Book Chapter: Verse
1 Deu 25:18 | achter u, als gij moede en mat waart; en hij vreesde God
2 Rut 3:15 | en zij hield hem; en hij mat zes maten gerst, en legde
3 1Sa 14:24 | mannen van Israel werden mat te dien dage; want Saul
4 2Sa 8:2 | sloeg hij de Moabieten, en mat hen met een snoer, doende
5 2Sa 8:2 | aarde nederliggen; en hij mat met twee snoeren om te doden,
6 1Kon 17:21| 21 En hij mat zich driemaal uit over dat
7 Psa 63:2 | naar U, in een land, dor en mat, zonder water. ~
8 Psa 68:10 | erfenis gesterkt, als zij mat was geworden. ~
9 Jes 1:5 | krank, en het ganse hart is mat. ~
10 Jes 29:8 | ontwaakt, ziet, zo is hij nog mat, en zijn ziel is begerig;
11 Jes 40:28 | der aarde, noch moede noch mat wordt? Er is geen doorgronding
12 Jes 40:30 | De jongen zullen moede en mat worden, en de jongelingen
13 Jes 40:31 | zullen wandelen, en niet mat worden. ~ ~
14 Jer 51:58 | gearbeid hebben, dat zij mat worden. ~
15 Jer 51:64 | zal brengen, en zij zullen mat worden. Tot hiertoe zijn
16 Klaa 1:22| vele, en mijn hart is mat. ~ ~Klaagliederen van Jeremia
17 Klaa 2:17| Daarom is ons hart mat, om deze dingen zijn onze
18 Eze 40:5 | en een handbreed, en hij mat de breedte des gebouws
19 Eze 40:6 | derzelver trappen op, en mat den dorpel der poort een
20 Eze 40:8 | 8 Ook mat hij het voorhuis der poort
21 Eze 40:9 | 9 Toen mat hij het andere voorhuis
22 Eze 40:11 | 11 Voorts mat hij de wijdte der deur van
23 Eze 40:13 | 13 Toen mat hij de poort van het dak
24 Eze 40:19 | 19 En hij mat de breedte, van het voorste
25 Eze 40:20 | het buitenste voorhof, hij mat derzelver lengte en derzelver
26 Eze 40:23 | en van het oosten; en hij mat van poort tot poort honderd
27 Eze 40:24 | naar het zuiden; en hij mat derzelver posten, en derzelver
28 Eze 40:27 | naar het zuiden; en hij mat van poort tot poort, den
29 Eze 40:28 | het binnenvoorhof; en hij mat de zuiderpoort naar deze
30 Eze 40:32 | naar het oosten; en hij mat de poort, naar deze maten; ~
31 Eze 40:35 | de noorderpoort; en hij mat naar deze maten. ~
32 Eze 40:47 | 47 En hij mat het voorhof: de lengte honderd
33 Eze 40:48 | voorhuis des huizes, en hij mat elken post van het voorhuis,
34 Eze 41:1 | mij tot den tempel; en hij mat de posten, zes ellen de
35 Eze 41:2 | ellen van gene zijde; ook mat hij de lengte daarvan, veertig
36 Eze 41:3 | ging hij in naar binnen, en mat den post der deur, twee
37 Eze 41:4 | 4 Ook mat hij de lengte daarvan, twintig
38 Eze 41:5 | 5 En hij mat den wand des huizes zes
39 Eze 41:13 | 13 Voorts mat hij het huis, de lengte
40 Eze 41:15 | 15 Ook mat hij de lengte des gebouws
41 Eze 42:15 | naar het oosten zag, en hij mat ze rondom henen. ~
42 Eze 42:16 | 16 Hij mat de oostzijde met het meetriet;
43 Eze 42:17 | 17 Hij mat de noordzijde, vijfhonderd
44 Eze 42:18 | 18 De zuidzijde mat hij, vijfhonderd rieten,
45 Eze 42:19 | naar de westzijde, en hij mat vijfhonderd rieten, met
46 Eze 42:20 | 20 Hij mat het aan de vier zijden;
47 Eze 47:3 | meetsnoer in zijn hand; en hij mat duizend ellen, en deed mij
48 Eze 47:4 | 4 Toen mat hij nog duizend ellen, en
49 Eze 47:4 | tot aan de knieen; en hij mat nog duizend, en deed mij
50 Eze 47:5 | 5 Voorts mat hij nog duizend, en het
51 Open 21:16| als haar breedte. En hij mat de stad met den rietstok
52 Open 21:17| 17 En hij mat haar muur op honderd vier
|