Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library

Bijbel

IntraText - Concordances

(Hapax - words occurring once)


151-aller | allon-beter | beth--doorl | doorn-gerst | geruc-hoofd | hoogg-kolos | komko-mirre | mirte-onver | onvru-ried | rietg-sprei | spren-uitwe | uitwi-verze | verzi-winke | winst-zwomm

     Book Chapter: Verse
6033 Jes 19:5 | vergaan, en de rivier zal verzijpen en verdrogen. ~ 6034 Pred 9:10 | want er is geen werk, noch verzinning, noch wetenschap, noch wijsheid 6035 Est 36 | en mijn volk, om mijns verzoeks wil. ~ 6036 Psa 78:38 | Hij, barmhartig zijnde, verzoende de ongerechtigheid, en verdierf 6037 1Kor 7:11 | ongetrouwd blijve, of met den man verzoene; en dat de man de vrouw 6038 2Kor 5:19 | de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; 6039 Gen 3:23 | 23 Zo verzond hem de HEERE God uit den 6040 Exo 9:27 | hen: Ik heb mij ditmaal verzondigd; de HEERE is rechtvaardig; 6041 Exo 9:34 | de donder ophielden, zo verzondigde hij zich verder, en hij 6042 1Sa 14:33 | zeggende: Zie, het volk verzondigt zich aan den HEERE, etende 6043 1Kon 20:27 | ook gemonsterd, en waren verzorgd van leeftocht, en trokken 6044 Luk 10:34 | voerde hem in de herberg en verzorgde hem. ~ 6045 1Tim 4:14 | 14 Verzuim de gave niet, die in u is, 6046 Exo 21:19 | zal hij geven hetgeen hij verzuimd heeft, en hij zal hem volkomen 6047 2Pet 1:12 | 12 Daarom zal ik niet verzuimen u altijd daarvan te vermanen, 6048 Gal 5:9 | 9 Een weinig zuurdesem verzuurt het gehele deeg. ~ 6049 Zac 7:11 | hun schouder terug, en zij verzwaarden hun oren, opdat zij niet 6050 Ezra 9:14 | te vernietigen, en ons te verzwageren met de volken dezer gruwelen? 6051 Exo 5:9 | 9 Men verzware den dienst over deze mannen, 6052 1Sa 6:6 | zoudt gijlieden uw hart verzwaren, gelijk de Egyptenaars en 6053 Rom 16:25 | van de tijden der eeuwen verzwegen is geweest; ~ 6054 Job 40:3 | 3 Ik zal zijn leden niet verzwijgen, noch het verhaal zijner 6055 Open 12:16 | aarde opende haar mond, en verzwolg de rivier, welke de draak 6056 Jes 25:12 | En Hij zal de hoge vesten uwer muren buigen, vernederen, 6057 Spre 8:28 | de opperwolken van boven vestigde; toen Hij de fonteinen des 6058 Ezra 3:3 | 3 En zij vestigden het altaar op zijn stelling, 6059 Psa 78:31 | opging, dat Hij van hun vetsten doodde, en de uitgelezenen 6060 Dan 1:15 | gedaanten schoner waren, en zij vetter waren van vlees dan al de 6061 Gen 25:39 | en zeide tot hem: Zie, de vettigheden der aarde zullen uw woningen 6062 Nah 1:15 | vrede doet horen; vier uw vierdagen, o Juda! betaal uw geloften; 6063 Luk 19:8 | ontvreemd heb, dat geef ik vierdubbel weder. ~ 6064 Neh 6:4 | 4 Zij zonden nu wel viermaal tot mij, op dezelfde wijze. 6065 2Sa 12:6 | 6 En dat ooilam zal hij viervoudig wedergeven, daarom dat hij 6066 Matt 13:28 | En hij zeide tot hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. En 6067 Ric 8:31 | met deze stad, handelen vijandiglijk tegen u. ~ 6068 Gal 5:20 | Afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, 6069 Jes 34:4 | afvalt, en gelijk een      vijg afvalt van den vijgeboom. ~ 6070 Gen 3:7 | naakt waren; en zij hechtten vijgeboombladeren samen, en maakten zich schorten. ~ 6071 Jer 24:1 | en ziet, er waren twee vijgenkorven, gezet voor den tempel des 6072 Hoo 2:13 | vijgeboom brengt zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken 6073 1Sa 13:21 | Maar zij hadden tandige vijlen tot hun houwelen, en tot 6074 Exo 13:18 | kinderen Israels nu togen bij vijven uit Egypteland. ~ 6075 Psa 32:6 | ieder heilige aanbidden in vindenstijd; ja, in een overloop van 6076 Rom 1:30 | hovaardigen, laatdunkenden, vinders van kwade dingen, den ouderen 6077 Num 31:50 | keten, of een armring, een vingerring, een oorring, of een afhangenden 6078 Amos 4:2 | en uw nakomelingen met visangelen. ~ 6079 Job 39:26 | haken vullen, of met een visserskrauwel zijn hoofd? ~ 6080 Jes 4:5 | rook, en den glans eens vlammenden vuurs des   nachts; want 6081 Joz 2:6 | had hen verstoken onder de vlasstoppelen, die van haar op het dak 6082 1Tim 2:9 | zichzelven versieren, niet in vlechtingen des haars, of goud, of paarlen, 6083 Jes 2:20 | voor de mollen en de      vledermuizen; ~ 6084 1Kor 10:25 | 25 Eet al wat in het vleeshuis verkocht wordt, niets ondervragende, 6085 Exo 16:3 | HEEREN, toen wij bij de vleespotten zaten, toen wij tot verzadiging 6086 Spre 23:20 | wijnzuipers, noch onder de vleesvreters; ~ 6087 Psa 78:36 | 36 En zij vleiden Hem met hun mond, en logen 6088 Psa 5:10 | open graf, met hun tong vleien zij. ~ 6089 Job 17:5 | 5 Die met vleiing den vrienden wat aanzegt, 6090 2Kor 3:3 | stenen tafelen, maar in vlezen tafelen des harten. ~ 6091 Pred 10:1 | 1      Een dode vlieg doet de zalf des apothekers 6092 Gen 1:20 | zielen; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel 6093 Open 4:7 | het vierde dier was een vliegenden arend gelijk. ~ 6094 Jer 18:14 | Zullen ook de vreemde, koude, vlietende wateren verlaten worden? ~ 6095 2Kor 7:12 | gedaan was; maar opdat onze vlijtigheid voor u bij u openbaar zou 6096 Ric 15:13 | haarlokken mijns hoofds vlochtet aan een weversboom. ~ 6097 Deu 32:2 | als een regen, mijn rede vloeie als een dauw; als een stofregen 6098 Num 5:2 | alle melaatsen, en alle vloeienden, en allen, die onrein zijn 6099 Num 16:14 | land, dat van melk en honig vloeit, noch ons akkers en wijngaarden 6100 Ric 8:27 | en aten en dronken, en vloekten Abimelech. ~ 6101 Open 19:17 | in het midden des hemels vlogen: Komt herwaarts, en vergadert 6102 Eze 47:1 | van het huis, en ziet, er vloten wateren uit, van onder den 6103 Joz 20:9 | verkeert, opdat derwaarts vluchte alwie een ziel slaat door 6104 Jer 48:19 | inwoneres van Aroer! Vraag den vluchtenden man en de ontkomene vrouw; 6105 Jes 43:14 | gezonden, en heb hen allen vluchtig doen nederdalen, te weten 6106 Gen 32:1 | Die u verscheen, toen gij vluchttet voor het aangezicht van 6107 Ric 14:15 | 15 En hij vond een vochtig ezelskinnebakken, en hij 6108 Gen 43:17 | runderen, en voor ezels; en hij voedde hen met brood, datzelve 6109 Gen 23:25 | Ook is er stro en veel voeders bij ons, ook plaats om te 6110 1Kon 11:18 | hem een huis gaf, en hem voeding toezeide, en hem een land 6111 Spre 8:30 | 30      Toen was Ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks 6112 Num 11:12 | uw schoot, gelijk als een voedstervader den zuigeling draagt, tot 6113 Exo 2:7 | Zal ik heengaan, en u een voedstervrouw uit de Hebreinnen roepen, 6114 Gen 14:3 | 3 Deze allen voegden zich samen in het dal Siddim, 6115 Efez 4:16 | vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de 6116 Job 33:28 | ziel verlost, dat zij niet voere in het verderf, zodat mijn 6117 Jer 12:5 | Als gij loopt met de voetgangers, zo maken zij u moede; hoe 6118 Spre 12:28 | en in den weg van haar voetpad is de dood niet. ~  ~  ~  ~ ~ 6119 1Kon 7:31 | mond hiervan was rond van voetwerk van een el en een halve 6120 Deu 22:6 | Wanneer voor uw aangezicht een vogelnest op den weg voorkomt, in 6121 Hos 9:8 | maar de profeet is een vogelvangersstrik, op al zijn wegen, een haat 6122 2Sa 20:18 | te Abel vragen; en alzo volbrachten zij het. ~ 6123 Eze 20:21 | zullen uitgieten over hen, volbrengende Mijn toorn tegen hen in 6124 Luk 8:14 | wellusten des levens, en voldragen geen vrucht. ~ 6125 Heb 12:2 | den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke, 6126 Exo 40:33 | poort des voorhofs op. Alzo voleindigde Mozes het werk. ~ 6127 Rom 9:28 | 28 Want Hij voleindt een zaak en snijdt ze af 6128 Rom 2:7 | 7 Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid, 6129 Rom 12:12 | geduldig in de verdrukking. Volhardt in het gebed. ~ 6130 Jes 41:14 | gij wormpje Jakobs, gij volkje Israels! Ik help u, spreekt 6131 Nah 3:8 | Zijt gij beter dan No, de volkrijke, gelegen in de rivieren? 6132 Deu 4:27 | volken; en gij zult een klein volksken in getal overblijven onder 6133 2Kro 27:2 | HEEREN niet ging; en het volkverdierf zich nog. ~ 6134 Mark 9:3 | als sneeuw, hoedanige geen voller op aarde zo wit maken kan. ~ 6135 2Tim 3:17 | zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust. ~  ~ 6136 2Kro 4:21 | snuiters, van goud; het was het volmaaktste goud; ~ 6137 Matt 10:22 | worden om Mijn Naam; maar die volstandig zal blijven tot het einde, 6138 Luk 8:15 | goed hart bewaren, en in volstandigheid vruchten voortbrengen. ~ 6139 1Kor 14:20 | en wordt in het verstand volwassen. ~ 6140 Gal 4:2 | 2 Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd 6141 Matt 23:6 | 6 En zij beminnen de vooraanzitting in de maaltijden, en de 6142 Hand 14:5 | 5 Dezen, vooraf heengegaan zijnde, wachtten 6143 1Pet 4:8 | 8 Maar vooral hebt vurige liefde tot elkander; 6144 Psa 92:4 | instrument en op de luit, met een voorbedacht lied op de harp. ~ 6145 Heb 9:23 | dan noodzaak, dat wel de voorbeeldingen der dingen, die in de hemelen 6146 1Kro 29:19 | weten al de werken dezes voorbeelds. ~ 6147 2Kor 9:5 | eerst tot u zouden komen, en voorbereiden uw te voren aangedienden 6148 Jer 27:18 | den HEERE der heirscharen voorbidden, opdat de vaten, die in 6149 Jes 60:16 | Hij Zich, omdat er geen voorbidder was; daarom bracht Hem Zijn 6150 1Tim 2:1 | worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen, voor alle 6151 Job 21:29 | gijlieden niet gevraagd de voorbijgaanden op den weg, en kent gij 6152 Job 9:26 | 26 Zij zijn voorbijgevaren met jachtschepen; gelijk 6153 Gen 34:28 | Midianietische kooplieden voorbijtogen, zo trokken en hieven zij 6154 Jes 29:5 | menigte der tirannen als voorbijvliegend kaf; en het zal in een ogenblik 6155 Jud 1:16 | over de personen om des voordeels wil. ~ 6156 Mark 4:29 | 29 En als de vrucht zich voordoet, terstond zendt hij de sikkel 6157 Mark 16:7 | discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; aldaar zult 6158 Hand 9:22 | Barsabas, en Silas, mannen, die voorgangers waren onder de broeders. ~ 6159 1Tim 1:18 | de profetieen, die van u voorgegaan zijn, in dezelve den goeden 6160 1Pet 1:20 | 20 Dewelke wel voorgekend is geweest voor de grondlegging 6161 Heb 6:18 | toevlucht genomen hebben, om de voorgestelde hoop vast te houden; ~ 6162 Luk 11:43 | Farizeen, want gij bemint het voorgestoelte in de synagogen, en de begroetingen 6163 1Sa 20:26 | want hij zeide: Hem is wat voorgevallen, dat hij niet rein is; voorzeker, 6164 1Tim 6:21 | 21 Dewelke sommigen voorgevende, zijn van het geloof afgeweken. 6165 1Sa 23:9 | kwaad tegen hem heimelijk voorhad, zeide hij tot den priester 6166 Jer 51:20 | 20      Gij zijt Mij een voorhamer, en krijgswapenen; en door 6167 Exo 38:27 | heiligdoms, en de voeten des voorhangs; tot honderd voeten waren 6168 2Sa 14:16 | van de hand des mans, die voorheeft mij en mijn zoon te zamen 6169 Eze 46:21 | des voorhofs was een ander voorhofje. ~ 6170 Eze 46:22 | hoeken des voorhofs waren voorhofjes met schoorstenen, van veertig 6171 Fili 2:16 | 16 Voorhoudende het woord des levens, mij 6172 Gen 16:14 | voorhuid hebbende, wiens voorhuids vlees niet zal besneden 6173 Deu 22:6 | een vogelnest op den weg voorkomt, in enigen boom, of op de 6174 Matt 17:25 | hij in huis gekomen was, voorkwam hem Jezus, zeggende: Wat 6175 Hand 11:17 | dagen met degenen, die hem voorkwamen. ~ 6176 Heb 6:20 | 20 Daar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk 6177 Psa 102:26 | 26 Gij hebt voormaals de aarde gegrond, en de 6178 2Kor 1:17 | het vlees voor, hetgeen ik voorneem, opdat bij mij zou wezen, 6179 2Kor 9:7 | gelijk hij in zijn hart voorneemt; niet uit droefheid, of 6180 1Tim 5:21 | dingen onderhoudt, zonder vooroordeel, niets doende naar toegenegenheid. ~ 6181 Exo 26:9 | gij dubbel maken, recht voorop de tent. ~ 6182 Hand 8:13 | ossen en kransen aan de voorpoorten gebracht had, wilde hij 6183 Nah 2:9 | want er is geen einde des voorraads, der heerlijkheid van allerlei 6184 Mark 15:42 | voorbereiding was, welke is de voorsabbat; ~ 6185 Jes 26:1 | stelt heil tot muren en voorschansen. ~ 6186 Jes 49:9 | duisternis zijn: Komt te voorschijn; zij zullen op de wegen 6187 Jes 10:1 | den schrijvers, die moeite voorschrijven; ~ 6188 2Kro 21:27 | weder, en Josafat in de voorspitse van hen, om wederom met 6189 Pred 7:14 | Geniet het goede ten dage des voorspoeds, maar ten dage des tegenspoeds, 6190 Lev 24:34 | 34 Doch het veld van de voorstad hunner steden zal niet verkocht 6191 1The 5:12 | onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in den Heere, en u 6192 Rom 16:2 | hebben; want zij is een voorstandster geweest van velen, ook van 6193 Deu 11:32 | rechten, die ik u heden voorstel. ~ 6194 Deu 4:44 | Mozes de kinderen Israels voorstelde: 6195 Luk 2:22 | opdat zij Hem den Heere voorstelden; ~ 6196 1Tim 4:6 | deze dingen den broederen voorstelt, zo zult gij een goed dienaar 6197 Amos 6:7 | gevankelijk henengaan onder de voorsten, die in gevangenis gaan; 6198 Jes 59:8 | 8      Dan zal uw licht voortbreken als de dageraad, en uw genezing 6199 Jer 46:15 | niet, omdat hen de HEERE voortdreef. ~ 6200 Jes 20:4 | zal de koning van Assyrie voortdrijven de gevangenen der Egyptenaren, 6201 2Kro 34:13 | over de lastdragers, en de voortdrijvers van allen, die in enig werk 6202 2Tim 2:17 | 17 En hun woord zal voorteten, gelijk de kanker; onder 6203 2Sa 15:33 | tot hem: Zo gij met mij voortgaat, zo zult gij mij tot een 6204 Psa 72:17 | zijn naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in 6205 2Sa 6:13 | HEEREN droegen, zes treden voortgetreden waren, dat hij ossen en 6206 2Kon 2:11 | En het gebeurde, als zij voortgingen, gaande en sprekende, ziet, 6207 2Sa 20:18 | sprak zij, zeggende: In voortijden spraken zij gemeenlijk, 6208 Jes 63:1 | totdat haar gerechtigheid voortkome als een glans, en haar heil 6209 Open 22:1 | levens, klaar als kristal, voortkomende uit den troon Gods, en des 6210 Jer 1:5 | eer gij uit de baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; Ik 6211 Spre 12:26 | De rechtvaardige is voortreffelijker dan zijn naaste; maar de 6212 Hos 8:12 | 12      Ik schrijf hem de voortreffelijkheden Mijner wet voor; maar die 6213 Exo 15:22 | deed Mozes de Israelieten voortreizen van de Schelfzee af; en 6214 Jes 22:18 | Hij zal u gewisselijk voortrollen, gelijk men een bal rolt, 6215 Psa 44:3 | henlieden daarentegen doen voortschieten. ~ 6216 Deu 33:22 | leeuw; hij zal als uit Bazan voortspringen. ~ 6217 Job 8:19 | het stof zullen anderen voortspruiten. ~ 6218 Hand 13:33 | voortkomen, alzo hem de Joden voortstieten. En Alexander gewenkt hebbende 6219 Gen 8:17 | dat zij overvloediglijk voorttelen op de aarde, en vruchtbaar 6220 Joz 9:17 | toen de kinderen Israels voorttogen, zo kwamen zij ten derden 6221 Ric 4:28 | 4 HEERE! toen Gij voorttoogt van Seir, toen Gij daarheen 6222 Jes 64:1 | versierd is in Zijn gewaad? Die voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik 6223 Deu 25:3 | opdat niet misschien, zo hij voortvoere hem daarboven met meer slagen 6224 Luk 19:4 | 4 En vooruitlopende, klom hij op een wilden 6225 Ezra 7:20 | het huis uws Gods, dat u voorvallen zal uit te geven, zult gij 6226 1Kon 21:23 | zullen Izebel eten, aan den voorwal van Jizreel. ~ 6227 Joha 15:22 | maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde. ~ 6228 Exo 22:31 | is, en zult het den hond voorwerpen. ~  ~  ~  ~ 6229 Exo 8:13 | stierven, uit de huizen, uit de voorzalen, en uit de velden. ~ 6230 1Sa 28:8 | de vrouw, en hij zeide: Voorzeg mij toch door den waarzeggenden 6231 Eze 22:28 | ijdelheid en hun leugen voorzeggende, zeggende: Alzo zegt de 6232 Joz 13:22 | den zoon van Beor, den voorzegger, nevens degenen, die van 6233 1The 3:4 | ook, toen wij bij u waren, voorzeiden wij u, dat wij zouden verdrukt 6234 2Kon 4:43 | ik dat aan honderd mannen voorzetten? En hij zeide: Geef aan 6235 Hand 2:31 | 31 Zo heeft hij, dit voorziende, gesproken van de opstanding 6236 2Sa 23:7 | iegelijk, die ze zal aantasten, voorziet zich met ijzer en het hout 6237 Matt 27:24 | Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer dat er oproer 6238 Neh 5:10 | broederen, en mijn jongens, vorderen wij ook geld en koren van 6239 Jes 66:7 | daarom zal Ik hun vorig werkloon in hun boezem weder 6240 1Sa 13:21 | spaden, en tot de drietandige vorken, en tot de bijlen, en tot 6241 1Kon 7:15 | 15 Want hij vormde twee koperen pilaren; de 6242 Klaa 1:1 | was onder de heidenen, een vorstin onder de landschappen, is 6243 Pred 4:5 | 5      De zot vouwt zijn handen samen, en eet 6244 Jona 1:3 | naar Tarsis, en hij gaf de vracht      daarvan, en ging neder 6245 Mark 9:10 | dit woord bij zichzelven, vragende onder elkander, wat het 6246 Eze 14:10 | gelijk de ongerechtigheid des vragers zal zijn; alzo zal zijn 6247 Spre 28:7 | verstandig zoon; maar die der vraten metgezel is, beschaamt zijn 6248 Gen 34:4 | hem, en konden hem niet vredelijk toespreken. ~ 6249 Jes 9:5 | Vader der      eeuwigheid, Vredevorst; ~ 6250 Heb 12:11 | daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid 6251 Jes 23:7 | haar verre wegdragen, om in vreemdelingschap te verkeren. ~ 6252 Jer 51:59 | regering; en Seraja was een vreemdzaam vorst. ~ 6253 Open 21:8 | 8 Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, 6254 2Tim 1:7 | niet gegeven een geest der vreesachtigheid, maar der kracht, en der 6255 Deu 5:5 | aan te zeggen; want gij vreesdet voor het vuur en klomt niet 6256 Jona 1:16 | mannen den HEERE met grote vreeze; en zij slachtten den HEERE 6257 2Kor 9:5 | een zegen, en niet als een vrekheid. ~ 6258 Eze 33:27 | gedierte overgeve, dat het hem vrete, en die in de vestingen 6259 Psa 137:3 | overhoop geworpen hadden, vreugd, zeggende: Zingt ons eenvan 6260 Psa 150:5 | looft Hem met cimbalen van vreugdegeluid! ~ 6261 2Kro 21:22 | nu, als aanhieven met een vreugdegeroep en lofzang, stelde de HEERE 6262 Jes 32:13 | distel opgaan; ja, op alle vreugdehuizen, in de vrolijk huppelende 6263 Dan 6:19 | nuchteren, en liet geen vreugdespel voor zich brengen; en zijn 6264 Hand 22:2 | bewezen ons geen gemene vriendelijkheid; want een groot vuur ontstoken 6265 Luk 15:9 | gevonden heeft, roept zij de vriendinnen en de geburinnen samen, 6266 Jako 4:4 | overspeleressen, weet gij niet, dat de vriendschap der wereld een vijandschap 6267 Jer 31:11 | Want de HEERE heeft Jakob vrijgekocht, en Hij heeft hem verlost 6268 Psa 141:6 | aan de zijde der steenrots vrijgelaten geweest, en hebben gehoord 6269 1Kor 7:22 | dienstknecht zijnde, die is een vrijgelatene des Heeren; desgelijks ook, 6270 Eze 46:17 | die zal dat hebben tot het vrijjaar toe; dan zal het tot den 6271 Deu 15:2 | naaste zal geleend hebben, vrijlate; hij zal zijn naaste of 6272 Num 13:30 | Mozes, en zeide: Laat ons vrijmoedig optrekken, en dat erfelijk 6273 Psa 51:14 | vreugde Uws heils; en de vrijmoedige geest ondersteune mij. ~ 6274 Psa 119:14 | 14  Ik ben vrolijker in den weg Uwer getuigenissen, 6275 Psa 25:21 | Thau. Laat oprechtigheid en vroomheid mij behoeden, want ik verwacht 6276 Deu 22:5 | vrouw, en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie 6277 Jes 10:18 | heerlijkheid zijns wouds en zijns vruchtbaren velds; van de ziel af, tot 6278 Psa 148:9 | bergen en alle heuvelen; vruchtbomen en alle cederbomen! 6279 Gen 1:12 | zaadzaaiende naar zijn aard, en vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin 6280 1Kor 14:14 | wel, maar mijn verstand is vruchteloos. ~ 6281 1Tim 3:8 | veel wijns begeven, geen vuil-gewinzoekers; ~ 6282 Exo 29:29 | men hun hand in dezelve vulle. ~ 6283 Exo 29:31 | 31 Gij zult den ram der vulling nemen, en gij zult zijn 6284 Exo 35:27 | brachten sardonixstenen en vulstenen, tot den efod en tot den 6285 Deu 28:22 | tering, en met koorts, en met vurigheid, en met hitte, en met droogte, 6286 Jes 7:4 | twee staarten dezer rokende vuurbranden; vanwege de ontsteking des 6287 Spre 26:18 | zich veinst te razen, die vuursprankelen, pijlen en dodelijke dingen 6288 Jer 6:1 | bazuin te Thekoa, en heft een vuurteken op te Beth-Cherem; want 6289 Jes 67:15 | wenden, en Zijn schelding met vuurvlammen. ~ 6290 Dan 7:9 | wol; Zijn troon was      vuurvonken, deszelfs raderen een brandend 6291 Luk 14:8 | opdat niet misschien een waardiger dan gij van hem genood zij; ~ 6292 Mark 6:39 | zouden doen nederzitten bij waardschappen, op het groene gras. ~ 6293 Gen 38:20 | mij, zo zullen uw woorden waargemaakt worden; en gij zult niet 6294 Jer 44:14 | keren in het land van Juda, waarnaar hun ziel verlangt weder 6295 Num 4:32 | en het gereedschap van de waarneming van hun last zult gij bij 6296 1Kor 10:11 | en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden 6297 Joz 2:12 | vaders huis, en geeft mij een waarteken, ~ 6298 1Kor 10:30 | gelasterd over hetgeen, waarvoor ik dankzeg? ~ 6299 Jes 3:2 | rechter en den profeet, en den waarzegger, en den oude; ~ 6300 Num 23:23 | toverij tegen Jakob noch waarzeggerij tegen Israel. Te dezer tijd 6301 Num 22:7 | en hadden het loon der waarzeggingen in hun hand; alzo kwamen 6302 1Kro 10:13 | had; en ook omdat hij de waarzegster gevraagd had, haar zoekende, ~ 6303 1Sa 28:9 | gedaan heeft, hoe hij de waarzegsters en de duivelskunstenaars 6304 Job 3:9 | verduisterd worden; hij wachte naar het licht, en het worde 6305 Jer 37:13 | Benjamin was, zo was daar de wachtmeester, wiens naam was Jerija, 6306 Jes 32:14 | zal ophouden; Ofel en de wachttorens zullen tot spelonken zijn, 6307 Lev 19:36 | 36 Gij zult een rechte wage hebben, rechte weegstenen, 6308 Jes 5:18 | en de zonde als met dikke wagenzelen! ~ 6309 Jer 10:4 | hameren, opdat het niet waggele. 6310 Num 21:14 | oorlogen des HEEREN: Tegen Waheb, in een wervelwind, en tegen 6311 Eze 16:5 | vlakke des velds, om de walgelijkheid      van uw ziel, ten dage, 6312 Num 21:5 | geen water, en onze ziel walgt over dit zeer lichte brood. ~ 6313 Zac 3:7 | bewaren; en Ik zal u wandelingen geven onder dezen, die hier 6314 1Kon 6:31 | was het vijfde deel des wands. ~ 6315 Zac 6:1 | en ik zag; en ziet, vier wangens gingen er uit van tussen 6316 Pred 2:20 | om, om mijn hart te doen wanhopen over al den arbeid, dien 6317 1Sa 25:31 | mijn heer, niet zijn tot wankeling, noch aanstoot des harten, 6318 Luk 12:29 | drinken zult; en weest niet wankelmoedig. ~ 6319 Jer 51:2 | 2      En Ik zal Babel wanners toeschikken, die haar wannen, 6320 Gen 14:14 | broeder gevangen was, zo wapende hij zijn onderwezenen, de 6321 2Sa 18:15 | 15 En tien jongens, wapendragers van Joab, omringden hem, 6322 Psa 140:8 | hoofd bedekt ten dage der wapening. ~ 6323 1Pet 4:1 | vlees geleden heeft, zo wapent gij u ook met dezelfde gedachte, 6324 Job 18:8 | geworpen worden, en zal in het wargaren wandelen. ~ 6325 Joha 18:18 | omdat het koud was, en warmden zich. Petrus stond bij hen, 6326 Jes 47:14 | geen kool zijn om bij te warmen, geen vuur om      daarvoor 6327 2Sa 5:8 | slaat, en geraakt aan die watergoot, en die kreupelen, en die 6328 Psa 42:22 | afgrond, bij het gedruis Uwer watergoten; al Uw baren en Uw golven 6329 Eze 31:4 | zijn planting, en zond zijn waterleidingen uit tot alle bomen des velds. ~ 6330 Job 37:25 | voor den stortregen een waterloop uit, en een weg voor het 6331 Jes 14:23 | erve der nachtuilen, en tot waterpoelen; en Ik zal hen met een bezem 6332 Gen 24:18 | wedergekeerd was, groef hij die waterputten op, die zij ten tijde van 6333 Deu 29:11 | van uw houthouwer tot uw waterputter toe; ~ 6334 2Sa 17:20 | tot hen: Zij zijn over dat waterriviertje gegaan. En toen zij hen 6335 2Sa 12:27 | tegen Rabba, ook heb ik de waterstad ingenomen. ~ 6336 Joha 4:28 | verliet de vrouw dan haar watervat, en ging heen in de stad 6337 Nah 2:8 | Nineve is wel als een watervijver, van de dagen af dat zij 6338 Jes 30:25 | verhevenen heuvel beekjes en watervlieten zijn, in den dag der grote 6339 2Kon 2:21 | Toen ging hij uit tot de waterwel, en wierp het zout daarin, 6340 Luk 14:2 | En ziet, er was een zeker waterzuchtig mens voor Hem. ~ 6341 Jes 38:12 | afgesneden, gelijk een wever zijn web; Hij zal mij afsnijden, 6342 Jes 60:6 | 6      Hun webben deugen niet tot klederen, 6343 Jer 28:6 | zijn weggevoerd, van Babel wederbrenge tot deze plaats! ~ 6344 Jer 29:10 | woord over u verwekken, u wederbrengende tot deze      plaats. ~ 6345 Neh 5:8 | waren, naar ons vermogen wedergekocht; en zoudt gijlieden ook 6346 Heb 11:19 | hij hem ook bij gelijkenis wedergekregen heeft. ~ 6347 Matt 25:27 | komende, zou het mijne wedergenomen hebben met woeker. ~ 6348 Lev 6:5 | hetzelve in zijn hoofdsom wedergeve, en nog het vijfde deel 6349 2Kon 8:6 | kamerling, zeggende: Doe haar wederhebben alles, wat het hare was, 6350 Pred 2:10 | onttrok ik hun niet; ik wederhield mijn hart niet van enige 6351 Hand 8:18 | 18 En dit zeggende, wederhielden zij nauwelijks de scharen, 6352 Psa 78:8 | worden gelijk hun vaders, een wederhorig en wederspannig geslacht; 6353 Psa 68:19 | onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o HEERE 6354 Jes 1:27 | verlost worden, en haar wederkerenden door gerechtigheid. ~ 6355 Jes 30:15 | de Heilige Israels: Door wederkering en rust zoudt gijlieden 6356 Eze 7:7 | is nabij, en er is geen wederklank der bergen. ~ 6357 Ric 7:9 | zeggende: Als ik met vrede wederkome, zal ik deze toren afwerpen. ~ 6358 Mic 2:8 | die zeker voorbijgaan, wederkomende van den strijd. ~ 6359 Deu 1:45 | 45 Als gij nu wederkwaamt en weendet voor het aangezicht 6360 2Tim 4:2 | tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle 6361 2Tim 3:16 | is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, 6362 Deu 24:4 | laten gaan, haar niet mogen wedernemen, dat zij hem ter vrouwe 6363 Luk 14:12 | dezelve u niet te eniger tijd wedernoden, en u vergelding geschiede. ~ 6364 Hand 3:21 | ontvangen tot de tijden der wederoprichting aller dingen, die God gesproken 6365 Fili 3:11 | enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden. ~ 6366 Hand 20:9 | Jezus van Nazareth vele wederpartijdige dingen moest doen. ~ 6367 1Pet 2:23 | Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde; 6368 Spre 18:19 | 19      Een broeder is wederspanniger dan een sterke stad; en 6369 Hand 7:45 | met nijdigheid vervuld, en wederspraken, hetgeen van Paulus gezegd 6370 Joha 19:12 | zichzelven koning maakt, wederspreekt den keizer. ~ 6371 Hand 7:45 | van Paulus gezegd werd, wedersprekende en lasterende. ~ 6372 Luk 2:34 | Israel, en tot een teken, dat wedersproken zal worden. ~ 6373 Tit 3:9 | 9 Maar wedersta de dwaze vragen en geslachtsrekeningen, 6374 Hand 9:2 | 2 Als er dan geen kleine wederstand en twisting geschiedde bij 6375 Job 24:13 | 13 Zij zijn onder de wederstrevers des lichts; zij kennen Zijn 6376 Lev 6:4 | schuldig geworden is, dat hij wederuitkeren zal den roof, dien hij geroofd, 6377 Dan 4:19 | zeide: Mijn heer! de droom wedervare uw hateren, en zijn uitlegging 6378 1Tim 5:4 | oefenen, en den voorouderen wedervergelding te doen; want dat is goed 6379 Rom 11:35 | gegeven, en het zal hem wedervergolden worden? ~ 6380 Eze 2:6 | voor hun woorden, hoewel wederwilligen en doornen bij u zijn, en 6381 Jes 54:4 | vergeten, en den      smaad uws weduwschaps zult gij niet meer gedenken. ~ 6382 2Kon 25:7 | voor het beeld van het bos weefden. ~ 6383 Eze 32:18 | 18      Mensenkind! weeklaag over de menigte van Egypte, 6384 2Sa 1:12 | 12 En zij weeklaagden, en weenden, en vastten 6385 2Sa 3:31 | en gordt zakken aan, en weeklaagt voor Abner henen; en de 6386 Jer 7:29 | werp het weg, en verhef een weeklacht op de hoge plaatsen; want 6387 1Sa 15:32 | mij; Agag nu ging tot hem weeldelijk; en Agag zeide: Voorwaar, 6388 Jes 47:8 | Nu dan, hoor dit, gij weelderige! die zo zeker woont, die 6389 Psa 123:4 | veel te zat des spots der weelderigen, der verachting der hovaardigen. ~  ~  ~ 6390 Spre 29:21 | zijn knecht van jongs op weeldig houdt, hij zal in zijn laatste 6391 Deu 1:45 | Als gij nu wederkwaamt en weendet voor het aangezicht des 6392 Eze 31:15 | zijnentwil den afgrond, en weerde de stromen van dien, en 6393 2Kro 11:2 | dat Jerobeam uit Egypte weerkeerde; ~ 6394 Zac 10:1 | regens; de HEERE maakt de weerlichten; en Hij zal hun regen genoeg 6395 Job 24:9 | 9 Zij rukken het weesje van de borst, en dat over 6396 Mal 1:13 | maar gij zoudt het kunnen wegblazen, zegt de HEERE der heirscharen; 6397 Job 9:34 | Hij van op mij Zijn roede wegdoe, en dat Zijn verschrikking 6398 Pred 10:9 | 9      Wie stenen wegdraagt, zal smart daardoor lijden; 6399 2Kor 5:10 | Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam 6400 Joe 2:20 | doen vertrekken, en hem wegdrijven in een dor en woest land, 6401 Heb 12:16 | recht van zijn eerstgeboorte weggaf. ~ 6402 Hand 18:7 | groot geweld uit onze handen weggebracht; ~ 6403 Exo 22:10 | of het wordt verzeerd, of weggedreven, dat het niemand ziet; ~ 6404 Luk 15:13 | bijeenvergaderd hebbende, is weggereisd in een ver gelegen land, 6405 Jer 24:5 | land der Chaldeen heb      weggeschikt, ten goede. ~ 6406 Jes 19:7 | zal verdrogen; het zal weggestoten worden, en niet meer zijn. ~ 6407 Jes 38:12 | Mijn levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk 6408 Zep 3:15 | weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd; de Koning Israels, de HEERE, 6409 Jer 46:15 | Waarom zijn uw sterken weggeveegd? Zij stonden niet, omdat 6410 Job 9:25 | dan een loper; zij zijn weggevloden, zij hebben het goede niet 6411 Jer 49:4 | gij op uw dalen? Uw dal is weggevloten, gij afkerige dochter! die 6412 Jes 22:3 | uw oversten zijn te zamen weggevlucht; zij zijn van de schutters 6413 1Sa 29:11 | mannen, dat zij des morgens weggingen, om weder te keren in het 6414 Hos 4:12 | dat zij van onder hun God weghoereren. ~ 6415 Psa 35:1 | aangezicht van Abimelech, die hem wegjoeg, dat hij doorging. ~ 6416 Luk 23:26 | 26 En als zij Hem wegleidden, namen zij een Simon van 6417 1Kon 2:39 | twee knechten van Simei wegliepen tot Achis, den zoon van 6418 Heb 11:5 | weggenomen had; want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, 6419 Psa 64:9 | die hen ziet, zal zich wegpakken. ~ 6420 1Sa 15:6 | opdat ik u met hen niet wegruime; want gij hebt barmhartigheid 6421 Eze 13:20 | en Ik zal ze uit uw armen wegscheuren; en Ik zal die      zielen 6422 Jer 10:18 | inwoners des lands op ditmaal wegslingeren, en zal ze benauwen, opdat 6423 Job 27:20 | nachts zal hem een wervelwind wegstelen. ~ 6424 Deu 2:16 | het midden des heirlegers wegstervende, ~ 6425 Jes 27:8 | getwist, wanneer Gij hem wegstiet; als Hij hem wegnam door 6426 Job 36:18 | misschien niet met een klop wegstote; zodat u een groot rantsoen 6427 Spre 28:3 | geringen verdrukt, is een wegvagende regen, zodat er geen brood 6428 Jes 30:20 | niet meer als met vleugelen wegvliegen, maar uw ogen zullen uw      6429 Open 20:11 | aangezicht de aarde en de hemel wegvloden, en geen plaats is voor 6430 Deu 21:10 | hun gevangenen gevankelijk wegvoert; ~ 6431 Jes 65:6 | gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed; en wij allen vallen 6432 Jes 22:17 | wegwerpen met een mannelijke wegwerping, en Hij zal u ganselijk 6433 Klaa 1:89 | ons tot een uitvaagsel en wegwerpsel gesteld, in het midden der 6434 Exo 8:29 | en van zijn volk morgen wegwijke! Alleen, dat Farao niet 6435 1Sa 6:3 | ark des Gods van Israel wegzendt, zendt haar niet ledig weg, 6436 Mark 5:10 | hen buiten het land niet wegzond. ~ 6437 Spre 26:2 | Gelijk de mus is tot wegzweven, gelijk een zwaluw tot vervliegen, 6438 1Kon 4:23 | vette runderen, en twintig weiderunderen, en honderd schapen; uitgenomen 6439 Hand 19:11 | doods waardig gedaan heb, ik weiger niet te sterven; maar indien 6440 2Kor 12:15 | overvloediger beminnende, weiniger bemind worde. ~ 6441 Lev 24:16 | vermeerderen, en naar de weinigheid der jaren zult gij zijn 6442 Deu 7:7 | volken; want gij waart het weinigste van alle volken. ~ 6443 Psa 80:3 | 3 Wek Uw macht op voor het aangezicht 6444 Lev 25:36 | Ik zal in hun hart een wekigheid in de landen hunner vijanden 6445 Joha 11:11 | hem uit den slaap op te wekken. ~ 6446 2Kor 6:2 | geholpen. Ziet, nu is het de welaangename tijd, ziet, nu is het de 6447 Joz 13:1 | Gij zijt oud geworden, welbedaagd, en er is zeer veel lands 6448 Matt 27:16 | 16 En zij hadden toen een welbekende gevangene, genaamd Bar-abbas. ~ 6449 Eze 27:6 | berderen hebben zij gemaakt uw welbetreden elpenbeen, uit de eilanden 6450 Eze 26:17 | uit de zeeen vergaan, gij welbewoonde, gij beroemde stad, die 6451 1Tim 6:18 | 18 Dat zij weldadig zijn, rijk worden in goede 6452 Deu 8:16 | opdat Hij u ten laatste weldeed; ~ 6453 Luk 19:12 | Hij zeide dan: Een zeker welgeboren man reisde in een ver gelegen 6454 Mark 6:21 | 21 En als er een welgelegen dag gekomen was, toen Herodes, 6455 Spre 10:32 | rechtvaardigen weten wat welgevallig is; maar de mond der goddelozen 6456 Spre 11:27 | goede vroeg nazoekt, zoekt welgevalligheid; maar wie het kwade natracht, 6457 Jer 5:8 | 8      Als welgevoederde hengsten zijn zij vroeg 6458 Num 31:51 | priester, van het goud, alle welgewrochte vaten. ~ 6459 Matt 5:25 | 25 Weest haastelijk welgezind jegens uw wederpartij, terwijl 6460 Deu 5:29 | het hun en hun kinderen welging in eeuwigheid! ~ 6461 Eze 17:6 | sproot uit, en werd tot een welig uitlopende wijnstok, doch 6462 Pred 2:8 | zangers en zangeressen, en wellustigheden der mensenkinderen,      6463 Open 18:12 | scharlaken; en allerlei welriekend hout, en allerlei ivoren 6464 Efez 5:2 | slachtoffer, Gode tot een welriekenden reuk. ~ 6465 Hand 12:24 | geboorte een Alexandrier, een welsprekend man, kwam te Efeze, machtig 6466 Jako 3:11 | 11 Welt ook een fontein uit een 6467 1Sa 25:6 | zult alzo zeggen tot dien welvarende: Vrede zij u, en uw huize 6468 Jes 32:18 | des vredes wonen, en in welverzekerde woningen, en in stille geruste 6469 Pred 9:11 | noch ook de      gunst der welwetenden, maar dat tijd en toeval 6470 Eze 47:9 | alle levende ziel, die er wemelt, overal, waarhenen een der 6471 Joha 11:31 | het graf, opdat zij aldaar wene. ~ 6472 Deu 34:8 | dertig dagen; en de dagen des wenens, van den rouw over Mozes, 6473 Lev 14:9 | hoofd, en zijn baard, en de wenkbrauwen zijner ogen; ja, al zijn 6474 Hand 21:29 | het achterschip uit, en wensten, dat het dag werd. ~ 6475 Gen 27:3 | kudden verzameld, en zij wentelden den steen van den mond des 6476 Eze 27:30 | werpen, zij zullen zich wentelen in de as. ~ 6477 2Pet 2:22 | de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk. ~  ~ 6478 1Kon 6:8 | rechterzijde van het huis; en door wenteltrappen ging men tot de middelste 6479 1Kro 21:4 | kinderen van Rafa was; en zij werdenten ondergebracht. ~ 6480 1Sa 18:2 | dien dage, en liet hem niet werderkeren tot zijns vaders huis. ~ 6481 Heb 9:1 | van de gods dienst, en het wereldlijk heiligdom. ~ 6482 Tit 2:12 | de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden verzakende, 6483 Eze 46:1 | oosten ziet; zal de zes werkdagen gesloten zijn; maar op den 6484 Psa 119:126 | voor den HEERE, dat Hij werke, want zij hebben Uw wet 6485 Gen 4:22 | een leermeester van allen werker in koper en ijzer; en de 6486 Jako 5:4 | 4 Ziet, het loon der werklieden, die uw landen gemaaid hebben, 6487 1Kro 30:5 | alle werk, door de hand der werkmeesteren te maken. En wie is er willig, 6488 Gen 45:5 | gebroeders! hun handelingen zijn werktuigen van geweld! ~ 6489 Jes 19:8 | zullen rouw maken; en die het werpnet uitbreiden op de wateren, 6490 Jes 30:24 | hetwelk verschud is met de werpschoffel en met de wan. ~ 6491 Job 40:20 | 20 De werpstenen worden van hem geacht als 6492 Psa 83:14 | Mijn God! maak hen als een wervel, als stoppelen voor den 6493 Jes 21:1 | woestijn aan de zee. Gelijk de wervelwinden in het zuiden henen doorgaan, 6494 Amos 1:14 | een onweder ten dage des wervelwinds. ~ 6495 Jes 20:6 | dien, op welken wij zagen, werwaarts wij henenvloden om hulp, 6496 Exo 10:19 | de HEERE een zeer sterken westenwind, die hief de sprinkhanen 6497 Eze 45:7 | tegenover een der delen, van de westergrens tot de oostergrens toe. ~ 6498 Joz 18:14 | keert zich om, naar den westhoek zuidwaarts van den berg, 6499 2Kon 24:11 | de koning de woorden des wetboeks hoorde, dat hij zijn klederen 6500 Rom 9:4 | en de verbonden, en de wetgeving, en de dienst van God, en 6501 Deu 32:41 | Mijn glinsterend zwaard wette, en Mijn hand ten gerichte 6502 Hand 13:39 | verzoekt, dat zal in een wettelijke vergadering beslecht worden. ~ 6503 Jes 60:5 | basiliskus-eieren uit, en zij weven spinnewebben; die van hun 6504 Jes 38:12 | leven afgesneden, gelijk een wever zijn web; Hij zal mij afsnijden, 6505 Job 7:6 | lichter geweest dan een weversspoel, en zijn vergaan zonder 6506 Lev 11:29 | kruipt, onrein zijn: het wezeltje, en de muis, en de schildpad, 6507 Jes 28:28 | noch hij breekt het met het wiel zijn wagens, noch hij verbrijzelt 6508 2Kro 29:11 | opdat gij Hem dienaars en wierokers zoudt wezen. ~ 6509 Hoo 4:6 | den mirreberg, en tot den wierookheuvel. ~ 6510 Jes 3:24 | eens zaks in plaats van een wijden      rok, en verbranding 6511 Eze 41:7 | zijkameren opwaarts naar boven al wijder, en gaf zich rondom; want 6512 1The 2:17 | geweest zijnde voor een kleine wijle tijds, naar het aangezicht, 6513 Ric 12:25 | des HEEREN begon hem bij wijlen te drijven in het leger 6514 Jes 5:2 | toren gebouwd, en ook een wijnbak      daarin uitgehouwen; 6515 Job 24:6 | zij zijn voeder, en den wijnberg des goddelozen lezen zij 6516 Gen 45:11 | wijn, en zijn mantel in wijndruivenbloed. ~ 6517 Num 6:3 | zal hij zich afzonderen; wijnedik, en edik van sterken drank 6518 Jes 25:6 | vet vol mergs, van reine wijnen, die gezuiverd zijn. ~ 6519 Luk 13:7 | 7 En hij zeide tot den wijngaardenier: Zie, ik kome nu drie jaren, 6520 Hoo 2:4 | Hij voert mij in het wijnhuis, en de liefde is Zijn banier 6521 Hos 9:2 | De dors vloer en de wijnkuip zal henlieden niet voeden; 6522 Jer 6:9 | uw hand weder, gelijk een wijnlezer, aan de korven. ~ 6523 Job 24:11 | zij olie uit, treden de wijnpersen, en zijn dorstig. ~ 6524 Eze 15:2 | meer dan alle hout, of de wijnrank meer dan dat onder het hout 6525 1Pet 4:3 | ontuchtigheden, begeerlijkheden, wijnzuiperijen, brasserijen, drinkerijen 6526 Hand 11:18 | Epikureische en Stoische wijsgeren streden met hem; en sommigen 6527 Heb 12:27 | dit woord: Nog eenmaal, wijst aan de verandering der bewegelijke 6528 Ric 4:53 | 29 De wijsten harer staatsvrouwen antwoordden; 6529 1Kro 29:9 | volkomen hart en met een willige ziel; want de HEERE doorzoekt 6530 Spre 30:31 | 31      Een windhond van goede lenden, of een 6531 Eze 16:4 | met zout gewreven, noch in windselen gewonden. ~ 6532 Psa 144:13 | 13 Dat onze winkelen vol zijnde, den enen voorraad 6533 1Kon 7:11 | kostelijke stenen, naar de winkelmaten gehouwen, en cederen. ~


151-aller | allon-beter | beth--doorl | doorn-gerst | geruc-hoofd | hoogg-kolos | komko-mirre | mirte-onver | onvru-ried | rietg-sprei | spren-uitwe | uitwi-verze | verzi-winke | winst-zwomm

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License