Word Form
1hallelujah
2en
2ik
2o
3dat
3want
4en
5want
6want
7en
7hij
82
83
84
85
86
87
88
89
8de
8om
aanbid
aanbinden
aanbrengende
aandachtelijk
aangeboden
aangebonden
aangehoord
aangemerkt
aankomt
aanmerk
aanraakt
aanriep
aanschouwe
aanschouwers
aanspraak
aanstaande
aansteekt
aantasten
aantreffen
aanwijzen
aanwijzing
aanzagen
aanzittende
aardbevingen
abba
abdi
abel-mehola
abiel
achitofels
achsaf
achtende
achteraan
achterklapper
achterklappers
achterschip
achzib
adams
adiel
adna
adoni-bezek
adonikam
adramelech
afdalen
afdelingen
afdoen
afdwalen
afgedroogd
afgescheurd
afgewenteld
afgezonderden
afging
aflaten
afliet
afmeten
afscheuren
aftrekke
afvalt
afwijkende
afwissen
afzonderende
ahava
ahisamach
akkerman
akkoordgezangs
akrabbim
alemeth
algummimhout
allengskens
almuggimhout
alreeds
alsook
amalekiet
amandelen
amethyst
aminadab
ananias
aner
angel
angstes
ankers
antwoorde
apothekers
appelboom
appelen
ard
asbel
askenaz
asna
asnath
asriel
astharoths
astoreth
ate
avondoffer
azmon
azriel
baal-gad
baal-meon
baalath
baar
baarden
babels
bakbukja
bakoven
bakte
balaam
bamoth
banen
barbaren
bare
basilisk
baten
beangstigd
bebouwd
bedden
bedek
bedelaar
bedelen
bedeling
bediende
bedienden
bedriegerijen
bedriegt
bedrijf
bedrijvende
bedrukt
beedigd
beeltenis
begeeft
behorende
bejegenen
bekkens
beklaagt
bekleedde
bekleedt
bekomt
bekrachtigd
bekwamelijk
bel
belast
beleid
belijdende
beloven
bemerk
bemerkt
benaarstigt
beproeve
beproevende
beraadslaagden
beraadslagen
beracha
berea
bereiken
bericht
bernice
beroemt
beroerde
berouwd
beschadigd
beschaming
beschimpten
beschreef
beschrijven
beschrijving
beschutten
besmet
besnijdt
besor
besprenging
besteedden
bestelmeesters
bestraffingen
bestrijken
betaamde
betekenende
betert
beth-anath
beth-araba
beth-fage
beth-hogla
beth-maacha
beth-san
bethlehemiet
betoning
betoond
betrachten
betrouwde
betrouwe
betuigden
betuigt
beurs
beurt
bevalligheid
bevatten
bevestiging
bevinden
bevochtigen
bevond
bevrijdde
bevrijder
bevrijdt
bevruchte
bevruchten
bewateren
beweegt
beweende
beweenden
bewijst
bewijzende
bewillig
bewilligde
bewonden
bezag
bezaten
bezek
bezemen
bezet
bezetene
bezijden
bezoldiging
bezweren
bijeenkomst
bijen
bijliggens
bijvoegselen
bilga
bitterheden
bladen
bleeft
blesse
bleve
blinken
bloedstorting
bloedvriend
bloeide
bloeit
bloesem
blusvaten
boogschutters
booms
boord
boot
booz
borduursel
bornputs
borstlaps
borstwapenen
bovendien
bozer
braakt
brande
brandstapel
brasserijen
breid
breidel
bressen
broederschap
bruiloftskinderen
bruise
buidels
buigende
buiken
buitenslands
bundeltje
burchten
buz
cederboom
chemarim
chenanja
chiljon
chimham
chittieten
chittim
cinneroth
claudius
daalt
dader
dagreize
dagvaarden
dankte
deegs
dekapolis
deksels
dekt
dekte
demas
demetrius
denwelke
dergelijks
derzulken
deugdelijke
diakenen
didymus
dieverijen
dikte
dobrath
doek
donderde
donderslag
dondert
doodslag
doodslagen
doorbreken
doordien
doorgereisd
doorgrond
doorwandelt
dorheid
dorpelbewaarders
dorste
dorstigen
dorsvloeren
dothan
draagbomen
drekhoop
drenkten
droesem
dromen-dromer
dronkaards
droomden
druifjes
drukking
druppen
duidelijk
duisterheid
duur
dwaalden
dwaselijk
dwongen
eben-haezer
ebjasaf
edelgesteente
edoms
eeds
eenhonderd
eenzaamheid
eerden
eerstgeboorten
efer
efezeren
egyptisch
eigendom
eigendoms
eikendal
eilands
eindelijk
eise
eiste
elizafan
eljada
eloth
elpaal
emieten
en-gannim
enenmaal
eng
enigerwijze
enoch
epafras
erastus
erfden
ergens
ergere
erkennen
erkent
erkentenis
ernst
esar-haddon
esrom
eter
evengelijk
ezelskinnebakken
ezelveulens
ezrahiet
fares
farizeers
feestdag
feil
feilt
fenicie
flauw
fonteinpoort
frygie
gaba
gadarenen
galal
gallewater
gallio
gareb
gebeterd
gebeuren
gebit
gebouwen
gebrand
gebroeders
gebrokene
gebruld
gedeelte
gedeelten
gedenkende
gedenkteken
gedraaid
gedreun
gedrongen
gedurende
geelachtig
gefondeerd
gegord
geheellijk
geheels
gehoorzaamt
gejaagd
geklap
gekrijts
gelachen
geldgierig
gelekt
gelid
gelijkelijk
geloofdet
gelopen
gelosten
geluk
gelust
gelusten
gemelijk
gemengde
gemengden
genadegift
genoegzaamheid
genoegzame
genoodzaakt
gepleegd
geplukt
gepolijst
gerechten
geringe
geringen
gerstebroden
gersteoogst
geruchten
gerukt
gerustheid
geschaamd
gescherpt
geschreeuw
gesem
geslachte
gesnedene
gespeeld
gespikkeld
gespoeld
gespot
gestikte
gestort
gestorvene
gestruikeld
geteeld
getrouwde
getrouwelijk
getrouwigheid
geveinsde
gevleugeld
gevlogen
gewankeld
geweid
gewenkt
gewesten
gewilliglijk
gewins
gewoonheid
gewoonten
gezangs
gezellen
gezelschappen
gezetter
gezichts
gezondmakingen
gezouten
gezweer
gezwegen
gierigaard
gierigaards
gieting
giften
gladder
glazen
glinsterde
glinsterende
godin
godsdienstige
golgotha
gordels
grachten
graveringen
grijpende
grimmig
groente
grondslag
grootsheid
grootte
grotere
gruwelijken
guichelarij
gunstgenoot
haag
haalde
haaste
habor
hachila
hadad-ezers
hadid
hagels
halah
hale
halm
hamul
hamutal
handele
handeling
handschrift
hardelijk
harig
harodiet
haroseth
hasmal
hatelijk
hatende
havvoth-jair
hebreeuwsen
heelmeester
heenlopen
heerschappers
hefschouder
heiliging
heimelijken
helmen
helpers
hemelsen
hena
henenleggen
henentrekken
her
herbergt
herodianen
hetgene
hethietische
heviet
hielen
hijgt
hinkende
hittiglijk
hodavja
hoedde
hoede
hoeder
hoekberderen
hoereerden
hoereerder
hogelijk
holligheid
holon
hongerigen
hongersnoden
hongersnood
hoofdhaar
hoofdschedel
hoofdschedelplaats
hoofdvorst
hoogmoedigen
hoogtijds
hoopten
hori
horoniet
horzelen
hosaja
houts
houwelen
hui
huichelaar
huil
huppim
husim
hutte
huurlingen
huwelijken
hyacinth
iedereen
iederen
ijdelijk
ijon
ijs
ijvergeest
ijvers
impost
inbracht
inbrengt
ingaande
ingeborenen
ingedoopt
ingehouden
ingesteld
ingewands
ingezameld
inkomste
inwoneren
inzameling
inzetten
israeliet
ithiel
ivva
jabez
jachtgaren
jaddua
jaflet
jahaz
jammer
janoah
jarib
jasobam
jekamja
jeria
jessai
jibleam
jirmeja
jisei
jizharieten
jizrahja
joegen
joha
jokneam
jonger
joodsen
jukken
justus
kabzeel
kafthor
kamertje
kanaanietische
kaneel
karbonkel
kassie
kedemoth
kelita
kemuel
kenne
kennelijk
kerker
kermt
ketel
ketterijen
keure
kever
kibroth-thaava
kinnebakslagen
kir-heres
kleedde
kleefden
klinken
kloekelijk
kloekzinnigheid
kloof
klop
klopte
kluiten
knagende
knerst
knielde
knielt
knoppen
koets
koffertje
kohathieten
kommer
kooi
koolpannen
koophandels
koopman
koornmaat
koos
koppen
kore
korten
kost
kostelijken
kostelijkheid
kraai
kramers
kranke
krijt
kruiden
kruidworm
kruisigden
kuis
kunne
kunnende
kunst
kunstelijke
kunstenaar
kwaaddoener
kwaal
kwalen
kwelen
kwijtgescholden
lachai-roi
lacht
lachte
ladder
landman
landvoogds
lasteraars
ledige
leiddet
leide
leidende
lelie
leugens
leugentaal
levet
lichamelijke
lichtelijk
liefelijkheden
liege
links
linzen
listige
listigheid
lo-ruchama
lodebar
lofzingen
lokken
loochent
loper
losgeld
loslate
luiheid
luisteren
lysias
maachathiet
maai
maaltijds
maantjes
macedoniers
magerheid
maharai
mahath
malchiel
manahath
mannelijke
manspersoon
medegedeeld
meerderen
meisje
melech
memuchan
mengt
menigvuldige
mensenbeenderen
merab
mesa
mesezabeel
metselaars
mibsam
middel
mijamin
mijnen
mijnentwege
milchom
milete
minderen
minjamin
minne
minst
mirteboom
mirten
mizza
modder
modderig
moeden
moei
moes
mogendheid
molen
molens
monden
moord
moordenaren
more
morzel
mosterdzaad
muilbanden
muilezelen
muilezelin
murmureren
mus
muurs
muziekinstrumenten
naakten
naald
naara
naarstig
nabestaanden
nadere
nafis
nagegaan
nagespeurd
nagras
nahasson
nalezen
nalezingen
nalopen
namaals
naspraak
nearja
nechelamiet
nederdale
nedergelegd
nedergeslagen
nedergeveld
nederstoten
nedertrekken
nederwerping
nederzetten
neef
negentien
nemuel
nergal-sarezer
nestelden
netofathieten
neusgaten
niemands
nietig
nisan
noachs
nobah
noodde
noodzakelijk
oded
offers
olieachtige
oliekruik
omar
omgang
omgedreven
omgetogen
omging
omgordde
omgorden
omkeerden
omwerpen
omzien
omzwervende
onbestraffelijk
onbewegelijk
onbewoond
onderbroeken
onderdrukker
onderen
ondergaat
onderhield
onderhouding
onderpand
onderscheiding
ondersteune
ondertrouwde
ondervraagd
ondervragende
onderwonden
ondeugd
ongeleerde
ongeregeld
ongeregelden
ongewassen
onheilig
onkosten
onmacht
onrechtvaardige
onrechtvaardigheid
onrust
onschuld
onsterfelijkheid
ontbied
ontdek
ontdekte
ontdekten
ontferme
ontfermer
ontgaan
onthield
onthoofd
ontkwamen
ontledigen
ontrukt
ontslagen
ontsteking
ontstolen
onttrekken
onttrok
onttrokken
ontuchtigheden
ontwaken
ontzenuwde
ontzien
onverstandig
onverstandigen
onwaard
onwaardiglijk
onwijsheid
oogappel
ooievaar
ooievaars
ooilammeren
oorblazers
oordeelde
oordele
oordelende
oostzee
opbouwing
opendoet
opene
opgeschoten
ophalen
ophangen
ophield
opkwamen
oplegging
oplezen
opmerking
opnam
opofferen
oprijzen
opvaren
opvoerde
opvoeren
opwassen
opwekke
opzamelen
opziende
opzoeken
ordinantien
ouderling
oudste
overdadigheid
overdeksel
overeen
overgaf
overgebracht
overgehouden
overgekomen
overgeschoten
overgevaren
overgeve
overheid
overhouden
overkome
overledenen
overleiden
overspeelster
overspeelsters
overspelen
overtogen
overtredende
overtrekt
overtuigd
overvallen
overvloedigen
overvloeds
overvloeien
overwinnen
overzien
paardenpoort
pakken
palm
pauwen
pekahia
pelaja
peloniet
pen
peninna
perge
perk
pers
perskuip
perskuipen
pestilentien
petahja
pi-hachiroth
pichol
pijnen
pin
pinnen
planting
plasregens
pleegde
plicht
plukken
poelen
pontus
potifera
pracht
priesterrokken
prikkelen
profeterende
profetesse
profetieen
pua
puteers
raadgever
raadgevers
raads
raak
rachels
rade
rahab
rakende
ranke
rechtervoet
rechtop
rechtvaardigende
rechtvaardigmaking
refaieten
reiskost
rennen
rentmeesterschap
reten
rib
ribben
richtende
riept
rietstaf
rijm
roepe
roeren
rogel
roking
roofvogelen
rookt
rotten
rove
rukke
rups
rustplaats
rustten
saaraim
sabbethai
saffieren
salathiel
sallu
samaritaan
samenbrengen
samengebonden
samenroepingen
samenvoegen
sap
sarezer
schaal
schaam
schaaps
schaapspoort
schamens
schattingen
scheen
scheepslieden
scheepten
schelletjes
scheminith
scherpen
scherpt
scheurende
schielijk
schiet
schikten
schoenriem
schonen
schoondochters
schoonste
schoschannim
schotelen
schrijve
schrikt
schuifuit
schuldeiser
schuldenaar
sebuel
sechem
sedert
segub
semarja
semida
senaa
sesai
sibbechai
sichor
siddim
sierlijkheid
siloam
simeath
simeonieten
slaaps
slaapstede
slachte
slachtschapen
slappe
slinger
slingerstenen
sloegt
slokt
slot
sluizen
smaadt
smarte
smijter
snede
sneller
snoertjes
sobab
sodoma
somer
spaart
spannende
speelt
spelt
sperwer
spijsde
spijst
spoedig
spons
spottende
spranken
spreekwoorden
spreidde
spreng
stalen
stampte
steenhouwers
steenuil
stefanus
steke
steldet
stele
stellende
sterkste
stervende
stijven
stilde
stilletjes
stinken
stoelen
stokbewaarder
stoken
stonk
strijdbaar
strijken
strooi
strooien
strooit
stroopt
struikelende
stukje
suah
subael
sunem
suppim
tachpenes
tarsen
tekent
telling
teman
tempelen
tenen
tepelen
terging
tevoren
thebez
thekoiet
thoi
thyatire
tiberias
tibni
ticheloven
tiglath-pilneser
tirza
tochten
toegaan
toegekomen
toegelegd
toegenegenheid
toerekent
toerusten
toeschikken
toesluit
toeval
togarma
tolhuis
toverij
tracht
treffelijk
treuring
trofimus
troosters
troostte
tros
trossen
trotse
trouwe
tuchtiging
tuchtigt
tuchtmeester
twaalfden
twisters
twistingen
twistzaken
uitdeelt
uitdelers
uitdoe
uitdoen
uitgebot
uitgebroken
uitgeholpen
uitgekomen
uitgerekt
uitgeschud
uitgestoten
uitgeven
uitgewist
uitgeworteld
uithalen
uithelper
uitkeren
uitkwamen
uitlanders
uitlandse
uitlaten
uitlegde
uitleide
uitspant
uitspraak
uitspreiding
uitspruitsel
uitstrekkende
uittoog
uitvaren
uitvoert
uitzond
unni
vaar
valsen
vandaar
vangst
vangt
veinsden
velerlei
verachtzaam
veranderende
verban
verbant
verbeidt
verbergende
verbetering
verbindt
verbintenissen
verblijdende
verblijven
verblindde
verblindheden
verbods
verbolgenheden
verbraken
verbranding
verbreek
verdeelden
verdelgden
verdelging
verderfenis
verdervende
verdorvenheid
verdraaien
verdrukkende
verdubbeld
verduistert
verdwijnt
vergader
vergaderende
vergezelschapt
vergezelschapte
vergramd
verhaast
verharding
verheel
verheugd
verholen
verhore
verhouwen
verhuurde
verijdeld
verkies
verklaarden
verkoper
verkopers
verkwikking
verlangd
verlenging
verlies
vermaak
vermaard
vermaking
vermeerder
vermeng
vermits
vermoeide
vermoogt
verneem
vernielden
vernieuwd
vernieuwing
vernieuwt
verontschuldigen
veroordeelt
verordeningen
verrijkt
verrot
verrukt
verscheidenheid
verscheurende
verschijn
verschillen
verschilt
verschoon
verschrikkelijke
versiering
verslappen
versmaadde
versmelte
versmolten
verspied
verspreidden
verstaken
verstandeloze
versterke
versterkende
verstikte
verstikten
verstorven
verstrooiden
verteer
vertoog
vertoont
vertoorndet
vertraagt
vertraden
vertrouwende
vervloekten
vervloten
vervoegen
vervolg
vervolgens
vervolger
vervulden
verwachtten
verwelfsel
verwelkt
verwijden
verwonder
verwonderende
verzegelt
verzet
verzoeke
verzoendag
verzoendeksels
verzorgden
verzwaarde
verzwering
vets
viervoetige
vijfmaal
vingers
vlade
vlammen
vlammende
vlammig
vleiende
vleierijen
vlerken
vleselijke
vleugels
vluchtelingen
vluchtende
vochtigheid
voeden
voedsterheren
voege
vogeltjes
voleindde
voleindigt
volhardende
volkeren
volmaking
voltrekken
vonnis
vooraanzittingen
voorbereid
voorgaan
voorgangeren
voorgebracht
voorgestoelten
voorgezet
voorhoofdsierselen
voorhoofdspanselen
voorleggen
voorouderen
voorspoediglijk
voortbrengende
voortkwam
voorvaderen
voorvalt
voorzeggen
vorstelijk
vorstinnen
vraat
vredegenoten
vreselijken
vreten
vreugdegezang
vrijelijk
vrijlaten
vrijwilligen
vroedvrouw
vromen
vuil-gewinzoeker
vuile
vuist
vurigen
waaien
waakte
waarachtigen
waarderen
waarnamen
waarzeggen
wachtte
wagenburg
walg
wandelaar
wankelt
wapenhuis
wapenrusting
wasse
wassingen
waterfles
waterputters
waterstroom
watertochten
wedergeeft
wedergegeven
wederhalen
wederhouden
wederkere
wederkerende
wederspannige
wederspannigen
weeg
ween
weerlicht
wegdoet
wegga
weggedrevene
weggevaren
weggezworven
wegleggen
wegrukken
wegscheiding
wegvoerde
wegwijken
wegzenden
weidde
weigerden
wekte
welaan
welp
welvaart
welvaren
wendden
wensen
wenste
werkingen
werpte
wetet
wetgeleerde
wetgevers
wier
wijke
wijnbergen
wijnranken
wijnzuipers
wikken
wilgen
willens
winters
wisselaars
woekeren
woelachtig
wonderbaarlijk
wondertekenen
woonachtig
wormen
wreekt
zaag
zacheus
zachtmoedig
zaden
zaks
zalmon
zarfath
zeden
zeedraak
zeehaven
zeep
zegelgravering
zegelring
zeil
zenuw
zevengesternte
zieden
ziedt
zifieten
ziha
zijposten
zilla
zimma
zingende
zippora
zohar
zonderen
zondigde
zondigden
zondofferen
zorgeloos
zorgvuldigheden
zorobabel
zoutverbond
zuf
zuurdeeg
zwaren
zwarigheid
zweet
zweetdoek
zwervende
zweven
zwijmeling