1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3724
Book Chapter: Verse
2001 Jer 41:1 | 1 Maar het geschiedde in de zevende
2002 Jer 41:7 | 7 Maar het geschiedde, als zij
2003 Jer 42:13 | 13 Maar zo gijlieden zult zeggen:
2004 Jer 42:14 | 14 Zeggende: Neen, maar wij zullen gaan in Egypteland,
2005 Jer 42:21 | u heden bekend gemaakt; maar gij hebt niet gehoord naar
2006 Jer 43:3 | 3 Maar Baruch, de zoon van Nerija,
2007 Jer 43:5 | 5 Maar Johanan, de zoon van Kareah,
2008 Jer 44:5 | 5 Maar zij hebben niet gehoord,
2009 Jer 44:14 | keren, om aldaar te wonen; maar zij zullen er niet wederkeren,
2010 Jer 44:17 | 17 Maar wij zullen ganselijk doen
2011 Jer 44:18 | 18 Maar van toen af, dat wij opgehouden
2012 Jer 44:28 | 28 Maar die van het zwaard ontkomen,
2013 Jer 45:5 | vlees, spreekt de HEERE; maar Ik zal u uw ziel tot een
2014 Jer 46:10 | 10 Maar deze dag is des HEEREN,
2015 Jer 46:17 | de koning van Egypte, is maar een gedruis; hij heeft den
2016 Jer 46:21 | zijn als gemeste kalveren; maar die hebben zich ook gewend,
2017 Jer 46:26 | de hand zijner knechten. Maar daarna zal zij bewoond
2018 Jer 46:27 | 27 Maar gij, Mijn knecht Jakob!
2019 Jer 46:28 | Ik geen voleinding maken, maar u kastijden met mate, en
2020 Jer 48:30 | verbolgenheid, spreekt de HEERE, maar niet alzo; zijn grendelen
2021 Jer 48:32 | gereikt tot aan Jaezers zee; maar de verstoorder is gevallen
2022 Jer 48:45 | in de schaduw van Hesbon; maar een vuur is uitgegaan van
2023 Jer 48:47 | 47 Maar in het laatste der dagen,
2024 Jer 49:6 | 6 Maar daarna zal Ik de gevangenis
2025 Jer 49:10 | 10 Maar Ik heb Ezau ontbloot, Ik
2026 Jer 49:12 | onschuldig worden gehouden, maar gij zult ganselijk drinken. ~
2027 Jer 49:39 | 39 Maar het zal geschieden in het
2028 Jer 50:13 | zij niet bewoond worden, maar zij zal geheel een verwoesting
2029 Jer 50:20 | ongerechtigheid gezocht worden, maar zij zal er niet zijn, en
2030 Jer 50:20 | en de zonden van Juda, maar zullen niet gevonden worden;
2031 Jer 50:34 | 34 Maar hun Verlosser is sterk,
2032 Jer 50:34 | het land in rust brenge, maar de inwoners van Babel beroere. ~
2033 Jer 51:9 | hebben Babel gemeesterd, maar zij is niet genezen; verlaat
2034 Jer 51:24 | 24 Maar Ik zal Babel en allen inwoneren
2035 Jer 51:39 | maken, opdat zij opspringen; maar zij zullen een eeuwigen
2036 Jer 51:62 | den mens tot op het beest, maar dat zij worden zal tot
2037 Jer 52:16 | 16 Maar van de armsten des lands
2038 Klaa 1:19 | riep tot mijn liefhebbers, maar zij hebben mij bedrogen;
2039 Klaa 1:21 | Zij horen, dat ik zucht, maar ik heb geen trooster; al
2040 Klaa 1:36 | gevangenis af te wenden, maar zij hebben voor u gezien
2041 Klaa 1:76 | 32 Caph. Maar als Hij bedroefd heeft,
2042 Klaa 1:113| neder, zij zogen hun welpen; maar de dochter mijns volks is
2043 Klaa 1:118| 8 Cheth. Maar nu is hun gedaante verduisterd
2044 Klaa 1:132| gevankelijk doen wegvoeren; maar uw ongerechtigheid, o gij
2045 Eze 2:7 | 7 Maar gij zult Mijn woorden tot
2046 Eze 3:5 | spraak en zwaar van tong, maar tot het huis Israels; ~
2047 Eze 3:7 | 7 Maar het huis Israels wil naar
2048 Eze 3:14 | de hitte mijns geestes; maar de hand des HEEREN was sterk
2049 Eze 3:18 | ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw
2050 Eze 3:19 | ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd. ~
2051 Eze 3:20 | zullen niet gedacht worden; maar zijn bloed zal Ik van uw
2052 Eze 3:27 | 27 Maar als Ik met u spreken zal,
2053 Eze 6:12 | door het zwaard vallen; maar die overgebleven en belegerd
2054 Eze 7:4 | en Ik zal niet sparen; maar Ik zal uw wegen op u brengen,
2055 Eze 7:14 | en hebben alles bereid, maar niemand trekt ten strijde;
2056 Eze 7:16 | ontkomenden zullen wel ontkomen, maar zij zullen op de bergen
2057 Eze 7:20 | overtreffelijkheid gezet; maar zij hebben daarin beelden
2058 Eze 7:25 | zullen den vrede zoeken, maar hij zal er niet zijn. ~
2059 Eze 7:26 | van een profeet zoeken; maar de wet zal vergaan van den
2060 Eze 9:5 | 5 Maar tot die anderen zeide Hij
2061 Eze 9:6 | vrouwen, tot verdervens toe; maar genaakt aan niemand, op
2062 Eze 10:11 | niet om, als zij gingen; maar de plaats, waarheen het
2063 Eze 11:7 | en deze stad is de pot; maar ulieden zal Ik uit het midden
2064 Eze 11:12 | rechten niet gedaan hebt, maar naar de rechten der heidenen,
2065 Eze 11:21 | 21 Maar welker hart het hart hunner
2066 Eze 12:23 | gebruiken zullen in Israel. Maar spreek tot hen: De
2067 Eze 13:23 | noch waarzegging gebruiken; maar Ik zal Mijn volk uit uw
2068 Eze 14:16 | zouden bevrijd worden, maar het land zou woest worden. ~
2069 Eze 14:18 | noch dochteren bevrijden, maar zij zelven alleen zouden
2070 Eze 16:5 | zich over u te erbarmen; maar gij zijt geworpen geweest
2071 Eze 16:15 | 15 Maar gij hebt vertrouwd op uw
2072 Eze 16:29 | 29 Maar gij hebt uw hoererij vermenigvuldigd
2073 Eze 16:33 | geeft loon aan alle hoeren; maar gij geeft uw loon aan al
2074 Eze 16:46 | woont aan uw linkerhand; maar uw zuster, die kleiner is
2075 Eze 16:47 | wat gerings, een verdriet; maar gij hebt het meer verdorven
2076 Eze 16:49 | had zij en haar dochteren; maar zij sterkte de hand des
2077 Eze 16:61 | dezelve geven tot dochteren, maar niet uit uw verbond. ~
2078 Eze 17:15 | 15 Maar hij rebelleerde tegen hem,
2079 Eze 18:11 | al die dingen niet doet; maar eet ook op de bergen, en
2080 Eze 18:19 | 19 Maar gijlieden zegt: Waarom draagt
2081 Eze 18:21 | 21 Maar wanneer de goddeloze zich
2082 Eze 18:24 | 24 Maar als de rechtvaardige zich
2083 Eze 18:27 | 27 Maar als de goddeloze zich bekeert
2084 Eze 19:12 | 12 Maar hij werd door grimmigheid
2085 Eze 20:8 | 8 Maar zij waren wederspannig tegen
2086 Eze 20:13 | 13 Maar het huis Israels werd wederspannig
2087 Eze 20:14 | 14 Maar Ik deed het om Mijns Naams
2088 Eze 20:18 | 18 Maar Ik zeide tot hun kinderen
2089 Eze 20:21 | 21 Maar die kinderen waren ook wederspannig
2090 Eze 20:24 | rechten niet gedaan hadden, maar Mijn inzettingen verworpen
2091 Eze 20:47 | niet uitgeblust worden, maar daardoor zullen verbrand
2092 Eze 21:6 | 6 Maar gij, mensenkind, zucht;
2093 Eze 21:23 | beedigd zijn onder hen; maar hij zal der ongerechtigheid
2094 Eze 22:12 | naaste door verdrukking; maar gij hebt Mijner vergeten,
2095 Eze 22:30 | het niet mocht verderven; maar Ik vond niemand. ~
2096 Eze 23:10 | dochteren namen zij weg, maar haar doodden zij met het
2097 Eze 24:23 | rouwklagen, noch wenen, maar gij zult in uw ongerechtigheden
2098 Eze 26:21 | 21 Maar u zal Ik tot een groten
2099 Eze 29:4 | 4 Maar Ik zal haken in uw kaken
2100 Eze 29:13 | 13 Maar zo zegt de Heere HEERE:
2101 Eze 29:16 | zij naar henlieden omzien; maar zij zullen weten, dat Ik
2102 Eze 30:24 | zwaard in zijn hand geven; maar Farao's armen zal Ik verbreken,
2103 Eze 30:25 | konings van Babel sterken, maar Farao's armen zullen daarhenen
2104 Eze 32:27 | 27 Maar zij liggen niet met de helden,
2105 Eze 33:4 | bazuin hoort, wel hoort, maar zich niet laat waarschuwen;
2106 Eze 33:5 | hoorde het geluid der bazuin, maar liet zich niet waarschuwen,
2107 Eze 33:5 | waarschuwen, zijn bloed is op hem; maar hij, die zich laat waarschuwen,
2108 Eze 33:6 | ongerechtigheid weggenomen, maar zijn bloed zal Ik van des
2109 Eze 33:8 | ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw
2110 Eze 33:9 | 9 Maar als gij den goddeloze van
2111 Eze 33:9 | ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd. ~
2112 Eze 33:11 | den dood des goddelozen! maar daarin heb Ik lust, dat
2113 Eze 33:13 | gerechtigheden niet gedacht worden, maar in zijn onrecht, dat
2114 Eze 33:24 | bezat dit land erfelijk; maar onzer zijn velen; het land
2115 Eze 33:31 | volk, en horen uw woorden, maar zij doen ze niet; want zij
2116 Eze 33:31 | liefkozingen met hun mond, maar hun hart wandelt hun gierigheid
2117 Eze 33:32 | daarom horen zij uw woorden, maar zij doen ze niet. ~
2118 Eze 33:33 | 33 Maar als dat komt (zie, het zal
2119 Eze 34:3 | gij slacht het gemeste, maar de schapen weidt gij niet. ~
2120 Eze 34:4 | verlorene zoekt gij niet; maar gij heerst over hen
2121 Eze 34:8 | herders weiden zichzelven, maar Mijn schapen weiden zij
2122 Eze 34:16 | het kranke zal Ik sterken; maar het vette en het sterke
2123 Eze 34:28 | zal ze niet meer vreten; maar zij zullen zeker wonen,
2124 Eze 34:30 | 30 Maar zij zullen weten, dat Ik,
2125 Eze 34:31 | weide! gij zijt mensen; maar Ik ben uw God, spreekt de
2126 Eze 36:8 | 8 Maar gij, o bergen Israels! gij
2127 Eze 36:21 | 21 Maar Ik verschoonde hen om Mijn
2128 Eze 36:22 | uwentwil, gij huis Israels! maar om Mijn heiligen Naam, dien
2129 Eze 37:8 | huid boven over dezelve, maar er was geen geest in hen. ~
2130 Eze 38:18 | 18 Maar het zal geschieden te dien
2131 Eze 39:3 | 3 Maar Ik zal uw boog uit uw linkerhand
2132 Eze 39:10 | noch uit de wouden houwen, maar van de wapenen vuur stoken;
2133 Eze 39:28 | wegvoeren onder de heidenen, maar heb ze weder verzameld in
2134 Eze 40:42 | 42 Maar de vier tafelen voor het
2135 Eze 40:46 | 46 Maar de kamer, welker voorste
2136 Eze 42:6 | waren wel van drie rijen, maar hadden geen pilaren gelijk
2137 Eze 42:14 | in het buitenste voorhof, maar aldaar hun klederen henenleggen,
2138 Eze 43:8 | nevens Mijn post, dat er maar een wand tussen Mij en tussen
2139 Eze 44:8 | dingen niet waargenomen; maar gij hebt uzelven enigen
2140 Eze 44:10 | 10 Maar de Levieten, die verre van
2141 Eze 44:13 | de allerheiligste dingen; maar zullen hun schande dragen,
2142 Eze 44:15 | 15 Maar de Levietische priesters,
2143 Eze 44:17 | klederen zullen aantrekken; maar wol zal op hen niet komen,
2144 Eze 44:22 | verstotene tot vrouwen nemen; maar jonge dochters van het zaad
2145 Eze 44:25 | ingaan, dat hij onrein worde; maar om een vader, of om een
2146 Eze 45:8 | volk niet meer verdrukken, maar den huize Israels het land
2147 Eze 46:1 | werkdagen gesloten zijn; maar op den sabbatdag zal zij
2148 Eze 46:5 | spijsoffer, een efa tot den ram, maar tot de lammeren zal het
2149 Eze 46:6 | 6 Maar op den dag van de nieuwe
2150 Eze 46:7 | en een efa tot den ram; maar tot de lammeren, zoals zijn
2151 Eze 46:9 | 9 Maar als het volk des lands voor
2152 Eze 46:9 | dewelke hij is ingegaan, maar recht voor zich henen uitgaan. ~
2153 Eze 46:11 | en een efa tot een ram; maar tot de lammeren, een gave
2154 Eze 46:17 | 17 Maar wanneer hij van zijn erfenis
2155 Eze 47:22 | 22 Maar het zal geschieden, dat
2156 Eze 48:15 | 15 Maar de vijf duizend, dat is
2157 Dan 1:4 | dewelke geen gebrek ware, maar schoon van aangezicht, en
2158 Dan 1:17 | alle boeken, en wijsheid; maar Daniel gaf Hij verstand
2159 Dan 2:6 | 6 Maar indien gijlieden den droom
2160 Dan 2:24 | van Babel niet om, maar breng mij in voor den koning,
2161 Dan 2:28 | 28 Maar er is een God in den hemel,
2162 Dan 2:30 | is boven alle levenden; maar daarom, opdat men den koning
2163 Dan 2:35 | voor dezelve gevonden; maar de steen, die het beeld
2164 Dan 2:43 | menselijk zaad vermengen, maar zij zullen de een aan den
2165 Dan 2:44 | vermalen, en te niet doen, maar zelf zal het in alle eeuwigheid
2166 Dan 2:49 | het landschap van Babel; maar Daniel bleef aan de poort
2167 Dan 3:15 | gemaakt heb, zo is het wel; maar zo gijlieden het niet aanbidt;
2168 Dan 3:18 | 18 Maar zo niet, u zij bekend, o
2169 Dan 3:23 | 23 Maar als die drie mannen, Sadrach,
2170 Dan 4:7 | zeide den droom voor hen; maar zij maakten mij zijn uitlegging
2171 Dan 4:18 | kunnen bekend maken; maar gij kunt wel, dewijl de
2172 Dan 5:8 | de wijzen des konings in; maar zij konden dit schrift niet
2173 Dan 5:15 | uitlegging mij bekend te maken; maar zij kunnen de uitlegging
2174 Dan 5:20 | 20 Maar toen zich zijn hart verhief,
2175 Dan 5:23 | 23 Maar gij hebt u verheven tegen
2176 Dan 5:23 | weten, hebt gij geprezen; maar dien God, in Wiens hand
2177 Dan 6:5 | vanwege het koninkrijk; maar zij konden geen gelegenheid
2178 Dan 6:14 | gij getekend hebt; maar hij bidt op drie tijden '
2179 Dan 7:18 | 18 Maar de heiligen der hoge plaatsen
2180 Dan 7:27 | 27 Maar het rijk, en de heerschappij,
2181 Dan 8:4 | uit zijn hand verloste; maar hij deed naar zijn welgevallen,
2182 Dan 8:8 | maakte zich uitermate groot; maar toen hij sterk geworden
2183 Dan 8:27 | ontzet over dit gezicht; maar niemand merkte het. ~ ~
2184 Dan 9:7 | Heere! is de gerechtigheid, maar bij ons de beschaamdheid
2185 Dan 9:11 | 11 Maar geheel Israel heeft Uw wet
2186 Dan 9:18 | op onze gerechtigheden, maar op Uw barmhartigheden, die
2187 Dan 9:26 | Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven
2188 Dan 10:7 | alleen zag dat gezicht, maar de mannen, die bij mij waren,
2189 Dan 11:4 | hemels verdeeld worden, maar niet aan zijn nakomelingen,
2190 Dan 11:6 | zijn arm, niet bestaan; maar zij zal overgegeven worden,
2191 Dan 11:16 | 16 Maar hij, die tegen hem komt,
2192 Dan 11:17 | geven, om haar te verderven, maar zij zal niet vast staan,
2193 Dan 11:20 | koninklijke heerlijkheid; maar hij zal in enige dagen gebroken
2194 Dan 11:32 | huichelen door vleierijen; maar het volk, die hun God kennen,
2195 Dan 11:37 | op geen God acht geven, maar hij zal zich boven alles
2196 Dan 11:44 | 44 Maar de geruchten van het Oosten
2197 Dan 12:10 | goddelozen zullen het verstaan, maar de verstandigen zullen
2198 Dan 12:13 | 13 Maar gij, ga henen tot het einde,
2199 Hos 1:6 | ontfermen over het huis Israels, maar Ik zal ze zekerlijk
2200 Hos 1:7 | 7 Maar over het huis van Juda zal
2201 Hos 2:6 | zal haar boelen nalopen, maar dezelve niet aantreffen;
2202 Hos 2:6 | en zij zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij
2203 Hos 2:11 | mijn boelen gegeven hebben; maar Ik zal ze stellen tot een
2204 Hos 2:12 | haar boelen nagegaan, maar heeft Mij vergeten, spreekt
2205 Hos 3:1 | kinderen Israels bemint, maar zij zien om, naar andere
2206 Hos 4:2 | 2 Maar vloeken en liegen, en doodslaan,
2207 Hos 4:10 | En zij zullen eten, maar niet zat worden, zullen
2208 Hos 4:10 | worden, zullen hoereren, maar niet uitbreken in menigte;
2209 Hos 5:2 | verdiepen zich om te slachten; maar Ik zal hun allen een tuchtmeester
2210 Hos 5:6 | om den HEERE te zoeken, maar niet vinden; Hij heeft Zich
2211 Hos 5:13 | zond tot den koning Jareb; maar die zal ulieden niet kunnen
2212 Hos 6:7 | 7 Maar zij hebben het verbond overtreden
2213 Hos 7:13 | Ik zou hen wel verlossen, maar zij spreken leugenen tegen
2214 Hos 7:14 | most verzamelen zij zich, maar zij wederstreven tegen Mij. ~
2215 Hos 7:15 | hunlieder armen gesterkt; maar zij denken kwaad tegen Mij. ~
2216 Hos 7:16 | 16 Zij keren zich, maar niet tot den Allerhoogste,
2217 Hos 8:4 | hebben koningen gemaakt, maar niet uit Mij; zij hebben
2218 Hos 8:4 | hebben vorsten gesteld, maar Ik heb het niet gekend;
2219 Hos 8:6 | gemaakt, en het is geen God, maar het zal tot stukken worden,
2220 Hos 8:12 | voortreffelijkheden Mijner wet voor; maar die zijn geacht als wat
2221 Hos 8:13 | offeren vlees, en eten het, maar de HEERE heeft aan hen geen
2222 Hos 8:14 | steden vermenigvuldigd; maar Ik zal een vuur zenden in
2223 Hos 9:3 | HEEREN land niet blijven; maar Efraim zal weder tot Egypte
2224 Hos 9:8 | Efraim is met mijn God, maar de profeet is een vogelvangersstrik,
2225 Hos 9:10 | vijgeboom in haar beginsel; maar zij gingen in tot Baal-Peor,
2226 Hos 9:13 | een liefelijke woonplaats; maar Efraim zal zijn kinderen
2227 Hos 10:1 | weder vrucht voor zich; maar naar de veelheid zijner
2228 Hos 11:2 | 2 Maar gelijk zij henlieden riepen,
2229 Hos 11:3 | Hij nam ze op Zijn armen, maar zij bekenden niet, dat Ik
2230 Hos 11:5 | Egypteland niet wederkeren; maar Assur, die zal zijn koning
2231 Hos 11:7 | wel tot den Allerhoogste, maar niet een verhoogt Hem. ~
2232 Hos 12:1 | huis Israels met bedrog; maar Juda heerste nog met God,
2233 Hos 12:10 | 10 Maar Ik ben de HEERE, uw God,
2234 Hos 12:14 | 14 Maar de HEERE voerde Israel op
2235 Hos 13:1 | zich verheven in Israel; maar hij is schuldig geworden
2236 Hos 14:10 | zullen daarin wandelen, maar de overtreders zullen
2237 Joe 2:3 | hetzelve als een lusthof, maar achter hetzelve een woeste
2238 Joe 3:4 | een vergelding wedergeven? Maar zo gij Mij wilt vergelden,
2239 Joe 3:12 | naar het dal van Josafat; maar aldaar zal Ik zitten, om
2240 Joe 3:16 | hemel en aarde beven zullen; maar de HEERE zal de Toevlucht
2241 Joe 3:20 | 20 Maar Juda zal blijven in eeuwigheid,
2242 Amos 2:9 | was sterk als de eiken; maar Ik heb zijn vrucht van
2243 Amos 2:12 | 12 Maar gijlieden hebt aan de Nazireen
2244 Amos 4:7 | regenen over de ene stad, maar over de andere stad niet
2245 Amos 4:7 | stuk lands werd beregend, maar het andere stuk lands, waar
2246 Amos 4:8 | zij water mochten drinken, maar werden niet verzadigd; nochtans
2247 Amos 5:5 | 5 Maar zoekt Beth-El niet, en komt
2248 Amos 5:11 | gebouwd van gehouwen steen, maar gij zult daarin niet wonen;
2249 Amos 5:11 | wijngaarden geplant, maar gij zult derzelver wijn
2250 Amos 5:24 | 24 Maar laat het oordeel zich daarhenen
2251 Amos 6:6 | voortreffelijkste olie, maar bekommeren zich niet over
2252 Amos 7:9 | 9 Maar Izaks hoogten zullen verwoest,
2253 Amos 7:13 | 13 Maar te Beth-El zult gij voortaan
2254 Amos 7:14 | ik was geen profetenzoon; maar ik was een ossenherder,
2255 Amos 7:15 | 15 Maar de HEERE nam mij van achter
2256 Amos 8:3 | 3 Maar de gezangen des tempels
2257 Amos 8:11 | noch dorst naar water, maar om te horen de woorden
2258 Amos 8:12 | woord des HEEREN te zoeken, maar zullen het niet vinden. ~
2259 Oba 1:17 | 17 Maar op den berg Sions zal ontkoming
2260 Jona 1:3 | 3 Maar Jona maakte zich op om te
2261 Jona 1:4 | 4 Maar de HEERE wierp een groten
2262 Jona 1:5 | van dezelve te verlichten; maar Jona was nedergegaan
2263 Jona 1:13 | 13 Maar de mannen roeiden, om het
2264 Jona 2:6 | mij henen in eeuwigheid; maar Gij hebt mijn leven uit
2265 Jona 2:9 | 9 Maar ik zal U offeren met de
2266 Jona 3:8 | 8 Maar mens en beest zullen met
2267 Jona 4:7 | 7 Maar God beschikte een worm des
2268 Mic 2:8 | 8 Maar gisteren stelde zich Mijn
2269 Mic 3:4 | Hij zal hen niet verhoren; maar zal Zijn aangezicht te dier
2270 Mic 3:5 | bijten, en roepen vrede uit; maar die niets geeft in hun mond,
2271 Mic 3:8 | 8 Maar waarlijk, ik ben vol krachts
2272 Mic 4:1 | 1 Maar in het laatste der dagen
2273 Mic 4:4 | 4 Maar zij zullen zitten, een ieder
2274 Mic 4:5 | in den naam zijns gods; maar wij zullen wandelen in den
2275 Mic 4:10 | tot in Babel komen, maar aldaar zult gij gered worden;
2276 Mic 4:12 | 12 Maar zij weten de gedachten des
2277 Mic 6:14 | 14 Gij zult eten, maar niet verzadigd worden, en
2278 Mic 6:14 | en gij zult aangrijpen, maar niet wegbrengen, en wat
2279 Mic 6:15 | 15 Gij zult zaaien, maar niet maaien; gij zult olijven
2280 Mic 6:15 | gij zult olijven treden, maar u met olie niet zalven,
2281 Mic 6:15 | olie niet zalven, en most, maar geen wijn drinken. ~
2282 Mic 7:7 | 7 Maar ik zal uitzien naar den
2283 Mic 7:13 | 13 Maar dit land zal worden tot
2284 Nah 1:12 | doorgaan; Ik heb u wel gedrukt, maar Ik zal u niet meer drukken. ~
2285 Nah 1:13 | 13 Maar nu zal Ik zijn juk van u
2286 Nah 2:8 | staat! zal men roepen, maar niemand zal omzien. ~
2287 Zep 1:13 | zij bouwen wel huizen, maar zij zullen ze niet bewonen;
2288 Zep 1:13 | zij planten wijngaarden, maar zij zullen derzelver
2289 Zep 1:18 | verbolgenheid des HEEREN; maar door het vuur Zijns ijvers
2290 Zep 3:12 | 12 Maar Ik zal in het midden van
2291 Zep 3:13 | bedriegelijke tong gevonden worden; maar zij zullen weiden en
2292 Zac 1:4 | uw boze handelingen; maar zij hoorden niet, en zij
2293 Zac 1:15 | was een weinig toornig, maar zij hebben ten kwade geholpen. ~
2294 Zac 1:21 | niemand zijn hoofd ophief; maar deze zijn gekomen om
2295 Zac 4:6 | kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het
2296 Zac 7:11 | 11 Maar zij weigerden op te merken,
2297 Zac 7:13 | hebben, alzo riepen zij ook, maar Ik hoorde niet, zegt de
2298 Zac 7:14 | 14 Maar Ik heb hen weggestormd onder
2299 Zac 8:11 | 11 Maar nu zal Ik aan het overblijfsel
2300 Zac 10:3 | heb Ik bezoeking gedaan; maar de HEERE der heirscharen
2301 Zac 10:10 | Gilead en Libanon brengen, maar het zal hun niet genoeg
2302 Zac 11:6 | verschonen, spreekt de HEERE; maar ziet, Ik zal de mensen overleveren,
2303 Zac 11:16 | stilstaande zal hij niet dragen; maar het vlees van het vette
2304 Zac 12:4 | ruiters met zinneloosheid; maar over het huis van Juda zal
2305 Zac 13:5 | 5 Maar hij zal zeggen: Ik ben geen
2306 Zac 13:7 | zullen verstrooid worden; maar Ik zal Mijn hand tot de
2307 Zac 13:8 | worden, en den geest geven; maar het derde deel zal daarin
2308 Zac 14:2 | uitgaan in de gevangenis; maar het overige des volks zal
2309 Zac 14:7 | 7 Maar het zal een enige dag zijn,
2310 Mal 1:2 | liefgehad, zegt de HEERE; maar gij zegt: Waarin hebt Gij
2311 Mal 1:6 | verachters Mijns Naams! Maar gij zegt: Waarmede verachten
2312 Mal 1:11 | 11 Maar van den opgang der zon tot
2313 Mal 1:12 | 12 Maar gij ontheiligt dien, als
2314 Mal 1:13 | Ziet, wat een vermoeidheid! maar gij zoudt het kunnen wegblazen,
2315 Mal 2:8 | 8 Maar gij zijt van den weg afgeweken,
2316 Mal 2:9 | gij Mijn wegen niet houdt, maar het aangezicht aanneemt
2317 Mal 2:15 | 15 Heeft Hij niet maar een gemaakt, hoewel Hij
2318 Mal 2:15 | geestes overig had? En waarom maar dien enen? Hij zocht een
2319 Mal 3:2 | 2 Maar wie zal den dag Zijner toekomst
2320 Mal 3:7 | de HEERE der heirscharen; maar gij zegt: Waarin zullen
2321 Mal 3:8 | Zal een mens God beroven? Maar gij berooft Mij, en zegt:
2322 Mal 3:13 | geworden, zegt de HEERE; maar gij zegt: Wat hebben wij
2323 Matt 2:22 | 22 Maar als hij hoorde, dat Archelaus
2324 Matt 2:22 | vreesde hij daarheen te gaan; maar door Goddelijke openbaring
2325 Matt 2:34 | met water tot bekering; maar Die na mij komt, is sterker
2326 Matt 2:38 | 15 Maar Jezus, antwoordende, zeide
2327 Matt 4:4 | brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door
2328 Matt 5:15 | die onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij
2329 Matt 5:17 | gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen. ~
2330 Matt 5:19 | Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan
2331 Matt 5:21 | is: Gij zult niet doden; maar zo wie doodt, die zal strafbaar
2332 Matt 5:22 | zijn door den groten raad; maar wie zegt: Gij dwaas! die
2333 Matt 5:28 | 28 Maar Ik zeg u, dat zo wie een
2334 Matt 5:32 | 32 Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn
2335 Matt 5:33 | zult den eed niet breken, maar gij zult den Heere uw eden
2336 Matt 5:34 | 34 Maar Ik zeg u: Zweert ganselijk
2337 Matt 5:37 | 37 Maar laat zijn uw woord ja, ja;
2338 Matt 5:39 | 39 Maar Ik zeg u, dat gij den boze
2339 Matt 5:39 | den boze niet wederstaat; maar, zo wie u op de rechterwang
2340 Matt 5:44 | 44 Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden
2341 Matt 6:3 | 3 Maar als gij aalmoes doet, zo
2342 Matt 6:6 | 6 Maar gij, wanneer gij bidt, gaat
2343 Matt 6:13 | ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze.
2344 Matt 6:15 | 15 Maar indien gij den mensen hun
2345 Matt 6:17 | 17 Maar gij, als gij vast, zalft
2346 Matt 6:18 | gezien worde, als gij vast, maar van uw Vader, Die in het
2347 Matt 6:20 | 20 Maar vergadert u schatten in
2348 Matt 6:23 | 23 Maar indien uw oog boos is, zo
2349 Matt 6:33 | 33 Maar zoekt eerst het Koninkrijk
2350 Matt 7:3 | het oog uws broeders is, maar den balk, die in uw oog
2351 Matt 7:15 | 15 Maar wacht u van de valse profeten,
2352 Matt 7:15 | schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende
2353 Matt 7:21 | Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns
2354 Matt 8:4 | dat gij dit niemand zegt; maar ga heen, toon uzelven den
2355 Matt 8:8 | mijn dak zoudt inkomen; maar spreek alleenlijk een woord,
2356 Matt 8:20 | vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft
2357 Matt 9:12 | 12 Maar Jezus, zulks horende, zeide
2358 Matt 9:12 | medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. ~
2359 Matt 9:13 | te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering. ~
2360 Matt 9:15 | de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen, wanneer
2361 Matt 9:17 | leder zakken verderven, maar men doet nieuwen wijn in
2362 Matt 9:24 | dochtertje is niet dood, maar slaapt. En zij belachten
2363 Matt 9:31 | 31 Maar zij, uitgegaan zijnde, hebben
2364 Matt 9:34 | 34 Maar de Farizeen zeiden: Hij
2365 Matt 9:37 | De oogst is wel groot; maar de arbeiders zijn weinige; ~
2366 Matt 10:6 | 6 Maar gaat veel meer heen tot
2367 Matt 10:13 | uw vrede over hetzelve, maar indien het niet waardig
2368 Matt 10:17 | 17 Maar wacht u voor de mensen;
2369 Matt 10:20 | zijt het niet, die spreekt, maar het is de Geest uws Vaders,
2370 Matt 10:22 | gehaat worden om Mijn Naam; maar die volstandig zal blijven
2371 Matt 10:28 | ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die
2372 Matt 10:33 | 33 Maar zo wie Mij verloochend zal
2373 Matt 10:34 | gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. ~
2374 Matt 11:8 | 8 Maar wat zijt gij uitgegaan te
2375 Matt 11:9 | 9 Maar wat zijt gij uitgegaan te
2376 Matt 12:3 | 3 Maar Hij zeide tot hen: Hebt
2377 Matt 12:4 | hun, die met hem waren, maar den priesteren alleen. ~
2378 Matt 12:15 | 15 Maar Jezus, dat wetende, vertrok
2379 Matt 12:24 | 24 Maar de Farizeen, dit gehoord
2380 Matt 12:28 | 28 Maar indien Ik door den Geest
2381 Matt 12:31 | mensen vergeven worden; maar de lastering tegen den Geest
2382 Matt 12:32 | zal hem vergeven worden; maar zo wie tegen den Heiligen
2383 Matt 12:36 | 36 Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel
2384 Matt 12:39 | 39 Maar Hij antwoordde en zeide
2385 Matt 12:48 | 48 Maar Hij, antwoordende, zeide
2386 Matt 13:6 | 6 Maar als de zon opgegaan was,
2387 Matt 13:11 | Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven. ~
2388 Matt 13:12 | overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, van dien
2389 Matt 13:20 | 20 Maar die in steenachtige plaatsen
2390 Matt 13:21 | geen wortel in zichzelven, maar is voor een tijd; en als
2391 Matt 13:29 | 29 Maar hij zeide: Neen, opdat gij,
2392 Matt 13:30 | hetzelve te verbranden; maar brengt de tarwe samen in
2393 Matt 13:32 | minste is onder al de zaden, maar wanneer het opgewassen is,
2394 Matt 13:48 | goede uit in hun vaten, maar het kwade werpen zij weg. ~
2395 Matt 13:57 | werden aan Hem geergerd. Maar Jezus zeide tot hen: Een
2396 Matt 14:6 | 6 Maar als de dag der geboorte
2397 Matt 14:16 | 16 Maar Jezus zeide tot hen: Het
2398 Matt 14:25 | 25 Maar ter vierde wake des nachts
2399 Matt 14:27 | 27 Maar terstond sprak Jezus hen
2400 Matt 14:30 | 30 Maar ziende den sterken wind,
2401 Matt 15:3 | 3 Maar Hij, antwoordende, zeide
2402 Matt 15:5 | 5 Maar gij zegt: Zo wie tot vader
2403 Matt 15:8 | eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre
2404 Matt 15:11 | ontreinigt den mens niet; maar hetgeen ten monde uitgaat,
2405 Matt 15:13 | 13 Maar Hij, antwoordende zeide:
2406 Matt 15:16 | 16 Maar Jezus zeide: Zijt ook gijlieden
2407 Matt 15:18 | 18 Maar die dingen, die ten monde
2408 Matt 15:20 | die den mens ontreinigen; maar het eten met ongewassen
2409 Matt 15:24 | 24 Maar Hij, antwoordende, zeide:
2410 Matt 16:2 | 2 Maar Hij antwoordde, en zeide
2411 Matt 16:12 | den zuurdesem des broods, maar van de leer der Farizeen
2412 Matt 16:15 | 15 Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik
2413 Matt 16:17 | u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen
2414 Matt 16:23 | 23 Maar Hij, Zich omkerende, zeide
2415 Matt 16:23 | de dingen, die Gods zijn, maar die der mensen zijn. ~
2416 Matt 16:25 | zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen
2417 Matt 17:12 | 12 Maar Ik zeg u, dat Elias nu gekomen
2418 Matt 17:21 | 21 Maar dit geslacht vaart niet
2419 Matt 17:27 | 27 Maar opdat wij hun geen aanstoot
2420 Matt 18:6 | 6 Maar zo wie een van deze kleinen,
2421 Matt 18:9 | het van u. Het is u beter, maar een oog hebbende, tot het
2422 Matt 18:15 | 15 Maar indien uw broeder tegen
2423 Matt 18:16 | 16 Maar indien hij u niet hoort,
2424 Matt 18:22 | zeg u, niet tot zevenmaal, maar tot zeventigmaal zeven maal. ~
2425 Matt 18:28 | 28 Maar dezelve dienstknecht, uitgaande,
2426 Matt 18:30 | 30 Doch hij wilde niet, maar ging heen, en wierp hem
2427 Matt 19:6 | zij niet meer twee zijn, maar een vlees. Hetgeen dan God
2428 Matt 19:8 | uw vrouwen te verlaten; maar van den beginne is het alzo
2429 Matt 19:9 | 9 Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn
2430 Matt 19:11 | Allen vatten dit woord niet, maar dien het gegeven is. ~
2431 Matt 19:14 | 14 Maar Jezus zeide: Laat af van
2432 Matt 19:26 | mensen is dat onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen
2433 Matt 19:30 | 30 Maar vele eersten zullen de laatsten
2434 Matt 20:12 | Zeggende: Deze laatsten hebben maar een uur gearbeid, en gij
2435 Matt 20:16 | want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. ~
2436 Matt 20:22 | 22 Maar Jezus antwoordde en zeide:
2437 Matt 20:23 | zult gij gedoopt worden; maar het zitten tot Mijn rechter-
2438 Matt 20:23 | staat bij Mij niet te geven, maar het zal gegeven worden dien
2439 Matt 20:26 | zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder u zal willen
2440 Matt 20:28 | gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel
2441 Matt 20:31 | opdat zij zwijgen zouden; maar zij riepen te meer, zeggende:
2442 Matt 21:13 | des gebeds genaamd worden; maar gij hebt dat tot een moordenaarskuil
2443 Matt 21:21 | den vijgeboom is geschied; maar indien gij ook tot deze
2444 Matt 21:28 | 28 Maar wat dunkt u? Een mens had
2445 Matt 21:32 | gij hebt hem niet geloofd; maar de tollenaars en de hoeren
2446 Matt 21:38 | 38 Maar de landlieden, den zoon
2447 Matt 22:5 | 5 Maar zij, zulks niet achtende,
2448 Matt 22:14 | Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. ~
2449 Matt 22:18 | 18 Maar Jezus, bekennende hun boosheid,
2450 Matt 22:29 | 29 Maar Jezus antwoordde en zeide
2451 Matt 22:30 | ten huwelijk uitgegeven; maar zij zijn als engelen Gods
2452 Matt 22:32 | niet een God der doden, maar der levenden. ~
2453 Matt 23:3 | houdt dat en doet het; maar doet niet naar hun werken;
2454 Matt 23:4 | de schouderen der mensen; maar zij willen die met hun vinger
2455 Matt 23:11 | 11 Maar de meeste van u zal uw dienaar
2456 Matt 23:13 | 13 Maar wee u, gij Schriftgeleerden
2457 Matt 23:16 | den tempel, dat is niets; maar zo wie gezworen zal hebben
2458 Matt 23:18 | het altaar, dat is niets; maar zo wie gezworen zal hebben
2459 Matt 23:25 | drinkbekers, en des schotels, maar van binnen zijn zij vol
2460 Matt 23:27 | buiten wel schoon schijnen, maar van binnen zijn zij vol
2461 Matt 23:28 | van buiten rechtvaardig, maar van binnen zijt gij vol
2462 Matt 24:6 | dingen moeten geschieden, maar nog is het einde niet. ~
2463 Matt 24:8 | Doch al die dingen zijn maar een beginsel der smarten. ~
2464 Matt 24:13 | 13 Maar wie volharden zal tot het
2465 Matt 24:19 | 19 Maar wee de bevruchten, en den
2466 Matt 24:22 | vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil
2467 Matt 24:35 | aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins
2468 Matt 24:43 | 43 Maar weet dit, dat zo de heer
2469 Matt 24:48 | 48 Maar zo die kwade dienstknecht
2470 Matt 25:4 | 4 Maar de wijzen namen olie in
2471 Matt 25:9 | voor u niet genoeg zij; maar gaat liever tot de verkopers,
2472 Matt 25:18 | 18 Maar die het ene ontvangen had,
2473 Matt 25:24 | 24 Maar die het ene talent ontvangen
2474 Matt 25:26 | 26 Maar zijn heer, antwoordende,
2475 Matt 25:29 | zal overvloedig hebben; maar van dengene, die niet heeft,
2476 Matt 25:33 | Zijn rechter hand zetten, maar de bokken tot Zijn linker
2477 Matt 25:46 | gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het
2478 Matt 26:10 | 10 Maar Jezus, zulks verstaande,
2479 Matt 26:11 | armen hebt gij altijd met u, maar Mij hebt gij niet altijd. ~
2480 Matt 26:24 | gelijk van Hem geschreven is; maar wee dien mens, door welken
2481 Matt 26:32 | 32 Maar nadat Ik zal opgestaan zijn,
2482 Matt 26:39 | doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt. ~
2483 Matt 26:41 | de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. ~
2484 Matt 26:50 | 50 Maar Jezus zeide tot hem: Vriend!
2485 Matt 26:61 | 61 Maar ten laatste kwamen twee
2486 Matt 26:70 | 70 Maar hij loochende het voor allen,
2487 Matt 27:4 | verradende het onschuldig bloed! Maar zij zeiden: Wat gaat ons
2488 Matt 27:14 | 14 Maar Hij antwoordde hem niet
2489 Matt 27:20 | 20 Maar de overpriesters en de ouderlingen
2490 Matt 27:24 | dat hij niet vorderde, maar veel meer dat er oproer
2491 Matt 27:26 | liet hij hun Bar-abbas los, maar Jezus gegeseld hebbende,
2492 Matt 28:5 | 5 Maar de engel, antwoordende,
2493 Mark 1:8 | ulieden wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met den
2494 Mark 1:44 | dat gij niemand iets zegt; maar ga heen en vertoon uzelven
2495 Mark 1:45 | 45 Maar hij uitgegaan zijnde, begon
2496 Mark 1:45 | openbaar in de stad kon komen, maar was buiten in de woeste
2497 Mark 2:17 | medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Ik ben niet
2498 Mark 2:17 | te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering. ~
2499 Mark 2:20 | 20 Maar de dagen zullen komen, wanneer
2500 Mark 2:22 | leder zakken verderven; maar nieuwen wijn moet men in
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3724 |