Book Chapter: Verse
1 Exo 34:36 | 13 Maar hun altaren zult gijlieden omwerpen,
2 Num 3:31 | en de kandelaar, en de altaren en het gereedschap des heiligdoms,
3 Num 23:1 | Balak: Bouw mij hier zeven altaren, en bereid mij hier zeven
4 Num 23:4 | zeide hij tot Hem: Zeven altaren heb ik toegericht, en heb
5 Num 23:14 | Pisga; en hij bouwde zeven altaren, en hij offerde een var
6 Num 23:29 | Balak: Bouw mij hier zeven altaren, en bereid mij hier zeven
7 Deu 7:5 | alzo zult gij hun doen: hun altaren zult gij afwerpen, en hun
8 Deu 12:3 | 3 En gij zult hun altaren afwerpen, en hun opgerichte
9 Ric 2:2 | inwoners dezes lands; hun altaren zult gij afbreken. Maar
10 1Kon 19:10| Uw verbond verlaten, Uw altaren afgebroken en Uw profeten
11 1Kon 19:14| Uw verbond verlaten, Uw altaren afgebroken en Uw profeten
12 2Kon 11:18| en braken dat af; zijn altaren en zijn beelden verbraken
13 2Kon 11:18| sloegen zij dood voor de altaren. De priester nu bestelde
14 2Kon 20:22| Wiens hoogten en Wiens altaren Hizkia weggenomen heeft,
15 2Kon 23:3 | had; en hij richtte Baal altaren op, en maakte een bos, gelijk
16 2Kon 23:4 | 4 En hij bouwde altaren in het huis des HEEREN,
17 2Kon 23:5 | 5 Daartoe bouwde hij altaren voor al het heir des hemels,
18 2Kon 25:12| 12 Verder de altaren die op het dak der opperzaal
19 2Kon 25:12| gemaakt hadden, mitsgaders de altaren, die Manasse in de twee
20 2Kon 25:20| hoogten, die daar waren, op de altaren, en verbrandde mensenbeenderen
21 2Kro 15:3 | 3 Want hij nam de altaren der vreemden, en de hoogten
22 2Kro 23:30| en braken dat af; en zijn altaren en zijn beelden verbraken
23 2Kro 23:30| sloegen zij dood voor de altaren. ~
24 2Kro 28:24| daartoe maakte hij zich altaren in alle hoeken van Jeruzalem. ~
25 2Kro 30:14| maakten zich op, en namen de altaren weg, die te Jeruzalem waren;
26 2Kro 31:1 | wierpen de hoogten en de altaren af, uit gans Juda en Benjamin,
27 2Kro 32:12| Jehizkia Zijn hoogten en Zijn altaren weggenomen, en tot Juda
28 2Kro 33:3 | had, en richtte den Baals altaren op, en maakte bossen, en
29 2Kro 33:4 | 4 En bouwde altaren in het huis des HEEREN,
30 2Kro 33:5 | 5 Daartoe bouwde hij altaren voor al het heir des hemels,
31 2Kro 33:15| HEEREN weg, mitsgaders al de altaren, die hij gebouwd had op
32 2Kro 34:4 | voor zijn aangezicht af de altaren der Baals; en de zonnebeelden,
33 2Kro 34:5 | priesteren verbrandde hij op hun altaren; en hij reinigde Juda en
34 2Kro 34:7 | 7 Brak hij ook de altaren af en de bossen, en de gesneden
35 Psa 84:4 | haar jongen legt, bij Uw altaren, HEERE der heirscharen,
36 Jes 17:8 | zal niet aanschouwen de altaren, het werk zijner handen,
37 Jes 36:7 | Wiens hoogten en Wiens altaren Hizkia weggenomen heeft,
38 Jer 11:13 | Jeruzalem hebt gijlieden altaren gesteld voor die schaamte,
39 Jer 11:13 | gesteld voor die schaamte, altaren om den Baal te roken. ~
40 Jer 17:1 | en aan de hoornen uwer altaren; ~
41 Jer 17:2 | Gelijk hun kinderen hunner altaren gedenken, en hunner bossen,
42 Eze 6:4 | 4 Daartoe zullen uw altaren verwoest, en uw zonnebeelden
43 Eze 6:5 | zal uw beenderen rondom uw altaren strooien. ~
44 Eze 6:6 | wildernis worden, opdat uw altaren woest en eenzaam zijn, en
45 Eze 6:13 | hunner drekgoden rondom hun altaren wezen zullen op alle hoge
46 Hos 8:11 | 11 Omdat Efraim de altaren vermenigvuldigd heeft tot
47 Hos 8:11 | zondigen, zo zijn hem de altaren geworden tot zondigen. ~
48 Hos 10:1 | zijner vrucht heeft hij de altaren vermenigvuldigd; naar de
49 Hos 10:2 | verwoest worden; Hij zal hun altaren doorhouwen, Hij zal hun
50 Hos 10:8 | distelen zullen op hunlieder altaren opkomen; en zij zullen zeggen
51 Hos 12:12 | offeren zij ossen, ja, hun altaren zijn als steen hopen op
52 Amos 3:14| bezoeking zal doen over de altaren van Beth-El; en de hoornen
53 Rom 11:3 | Uw profeten gedood, en Uw altaren omgeworpen; en ik ben alleen
|