Book Chapter: Verse
1 Gen 1:11 | dragende vrucht naar zijn aard, welks zaad daarin zij op de aarde!
2 Gen 1:12 | vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin was, naar zijn
3 Gen 11:4 | stad bouwen, en een toren, welks opperste in den hemel zij,
4 Gen 23:22 | gouden voorhoofdsiersel nam, welks gewicht was een halve sikkel,
5 Gen 32:8 | Beth-El; onder dien eik, welks naam hij noemde Allon-Bachuth. ~
6 Exo 34:33 | alzo dat dit ganse volk, in welks midden gij zijt, des HEEREN
7 Lev 6:30 | Maar geen zondoffer, van welks bloed in de tent der samenkomst
8 Num 7:13 | was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig
9 Num 7:19 | offerande: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig
10 Num 7:25 | was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig
11 Num 7:31 | was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig
12 Num 7:37 | was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig
13 Num 7:43 | was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig
14 Num 7:49 | was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig
15 Num 7:55 | was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig
16 Num 7:61 | was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig
17 Num 7:67 | was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig
18 Num 7:73 | was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig
19 Num 7:79 | was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig
20 Num 11:21 | te voet is dit volk, in welks midden ik ben; en Gij hebt
21 Num 34:34 | waarin gij gaat wonen, in welks midden Ik wonen zal; want
22 Deu 8:9 | ontbreken zal; een land, welks stenen ijzer zijn, en uit
23 Deu 8:9 | stenen ijzer zijn, en uit welks bergen gij koper uithouwen
24 Deu 28:49 | arend vliegt; een volk, welks spraak gij niet zult verstaan; ~
25 Joz 7:18 | 18 Welks huisgezin als hij deed aankomen,
26 Ric 3:16 | dat twee scherpten had, welks lengte een el was; en hij
27 2Kro 3:8 | het heilige der heiligen, welks lengte, naar de breedte
28 Psa 1:3 | vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al
29 Psa 32:9 | hetwelk geen verstand heeft, welks muil men breidelt met toom
30 Psa 33:12 | Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk,
31 Psa 34:12 | Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk,
32 Psa 78:8 | zijn hart niet richtte, en welks geest niet getrouw was met
33 Spre 30:13| 13 Een geslacht, welks ogen hoog zijn, en welks
34 Spre 30:13| welks ogen hoog zijn, en welks oogleden verheven zijn; ~
35 Spre 30:14| 14 Een geslacht, welks tanden zwaarden, en welks
36 Spre 30:14| welks tanden zwaarden, en welks baktanden messen zijn, om
37 Pred 10:16| 16 Wee u, land! welks koning een kind is, en welks
38 Pred 10:16| welks koning een kind is, en welks vorsten tot in den morgenstond
39 Pred 10:17| Welgelukzalig zijt gij, land! welks koning een zoon der edelen
40 Pred 10:17| een zoon der edelen is, en welks vorsten ter rechter tijd
41 Jes 1:30 | gij zult zijn als een eik, welks bladeren afvallen, en als
42 Jes 18:2 | regel, en van vertreding, welks land de rivieren beroven. ~
43 Jes 18:7 | regel, en van vertreding, welks land de rivieren beroven;
44 Jes 30:13 | gebogen in een hogen muur, welks breuk haastelijk in een
45 Jes 51:7 | gerechtigheid kent, gij volk, in welks hart Mijn wet is! vreest
46 Jer 1:13 | Ik zie een ziedenden pot, welks voorste deel tegen het noorden
47 Jer 5:15 | zeer oud volk, een volk, welks spraak gij niet zult kennen,
48 Jer 49:21 | huns vals, van het gekrijt, welks geluid gehoord is bij de
49 Eze 24:6 | der bloedstad, den pot, welks schuim in hem is, en van
50 Eze 47:12 | allerlei spijsgeboomte, welks blad niet zal afvallen,
51 Dan 3:1 | maakte een beeld van goud, welks hoogte was zestig ellen,
52 Dan 7:19 | andere, zeer gruwelijk, welks tanden van ijzer waren,
53 Dan 7:27 | heiligen der hoge plaatsen, welks Rijk een eeuwig Rijk
54 Luk 24:13 | stadien van Jeruzalem was, welks naam was Emmaus; ~
|