Book Chapter: Verse
1 Gen 32:11 | en koningen zullen uit uw lenden voortkomen. ~
2 Gen 34:34 | en legde een zak om zijn lenden; en hij bedreef rouw over
3 Exo 12:11 | nu zult gij het eten: uw lenden zullen opgeschort zijn,
4 Exo 28:42 | zij zullen zijn van de lenden tot de dijen. ~
5 Deu 33:11 | wel bevallen; versla de lenden dergenen, die tegen hem
6 2Sa 20:8 | vastgemaakt was op zijn lenden in zijn schede; en als hij
7 1Kon 12:10| dikker zijn dan mijns vaders lenden. ~
8 1Kon 18:46| Elia, en hij gordde zijn lenden, en liep voor het aangezicht
9 1Kon 20:31| ons toch zakken om onze lenden leggen, en koorden om onze
10 1Kon 20:32| gordden zij zakken om hun lenden, en koorden om hun hoofden,
11 2Kon 1:8 | lederen gordel gegord om zijn lenden. Toen zeide hij: Het is
12 2Kon 4:29| zeide tot Gehazi: Gord uw lenden, en neem mijn staf in uw
13 2Kon 9:1 | hij zeide tot hem: Gord uw lenden, en neem deze oliekruik
14 2Kro 7:9 | maar uw zoon, die uit uw lenden voortkomen zal, die zal
15 2Kro 11:10| dikker zijn dan mijns vaders lenden. ~
16 Neh 4:18 | iegelijk zijn zwaard aan zijn lenden gegord, en bouwden; maar
17 Job 12:18 | bindt den gordel aan hun lenden. ~
18 Job 31:20 | 20 Zo zijn lenden mij niet gezegend hebben,
19 Job 37:3 | Gord nu, als een man, uw lenden, zo zal Ik u vragen, en
20 Job 39:2 | 2 Gord nu als een man uw lenden; Ik zal u vragen, en onderricht
21 Job 39:11 | zijn kracht is in zijn lenden, en zijn macht in den navel
22 Psa 66:11 | hadt een engen band om onze lenden gelegd; ~
23 Psa 69:24 | zij niet zien; en doe hun lenden gedurig waggelen. ~
24 Spre 30:31| Een windhond van goede lenden, of een bok; en een koning,
25 Spre 31:17| Cheth. Zij gordt haar lenden met kracht, en zij versterkt
26 Jer 13:1 | gordel, en doe dien aan uw lenden, maar breng hem niet in
27 Jer 13:2 | en ik deed dien aan mijn lenden. ~
28 Jer 13:4 | gekocht hebt, die aan uw lenden is, en maak u op, en ga
29 Jer 13:11 | een gordel kleeft aan de lenden eens mans, alzo heb Ik het
30 Jer 30:6 | iegelijken mans handen op zijn lenden, als van een barende vrouw,
31 Jer 48:37 | zijn insnijdingen, en op de lenden is een zak. ~
32 Eze 1:27 | van de gedaante Zijner lenden en opwaarts; en van de gedaante
33 Eze 1:27 | en van de gedaante Zijner lenden en nederwaarts, zag
34 Eze 8:2 | van de gedaante Zijner lenden en nederwaarts was vuur;
35 Eze 8:2 | nederwaarts was vuur; en van Zijn lenden en opwaarts, als de gedaante
36 Eze 9:2 | schrijvers-inktkoker was aan zijn lenden; en zij kwamen in, en stonden
37 Eze 9:3 | schrijvers-inktkoker aan zijn lenden had. ~
38 Eze 9:11 | linnen bekleed was, aan wiens lenden de inktkoker was, bracht
39 Eze 21:6 | ogen met verbreking der lenden en met bitterheid. ~
40 Eze 23:15 | Gegord met een gordel aan hun lenden, hebbende overvloedig geverfde
41 Eze 29:7 | verbroken, en liet alle lenden op zichzelven staan. ~
42 Eze 44:18 | onderbroeken zullen op hun lenden zijn; zij zullen zich niet
43 Eze 47:4 | raakten tot aan de lenden. ~
44 Dan 10:5 | linnen bekleed, en Zijn lenden waren omgord met fijn goud
45 Amos 8:10| weeklage veranderen, en op alle lenden een zak, en op alle hoofd
46 Nah 2:1 | bezichtig den weg; sterk de lenden, versterk de kracht zeer. ~
47 Nah 2:10 | knieen schudden, en in al de lenden is smart, en hun aller aangezichten
48 Matt 2:27| een lederen gordel om zijn lenden; en zijn voedsel was sprinkhanen
49 Mark 1:6 | een lederen gordel om zijn lenden, en at sprinkhanen en wilde
50 Hand 2:30| hij uit de vrucht zijner lenden, zoveel het vlees aangaat,
51 Efez 6:14| 14 Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid,
52 Heb 7:5 | broederen, hoewel die uit de lenden van Abraham voortgekomen
53 Heb 7:10 | 10 Want hij was nog in de lenden des vaders, als hem Melchizedek
54 1Pet 1:13| 13 Daarom opschortende de lenden uws verstands, en nuchteren
|