Book Chapter: Verse
1 2Sa 12:16 | jongsken; en David vastte een vasten, en ging in, en lag den
2 2Sa 12:23 | het dood, waarom zou ik nu vasten? Zal ik hem nog kunnen wederhalen?
3 1Kon 21:9 | brieven, zeggende: Roept een vasten uit, en zet Naboth in de
4 1Kon 21:12| 12 Zij riepen een vasten uit; en zij zetten Naboth
5 2Kro 21:3 | zoeken; en hij riep een vasten uit in gans Juda. ~
6 Ezra 8:21| Toen riep ik aldaar een vasten uit aan de rivier Ahava,
7 Neh 9:1 | de kinderen Israels met vasten en met zakken, en aarde
8 Est 54 | hun zaad; de zaken van het vasten en hunlieder geroep. ~
9 Psa 36:13 | ik kwelde mijn ziel met vasten, en mijn gebed keerde weder
10 Psa 51:12 | het binnenste van mij een vasten geest. ~
11 Psa 69:11 | En ik heb geweend in het vasten mijner ziel; maar het is
12 Psa 109:24 | Mijn knieen struikelen van vasten, en mijn vlees is vermagerd,
13 Jes 2:15 | hogen toren, en tegen allen vasten muur; ~
14 Jes 59:3 | 3 Zeggende: Waarom vasten wij, en Gij ziet het niet
15 Jes 59:5 | 5 Zou het zulk een vasten zijn, dat Ik verkiezen zou,
16 Jes 59:5 | Zoudt gij dat een vasten heten, en een dag den HEERE
17 Jes 59:6 | 6 Is niet dit het vasten, dat Ik verkies: dat gij
18 Jer 14:12 | 12 Ofschoon zij vasten, Ik zal naar hun geschrei
19 Jer 15:20 | gesteld tot een koperen vasten muur; zij zullen wel tegen
20 Jer 36:9 | negende maand, dat zij een vasten voor des HEEREN aangezicht
21 Dan 9:3 | gebed, en smekingen, met vasten, en zak, en as. ~
22 Joe 1:14 | 14 Heiligt een vasten, roept een verbodsdag uit,
23 Joe 2:12 | uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, en met rouwklage. ~
24 Joe 2:15 | bazuin te Sion, heiligt een vasten, roept een verbodsdag uit. ~
25 Jona 3:5 | aan God; en zij riepen een vasten uit, en bekleedden zich
26 Zac 8:19 | HEERE der heirscharen: Het vasten der vierde, en het vasten
27 Zac 8:19 | vasten der vierde, en het vasten der vijfde, en het vasten
28 Zac 8:19 | vasten der vijfde, en het vasten der zevende, en het vasten
29 Zac 8:19 | vasten der zevende, en het vasten der tiende maand, zal den
30 Matt 6:16| mogen gezien worden, als zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, dat
31 Matt 9:14| tot Hem, zeggende: Waarom vasten wij en de Farizeen veel,
32 Matt 9:14| Farizeen veel, en Uw discipelen vasten niet? ~
33 Matt 9:15| zijn, en dan zullen zij vasten. ~
34 Matt 17:21| uit, dan door bidden en vasten. ~
35 Mark 2:18| en zeiden tot Hem: Waarom vasten de discipelen van Johannes
36 Mark 2:18| Farizeen, en Uw discipelen vasten niet? ~
37 Mark 2:19| ook de bruiloftskinderen vasten, terwijl de Bruidegom bij
38 Mark 2:19| hebben, kunnen zij niet vasten. ~
39 Mark 2:20| zijn, en alsdan zullen zij vasten in dezelven dagen. ~
40 Mark 9:29| uitgaan, dan door bidden en vasten. ~
41 Luk 2:37 | week uit den tempel, met vasten en bidden, God dienende
42 Luk 5:33 | zij zeiden tot Hem: Waarom vasten de discipelen van Johannes
43 Luk 5:34 | Bruidegom bij hen is, doen vasten? ~
44 Luk 5:35 | weggenomen zijn, dan zullen zij vasten in die dagen. ~
45 Hand 8:23| hadden, gebeden hebbende met vasten, bevalen zij hen den Heere,
46 Hand 21:9 | zorgelijk was, omdat ook de vasten nu voorbij was, vermaande
47 1Kor 7:5 | een tijd, opdat gij u tot vasten en bidden moogt verledigen;
48 2Kor 6:5 | in arbeid, in waken, in vasten, ~
49 2Kor 9:4 | beschaamd worden in deze vasten grond der roeming. ~
50 2Kor 11:17| als in onwijsheid, in deze vasten grond der roeming. ~
51 2Kor 11:27| in honger en dorst, in vasten menigmaal, in koude en naaktheid. ~
52 Heb 3:14 | anders het beginsel van dezen vasten grond tot het einde toe
|