54 Open 19:12| geschreven, die niemand wist, dan Hijzelf. ~
|