Book Chapter: Verse
1 Gen 14:37 | zeide Hij tot Abram: Weet voorzeker, dat uw zaad vreemd zal
2 Gen 17:10 | 10 En Hij zeide: Ik zal voorzeker weder tot u komen, omtrent
3 Gen 19:7 | wedergeeft, weet, dat gij voorzeker sterven zult, gij, en al
4 Gen 21:17 | 17 Voorzeker zal Ik u grotelijks zegenen,
5 Gen 24:11 | huisvrouw aanroert, zal voorzeker gedood worden! ~
6 Gen 26:22 | mij geven zult, zal ik U voorzeker de tienden geven! ~ ~
7 Gen 34:33 | dier heeft hem opgegeten! voorzeker is Jozef verscheurd! ~
8 Exo 3:12 | 12 Hij dan zeide: Ik zal voorzeker met u zijn, en dit zal u
9 Exo 13:19 | zeggende: God zal ulieden voorzeker bezoeken; voert dan mijn
10 Exo 22:4 | diefstal levend in zijn hand voorzeker gevonden wordt, hetzij os,
11 Exo 23:33 | hun goden dient, het zal u voorzeker tot een valstrik zijn. ~ ~
12 Lev 5:19 | schuldoffer; hij heeft zich voorzeker schuldig gemaakt aan den
13 Num 13:30 | bezitten; want wij zullen dat voorzeker overweldigen! ~
14 Deu 4:26 | getuige tegen ulieden, dat gij voorzeker haast zult omkomen van dat
15 Deu 8:19 | ik heden tegen u, dat gij voorzeker zult vergaan. ~
16 Deu 30:18 | ik ulieden heden, dat gij voorzeker zult omkomen; gij zult de
17 Joz 24:13 | 13 Weet voorzeker, dat de HEERE, uw God, niet
18 1Sa 10:16 | zijn oom: Hij heeft ons voorzeker te kennen gegeven, dat de
19 1Sa 18:8 | maar duizend gegeven; en voorzeker zal het koninkrijk nog voor
20 1Sa 20:26 | voorgevallen, dat hij niet rein is; voorzeker, hij is niet rein. ~
21 1Sa 22:22 | Edomiet, daar was, dat hij het voorzeker Saul zou te kennen geven;
22 1Sa 24:21 | nu, zie, ik weet, dat gij voorzeker koning worden zult, en dat
23 1Sa 25:34 | 34 Want voorzeker, de HEERE, de God Israels,
24 1Sa 26:4 | en hij vernam, dat Saul voorzeker kwam. ~
25 2Sa 3:9 | en doe hem zo daartoe! Voorzeker, gelijk als de HEERE aan
26 2Sa 15:21 | leven, daar zal uw knecht voorzeker ook zijn! ~
27 2Sa 23:5 | geordineerd en bewaard is; voorzeker is daarin al mijn heil,
28 1Kon 1:13| dienstmaagd gezworen, zeggende: Voorzeker, uw zoon Salomo zal na mij
29 1Kon 1:17| HEERE, uw God, gezworen: Voorzeker Salomo, uw zoon, zal na
30 1Kon 1:30| 30 Voorzeker, gelijk als ik u gezworen
31 1Kon 1:30| den God Israels, zeggende: Voorzeker zal uw zoon Salomo na mij
32 1Kon 1:30| troon in mijn plaats zitten; voorzeker, alzo zal ik te dezen zelfden
33 1Kon 2:23| en zo doe Hij daartoe, voorzeker Adonia zal dat woord tegen
34 1Kon 2:24| gelijk als Hij gesproken had; voorzeker, Adonia zal heden gedood
35 1Kon 2:37| beek Kidron zult gaan, weet voorzeker, dat gij den dood sterven
36 1Kon 2:42| of derwaarts gaan, weet voorzeker, dat gij den dood zult sterven?
37 1Kon 18:15| aangezicht ik sta, ik zal voorzeker mij heden aan hem vertonen! ~
38 1Kon 19:2 | goden, en doen zo daartoe, voorzeker, ik zal morgen omtrent dezen
39 2Kon 3:23| bloed; de koningen hebben voorzeker zich met het zwaard verdorven,
40 Psa 68:22 | 22 Voorzeker zal God den kop Zijner vijanden
41 Psa 126:6 | gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen,
42 Jer 8:13 | 13 Ik zal hen voorzeker wegrapen, spreekt de HEERE;
43 Jer 26:15 | 15 Maar weet voorzeker, dat gij, zo gij mij doodt,
44 Jer 36:16 | en zij zeiden tot Baruch: Voorzeker zullen wij al deze woorden
45 Jer 46:18 | der heirscharen; hij zal voorzeker, als Thabor onder de bergen,
46 Eze 18:13 | heeft hij gedaan; hij zal voorzeker gedood worden; zijn bloed
47 Eze 35:6 | de Heere HEERE; Ik zal u voorzeker ten bloede bereiden, en
48 Amos 5:5 | Ber-Seba; want Gilgal zal voorzeker gevankelijk worden weggevoerd,
49 Amos 7:11| zwaard sterven, en Israel zal voorzeker uit zijn land gevankelijk
50 Amos 7:17| land sterven, en Israel zal voorzeker uit zijn land gevankelijk
51 Mic 2:12 | 12 Voorzeker zal Ik u, o Jakob! gans
52 Mic 2:12 | Jakob! gans verzamelen; voorzeker zal Ik Israels overblijfsel
|