4
1 Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden
sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende
geesten, en leringen der duivelen,
2 Door geveinsdheid der leugensprekers, hebbende hun eigen
geweten als met een brandijzer toegeschroeid;
3 Verbiedende te huwelijken, gebiedende van spijzen te
onthouden, die God geschapen heeft, tot nuttiging met dankzegging, voor de
gelovigen, en die de waarheid hebben bekend.
4 Want alle schepsel Gods is goed, en er is niets
verwerpelijk, met dankzegging genomen zijnde;
5 Want het wordt geheiligd door het Woord van God, en door het
gebed.
6 Als gij deze dingen den broederen voorstelt, zo zult gij een
goed dienaar van Jezus Christus zijn, opgevoed in de woorden des geloofs en der
goede leer, welke gij achtervolgd hebt.
7 Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen
uzelven tot godzaligheid.
8 Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut; maar de
godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en
des toekomenden levens.
9 Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig.
10 Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, omdat
wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een Behouder is aller mensen, maar
allermeest der gelovigen.
11 Beveel deze dingen, en leer ze.
12 Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der
gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid.
13 Houd aan in het lezen, in het vermanen, in het leren,
totdat ik kome.
14 Verzuim de gave niet, die in u is, die u gegeven is door de
profetie, met oplegging der handen des ouderlingschaps.
15 Bedenk deze dingen, wees hierin bezig, opdat uw toenemen
openbaar zij in alles.
16 Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat
doende, zult gij en uzelven behouden, en die u horen.
|