151-aller | allon-beter | beth--doorl | doorn-gerst | geruc-hoofd | hoogg-kolos | komko-mirre | mirte-onver | onvru-ried | rietg-sprei | spren-uitwe | uitwi-verze | verzi-winke | winst-zwomm
Book Chapter: Verse
6033 Jes 19:5 | vergaan, en de rivier zal verzijpen en verdrogen. ~
6034 Pred 9:10 | want er is geen werk, noch verzinning, noch wetenschap, noch wijsheid
6035 Est 36 | en mijn volk, om mijns verzoeks wil. ~
6036 Psa 78:38 | Hij, barmhartig zijnde, verzoende de ongerechtigheid, en verdierf
6037 1Kor 7:11 | ongetrouwd blijve, of met den man verzoene; en dat de man de vrouw
6038 2Kor 5:19 | de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende;
6039 Gen 3:23 | 23 Zo verzond hem de HEERE God uit den
6040 Exo 9:27 | hen: Ik heb mij ditmaal verzondigd; de HEERE is rechtvaardig;
6041 Exo 9:34 | de donder ophielden, zo verzondigde hij zich verder, en hij
6042 1Sa 14:33 | zeggende: Zie, het volk verzondigt zich aan den HEERE, etende
6043 1Kon 20:27 | ook gemonsterd, en waren verzorgd van leeftocht, en trokken
6044 Luk 10:34 | voerde hem in de herberg en verzorgde hem. ~
6045 1Tim 4:14 | 14 Verzuim de gave niet, die in u is,
6046 Exo 21:19 | zal hij geven hetgeen hij verzuimd heeft, en hij zal hem volkomen
6047 2Pet 1:12 | 12 Daarom zal ik niet verzuimen u altijd daarvan te vermanen,
6048 Gal 5:9 | 9 Een weinig zuurdesem verzuurt het gehele deeg. ~
6049 Zac 7:11 | hun schouder terug, en zij verzwaarden hun oren, opdat zij niet
6050 Ezra 9:14 | te vernietigen, en ons te verzwageren met de volken dezer gruwelen?
6051 Exo 5:9 | 9 Men verzware den dienst over deze mannen,
6052 1Sa 6:6 | zoudt gijlieden uw hart verzwaren, gelijk de Egyptenaars en
6053 Rom 16:25 | van de tijden der eeuwen verzwegen is geweest; ~
6054 Job 40:3 | 3 Ik zal zijn leden niet verzwijgen, noch het verhaal zijner
6055 Open 12:16 | aarde opende haar mond, en verzwolg de rivier, welke de draak
6056 Jes 25:12 | En Hij zal de hoge vesten uwer muren buigen, vernederen,
6057 Spre 8:28 | de opperwolken van boven vestigde; toen Hij de fonteinen des
6058 Ezra 3:3 | 3 En zij vestigden het altaar op zijn stelling,
6059 Psa 78:31 | opging, dat Hij van hun vetsten doodde, en de uitgelezenen
6060 Dan 1:15 | gedaanten schoner waren, en zij vetter waren van vlees dan al de
6061 Gen 25:39 | en zeide tot hem: Zie, de vettigheden der aarde zullen uw woningen
6062 Nah 1:15 | vrede doet horen; vier uw vierdagen, o Juda! betaal uw geloften;
6063 Luk 19:8 | ontvreemd heb, dat geef ik vierdubbel weder. ~
6064 Neh 6:4 | 4 Zij zonden nu wel viermaal tot mij, op dezelfde wijze.
6065 2Sa 12:6 | 6 En dat ooilam zal hij viervoudig wedergeven, daarom dat hij
6066 Matt 13:28 | En hij zeide tot hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. En
6067 Ric 8:31 | met deze stad, handelen vijandiglijk tegen u. ~
6068 Gal 5:20 | Afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden,
6069 Jes 34:4 | afvalt, en gelijk een vijg afvalt van den vijgeboom. ~
6070 Gen 3:7 | naakt waren; en zij hechtten vijgeboombladeren samen, en maakten zich schorten. ~
6071 Jer 24:1 | en ziet, er waren twee vijgenkorven, gezet voor den tempel des
6072 Hoo 2:13 | vijgeboom brengt zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken
6073 1Sa 13:21 | Maar zij hadden tandige vijlen tot hun houwelen, en tot
6074 Exo 13:18 | kinderen Israels nu togen bij vijven uit Egypteland. ~
6075 Psa 32:6 | ieder heilige aanbidden in vindenstijd; ja, in een overloop van
6076 Rom 1:30 | hovaardigen, laatdunkenden, vinders van kwade dingen, den ouderen
6077 Num 31:50 | keten, of een armring, een vingerring, een oorring, of een afhangenden
6078 Amos 4:2 | en uw nakomelingen met visangelen. ~
6079 Job 39:26 | haken vullen, of met een visserskrauwel zijn hoofd? ~
6080 Jes 4:5 | rook, en den glans eens vlammenden vuurs des nachts; want
6081 Joz 2:6 | had hen verstoken onder de vlasstoppelen, die van haar op het dak
6082 1Tim 2:9 | zichzelven versieren, niet in vlechtingen des haars, of goud, of paarlen,
6083 Jes 2:20 | voor de mollen en de vledermuizen; ~
6084 1Kor 10:25 | 25 Eet al wat in het vleeshuis verkocht wordt, niets ondervragende,
6085 Exo 16:3 | HEEREN, toen wij bij de vleespotten zaten, toen wij tot verzadiging
6086 Spre 23:20 | wijnzuipers, noch onder de vleesvreters; ~
6087 Psa 78:36 | 36 En zij vleiden Hem met hun mond, en logen
6088 Psa 5:10 | open graf, met hun tong vleien zij. ~
6089 Job 17:5 | 5 Die met vleiing den vrienden wat aanzegt,
6090 2Kor 3:3 | stenen tafelen, maar in vlezen tafelen des harten. ~
6091 Pred 10:1 | 1 Een dode vlieg doet de zalf des apothekers
6092 Gen 1:20 | zielen; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel
6093 Open 4:7 | het vierde dier was een vliegenden arend gelijk. ~
6094 Jer 18:14 | Zullen ook de vreemde, koude, vlietende wateren verlaten worden? ~
6095 2Kor 7:12 | gedaan was; maar opdat onze vlijtigheid voor u bij u openbaar zou
6096 Ric 15:13 | haarlokken mijns hoofds vlochtet aan een weversboom. ~
6097 Deu 32:2 | als een regen, mijn rede vloeie als een dauw; als een stofregen
6098 Num 5:2 | alle melaatsen, en alle vloeienden, en allen, die onrein zijn
6099 Num 16:14 | land, dat van melk en honig vloeit, noch ons akkers en wijngaarden
6100 Ric 8:27 | en aten en dronken, en vloekten Abimelech. ~
6101 Open 19:17 | in het midden des hemels vlogen: Komt herwaarts, en vergadert
6102 Eze 47:1 | van het huis, en ziet, er vloten wateren uit, van onder den
6103 Joz 20:9 | verkeert, opdat derwaarts vluchte alwie een ziel slaat door
6104 Jer 48:19 | inwoneres van Aroer! Vraag den vluchtenden man en de ontkomene vrouw;
6105 Jes 43:14 | gezonden, en heb hen allen vluchtig doen nederdalen, te weten
6106 Gen 32:1 | Die u verscheen, toen gij vluchttet voor het aangezicht van
6107 Ric 14:15 | 15 En hij vond een vochtig ezelskinnebakken, en hij
6108 Gen 43:17 | runderen, en voor ezels; en hij voedde hen met brood, datzelve
6109 Gen 23:25 | Ook is er stro en veel voeders bij ons, ook plaats om te
6110 1Kon 11:18 | hem een huis gaf, en hem voeding toezeide, en hem een land
6111 Spre 8:30 | 30 Toen was Ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks
6112 Num 11:12 | uw schoot, gelijk als een voedstervader den zuigeling draagt, tot
6113 Exo 2:7 | Zal ik heengaan, en u een voedstervrouw uit de Hebreinnen roepen,
6114 Gen 14:3 | 3 Deze allen voegden zich samen in het dal Siddim,
6115 Efez 4:16 | vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de
6116 Job 33:28 | ziel verlost, dat zij niet voere in het verderf, zodat mijn
6117 Jer 12:5 | Als gij loopt met de voetgangers, zo maken zij u moede; hoe
6118 Spre 12:28 | en in den weg van haar voetpad is de dood niet. ~ ~ ~ ~ ~
6119 1Kon 7:31 | mond hiervan was rond van voetwerk van een el en een halve
6120 Deu 22:6 | Wanneer voor uw aangezicht een vogelnest op den weg voorkomt, in
6121 Hos 9:8 | maar de profeet is een vogelvangersstrik, op al zijn wegen, een haat
6122 2Sa 20:18 | te Abel vragen; en alzo volbrachten zij het. ~
6123 Eze 20:21 | zullen uitgieten over hen, volbrengende Mijn toorn tegen hen in
6124 Luk 8:14 | wellusten des levens, en voldragen geen vrucht. ~
6125 Heb 12:2 | den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke,
6126 Exo 40:33 | poort des voorhofs op. Alzo voleindigde Mozes het werk. ~
6127 Rom 9:28 | 28 Want Hij voleindt een zaak en snijdt ze af
6128 Rom 2:7 | 7 Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid,
6129 Rom 12:12 | geduldig in de verdrukking. Volhardt in het gebed. ~
6130 Jes 41:14 | gij wormpje Jakobs, gij volkje Israels! Ik help u, spreekt
6131 Nah 3:8 | Zijt gij beter dan No, de volkrijke, gelegen in de rivieren?
6132 Deu 4:27 | volken; en gij zult een klein volksken in getal overblijven onder
6133 2Kro 27:2 | HEEREN niet ging; en het volkverdierf zich nog. ~
6134 Mark 9:3 | als sneeuw, hoedanige geen voller op aarde zo wit maken kan. ~
6135 2Tim 3:17 | zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust. ~ ~
6136 2Kro 4:21 | snuiters, van goud; het was het volmaaktste goud; ~
6137 Matt 10:22 | worden om Mijn Naam; maar die volstandig zal blijven tot het einde,
6138 Luk 8:15 | goed hart bewaren, en in volstandigheid vruchten voortbrengen. ~
6139 1Kor 14:20 | en wordt in het verstand volwassen. ~
6140 Gal 4:2 | 2 Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd
6141 Matt 23:6 | 6 En zij beminnen de vooraanzitting in de maaltijden, en de
6142 Hand 14:5 | 5 Dezen, vooraf heengegaan zijnde, wachtten
6143 1Pet 4:8 | 8 Maar vooral hebt vurige liefde tot elkander;
6144 Psa 92:4 | instrument en op de luit, met een voorbedacht lied op de harp. ~
6145 Heb 9:23 | dan noodzaak, dat wel de voorbeeldingen der dingen, die in de hemelen
6146 1Kro 29:19 | weten al de werken dezes voorbeelds. ~
6147 2Kor 9:5 | eerst tot u zouden komen, en voorbereiden uw te voren aangedienden
6148 Jer 27:18 | den HEERE der heirscharen voorbidden, opdat de vaten, die in
6149 Jes 60:16 | Hij Zich, omdat er geen voorbidder was; daarom bracht Hem Zijn
6150 1Tim 2:1 | worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen, voor alle
6151 Job 21:29 | gijlieden niet gevraagd de voorbijgaanden op den weg, en kent gij
6152 Job 9:26 | 26 Zij zijn voorbijgevaren met jachtschepen; gelijk
6153 Gen 34:28 | Midianietische kooplieden voorbijtogen, zo trokken en hieven zij
6154 Jes 29:5 | menigte der tirannen als voorbijvliegend kaf; en het zal in een ogenblik
6155 Jud 1:16 | over de personen om des voordeels wil. ~
6156 Mark 4:29 | 29 En als de vrucht zich voordoet, terstond zendt hij de sikkel
6157 Mark 16:7 | discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; aldaar zult
6158 Hand 9:22 | Barsabas, en Silas, mannen, die voorgangers waren onder de broeders. ~
6159 1Tim 1:18 | de profetieen, die van u voorgegaan zijn, in dezelve den goeden
6160 1Pet 1:20 | 20 Dewelke wel voorgekend is geweest voor de grondlegging
6161 Heb 6:18 | toevlucht genomen hebben, om de voorgestelde hoop vast te houden; ~
6162 Luk 11:43 | Farizeen, want gij bemint het voorgestoelte in de synagogen, en de begroetingen
6163 1Sa 20:26 | want hij zeide: Hem is wat voorgevallen, dat hij niet rein is; voorzeker,
6164 1Tim 6:21 | 21 Dewelke sommigen voorgevende, zijn van het geloof afgeweken.
6165 1Sa 23:9 | kwaad tegen hem heimelijk voorhad, zeide hij tot den priester
6166 Jer 51:20 | 20 Gij zijt Mij een voorhamer, en krijgswapenen; en door
6167 Exo 38:27 | heiligdoms, en de voeten des voorhangs; tot honderd voeten waren
6168 2Sa 14:16 | van de hand des mans, die voorheeft mij en mijn zoon te zamen
6169 Eze 46:21 | des voorhofs was een ander voorhofje. ~
6170 Eze 46:22 | hoeken des voorhofs waren voorhofjes met schoorstenen, van veertig
6171 Fili 2:16 | 16 Voorhoudende het woord des levens, mij
6172 Gen 16:14 | voorhuid hebbende, wiens voorhuids vlees niet zal besneden
6173 Deu 22:6 | een vogelnest op den weg voorkomt, in enigen boom, of op de
6174 Matt 17:25 | hij in huis gekomen was, voorkwam hem Jezus, zeggende: Wat
6175 Hand 11:17 | dagen met degenen, die hem voorkwamen. ~
6176 Heb 6:20 | 20 Daar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk
6177 Psa 102:26 | 26 Gij hebt voormaals de aarde gegrond, en de
6178 2Kor 1:17 | het vlees voor, hetgeen ik voorneem, opdat bij mij zou wezen,
6179 2Kor 9:7 | gelijk hij in zijn hart voorneemt; niet uit droefheid, of
6180 1Tim 5:21 | dingen onderhoudt, zonder vooroordeel, niets doende naar toegenegenheid. ~
6181 Exo 26:9 | gij dubbel maken, recht voorop de tent. ~
6182 Hand 8:13 | ossen en kransen aan de voorpoorten gebracht had, wilde hij
6183 Nah 2:9 | want er is geen einde des voorraads, der heerlijkheid van allerlei
6184 Mark 15:42 | voorbereiding was, welke is de voorsabbat; ~
6185 Jes 26:1 | stelt heil tot muren en voorschansen. ~
6186 Jes 49:9 | duisternis zijn: Komt te voorschijn; zij zullen op de wegen
6187 Jes 10:1 | den schrijvers, die moeite voorschrijven; ~
6188 2Kro 21:27 | weder, en Josafat in de voorspitse van hen, om wederom met
6189 Pred 7:14 | Geniet het goede ten dage des voorspoeds, maar ten dage des tegenspoeds,
6190 Lev 24:34 | 34 Doch het veld van de voorstad hunner steden zal niet verkocht
6191 1The 5:12 | onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in den Heere, en u
6192 Rom 16:2 | hebben; want zij is een voorstandster geweest van velen, ook van
6193 Deu 11:32 | rechten, die ik u heden voorstel. ~
6194 Deu 4:44 | Mozes de kinderen Israels voorstelde:
6195 Luk 2:22 | opdat zij Hem den Heere voorstelden; ~
6196 1Tim 4:6 | deze dingen den broederen voorstelt, zo zult gij een goed dienaar
6197 Amos 6:7 | gevankelijk henengaan onder de voorsten, die in gevangenis gaan;
6198 Jes 59:8 | 8 Dan zal uw licht voortbreken als de dageraad, en uw genezing
6199 Jer 46:15 | niet, omdat hen de HEERE voortdreef. ~
6200 Jes 20:4 | zal de koning van Assyrie voortdrijven de gevangenen der Egyptenaren,
6201 2Kro 34:13 | over de lastdragers, en de voortdrijvers van allen, die in enig werk
6202 2Tim 2:17 | 17 En hun woord zal voorteten, gelijk de kanker; onder
6203 2Sa 15:33 | tot hem: Zo gij met mij voortgaat, zo zult gij mij tot een
6204 Psa 72:17 | zijn naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in
6205 2Sa 6:13 | HEEREN droegen, zes treden voortgetreden waren, dat hij ossen en
6206 2Kon 2:11 | En het gebeurde, als zij voortgingen, gaande en sprekende, ziet,
6207 2Sa 20:18 | sprak zij, zeggende: In voortijden spraken zij gemeenlijk,
6208 Jes 63:1 | totdat haar gerechtigheid voortkome als een glans, en haar heil
6209 Open 22:1 | levens, klaar als kristal, voortkomende uit den troon Gods, en des
6210 Jer 1:5 | eer gij uit de baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; Ik
6211 Spre 12:26 | De rechtvaardige is voortreffelijker dan zijn naaste; maar de
6212 Hos 8:12 | 12 Ik schrijf hem de voortreffelijkheden Mijner wet voor; maar die
6213 Exo 15:22 | deed Mozes de Israelieten voortreizen van de Schelfzee af; en
6214 Jes 22:18 | Hij zal u gewisselijk voortrollen, gelijk men een bal rolt,
6215 Psa 44:3 | henlieden daarentegen doen voortschieten. ~
6216 Deu 33:22 | leeuw; hij zal als uit Bazan voortspringen. ~
6217 Job 8:19 | het stof zullen anderen voortspruiten. ~
6218 Hand 13:33 | voortkomen, alzo hem de Joden voortstieten. En Alexander gewenkt hebbende
6219 Gen 8:17 | dat zij overvloediglijk voorttelen op de aarde, en vruchtbaar
6220 Joz 9:17 | toen de kinderen Israels voorttogen, zo kwamen zij ten derden
6221 Ric 4:28 | 4 HEERE! toen Gij voorttoogt van Seir, toen Gij daarheen
6222 Jes 64:1 | versierd is in Zijn gewaad? Die voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik
6223 Deu 25:3 | opdat niet misschien, zo hij voortvoere hem daarboven met meer slagen
6224 Luk 19:4 | 4 En vooruitlopende, klom hij op een wilden
6225 Ezra 7:20 | het huis uws Gods, dat u voorvallen zal uit te geven, zult gij
6226 1Kon 21:23 | zullen Izebel eten, aan den voorwal van Jizreel. ~
6227 Joha 15:22 | maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde. ~
6228 Exo 22:31 | is, en zult het den hond voorwerpen. ~ ~ ~ ~
6229 Exo 8:13 | stierven, uit de huizen, uit de voorzalen, en uit de velden. ~
6230 1Sa 28:8 | de vrouw, en hij zeide: Voorzeg mij toch door den waarzeggenden
6231 Eze 22:28 | ijdelheid en hun leugen voorzeggende, zeggende: Alzo zegt de
6232 Joz 13:22 | den zoon van Beor, den voorzegger, nevens degenen, die van
6233 1The 3:4 | ook, toen wij bij u waren, voorzeiden wij u, dat wij zouden verdrukt
6234 2Kon 4:43 | ik dat aan honderd mannen voorzetten? En hij zeide: Geef aan
6235 Hand 2:31 | 31 Zo heeft hij, dit voorziende, gesproken van de opstanding
6236 2Sa 23:7 | iegelijk, die ze zal aantasten, voorziet zich met ijzer en het hout
6237 Matt 27:24 | Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer dat er oproer
6238 Neh 5:10 | broederen, en mijn jongens, vorderen wij ook geld en koren van
6239 Jes 66:7 | daarom zal Ik hun vorig werkloon in hun boezem weder
6240 1Sa 13:21 | spaden, en tot de drietandige vorken, en tot de bijlen, en tot
6241 1Kon 7:15 | 15 Want hij vormde twee koperen pilaren; de
6242 Klaa 1:1 | was onder de heidenen, een vorstin onder de landschappen, is
6243 Pred 4:5 | 5 De zot vouwt zijn handen samen, en eet
6244 Jona 1:3 | naar Tarsis, en hij gaf de vracht daarvan, en ging neder
6245 Mark 9:10 | dit woord bij zichzelven, vragende onder elkander, wat het
6246 Eze 14:10 | gelijk de ongerechtigheid des vragers zal zijn; alzo zal zijn
6247 Spre 28:7 | verstandig zoon; maar die der vraten metgezel is, beschaamt zijn
6248 Gen 34:4 | hem, en konden hem niet vredelijk toespreken. ~
6249 Jes 9:5 | Vader der eeuwigheid, Vredevorst; ~
6250 Heb 12:11 | daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid
6251 Jes 23:7 | haar verre wegdragen, om in vreemdelingschap te verkeren. ~
6252 Jer 51:59 | regering; en Seraja was een vreemdzaam vorst. ~
6253 Open 21:8 | 8 Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken,
6254 2Tim 1:7 | niet gegeven een geest der vreesachtigheid, maar der kracht, en der
6255 Deu 5:5 | aan te zeggen; want gij vreesdet voor het vuur en klomt niet
6256 Jona 1:16 | mannen den HEERE met grote vreeze; en zij slachtten den HEERE
6257 2Kor 9:5 | een zegen, en niet als een vrekheid. ~
6258 Eze 33:27 | gedierte overgeve, dat het hem vrete, en die in de vestingen
6259 Psa 137:3 | overhoop geworpen hadden, vreugd, zeggende: Zingt ons eenvan
6260 Psa 150:5 | looft Hem met cimbalen van vreugdegeluid! ~
6261 2Kro 21:22 | nu, als aanhieven met een vreugdegeroep en lofzang, stelde de HEERE
6262 Jes 32:13 | distel opgaan; ja, op alle vreugdehuizen, in de vrolijk huppelende
6263 Dan 6:19 | nuchteren, en liet geen vreugdespel voor zich brengen; en zijn
6264 Hand 22:2 | bewezen ons geen gemene vriendelijkheid; want een groot vuur ontstoken
6265 Luk 15:9 | gevonden heeft, roept zij de vriendinnen en de geburinnen samen,
6266 Jako 4:4 | overspeleressen, weet gij niet, dat de vriendschap der wereld een vijandschap
6267 Jer 31:11 | Want de HEERE heeft Jakob vrijgekocht, en Hij heeft hem verlost
6268 Psa 141:6 | aan de zijde der steenrots vrijgelaten geweest, en hebben gehoord
6269 1Kor 7:22 | dienstknecht zijnde, die is een vrijgelatene des Heeren; desgelijks ook,
6270 Eze 46:17 | die zal dat hebben tot het vrijjaar toe; dan zal het tot den
6271 Deu 15:2 | naaste zal geleend hebben, vrijlate; hij zal zijn naaste of
6272 Num 13:30 | Mozes, en zeide: Laat ons vrijmoedig optrekken, en dat erfelijk
6273 Psa 51:14 | vreugde Uws heils; en de vrijmoedige geest ondersteune mij. ~
6274 Psa 119:14 | 14 Ik ben vrolijker in den weg Uwer getuigenissen,
6275 Psa 25:21 | Thau. Laat oprechtigheid en vroomheid mij behoeden, want ik verwacht
6276 Deu 22:5 | vrouw, en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie
6277 Jes 10:18 | heerlijkheid zijns wouds en zijns vruchtbaren velds; van de ziel af, tot
6278 Psa 148:9 | bergen en alle heuvelen; vruchtbomen en alle cederbomen!
6279 Gen 1:12 | zaadzaaiende naar zijn aard, en vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin
6280 1Kor 14:14 | wel, maar mijn verstand is vruchteloos. ~
6281 1Tim 3:8 | veel wijns begeven, geen vuil-gewinzoekers; ~
6282 Exo 29:29 | men hun hand in dezelve vulle. ~
6283 Exo 29:31 | 31 Gij zult den ram der vulling nemen, en gij zult zijn
6284 Exo 35:27 | brachten sardonixstenen en vulstenen, tot den efod en tot den
6285 Deu 28:22 | tering, en met koorts, en met vurigheid, en met hitte, en met droogte,
6286 Jes 7:4 | twee staarten dezer rokende vuurbranden; vanwege de ontsteking des
6287 Spre 26:18 | zich veinst te razen, die vuursprankelen, pijlen en dodelijke dingen
6288 Jer 6:1 | bazuin te Thekoa, en heft een vuurteken op te Beth-Cherem; want
6289 Jes 67:15 | wenden, en Zijn schelding met vuurvlammen. ~
6290 Dan 7:9 | wol; Zijn troon was vuurvonken, deszelfs raderen een brandend
6291 Luk 14:8 | opdat niet misschien een waardiger dan gij van hem genood zij; ~
6292 Mark 6:39 | zouden doen nederzitten bij waardschappen, op het groene gras. ~
6293 Gen 38:20 | mij, zo zullen uw woorden waargemaakt worden; en gij zult niet
6294 Jer 44:14 | keren in het land van Juda, waarnaar hun ziel verlangt weder
6295 Num 4:32 | en het gereedschap van de waarneming van hun last zult gij bij
6296 1Kor 10:11 | en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden
6297 Joz 2:12 | vaders huis, en geeft mij een waarteken, ~
6298 1Kor 10:30 | gelasterd over hetgeen, waarvoor ik dankzeg? ~
6299 Jes 3:2 | rechter en den profeet, en den waarzegger, en den oude; ~
6300 Num 23:23 | toverij tegen Jakob noch waarzeggerij tegen Israel. Te dezer tijd
6301 Num 22:7 | en hadden het loon der waarzeggingen in hun hand; alzo kwamen
6302 1Kro 10:13 | had; en ook omdat hij de waarzegster gevraagd had, haar zoekende, ~
6303 1Sa 28:9 | gedaan heeft, hoe hij de waarzegsters en de duivelskunstenaars
6304 Job 3:9 | verduisterd worden; hij wachte naar het licht, en het worde
6305 Jer 37:13 | Benjamin was, zo was daar de wachtmeester, wiens naam was Jerija,
6306 Jes 32:14 | zal ophouden; Ofel en de wachttorens zullen tot spelonken zijn,
6307 Lev 19:36 | 36 Gij zult een rechte wage hebben, rechte weegstenen,
6308 Jes 5:18 | en de zonde als met dikke wagenzelen! ~
6309 Jer 10:4 | hameren, opdat het niet waggele.
6310 Num 21:14 | oorlogen des HEEREN: Tegen Waheb, in een wervelwind, en tegen
6311 Eze 16:5 | vlakke des velds, om de walgelijkheid van uw ziel, ten dage,
6312 Num 21:5 | geen water, en onze ziel walgt over dit zeer lichte brood. ~
6313 Zac 3:7 | bewaren; en Ik zal u wandelingen geven onder dezen, die hier
6314 1Kon 6:31 | was het vijfde deel des wands. ~
6315 Zac 6:1 | en ik zag; en ziet, vier wangens gingen er uit van tussen
6316 Pred 2:20 | om, om mijn hart te doen wanhopen over al den arbeid, dien
6317 1Sa 25:31 | mijn heer, niet zijn tot wankeling, noch aanstoot des harten,
6318 Luk 12:29 | drinken zult; en weest niet wankelmoedig. ~
6319 Jer 51:2 | 2 En Ik zal Babel wanners toeschikken, die haar wannen,
6320 Gen 14:14 | broeder gevangen was, zo wapende hij zijn onderwezenen, de
6321 2Sa 18:15 | 15 En tien jongens, wapendragers van Joab, omringden hem,
6322 Psa 140:8 | hoofd bedekt ten dage der wapening. ~
6323 1Pet 4:1 | vlees geleden heeft, zo wapent gij u ook met dezelfde gedachte,
6324 Job 18:8 | geworpen worden, en zal in het wargaren wandelen. ~
6325 Joha 18:18 | omdat het koud was, en warmden zich. Petrus stond bij hen,
6326 Jes 47:14 | geen kool zijn om bij te warmen, geen vuur om daarvoor
6327 2Sa 5:8 | slaat, en geraakt aan die watergoot, en die kreupelen, en die
6328 Psa 42:22 | afgrond, bij het gedruis Uwer watergoten; al Uw baren en Uw golven
6329 Eze 31:4 | zijn planting, en zond zijn waterleidingen uit tot alle bomen des velds. ~
6330 Job 37:25 | voor den stortregen een waterloop uit, en een weg voor het
6331 Jes 14:23 | erve der nachtuilen, en tot waterpoelen; en Ik zal hen met een bezem
6332 Gen 24:18 | wedergekeerd was, groef hij die waterputten op, die zij ten tijde van
6333 Deu 29:11 | van uw houthouwer tot uw waterputter toe; ~
6334 2Sa 17:20 | tot hen: Zij zijn over dat waterriviertje gegaan. En toen zij hen
6335 2Sa 12:27 | tegen Rabba, ook heb ik de waterstad ingenomen. ~
6336 Joha 4:28 | verliet de vrouw dan haar watervat, en ging heen in de stad
6337 Nah 2:8 | Nineve is wel als een watervijver, van de dagen af dat zij
6338 Jes 30:25 | verhevenen heuvel beekjes en watervlieten zijn, in den dag der grote
6339 2Kon 2:21 | Toen ging hij uit tot de waterwel, en wierp het zout daarin,
6340 Luk 14:2 | En ziet, er was een zeker waterzuchtig mens voor Hem. ~
6341 Jes 38:12 | afgesneden, gelijk een wever zijn web; Hij zal mij afsnijden,
6342 Jes 60:6 | 6 Hun webben deugen niet tot klederen,
6343 Jer 28:6 | zijn weggevoerd, van Babel wederbrenge tot deze plaats! ~
6344 Jer 29:10 | woord over u verwekken, u wederbrengende tot deze plaats. ~
6345 Neh 5:8 | waren, naar ons vermogen wedergekocht; en zoudt gijlieden ook
6346 Heb 11:19 | hij hem ook bij gelijkenis wedergekregen heeft. ~
6347 Matt 25:27 | komende, zou het mijne wedergenomen hebben met woeker. ~
6348 Lev 6:5 | hetzelve in zijn hoofdsom wedergeve, en nog het vijfde deel
6349 2Kon 8:6 | kamerling, zeggende: Doe haar wederhebben alles, wat het hare was,
6350 Pred 2:10 | onttrok ik hun niet; ik wederhield mijn hart niet van enige
6351 Hand 8:18 | 18 En dit zeggende, wederhielden zij nauwelijks de scharen,
6352 Psa 78:8 | worden gelijk hun vaders, een wederhorig en wederspannig geslacht;
6353 Psa 68:19 | onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o HEERE
6354 Jes 1:27 | verlost worden, en haar wederkerenden door gerechtigheid. ~
6355 Jes 30:15 | de Heilige Israels: Door wederkering en rust zoudt gijlieden
6356 Eze 7:7 | is nabij, en er is geen wederklank der bergen. ~
6357 Ric 7:9 | zeggende: Als ik met vrede wederkome, zal ik deze toren afwerpen. ~
6358 Mic 2:8 | die zeker voorbijgaan, wederkomende van den strijd. ~
6359 Deu 1:45 | 45 Als gij nu wederkwaamt en weendet voor het aangezicht
6360 2Tim 4:2 | tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle
6361 2Tim 3:16 | is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing,
6362 Deu 24:4 | laten gaan, haar niet mogen wedernemen, dat zij hem ter vrouwe
6363 Luk 14:12 | dezelve u niet te eniger tijd wedernoden, en u vergelding geschiede. ~
6364 Hand 3:21 | ontvangen tot de tijden der wederoprichting aller dingen, die God gesproken
6365 Fili 3:11 | enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden. ~
6366 Hand 20:9 | Jezus van Nazareth vele wederpartijdige dingen moest doen. ~
6367 1Pet 2:23 | Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde;
6368 Spre 18:19 | 19 Een broeder is wederspanniger dan een sterke stad; en
6369 Hand 7:45 | met nijdigheid vervuld, en wederspraken, hetgeen van Paulus gezegd
6370 Joha 19:12 | zichzelven koning maakt, wederspreekt den keizer. ~
6371 Hand 7:45 | van Paulus gezegd werd, wedersprekende en lasterende. ~
6372 Luk 2:34 | Israel, en tot een teken, dat wedersproken zal worden. ~
6373 Tit 3:9 | 9 Maar wedersta de dwaze vragen en geslachtsrekeningen,
6374 Hand 9:2 | 2 Als er dan geen kleine wederstand en twisting geschiedde bij
6375 Job 24:13 | 13 Zij zijn onder de wederstrevers des lichts; zij kennen Zijn
6376 Lev 6:4 | schuldig geworden is, dat hij wederuitkeren zal den roof, dien hij geroofd,
6377 Dan 4:19 | zeide: Mijn heer! de droom wedervare uw hateren, en zijn uitlegging
6378 1Tim 5:4 | oefenen, en den voorouderen wedervergelding te doen; want dat is goed
6379 Rom 11:35 | gegeven, en het zal hem wedervergolden worden? ~
6380 Eze 2:6 | voor hun woorden, hoewel wederwilligen en doornen bij u zijn, en
6381 Jes 54:4 | vergeten, en den smaad uws weduwschaps zult gij niet meer gedenken. ~
6382 2Kon 25:7 | voor het beeld van het bos weefden. ~
6383 Eze 32:18 | 18 Mensenkind! weeklaag over de menigte van Egypte,
6384 2Sa 1:12 | 12 En zij weeklaagden, en weenden, en vastten
6385 2Sa 3:31 | en gordt zakken aan, en weeklaagt voor Abner henen; en de
6386 Jer 7:29 | werp het weg, en verhef een weeklacht op de hoge plaatsen; want
6387 1Sa 15:32 | mij; Agag nu ging tot hem weeldelijk; en Agag zeide: Voorwaar,
6388 Jes 47:8 | Nu dan, hoor dit, gij weelderige! die zo zeker woont, die
6389 Psa 123:4 | veel te zat des spots der weelderigen, der verachting der hovaardigen. ~ ~ ~
6390 Spre 29:21 | zijn knecht van jongs op weeldig houdt, hij zal in zijn laatste
6391 Deu 1:45 | Als gij nu wederkwaamt en weendet voor het aangezicht des
6392 Eze 31:15 | zijnentwil den afgrond, en weerde de stromen van dien, en
6393 2Kro 11:2 | dat Jerobeam uit Egypte weerkeerde; ~
6394 Zac 10:1 | regens; de HEERE maakt de weerlichten; en Hij zal hun regen genoeg
6395 Job 24:9 | 9 Zij rukken het weesje van de borst, en dat over
6396 Mal 1:13 | maar gij zoudt het kunnen wegblazen, zegt de HEERE der heirscharen;
6397 Job 9:34 | Hij van op mij Zijn roede wegdoe, en dat Zijn verschrikking
6398 Pred 10:9 | 9 Wie stenen wegdraagt, zal smart daardoor lijden;
6399 2Kor 5:10 | Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam
6400 Joe 2:20 | doen vertrekken, en hem wegdrijven in een dor en woest land,
6401 Heb 12:16 | recht van zijn eerstgeboorte weggaf. ~
6402 Hand 18:7 | groot geweld uit onze handen weggebracht; ~
6403 Exo 22:10 | of het wordt verzeerd, of weggedreven, dat het niemand ziet; ~
6404 Luk 15:13 | bijeenvergaderd hebbende, is weggereisd in een ver gelegen land,
6405 Jer 24:5 | land der Chaldeen heb weggeschikt, ten goede. ~
6406 Jes 19:7 | zal verdrogen; het zal weggestoten worden, en niet meer zijn. ~
6407 Jes 38:12 | Mijn levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk
6408 Zep 3:15 | weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd; de Koning Israels, de HEERE,
6409 Jer 46:15 | Waarom zijn uw sterken weggeveegd? Zij stonden niet, omdat
6410 Job 9:25 | dan een loper; zij zijn weggevloden, zij hebben het goede niet
6411 Jer 49:4 | gij op uw dalen? Uw dal is weggevloten, gij afkerige dochter! die
6412 Jes 22:3 | uw oversten zijn te zamen weggevlucht; zij zijn van de schutters
6413 1Sa 29:11 | mannen, dat zij des morgens weggingen, om weder te keren in het
6414 Hos 4:12 | dat zij van onder hun God weghoereren. ~
6415 Psa 35:1 | aangezicht van Abimelech, die hem wegjoeg, dat hij doorging. ~
6416 Luk 23:26 | 26 En als zij Hem wegleidden, namen zij een Simon van
6417 1Kon 2:39 | twee knechten van Simei wegliepen tot Achis, den zoon van
6418 Heb 11:5 | weggenomen had; want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad,
6419 Psa 64:9 | die hen ziet, zal zich wegpakken. ~
6420 1Sa 15:6 | opdat ik u met hen niet wegruime; want gij hebt barmhartigheid
6421 Eze 13:20 | en Ik zal ze uit uw armen wegscheuren; en Ik zal die zielen
6422 Jer 10:18 | inwoners des lands op ditmaal wegslingeren, en zal ze benauwen, opdat
6423 Job 27:20 | nachts zal hem een wervelwind wegstelen. ~
6424 Deu 2:16 | het midden des heirlegers wegstervende, ~
6425 Jes 27:8 | getwist, wanneer Gij hem wegstiet; als Hij hem wegnam door
6426 Job 36:18 | misschien niet met een klop wegstote; zodat u een groot rantsoen
6427 Spre 28:3 | geringen verdrukt, is een wegvagende regen, zodat er geen brood
6428 Jes 30:20 | niet meer als met vleugelen wegvliegen, maar uw ogen zullen uw
6429 Open 20:11 | aangezicht de aarde en de hemel wegvloden, en geen plaats is voor
6430 Deu 21:10 | hun gevangenen gevankelijk wegvoert; ~
6431 Jes 65:6 | gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed; en wij allen vallen
6432 Jes 22:17 | wegwerpen met een mannelijke wegwerping, en Hij zal u ganselijk
6433 Klaa 1:89 | ons tot een uitvaagsel en wegwerpsel gesteld, in het midden der
6434 Exo 8:29 | en van zijn volk morgen wegwijke! Alleen, dat Farao niet
6435 1Sa 6:3 | ark des Gods van Israel wegzendt, zendt haar niet ledig weg,
6436 Mark 5:10 | hen buiten het land niet wegzond. ~
6437 Spre 26:2 | Gelijk de mus is tot wegzweven, gelijk een zwaluw tot vervliegen,
6438 1Kon 4:23 | vette runderen, en twintig weiderunderen, en honderd schapen; uitgenomen
6439 Hand 19:11 | doods waardig gedaan heb, ik weiger niet te sterven; maar indien
6440 2Kor 12:15 | overvloediger beminnende, weiniger bemind worde. ~
6441 Lev 24:16 | vermeerderen, en naar de weinigheid der jaren zult gij zijn
6442 Deu 7:7 | volken; want gij waart het weinigste van alle volken. ~
6443 Psa 80:3 | 3 Wek Uw macht op voor het aangezicht
6444 Lev 25:36 | Ik zal in hun hart een wekigheid in de landen hunner vijanden
6445 Joha 11:11 | hem uit den slaap op te wekken. ~
6446 2Kor 6:2 | geholpen. Ziet, nu is het de welaangename tijd, ziet, nu is het de
6447 Joz 13:1 | Gij zijt oud geworden, welbedaagd, en er is zeer veel lands
6448 Matt 27:16 | 16 En zij hadden toen een welbekende gevangene, genaamd Bar-abbas. ~
6449 Eze 27:6 | berderen hebben zij gemaakt uw welbetreden elpenbeen, uit de eilanden
6450 Eze 26:17 | uit de zeeen vergaan, gij welbewoonde, gij beroemde stad, die
6451 1Tim 6:18 | 18 Dat zij weldadig zijn, rijk worden in goede
6452 Deu 8:16 | opdat Hij u ten laatste weldeed; ~
6453 Luk 19:12 | Hij zeide dan: Een zeker welgeboren man reisde in een ver gelegen
6454 Mark 6:21 | 21 En als er een welgelegen dag gekomen was, toen Herodes,
6455 Spre 10:32 | rechtvaardigen weten wat welgevallig is; maar de mond der goddelozen
6456 Spre 11:27 | goede vroeg nazoekt, zoekt welgevalligheid; maar wie het kwade natracht,
6457 Jer 5:8 | 8 Als welgevoederde hengsten zijn zij vroeg
6458 Num 31:51 | priester, van het goud, alle welgewrochte vaten. ~
6459 Matt 5:25 | 25 Weest haastelijk welgezind jegens uw wederpartij, terwijl
6460 Deu 5:29 | het hun en hun kinderen welging in eeuwigheid! ~
6461 Eze 17:6 | sproot uit, en werd tot een welig uitlopende wijnstok, doch
6462 Pred 2:8 | zangers en zangeressen, en wellustigheden der mensenkinderen,
6463 Open 18:12 | scharlaken; en allerlei welriekend hout, en allerlei ivoren
6464 Efez 5:2 | slachtoffer, Gode tot een welriekenden reuk. ~
6465 Hand 12:24 | geboorte een Alexandrier, een welsprekend man, kwam te Efeze, machtig
6466 Jako 3:11 | 11 Welt ook een fontein uit een
6467 1Sa 25:6 | zult alzo zeggen tot dien welvarende: Vrede zij u, en uw huize
6468 Jes 32:18 | des vredes wonen, en in welverzekerde woningen, en in stille geruste
6469 Pred 9:11 | noch ook de gunst der welwetenden, maar dat tijd en toeval
6470 Eze 47:9 | alle levende ziel, die er wemelt, overal, waarhenen een der
6471 Joha 11:31 | het graf, opdat zij aldaar wene. ~
6472 Deu 34:8 | dertig dagen; en de dagen des wenens, van den rouw over Mozes,
6473 Lev 14:9 | hoofd, en zijn baard, en de wenkbrauwen zijner ogen; ja, al zijn
6474 Hand 21:29 | het achterschip uit, en wensten, dat het dag werd. ~
6475 Gen 27:3 | kudden verzameld, en zij wentelden den steen van den mond des
6476 Eze 27:30 | werpen, zij zullen zich wentelen in de as. ~
6477 2Pet 2:22 | de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk. ~ ~
6478 1Kon 6:8 | rechterzijde van het huis; en door wenteltrappen ging men tot de middelste
6479 1Kro 21:4 | kinderen van Rafa was; en zij werdenten ondergebracht. ~
6480 1Sa 18:2 | dien dage, en liet hem niet werderkeren tot zijns vaders huis. ~
6481 Heb 9:1 | van de gods dienst, en het wereldlijk heiligdom. ~
6482 Tit 2:12 | de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden verzakende,
6483 Eze 46:1 | oosten ziet; zal de zes werkdagen gesloten zijn; maar op den
6484 Psa 119:126 | voor den HEERE, dat Hij werke, want zij hebben Uw wet
6485 Gen 4:22 | een leermeester van allen werker in koper en ijzer; en de
6486 Jako 5:4 | 4 Ziet, het loon der werklieden, die uw landen gemaaid hebben,
6487 1Kro 30:5 | alle werk, door de hand der werkmeesteren te maken. En wie is er willig,
6488 Gen 45:5 | gebroeders! hun handelingen zijn werktuigen van geweld! ~
6489 Jes 19:8 | zullen rouw maken; en die het werpnet uitbreiden op de wateren,
6490 Jes 30:24 | hetwelk verschud is met de werpschoffel en met de wan. ~
6491 Job 40:20 | 20 De werpstenen worden van hem geacht als
6492 Psa 83:14 | Mijn God! maak hen als een wervel, als stoppelen voor den
6493 Jes 21:1 | woestijn aan de zee. Gelijk de wervelwinden in het zuiden henen doorgaan,
6494 Amos 1:14 | een onweder ten dage des wervelwinds. ~
6495 Jes 20:6 | dien, op welken wij zagen, werwaarts wij henenvloden om hulp,
6496 Exo 10:19 | de HEERE een zeer sterken westenwind, die hief de sprinkhanen
6497 Eze 45:7 | tegenover een der delen, van de westergrens tot de oostergrens toe. ~
6498 Joz 18:14 | keert zich om, naar den westhoek zuidwaarts van den berg,
6499 2Kon 24:11 | de koning de woorden des wetboeks hoorde, dat hij zijn klederen
6500 Rom 9:4 | en de verbonden, en de wetgeving, en de dienst van God, en
6501 Deu 32:41 | Mijn glinsterend zwaard wette, en Mijn hand ten gerichte
6502 Hand 13:39 | verzoekt, dat zal in een wettelijke vergadering beslecht worden. ~
6503 Jes 60:5 | basiliskus-eieren uit, en zij weven spinnewebben; die van hun
6504 Jes 38:12 | leven afgesneden, gelijk een wever zijn web; Hij zal mij afsnijden,
6505 Job 7:6 | lichter geweest dan een weversspoel, en zijn vergaan zonder
6506 Lev 11:29 | kruipt, onrein zijn: het wezeltje, en de muis, en de schildpad,
6507 Jes 28:28 | noch hij breekt het met het wiel zijn wagens, noch hij verbrijzelt
6508 2Kro 29:11 | opdat gij Hem dienaars en wierokers zoudt wezen. ~
6509 Hoo 4:6 | den mirreberg, en tot den wierookheuvel. ~
6510 Jes 3:24 | eens zaks in plaats van een wijden rok, en verbranding
6511 Eze 41:7 | zijkameren opwaarts naar boven al wijder, en gaf zich rondom; want
6512 1The 2:17 | geweest zijnde voor een kleine wijle tijds, naar het aangezicht,
6513 Ric 12:25 | des HEEREN begon hem bij wijlen te drijven in het leger
6514 Jes 5:2 | toren gebouwd, en ook een wijnbak daarin uitgehouwen;
6515 Job 24:6 | zij zijn voeder, en den wijnberg des goddelozen lezen zij
6516 Gen 45:11 | wijn, en zijn mantel in wijndruivenbloed. ~
6517 Num 6:3 | zal hij zich afzonderen; wijnedik, en edik van sterken drank
6518 Jes 25:6 | vet vol mergs, van reine wijnen, die gezuiverd zijn. ~
6519 Luk 13:7 | 7 En hij zeide tot den wijngaardenier: Zie, ik kome nu drie jaren,
6520 Hoo 2:4 | Hij voert mij in het wijnhuis, en de liefde is Zijn banier
6521 Hos 9:2 | De dors vloer en de wijnkuip zal henlieden niet voeden;
6522 Jer 6:9 | uw hand weder, gelijk een wijnlezer, aan de korven. ~
6523 Job 24:11 | zij olie uit, treden de wijnpersen, en zijn dorstig. ~
6524 Eze 15:2 | meer dan alle hout, of de wijnrank meer dan dat onder het hout
6525 1Pet 4:3 | ontuchtigheden, begeerlijkheden, wijnzuiperijen, brasserijen, drinkerijen
6526 Hand 11:18 | Epikureische en Stoische wijsgeren streden met hem; en sommigen
6527 Heb 12:27 | dit woord: Nog eenmaal, wijst aan de verandering der bewegelijke
6528 Ric 4:53 | 29 De wijsten harer staatsvrouwen antwoordden;
6529 1Kro 29:9 | volkomen hart en met een willige ziel; want de HEERE doorzoekt
6530 Spre 30:31 | 31 Een windhond van goede lenden, of een
6531 Eze 16:4 | met zout gewreven, noch in windselen gewonden. ~
6532 Psa 144:13 | 13 Dat onze winkelen vol zijnde, den enen voorraad
6533 1Kon 7:11 | kostelijke stenen, naar de winkelmaten gehouwen, en cederen. ~
|