Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
maantjes 3
maanziek 1
maanzieken 1
maar 3724
maarath 1
maarmede 1
maaseja 22
Frequency    [«  »]
4039 aan
3972 voor
3731 hun
3724 maar
3533 heeft
3518 zo
3472 was

Bijbel

IntraText - Concordances

maar

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3724

     Book Chapter: Verse
2001 Jer 41:1 | 1      Maar het geschiedde in de zevende 2002 Jer 41:7 | 7      Maar het geschiedde, als zij 2003 Jer 42:13 | 13      Maar zo gijlieden zult zeggen: 2004 Jer 42:14 | 14      Zeggende: Neen, maar wij zullen gaan in Egypteland, 2005 Jer 42:21 | u heden bekend gemaakt; maar gij hebt niet gehoord naar 2006 Jer 43:3 | 3      Maar Baruch, de zoon van Nerija, 2007 Jer 43:5 | 5      Maar Johanan, de zoon van Kareah, 2008 Jer 44:5 | 5      Maar zij hebben niet gehoord, 2009 Jer 44:14 | keren, om aldaar te wonen; maar zij zullen er niet wederkeren, 2010 Jer 44:17 | 17      Maar wij zullen ganselijk doen 2011 Jer 44:18 | 18      Maar van toen af, dat wij opgehouden 2012 Jer 44:28 | 28      Maar die van het zwaard ontkomen, 2013 Jer 45:5 | vlees, spreekt de HEERE; maar Ik zal u uw ziel tot een 2014 Jer 46:10 | 10      Maar deze dag is des HEEREN, 2015 Jer 46:17 | de koning van Egypte, is maar een gedruis; hij heeft den 2016 Jer 46:21 | zijn als gemeste kalveren; maar die hebben zich ook gewend, 2017 Jer 46:26 | de hand zijner knechten. Maar daarna zal zij      bewoond 2018 Jer 46:27 | 27      Maar gij, Mijn knecht Jakob! 2019 Jer 46:28 | Ik geen voleinding maken, maar u kastijden met mate, en 2020 Jer 48:30 | verbolgenheid, spreekt de HEERE, maar niet alzo; zijn grendelen 2021 Jer 48:32 | gereikt tot aan Jaezers zee; maar de verstoorder is      gevallen 2022 Jer 48:45 | in de schaduw van Hesbon; maar een vuur is uitgegaan van 2023 Jer 48:47 | 47      Maar in het laatste der dagen, 2024 Jer 49:6 | 6      Maar daarna zal Ik de gevangenis 2025 Jer 49:10 | 10      Maar Ik heb Ezau ontbloot, Ik 2026 Jer 49:12 | onschuldig worden gehouden, maar gij zult ganselijk drinken. ~ 2027 Jer 49:39 | 39      Maar het zal geschieden in het 2028 Jer 50:13 | zij niet bewoond worden, maar zij zal geheel een verwoesting 2029 Jer 50:20 | ongerechtigheid gezocht worden, maar zij zal er niet zijn, en 2030 Jer 50:20 | en de zonden van Juda, maar zullen niet gevonden worden;      2031 Jer 50:34 | 34      Maar hun Verlosser is sterk, 2032 Jer 50:34 | het land in rust brenge, maar de inwoners van Babel beroere. ~ 2033 Jer 51:9 | hebben Babel gemeesterd, maar zij is niet genezen; verlaat 2034 Jer 51:24 | 24      Maar Ik zal Babel en allen inwoneren 2035 Jer 51:39 | maken, opdat zij opspringen; maar zij zullen een eeuwigen 2036 Jer 51:62 | den mens tot op het beest, maar dat zij worden zal tot      2037 Jer 52:16 | 16      Maar van de armsten des lands 2038 Klaa 1:19 | riep tot mijn liefhebbers, maar zij hebben mij bedrogen; 2039 Klaa 1:21 | Zij horen, dat ik zucht, maar ik heb geen trooster; al 2040 Klaa 1:36 | gevangenis af te wenden, maar zij hebben voor u      gezien 2041 Klaa 1:76 | 32      Caph. Maar als Hij bedroefd heeft, 2042 Klaa 1:113| neder, zij zogen hun welpen; maar de dochter mijns volks is 2043 Klaa 1:118| 8      Cheth. Maar nu is hun gedaante verduisterd 2044 Klaa 1:132| gevankelijk doen wegvoeren; maar uw ongerechtigheid, o gij 2045 Eze 2:7 | 7      Maar gij zult Mijn woorden tot 2046 Eze 3:5 | spraak en zwaar van tong, maar tot het huis Israels; ~ 2047 Eze 3:7 | 7      Maar het huis Israels wil naar 2048 Eze 3:14 | de hitte mijns geestes; maar de hand des HEEREN was sterk 2049 Eze 3:18 | ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw 2050 Eze 3:19 | ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel      bevrijd. ~ 2051 Eze 3:20 | zullen niet gedacht worden; maar zijn bloed zal Ik van uw 2052 Eze 3:27 | 27      Maar als Ik met u spreken zal, 2053 Eze 6:12 | door het zwaard vallen; maar die overgebleven en belegerd 2054 Eze 7:4 | en Ik zal niet sparen; maar Ik zal uw wegen op u brengen, 2055 Eze 7:14 | en hebben alles bereid, maar niemand trekt ten strijde; 2056 Eze 7:16 | ontkomenden zullen wel ontkomen, maar zij zullen op de bergen 2057 Eze 7:20 | overtreffelijkheid gezet; maar zij hebben daarin beelden 2058 Eze 7:25 | zullen den vrede zoeken, maar hij zal er niet zijn. ~ 2059 Eze 7:26 | van een profeet zoeken; maar de wet zal vergaan van den 2060 Eze 9:5 | 5      Maar tot die anderen zeide Hij 2061 Eze 9:6 | vrouwen, tot verdervens toe; maar genaakt aan niemand, op 2062 Eze 10:11 | niet om, als zij gingen; maar de plaats, waarheen het 2063 Eze 11:7 | en deze stad is de pot; maar ulieden zal Ik uit het midden      2064 Eze 11:12 | rechten niet gedaan hebt, maar naar de rechten der heidenen, 2065 Eze 11:21 | 21      Maar welker hart het hart hunner 2066 Eze 12:23 | gebruiken zullen in Israel. Maar spreek tot hen: De      2067 Eze 13:23 | noch waarzegging gebruiken; maar Ik zal Mijn volk uit uw 2068 Eze 14:16 | zouden      bevrijd worden, maar het land zou woest worden. ~ 2069 Eze 14:18 | noch dochteren bevrijden, maar zij zelven alleen      zouden 2070 Eze 16:5 | zich over u te erbarmen; maar gij zijt geworpen geweest 2071 Eze 16:15 | 15      Maar gij hebt vertrouwd op uw 2072 Eze 16:29 | 29      Maar gij hebt uw hoererij vermenigvuldigd 2073 Eze 16:33 | geeft loon aan alle hoeren; maar gij geeft uw loon aan al 2074 Eze 16:46 | woont aan uw linkerhand; maar uw zuster, die kleiner is 2075 Eze 16:47 | wat gerings, een verdriet; maar gij hebt het meer verdorven 2076 Eze 16:49 | had zij en haar dochteren; maar zij sterkte de hand des 2077 Eze 16:61 | dezelve geven tot dochteren, maar niet uit uw      verbond. ~ 2078 Eze 17:15 | 15      Maar hij rebelleerde tegen hem, 2079 Eze 18:11 | al die dingen niet doet; maar eet ook op de bergen, en 2080 Eze 18:19 | 19      Maar gijlieden zegt: Waarom draagt 2081 Eze 18:21 | 21      Maar wanneer de goddeloze zich 2082 Eze 18:24 | 24      Maar als de rechtvaardige zich 2083 Eze 18:27 | 27      Maar als de goddeloze zich bekeert 2084 Eze 19:12 | 12      Maar hij werd door grimmigheid 2085 Eze 20:8 | 8      Maar zij waren wederspannig tegen 2086 Eze 20:13 | 13      Maar het huis Israels werd wederspannig 2087 Eze 20:14 | 14      Maar Ik deed het om Mijns Naams 2088 Eze 20:18 | 18      Maar Ik zeide tot hun kinderen 2089 Eze 20:21 | 21      Maar die kinderen waren ook wederspannig 2090 Eze 20:24 | rechten niet gedaan hadden, maar Mijn inzettingen verworpen 2091 Eze 20:47 | niet uitgeblust worden, maar daardoor zullen verbrand 2092 Eze 21:6 | 6      Maar gij, mensenkind, zucht; 2093 Eze 21:23 | beedigd zijn onder hen; maar hij zal der ongerechtigheid 2094 Eze 22:12 | naaste door verdrukking; maar gij      hebt Mijner vergeten, 2095 Eze 22:30 | het niet mocht verderven; maar Ik vond niemand. ~ 2096 Eze 23:10 | dochteren namen zij weg, maar haar doodden zij met het 2097 Eze 24:23 | rouwklagen, noch wenen, maar gij zult in uw ongerechtigheden 2098 Eze 26:21 | 21      Maar u zal Ik tot een groten 2099 Eze 29:4 | 4      Maar Ik zal haken in uw kaken 2100 Eze 29:13 | 13      Maar zo zegt de Heere HEERE: 2101 Eze 29:16 | zij naar henlieden omzien; maar zij zullen weten, dat Ik 2102 Eze 30:24 | zwaard in zijn hand geven; maar Farao's armen zal Ik verbreken, 2103 Eze 30:25 | konings van Babel sterken, maar Farao's armen zullen daarhenen 2104 Eze 32:27 | 27      Maar zij liggen niet met de helden, 2105 Eze 33:4 | bazuin hoort, wel hoort, maar zich niet laat waarschuwen; 2106 Eze 33:5 | hoorde het geluid der bazuin, maar liet zich niet waarschuwen, 2107 Eze 33:5 | waarschuwen, zijn bloed is op hem; maar hij, die zich laat waarschuwen, 2108 Eze 33:6 | ongerechtigheid weggenomen, maar zijn bloed zal Ik van des 2109 Eze 33:8 | ongerechtigheid      sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw 2110 Eze 33:9 | 9      Maar als gij den goddeloze van 2111 Eze 33:9 | ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel      bevrijd. ~ 2112 Eze 33:11 | den dood des goddelozen! maar daarin heb Ik lust, dat 2113 Eze 33:13 | gerechtigheden niet gedacht worden, maar in      zijn onrecht, dat 2114 Eze 33:24 | bezat dit land erfelijk; maar onzer zijn velen; het land 2115 Eze 33:31 | volk, en horen uw woorden, maar zij doen ze niet; want zij 2116 Eze 33:31 | liefkozingen met hun      mond, maar hun hart wandelt hun gierigheid 2117 Eze 33:32 | daarom horen zij uw woorden, maar zij doen ze niet. ~ 2118 Eze 33:33 | 33      Maar als dat komt (zie, het zal 2119 Eze 34:3 | gij slacht het gemeste, maar de schapen weidt gij niet. ~ 2120 Eze 34:4 | verlorene zoekt gij niet; maar gij heerst      over hen 2121 Eze 34:8 | herders weiden zichzelven, maar Mijn schapen weiden zij 2122 Eze 34:16 | het kranke zal Ik sterken; maar het vette en het sterke 2123 Eze 34:28 | zal ze niet meer vreten; maar zij zullen zeker wonen, 2124 Eze 34:30 | 30      Maar zij zullen weten, dat Ik, 2125 Eze 34:31 | weide! gij zijt mensen; maar Ik ben uw God, spreekt de 2126 Eze 36:8 | 8      Maar gij, o bergen Israels! gij 2127 Eze 36:21 | 21      Maar Ik verschoonde hen om Mijn 2128 Eze 36:22 | uwentwil, gij huis Israels! maar om Mijn heiligen Naam, dien 2129 Eze 37:8 | huid boven over dezelve, maar er was geen geest in hen. ~ 2130 Eze 38:18 | 18      Maar het zal geschieden te dien 2131 Eze 39:3 | 3      Maar Ik zal uw boog uit uw linkerhand 2132 Eze 39:10 | noch uit de wouden houwen, maar van de wapenen vuur stoken; 2133 Eze 39:28 | wegvoeren onder de heidenen, maar heb ze weder verzameld in 2134 Eze 40:42 | 42      Maar de vier tafelen voor het 2135 Eze 40:46 | 46      Maar de kamer, welker voorste 2136 Eze 42:6 | waren wel van drie rijen, maar hadden geen pilaren gelijk 2137 Eze 42:14 | in het buitenste voorhof, maar aldaar hun klederen henenleggen, 2138 Eze 43:8 | nevens Mijn post, dat er maar een wand tussen Mij en tussen 2139 Eze 44:8 | dingen niet waargenomen; maar gij hebt uzelven enigen 2140 Eze 44:10 | 10      Maar de Levieten, die verre van 2141 Eze 44:13 | de allerheiligste dingen; maar zullen hun schande dragen,      2142 Eze 44:15 | 15      Maar de Levietische priesters, 2143 Eze 44:17 | klederen zullen aantrekken; maar wol zal op hen niet komen, 2144 Eze 44:22 | verstotene tot vrouwen nemen; maar jonge dochters van het zaad 2145 Eze 44:25 | ingaan, dat hij onrein worde; maar om een vader, of om een 2146 Eze 45:8 | volk niet meer verdrukken, maar den huize Israels het land 2147 Eze 46:1 | werkdagen gesloten zijn; maar op den sabbatdag zal zij 2148 Eze 46:5 | spijsoffer, een efa tot den ram, maar tot de lammeren zal het 2149 Eze 46:6 | 6      Maar op den dag van de nieuwe 2150 Eze 46:7 | en een efa tot den ram; maar tot de lammeren, zoals zijn 2151 Eze 46:9 | 9      Maar als het volk des lands voor 2152 Eze 46:9 | dewelke hij is ingegaan, maar recht voor zich henen uitgaan. ~ 2153 Eze 46:11 | en een efa tot een ram; maar tot de lammeren, een gave 2154 Eze 46:17 | 17      Maar wanneer hij van zijn erfenis 2155 Eze 47:22 | 22      Maar het zal geschieden, dat 2156 Eze 48:15 | 15      Maar de vijf duizend, dat is 2157 Dan 1:4 | dewelke geen gebrek ware, maar schoon van aangezicht, en 2158 Dan 1:17 | alle boeken, en wijsheid; maar Daniel gaf Hij verstand 2159 Dan 2:6 | 6      Maar indien gijlieden den droom 2160 Dan 2:24 | van Babel niet om,      maar breng mij in voor den koning, 2161 Dan 2:28 | 28      Maar er is een God in den hemel, 2162 Dan 2:30 | is boven alle levenden; maar daarom, opdat men den koning 2163 Dan 2:35 | voor dezelve gevonden; maar de steen, die het beeld 2164 Dan 2:43 | menselijk zaad vermengen, maar zij zullen de een aan den 2165 Dan 2:44 | vermalen, en te niet doen, maar zelf zal het in alle eeuwigheid 2166 Dan 2:49 | het landschap van Babel; maar Daniel bleef aan de poort 2167 Dan 3:15 | gemaakt heb, zo is het wel; maar zo gijlieden het niet aanbidt; 2168 Dan 3:18 | 18      Maar zo niet, u zij bekend, o 2169 Dan 3:23 | 23      Maar als die drie mannen, Sadrach, 2170 Dan 4:7 | zeide den droom voor hen; maar zij maakten mij zijn uitlegging 2171 Dan 4:18 | kunnen      bekend maken; maar gij kunt wel, dewijl de 2172 Dan 5:8 | de wijzen des konings in; maar zij konden dit schrift niet 2173 Dan 5:15 | uitlegging mij bekend te maken; maar zij kunnen de uitlegging 2174 Dan 5:20 | 20      Maar toen zich zijn hart verhief, 2175 Dan 5:23 | 23      Maar gij hebt u verheven tegen 2176 Dan 5:23 | weten, hebt gij geprezen; maar dien God, in Wiens hand 2177 Dan 6:5 | vanwege het koninkrijk; maar zij konden geen gelegenheid 2178 Dan 6:14 | gij      getekend hebt; maar hij bidt op drie tijden ' 2179 Dan 7:18 | 18      Maar de heiligen der hoge plaatsen 2180 Dan 7:27 | 27      Maar het rijk, en de heerschappij, 2181 Dan 8:4 | uit zijn hand verloste; maar hij deed naar zijn welgevallen, 2182 Dan 8:8 | maakte zich uitermate groot; maar toen hij sterk geworden 2183 Dan 8:27 | ontzet over dit gezicht; maar niemand merkte het. ~  ~ 2184 Dan 9:7 | Heere! is de gerechtigheid, maar bij ons de beschaamdheid 2185 Dan 9:11 | 11      Maar geheel Israel heeft Uw wet 2186 Dan 9:18 | op onze gerechtigheden, maar op Uw barmhartigheden, die 2187 Dan 9:26 | Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven 2188 Dan 10:7 | alleen zag dat gezicht, maar de mannen, die bij mij waren, 2189 Dan 11:4 | hemels verdeeld worden, maar niet aan zijn nakomelingen, 2190 Dan 11:6 | zijn arm, niet bestaan; maar zij zal overgegeven worden, 2191 Dan 11:16 | 16      Maar hij, die tegen hem komt, 2192 Dan 11:17 | geven, om haar te verderven, maar zij zal niet vast staan, 2193 Dan 11:20 | koninklijke heerlijkheid; maar hij zal in enige dagen gebroken 2194 Dan 11:32 | huichelen door vleierijen; maar het volk, die hun God kennen, 2195 Dan 11:37 | op geen God acht geven, maar hij zal zich boven alles 2196 Dan 11:44 | 44      Maar de geruchten van het Oosten 2197 Dan 12:10 | goddelozen zullen het verstaan, maar de      verstandigen zullen 2198 Dan 12:13 | 13      Maar gij, ga henen tot het einde, 2199 Hos 1:6 | ontfermen over het huis Israels, maar Ik      zal ze zekerlijk 2200 Hos 1:7 | 7      Maar over het huis van Juda zal 2201 Hos 2:6 | zal haar boelen nalopen, maar dezelve niet aantreffen; 2202 Hos 2:6 | en zij zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij 2203 Hos 2:11 | mijn boelen gegeven hebben; maar Ik zal ze stellen tot een 2204 Hos 2:12 | haar boelen nagegaan,      maar heeft Mij vergeten, spreekt 2205 Hos 3:1 | kinderen Israels bemint, maar   zij zien om, naar andere 2206 Hos 4:2 | 2      Maar vloeken en liegen, en doodslaan, 2207 Hos 4:10 | En zij zullen eten, maar niet zat worden, zullen 2208 Hos 4:10 | worden, zullen hoereren, maar niet uitbreken in menigte; 2209 Hos 5:2 | verdiepen zich om te slachten; maar Ik zal hun allen een tuchtmeester 2210 Hos 5:6 | om den HEERE te zoeken, maar niet vinden; Hij heeft Zich 2211 Hos 5:13 | zond tot den koning Jareb; maar die zal ulieden niet kunnen 2212 Hos 6:7 | 7      Maar zij hebben het verbond overtreden 2213 Hos 7:13 | Ik zou hen wel verlossen, maar zij spreken leugenen tegen 2214 Hos 7:14 | most verzamelen zij zich, maar zij wederstreven tegen Mij. ~ 2215 Hos 7:15 | hunlieder armen gesterkt; maar zij denken kwaad tegen Mij. ~ 2216 Hos 7:16 | 16      Zij keren zich, maar niet tot den Allerhoogste, 2217 Hos 8:4 | hebben koningen gemaakt, maar niet uit Mij; zij hebben 2218 Hos 8:4 | hebben vorsten gesteld, maar Ik heb het niet gekend; 2219 Hos 8:6 | gemaakt, en het is geen God, maar het zal tot stukken worden, 2220 Hos 8:12 | voortreffelijkheden Mijner wet voor; maar die zijn geacht als wat 2221 Hos 8:13 | offeren vlees, en eten het, maar de HEERE heeft aan hen geen 2222 Hos 8:14 | steden vermenigvuldigd; maar Ik zal een vuur zenden in 2223 Hos 9:3 | HEEREN land niet blijven; maar Efraim zal weder tot Egypte 2224 Hos 9:8 | Efraim is met mijn God, maar de profeet is een vogelvangersstrik, 2225 Hos 9:10 | vijgeboom in haar beginsel; maar zij gingen in tot Baal-Peor, 2226 Hos 9:13 | een liefelijke woonplaats; maar Efraim zal zijn kinderen 2227 Hos 10:1 | weder vrucht voor zich; maar naar de veelheid zijner 2228 Hos 11:2 | 2      Maar gelijk zij henlieden riepen, 2229 Hos 11:3 | Hij nam ze op Zijn armen, maar zij bekenden niet, dat Ik 2230 Hos 11:5 | Egypteland niet wederkeren; maar Assur, die zal zijn koning 2231 Hos 11:7 | wel tot den Allerhoogste, maar niet een verhoogt Hem. ~ 2232 Hos 12:1 | huis Israels met bedrog; maar Juda heerste nog met God, 2233 Hos 12:10 | 10      Maar Ik ben de HEERE, uw God, 2234 Hos 12:14 | 14      Maar de HEERE voerde Israel op 2235 Hos 13:1 | zich verheven in Israel; maar hij is schuldig geworden 2236 Hos 14:10 | zullen daarin wandelen, maar de overtreders      zullen 2237 Joe 2:3 | hetzelve als een lusthof, maar achter hetzelve een woeste 2238 Joe 3:4 | een vergelding wedergeven? Maar zo gij Mij wilt vergelden, 2239 Joe 3:12 | naar het dal van Josafat; maar aldaar zal Ik zitten, om 2240 Joe 3:16 | hemel en aarde beven zullen; maar de HEERE zal de Toevlucht 2241 Joe 3:20 | 20      Maar Juda zal blijven in eeuwigheid, 2242 Amos 2:9 | was sterk als de eiken; maar Ik heb zijn vrucht van      2243 Amos 2:12 | 12      Maar gijlieden hebt aan de Nazireen 2244 Amos 4:7 | regenen over de ene stad, maar over de andere stad niet 2245 Amos 4:7 | stuk lands werd beregend, maar het andere stuk lands, waar 2246 Amos 4:8 | zij water mochten drinken, maar werden niet verzadigd; nochtans 2247 Amos 5:5 | 5      Maar zoekt Beth-El niet, en komt 2248 Amos 5:11 | gebouwd van gehouwen steen, maar gij zult daarin niet wonen; 2249 Amos 5:11 | wijngaarden geplant, maar gij zult derzelver wijn 2250 Amos 5:24 | 24      Maar laat het oordeel zich daarhenen 2251 Amos 6:6 | voortreffelijkste olie, maar bekommeren zich niet over 2252 Amos 7:9 | 9      Maar Izaks hoogten zullen verwoest, 2253 Amos 7:13 | 13      Maar te Beth-El zult gij voortaan 2254 Amos 7:14 | ik was geen profetenzoon; maar ik was een ossenherder, 2255 Amos 7:15 | 15      Maar de HEERE nam mij van achter 2256 Amos 8:3 | 3      Maar de gezangen des tempels 2257 Amos 8:11 | noch dorst naar water, maar om te horen de woorden      2258 Amos 8:12 | woord des HEEREN te zoeken, maar zullen het niet vinden. ~ 2259 Oba 1:17 | 17      Maar op den berg Sions zal ontkoming 2260 Jona 1:3 | 3      Maar Jona maakte zich op om te 2261 Jona 1:4 | 4      Maar de HEERE wierp een groten 2262 Jona 1:5 | van dezelve te verlichten; maar Jona was      nedergegaan 2263 Jona 1:13 | 13      Maar de mannen roeiden, om het 2264 Jona 2:6 | mij henen in eeuwigheid; maar Gij hebt mijn leven uit 2265 Jona 2:9 | 9      Maar ik zal U offeren met de 2266 Jona 3:8 | 8      Maar mens en beest zullen met 2267 Jona 4:7 | 7      Maar God beschikte een worm des 2268 Mic 2:8 | 8      Maar gisteren stelde zich Mijn 2269 Mic 3:4 | Hij zal hen niet verhoren; maar zal Zijn aangezicht te dier 2270 Mic 3:5 | bijten, en roepen vrede uit; maar die niets geeft in hun mond, 2271 Mic 3:8 | 8      Maar waarlijk, ik ben vol krachts 2272 Mic 4:1 | 1      Maar in het laatste der dagen 2273 Mic 4:4 | 4      Maar zij zullen zitten, een ieder 2274 Mic 4:5 | in den naam zijns gods; maar wij zullen wandelen in den 2275 Mic 4:10 | tot in Babel komen,      maar aldaar zult gij gered worden; 2276 Mic 4:12 | 12      Maar zij weten de gedachten des 2277 Mic 6:14 | 14      Gij zult eten, maar niet verzadigd worden, en 2278 Mic 6:14 | en gij zult aangrijpen, maar niet wegbrengen, en wat 2279 Mic 6:15 | 15      Gij zult zaaien, maar niet maaien; gij zult olijven 2280 Mic 6:15 | gij zult olijven treden, maar u met olie niet zalven, 2281 Mic 6:15 | olie niet zalven, en most, maar geen wijn drinken. ~ 2282 Mic 7:7 | 7      Maar ik zal uitzien naar den 2283 Mic 7:13 | 13      Maar dit land zal worden tot 2284 Nah 1:12 | doorgaan; Ik heb u wel gedrukt, maar Ik zal u niet meer drukken. ~ 2285 Nah 1:13 | 13      Maar nu zal Ik zijn juk van u 2286 Nah 2:8 | staat! zal men roepen, maar niemand zal omzien. ~ 2287 Zep 1:13 | zij bouwen wel huizen, maar zij zullen ze niet bewonen; 2288 Zep 1:13 | zij planten wijngaarden, maar zij zullen      derzelver 2289 Zep 1:18 | verbolgenheid des HEEREN; maar door het vuur Zijns ijvers 2290 Zep 3:12 | 12      Maar Ik zal in het midden van 2291 Zep 3:13 | bedriegelijke tong gevonden worden; maar zij zullen weiden en      2292 Zac 1:4 | uw boze handelingen;      maar zij hoorden niet, en zij 2293 Zac 1:15 | was een weinig toornig, maar zij hebben ten kwade geholpen. ~ 2294 Zac 1:21 | niemand zijn hoofd ophief; maar deze zijn gekomen om      2295 Zac 4:6 | kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het      2296 Zac 7:11 | 11      Maar zij weigerden op te merken, 2297 Zac 7:13 | hebben, alzo riepen zij ook, maar Ik hoorde niet, zegt de 2298 Zac 7:14 | 14      Maar Ik heb hen weggestormd onder 2299 Zac 8:11 | 11      Maar nu zal Ik aan het overblijfsel 2300 Zac 10:3 | heb Ik bezoeking gedaan; maar de HEERE der heirscharen 2301 Zac 10:10 | Gilead en Libanon brengen, maar het zal hun niet genoeg 2302 Zac 11:6 | verschonen, spreekt de HEERE; maar ziet, Ik zal de mensen overleveren, 2303 Zac 11:16 | stilstaande zal hij niet dragen; maar het vlees van het vette 2304 Zac 12:4 | ruiters met zinneloosheid; maar over het huis van Juda zal 2305 Zac 13:5 | 5   Maar hij zal zeggen: Ik ben geen 2306 Zac 13:7 | zullen verstrooid worden; maar   Ik zal Mijn hand tot de 2307 Zac 13:8 | worden, en den geest geven; maar het derde deel zal daarin 2308 Zac 14:2 | uitgaan in de gevangenis; maar het overige des volks zal 2309 Zac 14:7 | 7      Maar het zal een enige dag zijn, 2310 Mal 1:2 | liefgehad, zegt de HEERE; maar gij zegt: Waarin hebt Gij 2311 Mal 1:6 | verachters Mijns Naams! Maar gij zegt: Waarmede verachten 2312 Mal 1:11 | 11      Maar van den opgang der zon tot 2313 Mal 1:12 | 12      Maar gij ontheiligt dien, als 2314 Mal 1:13 | Ziet, wat een vermoeidheid! maar gij zoudt het kunnen wegblazen, 2315 Mal 2:8 | 8      Maar gij zijt van den weg afgeweken, 2316 Mal 2:9 | gij Mijn wegen niet houdt, maar het aangezicht aanneemt 2317 Mal 2:15 | 15      Heeft Hij niet maar een gemaakt, hoewel Hij 2318 Mal 2:15 | geestes overig had? En waarom maar dien enen? Hij zocht een 2319 Mal 3:2 | 2      Maar wie zal den dag Zijner toekomst 2320 Mal 3:7 | de HEERE der heirscharen; maar      gij zegt: Waarin zullen 2321 Mal 3:8 | Zal een mens God beroven? Maar gij berooft Mij, en zegt: 2322 Mal 3:13 | geworden, zegt de HEERE; maar gij zegt: Wat hebben wij 2323 Matt 2:22 | 22 Maar als hij hoorde, dat Archelaus 2324 Matt 2:22 | vreesde hij daarheen te gaan; maar door Goddelijke openbaring 2325 Matt 2:34 | met water tot bekering; maar Die na mij komt, is sterker 2326 Matt 2:38 | 15 Maar Jezus, antwoordende, zeide 2327 Matt 4:4 | brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door 2328 Matt 5:15 | die onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij 2329 Matt 5:17 | gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen. ~ 2330 Matt 5:19 | Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan 2331 Matt 5:21 | is: Gij zult niet doden; maar zo wie doodt, die zal strafbaar 2332 Matt 5:22 | zijn door den groten raad; maar wie zegt: Gij dwaas! die 2333 Matt 5:28 | 28 Maar Ik zeg u, dat zo wie een 2334 Matt 5:32 | 32 Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn 2335 Matt 5:33 | zult den eed niet breken, maar gij zult den Heere uw eden 2336 Matt 5:34 | 34 Maar Ik zeg u: Zweert ganselijk 2337 Matt 5:37 | 37 Maar laat zijn uw woord ja, ja; 2338 Matt 5:39 | 39 Maar Ik zeg u, dat gij den boze 2339 Matt 5:39 | den boze niet wederstaat; maar, zo wie u op de rechterwang 2340 Matt 5:44 | 44 Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden 2341 Matt 6:3 | 3 Maar als gij aalmoes doet, zo 2342 Matt 6:6 | 6 Maar gij, wanneer gij bidt, gaat 2343 Matt 6:13 | ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. 2344 Matt 6:15 | 15 Maar indien gij den mensen hun 2345 Matt 6:17 | 17 Maar gij, als gij vast, zalft 2346 Matt 6:18 | gezien worde, als gij vast, maar van uw Vader, Die in het 2347 Matt 6:20 | 20 Maar vergadert u schatten in 2348 Matt 6:23 | 23 Maar indien uw oog boos is, zo 2349 Matt 6:33 | 33 Maar zoekt eerst het Koninkrijk 2350 Matt 7:3 | het oog uws broeders is, maar den balk, die in uw oog 2351 Matt 7:15 | 15 Maar wacht u van de valse profeten, 2352 Matt 7:15 | schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende 2353 Matt 7:21 | Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns 2354 Matt 8:4 | dat gij dit niemand zegt; maar ga heen, toon uzelven den 2355 Matt 8:8 | mijn dak zoudt inkomen; maar spreek alleenlijk een woord, 2356 Matt 8:20 | vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft 2357 Matt 9:12 | 12 Maar Jezus, zulks horende, zeide 2358 Matt 9:12 | medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. ~ 2359 Matt 9:13 | te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering. ~ 2360 Matt 9:15 | de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen, wanneer 2361 Matt 9:17 | leder zakken verderven, maar men doet nieuwen wijn in 2362 Matt 9:24 | dochtertje is niet dood, maar slaapt. En zij belachten 2363 Matt 9:31 | 31 Maar zij, uitgegaan zijnde, hebben 2364 Matt 9:34 | 34 Maar de Farizeen zeiden: Hij 2365 Matt 9:37 | De oogst is wel groot; maar de arbeiders zijn weinige; ~ 2366 Matt 10:6 | 6 Maar gaat veel meer heen tot 2367 Matt 10:13 | uw vrede over hetzelve, maar indien het niet waardig 2368 Matt 10:17 | 17 Maar wacht u voor de mensen; 2369 Matt 10:20 | zijt het niet, die spreekt, maar het is de Geest uws Vaders, 2370 Matt 10:22 | gehaat worden om Mijn Naam; maar die volstandig zal blijven 2371 Matt 10:28 | ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die 2372 Matt 10:33 | 33 Maar zo wie Mij verloochend zal 2373 Matt 10:34 | gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. ~ 2374 Matt 11:8 | 8 Maar wat zijt gij uitgegaan te 2375 Matt 11:9 | 9 Maar wat zijt gij uitgegaan te 2376 Matt 12:3 | 3 Maar Hij zeide tot hen: Hebt 2377 Matt 12:4 | hun, die met hem waren, maar den priesteren alleen. ~ 2378 Matt 12:15 | 15 Maar Jezus, dat wetende, vertrok 2379 Matt 12:24 | 24 Maar de Farizeen, dit gehoord 2380 Matt 12:28 | 28 Maar indien Ik door den Geest 2381 Matt 12:31 | mensen vergeven worden; maar de lastering tegen den Geest 2382 Matt 12:32 | zal hem vergeven worden; maar zo wie tegen den Heiligen 2383 Matt 12:36 | 36 Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel 2384 Matt 12:39 | 39 Maar Hij antwoordde en zeide 2385 Matt 12:48 | 48 Maar Hij, antwoordende, zeide 2386 Matt 13:6 | 6 Maar als de zon opgegaan was, 2387 Matt 13:11 | Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven. ~ 2388 Matt 13:12 | overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, van dien 2389 Matt 13:20 | 20 Maar die in steenachtige plaatsen 2390 Matt 13:21 | geen wortel in zichzelven, maar is voor een tijd; en als 2391 Matt 13:29 | 29 Maar hij zeide: Neen, opdat gij, 2392 Matt 13:30 | hetzelve te verbranden; maar brengt de tarwe samen in 2393 Matt 13:32 | minste is onder al de zaden, maar wanneer het opgewassen is, 2394 Matt 13:48 | goede uit in hun vaten, maar het kwade werpen zij weg. ~ 2395 Matt 13:57 | werden aan Hem geergerd. Maar Jezus zeide tot hen: Een 2396 Matt 14:6 | 6 Maar als de dag der geboorte 2397 Matt 14:16 | 16 Maar Jezus zeide tot hen: Het 2398 Matt 14:25 | 25 Maar ter vierde wake des nachts 2399 Matt 14:27 | 27 Maar terstond sprak Jezus hen 2400 Matt 14:30 | 30 Maar ziende den sterken wind, 2401 Matt 15:3 | 3 Maar Hij, antwoordende, zeide 2402 Matt 15:5 | 5 Maar gij zegt: Zo wie tot vader 2403 Matt 15:8 | eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre 2404 Matt 15:11 | ontreinigt den mens niet; maar hetgeen ten monde uitgaat, 2405 Matt 15:13 | 13 Maar Hij, antwoordende zeide: 2406 Matt 15:16 | 16 Maar Jezus zeide: Zijt ook gijlieden 2407 Matt 15:18 | 18 Maar die dingen, die ten monde 2408 Matt 15:20 | die den mens ontreinigen; maar het eten met ongewassen 2409 Matt 15:24 | 24 Maar Hij, antwoordende, zeide: 2410 Matt 16:2 | 2 Maar Hij antwoordde, en zeide 2411 Matt 16:12 | den zuurdesem des broods, maar van de leer der Farizeen 2412 Matt 16:15 | 15 Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik 2413 Matt 16:17 | u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen 2414 Matt 16:23 | 23 Maar Hij, Zich omkerende, zeide 2415 Matt 16:23 | de dingen, die Gods zijn, maar die der mensen zijn. ~ 2416 Matt 16:25 | zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen 2417 Matt 17:12 | 12 Maar Ik zeg u, dat Elias nu gekomen 2418 Matt 17:21 | 21 Maar dit geslacht vaart niet 2419 Matt 17:27 | 27 Maar opdat wij hun geen aanstoot 2420 Matt 18:6 | 6 Maar zo wie een van deze kleinen, 2421 Matt 18:9 | het van u. Het is u beter, maar een oog hebbende, tot het 2422 Matt 18:15 | 15 Maar indien uw broeder tegen 2423 Matt 18:16 | 16 Maar indien hij u niet hoort, 2424 Matt 18:22 | zeg u, niet tot zevenmaal, maar tot zeventigmaal zeven maal. ~ 2425 Matt 18:28 | 28 Maar dezelve dienstknecht, uitgaande, 2426 Matt 18:30 | 30 Doch hij wilde niet, maar ging heen, en wierp hem 2427 Matt 19:6 | zij niet meer twee zijn, maar een vlees. Hetgeen dan God 2428 Matt 19:8 | uw vrouwen te verlaten; maar van den beginne is het alzo 2429 Matt 19:9 | 9 Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn 2430 Matt 19:11 | Allen vatten dit woord niet, maar dien het gegeven is. ~ 2431 Matt 19:14 | 14 Maar Jezus zeide: Laat af van 2432 Matt 19:26 | mensen is dat onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen 2433 Matt 19:30 | 30 Maar vele eersten zullen de laatsten 2434 Matt 20:12 | Zeggende: Deze laatsten hebben maar een uur gearbeid, en gij 2435 Matt 20:16 | want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. ~ 2436 Matt 20:22 | 22 Maar Jezus antwoordde en zeide: 2437 Matt 20:23 | zult gij gedoopt worden; maar het zitten tot Mijn rechter- 2438 Matt 20:23 | staat bij Mij niet te geven, maar het zal gegeven worden dien 2439 Matt 20:26 | zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder u zal willen 2440 Matt 20:28 | gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel 2441 Matt 20:31 | opdat zij zwijgen zouden; maar zij riepen te meer, zeggende: 2442 Matt 21:13 | des gebeds genaamd worden; maar gij hebt dat tot een moordenaarskuil 2443 Matt 21:21 | den vijgeboom is geschied; maar indien gij ook tot deze 2444 Matt 21:28 | 28 Maar wat dunkt u? Een mens had 2445 Matt 21:32 | gij hebt hem niet geloofd; maar de tollenaars en de hoeren 2446 Matt 21:38 | 38 Maar de landlieden, den zoon 2447 Matt 22:5 | 5 Maar zij, zulks niet achtende, 2448 Matt 22:14 | Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. ~ 2449 Matt 22:18 | 18 Maar Jezus, bekennende hun boosheid, 2450 Matt 22:29 | 29 Maar Jezus antwoordde en zeide 2451 Matt 22:30 | ten huwelijk uitgegeven; maar zij zijn als engelen Gods 2452 Matt 22:32 | niet een God der doden, maar der levenden. ~ 2453 Matt 23:3 | houdt dat en doet het; maar doet niet naar hun werken; 2454 Matt 23:4 | de schouderen der mensen; maar zij willen die met hun vinger 2455 Matt 23:11 | 11 Maar de meeste van u zal uw dienaar 2456 Matt 23:13 | 13 Maar wee u, gij Schriftgeleerden 2457 Matt 23:16 | den tempel, dat is niets; maar zo wie gezworen zal hebben 2458 Matt 23:18 | het altaar, dat is niets; maar zo wie gezworen zal hebben 2459 Matt 23:25 | drinkbekers, en des schotels, maar van binnen zijn zij vol 2460 Matt 23:27 | buiten wel schoon schijnen, maar van binnen zijn zij vol 2461 Matt 23:28 | van buiten rechtvaardig, maar van binnen zijt gij vol 2462 Matt 24:6 | dingen moeten geschieden, maar nog is het einde niet. ~ 2463 Matt 24:8 | Doch al die dingen zijn maar een beginsel der smarten. ~ 2464 Matt 24:13 | 13 Maar wie volharden zal tot het 2465 Matt 24:19 | 19 Maar wee de bevruchten, en den 2466 Matt 24:22 | vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil 2467 Matt 24:35 | aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins 2468 Matt 24:43 | 43 Maar weet dit, dat zo de heer 2469 Matt 24:48 | 48 Maar zo die kwade dienstknecht 2470 Matt 25:4 | 4 Maar de wijzen namen olie in 2471 Matt 25:9 | voor u niet genoeg zij; maar gaat liever tot de verkopers, 2472 Matt 25:18 | 18 Maar die het ene ontvangen had, 2473 Matt 25:24 | 24 Maar die het ene talent ontvangen 2474 Matt 25:26 | 26 Maar zijn heer, antwoordende, 2475 Matt 25:29 | zal overvloedig hebben; maar van dengene, die niet heeft, 2476 Matt 25:33 | Zijn rechter hand zetten, maar de bokken tot Zijn linker 2477 Matt 25:46 | gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het 2478 Matt 26:10 | 10 Maar Jezus, zulks verstaande, 2479 Matt 26:11 | armen hebt gij altijd met u, maar Mij hebt gij niet altijd. ~ 2480 Matt 26:24 | gelijk van Hem geschreven is; maar wee dien mens, door welken 2481 Matt 26:32 | 32 Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, 2482 Matt 26:39 | doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt. ~ 2483 Matt 26:41 | de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. ~ 2484 Matt 26:50 | 50 Maar Jezus zeide tot hem: Vriend! 2485 Matt 26:61 | 61 Maar ten laatste kwamen twee 2486 Matt 26:70 | 70 Maar hij loochende het voor allen, 2487 Matt 27:4 | verradende het onschuldig bloed! Maar zij zeiden: Wat gaat ons 2488 Matt 27:14 | 14 Maar Hij antwoordde hem niet 2489 Matt 27:20 | 20 Maar de overpriesters en de ouderlingen 2490 Matt 27:24 | dat hij niet vorderde, maar veel meer dat er oproer 2491 Matt 27:26 | liet hij hun Bar-abbas los, maar Jezus gegeseld hebbende, 2492 Matt 28:5 | 5 Maar de engel, antwoordende, 2493 Mark 1:8 | ulieden wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met den 2494 Mark 1:44 | dat gij niemand iets zegt; maar ga heen en vertoon uzelven 2495 Mark 1:45 | 45 Maar hij uitgegaan zijnde, begon 2496 Mark 1:45 | openbaar in de stad kon komen, maar was buiten in de woeste 2497 Mark 2:17 | medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Ik ben niet 2498 Mark 2:17 | te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering. ~ 2499 Mark 2:20 | 20 Maar de dagen zullen komen, wanneer 2500 Mark 2:22 | leder zakken verderven; maar nieuwen wijn moet men in


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3724

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License