Book Chapter: Verse
1 Gen 12:12 | zal geschieden, als u de Egyptenaars zullen zien, zo zullen zij
2 Gen 12:14 | Abram in Egypte kwam, dat de Egyptenaars deze vrouw zagen, dat zij
3 Gen 36:5 | gesteld had, dat de HEERE des Egyptenaars huis zegende, om Jozefs
4 Gen 39:32 | in het bijzonder; want de Egyptenaars mogen geen brood eten met
5 Gen 43:15 | verdaan was, kwamen al de Egyptenaars tot Jozef, zeggende: Geef
6 Gen 43:20 | Egypte voor Farao; want de Egyptenaars verkochten een ieder zijn
7 Gen 46:3 | gebalsemd werden; en de Egyptenaars beweenden hem zeventig dagen. ~
8 Exo 1:13 | 13 En de Egyptenaars deden de kinderen Israels
9 Exo 3:9 | verdrukking, waarmede de Egyptenaars hen verdrukken. ~
10 Exo 6:4 | kinderen Israels, die de Egyptenaars in dienstbaarheid houden,
11 Exo 7:5 | 5 Dan zullen de Egyptenaars weten, dat Ik de HEERE ben,
12 Exo 7:18 | rivier zal stinken; en de Egyptenaars zullen vermoeid worden,
13 Exo 7:21 | de rivier stonk, zodat de Egyptenaars het water uit de rivier
14 Exo 7:24 | 24 Doch alle Egyptenaars groeven rondom de rivier,
15 Exo 12:30 | zijn knechten, en al de Egyptenaars; en er was een groot geschrei
16 Exo 12:33 | 33 En de Egyptenaars hielden sterk aan bij het
17 Exo 14:4 | verheerlijkt worden, alzo dat de Egyptenaars zullen weten, dat Ik de
18 Exo 14:9 | 9 En de Egyptenaars jaagden hen na, en achterhaalden
19 Exo 14:10 | hun ogen op, en ziet, de Egyptenaars togen achter hen; en zij
20 Exo 14:13 | ulieden doen zal, want de Egyptenaars, die gij heden gezien hebt,
21 Exo 14:18 | 18 En de Egyptenaars zullen weten, dat Ik de
22 Exo 14:23 | 23 En de Egyptenaars vervolgden hen, en gingen
23 Exo 14:25 | voortvaren. Toen zeiden de Egyptenaars: Laat ons vlieden van het
24 Exo 14:25 | strijdt voor hen tegen de Egyptenaars. ~
25 Exo 14:26 | wateren wederkeren over de Egyptenaars, over hun wagenen en over
26 Exo 14:27 | tot haar kracht; en de Egyptenaars vluchtten die tegemoet;
27 Exo 14:27 | en de HEERE stortte de Egyptenaars in het midden der zee. ~
28 Exo 32:12 | 12 Waarom zouden de Egyptenaars spreken, zeggende: In kwaadheid
29 Exo 33:12 | 12 Waarom zouden de Egyptenaars spreken, zeggende: In kwaadheid
30 Num 14:13 | HEERE: Zo zullen het de Egyptenaars horen; want Gij hebt door
31 Num 20:15 | gewoond hebben; en dat de Egyptenaars aan ons en onze vaderen
32 Num 32:4 | 4 Als de Egyptenaars begroeven degenen, welke
33 Deu 26:6 | 6 Doch de Egyptenaars deden ons kwaad, en verdrukten
34 Joz 25:6 | kwaamt gij aan de zee, en de Egyptenaars jaagden uw vaderen na met
35 Joz 25:7 | duisternis tussen u en tussen de Egyptenaars, en Hij bracht de zee over
36 1Sa 4:8 | zijn dezelfde goden, die de Egyptenaars met alle plagen geplaagd
37 1Sa 6:6 | hart verzwaren, gelijk de Egyptenaars en Farao hun hart verzwaard
38 2Sa 23:21 | aanzien; en in de hand des Egyptenaars was een spies, maar hij
39 2Sa 23:21 | de spies uit de hand des Egyptenaars, en doodde hem met zijn
40 1Kro 11:23| de spies uit de hand des Egyptenaars, en hij doodde hem met zijn
41 Jes 19:4 | 4 En Ik zal de Egyptenaars besluiten in de hand van
42 Jes 19:16 | Te dien dage zullen de Egyptenaars zijn als de vrouwen; en
43 Jes 19:21 | Egyptenaren bekend worden, en de Egyptenaars zullen den HEERE kennen
44 Jes 19:22 | En de HEERE zal de Egyptenaars dapper slaan, en genezen;
45 Jes 19:23 | Assyriers in Egypte, en de Egyptenaars in Assyrie komen zullen;
46 Jes 19:23 | Assyrie komen zullen; en de Egyptenaars zullen met de Assyriers
47 Jes 19:25 | Gezegend zij Mijn volk, de Egyptenaars, en de Assyriers, het werk
48 Jes 20:5 | dewelke zij zagen, en van de Egyptenaars, hun roem. ~
49 Eze 29:12 | jaren; en Ik zal de Egyptenaars verstrooien onder de heidenen,
50 Eze 29:13 | veertig jaren zal Ik de Egyptenaars vergaderen uit de volken,
51 Eze 30:23 | 23 En Ik zal de Egyptenaars verstrooien onder de heidenen,
52 Eze 30:26 | 26 En Ik zal de Egyptenaars verstrooien onder de heidenen,
53 Heb 11:29 | door het droge; hetwelk de Egyptenaars, ook verzoekende, zijn verdronken. ~
|