Frequency - Word Form
  500 wanneer
  499 waar
  497 weder
  482 gesproken
  480 zijnde
  478 28
  475 zeer
  472 gaan
  472 nog
  465 zouden
  464 tijd
  456 geboden
  456 konings
  453 sprak
  451 hetwelk
  451 kwamen
  451 zag
  449 zijns
  447 niemand
  443 29
  443 uws
  442 nam
  440 steden
  439 eten
  437 vaderen
  433 alles
  431 kwaad
  431 zeg
  429 welke
  427 dezelve
  426 ja
  423 dage
  420 mond
  419 wet
  417 na
  415 weet
  414 leven
  414 toch
  413 tussen
  413 zien
  412 hemel
  411 volken
  409 heidenen
  408 goed
  405 30
  404 gezegd
  404 heen
  404 priester
  404 vuur
  403 handen
  402 drie
  401 komt
  399 deed
  399 zeven
  390 gaf
  389 knechten
  389 werden
  388 wil
  385 vlees
  384 bloed
  381 aldaar
  381 maakte
  379 31
  378 hoofd
  376 koningen
  376 zwaard
  375 andere
  374 eeuwigheid
  374 saul
  372 hoe
  368 egypte
  368 hetgeen
  367 rondom
  360 werk
  358 recht
  357 waarom
  356 broeder
  355 aaron
  355 weten
  352 groot
  349 gehoord
  349 zee
  347 gezien
  347 knecht
  347 spreken
  345 totdat
  341 dood
  339 horen
  338 vaders
  337 32
  337 iegelijk
  336 dochter
  336 ga
  332 altaar
  328 degenen
  325 heer
  324 broeders
  322 water
  320 gaat
  320 geslacht
  320 mijns
  320 wel
  311 33
  311 jaar
  309 boven
  309 jakob
  308 salomo
  306 koninkrijk
  305 hebbende
  302 goud
  302 voeten
  302 woestijn
  300 anderen
  300 vele
  299 heerlijkheid
  299 iemand
  294 doden
  294 nemen
  293 vijf
  291 daarin
  290 twintig
  290 volks
  290 vrouwen
  289 heilige
  289 tent
  288 geschreven
  287 doe
  285 antwoordde
  285 goede
  284 gevonden
  284 zond
  283 gerechtigheid
  283 moeder
  282 babel
  281 broederen
  280 34
  279 brood
  278 dewijl
  278 hunner
  276 berg
  276 farao
  276 vrede
  274 heirscharen
  271 geschieden
  269 vier
  267 levieten
  265 namen
  265 vanwege
  262 toorn
  262 wereld
  261 hetzelve
  260 filistijnen
  260 stond
  260 zijde
  258 alleen
  258 gingen
  256 maand
  255 heiligen
  254 35
  254 brengen
  254 eer
  253 henen
  252 einde
  252 zaad
  251 wederom
  248 hoort
  248 wateren
  247 goden
  247 hier
  247 vorsten
  246 wonen
  244 lands
  243 kennen
  242 gezonden
  242 wezen
  241 joden
  241 kracht
  241 ongerechtigheid
  240 gans
  240 stam
  238 profeten
  238 zonden
  237 discipelen
  237 veel
  236 riep
  235 ark
  235 heden
  233 zoudt
  232 klederen
  232 sterven
  232 zichzelven
  231 vijanden
  231 welken
  230 werken
  229 profeet
  227 36
  227 jozef
  227 onzen
  227 verbond
  227 worde
  226 geloof
  225 oversten
  224 mijner
  223 hoorde
  222 abraham
  222 waarheid
  221 eens
  221 maakt
  220 geeft
  220 gesteld
  220 zonde
  219 ieder
  217 dewelke
  217 honderd
  216 deel
  215 dochteren
  215 ellen
  215 tien
  215 wijsheid
  214 verre
  214 zodat
  213 eerste
  212 egypteland
  212 zaak
  211 daartoe
  211 daarvan
  210 jozua
  208 37
  208 dienen
  208 schapen
  207 zonder
  205 inwoners
  205 offeren
  203 licht
  203 poort
  202 neder
  202 oud
  201 bracht
  201 genade