Book Chapter: Verse
1 Joz 19:29 | en tot aan de vaste stad Tyrus; dan keert deze landpale
2 2Sa 5:11 | En Hiram, de koning van Tyrus, zond boden tot David, en
3 2Sa 24:7 | kwamen tot de vesting van Tyrus, en alle steden der Hevieten
4 1Kon 5:1 | En Hiram, de koning van Tyrus, zond zijn knechten tot
5 1Kon 7:13| heen, en liet Hiram van Tyrus halen. ~
6 1Kon 7:14| zijn vader was een man van Tyrus geweest, een koperwerker,
7 1Kon 9:11| Waartoe Hiram, de koning van Tyrus, Salomo van cederbomen,
8 1Kon 9:12| 12 En Hiram toog uit van Tyrus, om de steden te bezien,
9 1Kro 14:1 | zond Hiram, de koning van Tyrus, boden tot David, en cederenhout,
10 2Kro 2:3 | tot Huram, den koning van Tyrus, zeggende: Gelijk als gij
11 2Kro 2:11| Huram nu, de koning van Tyrus, antwoordde door schrift,
12 2Kro 2:14| vader een man geweest is van Tyrus, die weet te werken in goud,
13 Psa 45:13 | 13 En de dochter van Tyrus, de rijken onder het volk,
14 Psa 83:8 | Palestina met de inwoners van Tyrus. ~
15 Jes 23:1 | 1 De last van Tyrus. Huilt, gij schepen van
16 Jes 23:5 | weedom zijn, als men van Tyrus horen zal. ~
17 Jes 23:8 | heeft dit beraadslaagd over Tyrus, die kronende stad, welker
18 Jes 23:15 | geschieden te dien dage, dat Tyrus zal vergeten worden zeventig
19 Jes 23:15 | van zeventig jaren zal in Tyrus als een hoerenlied
20 Jes 23:17 | zeventig jaren, dat de HEERE Tyrus zal bezoeken, en dat zij
21 Jer 25:22 | En allen koningen van Tyrus, en allen koningen van Sidon;
22 Jer 27:3 | Ammons, en tot den koning van Tyrus, en tot den koning van Sidon;
23 Jer 47:4 | Filistijnen te verstoren, om Tyrus en Sidon allen overgeblevenen
24 Eze 26:2 | Mensenkind! daarom dat Tyrus van Jeruzalem gezegd heeft:
25 Eze 26:3 | HEERE: Ziet, Ik wil aan u, o Tyrus! en Ik zal vele heidenen
26 Eze 26:4 | Die zullen de muren van Tyrus verderven, en haar torens
27 Eze 26:7 | van het noorden, tegen Tyrus brengen, met paarden en
28 Eze 26:15 | zegt de Heere HEERE tot Tyrus: Zullen niet de eilanden
29 Eze 27:2 | hef een klaaglied op over Tyrus; ~
30 Eze 27:3 | 3 En zeg tot Tyrus, die daar woont aan de ingangen
31 Eze 27:3 | Zo zegt de Heere HEERE: O Tyrus! gij zegt: Ik ben volmaakt
32 Eze 27:8 | uw roeiers; uw wijzen, o Tyrus! die in u waren, die waren
33 Eze 27:32 | zeggende: Wie is geweest als Tyrus, als de uitgeroeide in het
34 Eze 28:2 | Mensenkind! zeg tot den vorst van Tyrus: Zo zegt de Heere HEERE:
35 Eze 28:12 | klaaglied op over den koning van Tyrus, en zeg tot hem: Zo zegt
36 Eze 29:18 | dienst doen dienen tegen Tyrus; alle hoofden zijn kaal
37 Eze 29:18 | heeft loon gehad vanwege Tyrus, voor den dienst, dien hij
38 Hos 9:13 | Efraim is, gelijk als Ik Tyrus aanzag, die geplant is in
39 Joe 3:4 | gij met Mij te doen, gij Tyrus en Sidon, en alle grenzen
40 Amos 1:9 | Om drie overtredingen van Tyrus, en om vier zal Ik dat niet
41 Amos 1:10| vuur zenden in den muur van Tyrus, dat zal haar paleizen verteren. ~
42 Zac 9:2 | Hamath met dezelve bepalen; Tyrus en Sidon, hoewel zij zeer
43 Zac 9:3 | 3 En Tyrus zich sterkten gebouwd heeft,
44 Matt 11:21| u Bethsaida! want zo in Tyrus en Sidon de krachten waren
45 Matt 11:22| 22 Doch Ik zeg u: Het zal Tyrus en Sidon verdragelijker
46 Matt 15:21| vertrok naar de delen van Tyrus en Sidon. ~
47 Mark 3:8 | Jordaan; en die van omtrent Tyrus en Sidon, een grote menigte,
48 Mark 7:24| weg naar de landpalen van Tyrus en Sidon; en in een huis
49 Mark 7:31| zijnde van de landpalen van Tyrus en Sidon, kwam aan de zee
50 Luk 6:17 | en van den zeekant van Tyrus en Sidon; ~
51 Luk 10:13 | u, Bethsaida, want zo in Tyrus en Sidon de krachten geschied
52 Luk 10:14 | 14 Doch het zal Tyrus en Sidon verdragelijker
53 Hand 15:3 | Syrie, en kwamen aan te Tyrus; want het schip zoude aldaar
54 Hand 15:7 | scheepvaart volbracht hebbende van Tyrus, kwamen aan te Ptolemais,
|