1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3724
Book Chapter: Verse
3501 1Tim 5:13 | zijn niet alleen ledig, maar ook klapachtig, en ijdele
3502 1Tim 5:23 | niet langer water alleen, maar gebruik een weinig wijn,
3503 1Tim 6:2 | omdat zij broeders zijn; maar zullen hen te meer dienen,
3504 1Tim 6:4 | opgeblazen, en weet niets, maar hij raast omtrent twist
3505 1Tim 6:8 | 8 Maar als wij voedsel en deksel
3506 1Tim 6:11 | 11 Maar gij, o mens Gods, vlied
3507 1Tim 6:17 | ongestadigheid des rijkdoms, maar op den levenden God, Die
3508 2Tim 1:7 | geest der vreesachtigheid, maar der kracht, en der liefde,
3509 2Tim 1:8 | die Zijn gevangene ben; maar lijd verdrukkingen met het
3510 2Tim 1:9 | niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen
3511 2Tim 1:12 | ik ook deze dingen lijde, maar word niet beschaamd; want
3512 2Tim 1:17 | 17 Maar als hij te Rome gekomen
3513 2Tim 2:9 | toe, als een kwaaddoener; maar het Woord Gods is niet gebonden. ~
3514 2Tim 2:16 | 16 Maar stel u tegen het ongoddelijk
3515 2Tim 2:20 | gouden en zilveren vaten, maar ook houten en aarden vaten;
3516 2Tim 2:20 | vaten; en sommige ter ere, maar sommige ter onere. ~
3517 2Tim 2:22 | 22 Maar vlied de begeerlijkheden
3518 2Tim 2:24 | Heeren moet niet twisten, maar vriendelijk zijn jegens
3519 2Tim 3:5 | gedaante van godzaligheid, maar die de kracht derzelve verloochend
3520 2Tim 3:9 | 9 Maar zij zullen niet meerder
3521 2Tim 3:10 | 10 Maar gij hebt achtervolgd mijn
3522 2Tim 3:14 | 14 Maar blijft gij in hetgeen gij
3523 2Tim 4:3 | leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van
3524 2Tim 4:5 | 5 Maar gij, wees wakker in alles,
3525 2Tim 4:8 | zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning
3526 2Tim 4:12 | 12 Maar Tychikus heb ik naar Efeze
3527 2Tim 4:16 | niemand bij mij geweest, maar zij hebben mij allen verlaten.
3528 2Tim 4:17 | 17 Maar de Heere heeft mij bijgestaan,
3529 2Tim 5:2 | voor de tijden der eeuwen, maar geopenbaard heeft te Zijner
3530 2Tim 5:8 | 8 Maar die gaarne herbergt, die
3531 2Tim 5:15 | zijn wel rein den reinen, maar den bevlekten en ongelovigen
3532 2Tim 5:15 | ongelovigen is geen ding rein, maar beide hun verstand en geweten
3533 2Tim 5:16 | belijden, dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met
3534 Tit 1:2 | voor de tijden der eeuwen, maar geopenbaard heeft te Zijner
3535 Tit 1:8 | 8 Maar die gaarne herbergt, die
3536 Tit 1:15 | zijn wel rein den reinen, maar den bevlekten en ongelovigen
3537 Tit 1:15 | ongelovigen is geen ding rein, maar beide hun verstand en geweten
3538 Tit 1:16 | belijden, dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met
3539 Tit 2:3 | tot veel wijns begevende, maar leraressen zijn van het
3540 Tit 2:10 | 10 Niet onttrekkende, maar alle goede trouw bewijzende;
3541 Tit 3:2 | lasteren, geen vechters zijn, maar bescheiden zijn, alle zachtmoedigheid
3542 Tit 3:4 | 4 Maar wanneer de goedertierenheid
3543 Tit 3:5 | die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid,
3544 Tit 3:9 | 9 Maar wedersta de dwaze vragen
3545 File 1:11 | Die eertijds u onnut was, maar nu u en mij zeer nuttig;
3546 File 1:14 | 14 Maar ik heb zonder uw goedvinden
3547 File 1:14 | zou zijn als naar bedwang, maar naar vrijwilligheid. ~
3548 File 1:16 | niet als een dienstknecht, maar meer dan een dienstknecht,
3549 Heb 1:8 | 8 Maar tot den Zoon zegt Hij: Uw
3550 Heb 1:11 | Dezelve zullen vergaan, maar Gij blijft altijd, en zij
3551 Heb 1:12 | zullen veranderd worden; maar Gij zijt Dezelfde, en Uw
3552 Heb 2:6 | 6 Maar iemand heeft ergens betuigd,
3553 Heb 2:9 | 9 Maar wij zien Jezus met heerlijkheid
3554 Heb 2:16 | neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het zaad Abrahams
3555 Heb 3:4 | wordt van iemand gebouwd; maar Die dit alles gebouwd heeft,
3556 Heb 3:6 | 6 Maar Christus, als de Zoon over
3557 Heb 3:6 | huis wij zijn, indien wij maar de vrijmoedigheid en de
3558 Heb 3:13 | 13 Maar vermaant elkander te allen
3559 Heb 4:2 | verkondigd, gelijk als hun; maar het woord der prediking
3560 Heb 4:13 | schepsel onzichtbaar voor Hem; maar alle dingen zijn naakt en
3561 Heb 4:15 | hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen, gelijk
3562 Heb 5:4 | zichzelven die eer aan, maar die van God geroepen wordt,
3563 Heb 5:5 | Hogepriester te worden, maar Die tot Hem gesproken heeft:
3564 Heb 5:14 | 14 Maar der volmaakten is de vaste
3565 Heb 6:8 | 8 Maar die doornen en distelen
3566 Heb 6:9 | 9 Maar, geliefden! wij verzekeren
3567 Heb 6:11 | 11 Maar wij begeren, dat een iegelijk
3568 Heb 6:12 | Opdat gij niet traag wordt, maar navolgers zijt dergenen,
3569 Heb 7:3 | einde des levens hebbende; maar den Zoon van God gelijk
3570 Heb 7:6 | 6 Maar hij, die zijn geslachtsrekening
3571 Heb 7:8 | de mensen, die sterven, maar aldaar neemt ze die, van
3572 Heb 7:16 | vleselijken gebods is geworden, maar naar de kracht des onvergankelijken
3573 Heb 7:19 | heeft geen ding volmaakt, maar de aanleiding van een betere
3574 Heb 7:21 | 21 Maar Deze met eedzwering, door
3575 Heb 7:24 | 24 Maar Deze, omdat Hij in der eeuwigheid
3576 Heb 7:28 | mensen, die zwakheid hebben; maar het woord der eedzwering,
3577 Heb 9:3 | 3 Maar achter het tweede voorhangsel
3578 Heb 9:7 | 7 Maar in den tweeden tabernakel
3579 Heb 9:11 | 11 Maar Christus, de Hogepriester
3580 Heb 9:12 | der bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal
3581 Heb 9:23 | dingen gereinigd werden, maar de hemelse dingen zelve
3582 Heb 9:24 | tegenbeeld van het ware, maar in den hemel zelven, om
3583 Heb 9:26 | grondlegging der wereld af) maar nu is Hij eenmaal in de
3584 Heb 10:3 | 3 Maar nu geschiedt in dezelve
3585 Heb 10:5 | offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam
3586 Heb 10:12 | 12 Maar Deze, een slachtoffer voor
3587 Heb 10:25 | sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat
3588 Heb 10:27 | 27 Maar een schrikkelijke verwachting
3589 Heb 10:38 | 38 Maar de rechtvaardige zal uit
3590 Heb 10:39 | 39 Maar wij zijn niet van degenen,
3591 Heb 10:39 | onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven
3592 Heb 11:6 | 6 Maar zonder geloof is het onmogelijk
3593 Heb 11:13 | niet verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre
3594 Heb 11:16 | 16 Maar nu zijn zij begerig naar
3595 Heb 12:8 | 8 Maar indien gij zonder kastijding
3596 Heb 12:10 | hun goed dacht, gekastijd; maar Deze kastijdt ons tot ons
3597 Heb 12:11 | schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch
3598 Heb 12:13 | is, niet verdraaid worde, maar dat het veelmeer genezen
3599 Heb 12:22 | 22 Maar gij zijt gekomen tot den
3600 Heb 12:26 | stem toen de aarde bewoog; maar nu heeft Hij verkondigd,
3601 Heb 12:26 | bewegen niet alleen de aarde, maar ook den hemel. ~
3602 Heb 13:4 | allen, en het bed onbevlekt; maar hoereerders en overspelers
3603 Heb 13:14 | hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende. ~
3604 Jako 1:6 | 6 Maar dat hij ze begere in geloof,
3605 Jako 1:9 | 9 Maar de broeder, die nederig
3606 Jako 1:14 | 14 Maar een iegelijk wordt verzocht,
3607 Jako 1:25 | 25 Maar die inziet in de volmaakte
3608 Jako 1:25 | hoorder geworden zijnde, maar een dader des werks, deze,
3609 Jako 1:26 | tong niet in toom houdt, maar zijn hart verleidt, dezes
3610 Jako 2:6 | 6 Maar gij hebt den armen oneer
3611 Jako 2:9 | 9 Maar indien gij den persoon aanneemt,
3612 Jako 2:11 | geen overspel zult doen, maar zult doden, zo zijt gij
3613 Jako 2:18 | 18 Maar, zal iemand zeggen: Gij
3614 Jako 2:20 | 20 Maar wilt gij weten, o ijdel
3615 Jako 3:8 | 8 Maar de tong kan geen mens temmen;
3616 Jako 3:14 | 14 Maar indien gij bitteren nijd
3617 Jako 3:15 | niet, die van boven afkomt, maar is aards, natuurlijk, duivels. ~
3618 Jako 3:17 | 17 Maar de wijsheid, die van boven
3619 Jako 4:6 | wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij
3620 Jako 4:11 | gij geen dader der wet, maar een rechter. ~
3621 Jako 4:16 | 16 Maar nu roemt gij in uw hoogmoed;
3622 Jako 5:12 | noch enigen anderen eed; maar uw ja, zij ja, en het neen,
3623 1Pet 1:8 | hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, u verheugt met
3624 1Pet 1:12 | dat zij niet zichzelven, maar ons bedienden deze dingen,
3625 1Pet 1:15 | 15 Maar gelijk Hij, Die u geroepen
3626 1Pet 1:19 | 19 Maar door het dierbaar bloed
3627 1Pet 1:20 | grondlegging der wereld, maar geopenbaard is in deze laatste
3628 1Pet 1:23 | niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad,
3629 1Pet 1:25 | 25 Maar het Woord des Heeren blijft
3630 1Pet 2:4 | de mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en dierbaar; ~
3631 1Pet 2:7 | gelooft, is Hij dierbaar; maar den ongehoorzamen wordt
3632 1Pet 2:9 | 9 Maar gij zijt een uitverkoren
3633 1Pet 2:10 | eertijds geen volk waart, maar nu Gods volk zijt; die eertijds
3634 1Pet 2:10 | eertijds niet ontfermd waart, maar nu ontfermd zijt geworden. ~
3635 1Pet 2:14 | straf wel der kwaaddoeners, maar tot prijs dergenen, die
3636 1Pet 2:16 | een deksel der boosheid, maar als dienstknechten van God. ~
3637 1Pet 2:18 | goeden en bescheidenen, maar ook den harden. ~
3638 1Pet 2:20 | daarover geslagen wordt? Maar indien gij verdraagt, als
3639 1Pet 2:23 | Hij leed, niet dreigde; maar gaf het over aan Dien, Die
3640 1Pet 2:25 | waart als dwalende schapen; maar gij zijt nu bekeerd tot
3641 1Pet 3:4 | 4 Maar de verborgen mens des harten,
3642 1Pet 3:9 | schelden voor schelden, maar zegent daarentegen; wetende,
3643 1Pet 3:12 | Zijn oren tot hun gebed; maar het aangezicht des Heeren
3644 1Pet 3:14 | 14 Maar indien gij ook lijdt om
3645 1Pet 3:15 | 15 Maar heiligt God, den Heere,
3646 1Pet 3:18 | is gedood in het vlees, maar levend gemaakt door den
3647 1Pet 3:21 | vuiligheid des lichaams, maar die een vraag is van een
3648 1Pet 4:2 | begeerlijkheden der mensen, maar naar den wil van God, den
3649 1Pet 4:6 | naar den mens in het vlees, maar leven zouden naar God in
3650 1Pet 4:8 | 8 Maar vooral hebt vurige liefde
3651 1Pet 4:13 | 13 Maar gelijk gij gemeenschap hebt
3652 1Pet 4:14 | Hij wordt wel gelasterd, maar wat u aangaat, Hij wordt
3653 1Pet 4:16 | 16 Maar indien iemand lijdt als
3654 1Pet 4:16 | Christen, die schame zich niet, maar verheerlijke God in dezen
3655 1Pet 5:2 | daarover, niet uit bedwang, maar gewilliglijk; noch om vuil
3656 1Pet 5:2 | gewilliglijk; noch om vuil gewin, maar met een volvaardig gemoed; ~
3657 1Pet 5:3 | over het erfdeel des Heeren maar als voorbeelden der kudde
3658 1Pet 5:5 | wederstaat de hovaardigen, maar de nederigen geeft Hij genade. ~
3659 2Pet 1:16 | onze Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest
3660 2Pet 1:21 | door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods van
3661 2Pet 2:4 | hebben, niet gespaard heeft, maar, die in de hel geworpen
3662 2Pet 2:5 | wereld niet heeft gespaard, maar Noach, den prediker der
3663 2Pet 2:10 | 10 Maar allermeest degenen, die
3664 2Pet 2:12 | 12 Maar dezen, als onredelijke dieren,
3665 2Pet 2:16 | 16 Maar hij heeft de bestraffing
3666 2Pet 2:22 | 22 Maar hun is overkomen, hetgeen
3667 2Pet 3:7 | 7 Maar de hemelen, die nu zijn,
3668 2Pet 3:9 | enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons,
3669 2Pet 3:9 | dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering
3670 2Pet 3:10 | 10 Maar de dag des Heeren zal komen
3671 2Pet 3:13 | 13 Maar wij verwachten, naar Zijn
3672 2Pet 3:18 | 18 Maar wast op in de genade en
3673 1Joh 1:7 | 7 Maar indien wij in het licht
3674 1Joh 2:2 | niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele
3675 1Joh 2:5 | 5 Maar zo wie Zijn Woord bewaart,
3676 1Joh 2:7 | schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod, dat gij van
3677 1Joh 2:11 | 11 Maar die zijn broeder haat, is
3678 1Joh 2:16 | is niet uit den Vader, maar is uit de wereld. ~
3679 1Joh 2:17 | en haar begeerlijkheid; maar die den wil van God doet,
3680 1Joh 2:19 | zijn uit ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet;
3681 1Joh 2:19 | zij met ons gebleven zijn; maar dit is geschied, opdat zij
3682 1Joh 2:21 | gij de waarheid niet weet, maar omdat gij die weet, en omdat
3683 1Joh 2:27 | node, dat iemand u lere; maar gelijk dezelfde zalving
3684 1Joh 3:2 | geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal
3685 1Joh 3:18 | woorde, noch met de tong, maar met de daad en waarheid. ~
3686 1Joh 4:1 | niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten, of
3687 1Joh 4:3 | is, die is uit God niet; maar dit is de geest van den
3688 1Joh 4:10 | wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad,
3689 1Joh 4:18 | in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft
3690 1Joh 5:6 | niet door het water alleen, maar door het water en het bloed.
3691 1Joh 5:18 | geboren is, niet zondigt; maar die uit God geboren is,
3692 2Joh 1:1 | liefheb, en niet alleen ik, maar ook allen, die de waarheid
3693 2Joh 1:5 | schrijvende een nieuw gebod, maar hetgeen wij gehad hebben
3694 2Joh 1:8 | hetgeen wij gearbeid hebben, maar een vol loon mogen ontvangen. ~
3695 2Joh 1:12 | gewild door papier en inkt; maar ik hoop tot ulieden te komen,
3696 3Joh 1:9 | de Gemeente geschreven; maar Diotrefes, die onder hen
3697 3Joh 1:11 | volgt het kwade niet na, maar het goede. Die goed doet,
3698 3Joh 1:11 | Die goed doet, is uit God; maar die kwaad doet, heeft God
3699 3Joh 1:13 | Ik had veel te schrijven, maar ik wil u niet schrijven
3700 3Joh 1:14 | 14 Maar ik hoop u haast te zien,
3701 Jud 1:5 | 5 Maar ik wil u indachtig maken,
3702 Jud 1:6 | beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten
3703 Jud 1:9 | 9 Maar Michael, de archangel, toen
3704 Jud 1:9 | tegen hem voortbrengen, maar zeide: De Heere bestraffe
3705 Jud 1:10 | 10 Maar dezen, hetgeen zij niet
3706 Jud 1:17 | 17 Maar geliefden, gedenkt gij der
3707 Jud 1:20 | 20 Maar geliefden, bouwt gij uzelven
3708 Jud 1:23 | 23 Maar behoudt anderen door vreze,
3709 Open 2:4 | 4 Maar Ik heb tegen u, dat gij
3710 Open 2:6 | 6 Maar dit hebt gij, dat gij de
3711 Open 2:9 | zijn, en zijn het niet, maar zijn een synagoge des satans. ~
3712 Open 2:14 | 14 Maar Ik heb enige weinige dingen
3713 Open 2:20 | 20 Maar Ik heb enige weinige dingen
3714 Open 2:25 | 25 Maar hetgeen gij hebt, houdt
3715 Open 3:9 | zijn, en zijn het niet, maar liegen; zie, Ik zal maken,
3716 Open 9:5 | dat zij hen zouden doden, maar dat zij zouden van hen gepijnigd
3717 Open 10:7 | 7 Maar in de dagen der stem des
3718 Open 10:9 | zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet
3719 Open 17:12 | nog niet hebben ontvangen, maar als koningen macht ontvangen
3720 Open 20:5 | 5 Maar de overigen der doden werden
3721 Open 20:6 | tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van
3722 Open 21:8 | 8 Maar den vreesachtigen, en ongelovigen,
3723 Open 21:27 | doet, en leugen spreekt; maar die geschreven zijn in het
3724 Open 22:15 | 15 Maar buiten zullen zijn de honden,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-3724 |