Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
dankzij 8
dat 417
david 1
de 4141
debatten 2
decaloog 8
decem 3
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
4141 de
2377 van
1780 het
1531 en
Ioannes Paulus PP. II
Veritatis Splendor

IntraText - Concordances

de

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4141

     Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Greet | en apostolische zegen! ~De schittering van de waarheid 2 Greet | zegen! ~De schittering van de waarheid straalt door in 3 Greet | waarheid straalt door in de werken van de Schepper en 4 Greet | straalt door in de werken van de Schepper en op bijzondere 5 Greet | en op bijzondere wijze in de mens die naar het beeld 6 Greet | mens die naar het beeld en de gelijkenis van God geschapen 7 Greet | geschapen is (vgl. Gen. 1, 26): de waarheid verlicht het verstand 8 Greet | verlicht het verstand en vormt de vrijheid van de mens, die 9 Greet | en vormt de vrijheid van de mens, die op deze wijze 10 Greet | wijze ertoe gebracht wordt de Heer te herkennen en lief 11 Greet | lief te hebben. Daarom bidt de psalmist: “Heer, laat Uw 12 Inl, 0, 1,1 | het heil geroepen, worden de mensenlicht door de Heer” 13 Inl, 0, 1,1 | worden de mensenlicht door de Heerenkinderen van het 14 Inl, 0, 1,1 | en heiligen ze zich door degehoorzaamheid aan de waarheid” ( 15 Inl, 0, 1,1 | door de “gehoorzaamheid aan de waarheid” (1 Petr. 1, 22). ~ 16 Inl, 0, 1,1 | gemakkelijk. Als gevolg van de geheimzinnige oerzonde, 17 Inl, 0, 1,1 | Satan, dieeen leugenaar en de vader van de leugen is” ( 18 Inl, 0, 1,1 | leugenaar en de vader van de leugen is” (Joh. 8, 44), 19 Inl, 0, 1,1 | leugen is” (Joh. 8, 44), is de mens voortdurend in de verleiding, 20 Inl, 0, 1,1 | is de mens voortdurend in de verleiding, zijn blik af 21 Inl, 0, 1,1 | zijn blik af te wenden van de levende en ware God en te 22 Inl, 0, 1,1 | ware God en te richten op de afgoden (vgl. 1 Thess. 1, 23 Inl, 0, 1,1 | Thess. 1, 9) terwijl hijde waarheid van God met de 24 Inl, 0, 1,1 | de waarheid van God met de leugen” verwisselt (Rom. 25 Inl, 0, 1,1 | wordt ook zijn vermogen om de waarheid te herkennen, geschaad 26 Inl, 0, 1,1 | is in staat het licht van de Schepper - God in de mens 27 Inl, 0, 1,1 | van de Schepper - God in de mens volledig uit te doven. 28 Inl, 0, 1,1 | volledig uit te doven. In de diepte van zijn hart bestaat 29 Inl, 0, 1,1 | altijd door het heimwee naar de absolute waarheid en het 30 Inl, 0, 1,1 | bewijst temeer het zoeken naar de zin van het leven. De ontwikkeling 31 Inl, 0, 1,1 | naar de zin van het leven. De ontwikkeling van wetenschap 32 Inl, 0, 1,1 | vermogen van het verstand en de volharding van de mens, 33 Inl, 0, 1,1 | verstand en de volharding van de mens, maar geeft de mensheid 34 Inl, 0, 1,1 | van de mens, maar geeft de mensheid geen vrijstelling 35 Inl, 0, 1,1 | mensheid geen vrijstelling van de laatste religieuze vragen, 36 Inl, 0, 1,1 | spoort hen veeleer ertoe aan, de pijnlijkste en beslissendste 37 Inl, 0, 1,2 | 2. Iedere mens moet zich de fundamentele vragen stellen: 38 Inl, 0, 1,2 | Het antwoord is, zoals de psalmist getuigt, enkel 39 Inl, 0, 1,2 | enkel mogelijk dankzij de schittering van de waarheid, 40 Inl, 0, 1,2 | dankzij de schittering van de waarheid, die in het binnenste 41 Inl, 0, 1,2 | die in het binnenste van de menselijke geest oplicht: “ 42 Inl, 0, 1,2 | Christus, “evenbeeld van de onzichtbare God” (Kol. 1, 43 Inl, 0, 1,2 | waarheid” (Joh. 1, 14): Hij isde Weg, de Waarheid en het 44 Inl, 0, 1,2 | 1, 14): Hij is “de Weg, de Waarheid en het Leven” ( 45 Inl, 0, 1,2 | antwoord op iedere vraag van de mens, in het bijzonder op 46 Inl, 0, 1,2 | vleesgeworden Woord het geheim van de mens waarlijk verklaard”. 47 Inl, 0, 1,2 | waarlijk verklaard”. Want Adam, de eerste mens, was de voorafbeelding 48 Inl, 0, 1,2 | Adam, de eerste mens, was de voorafbeelding van de toekomstige, 49 Inl, 0, 1,2 | was de voorafbeelding van de toekomstige, namelijk Christus 50 Inl, 0, 1,2 | toekomstige, namelijk Christus de Heer. Christus, de nieuwe 51 Inl, 0, 1,2 | Christus de Heer. Christus, de nieuwe Adam, verkondigt 52 Inl, 0, 1,2 | Adam, verkondigt juist in de openbaring van het geheim 53 Inl, 0, 1,2 | openbaring van het geheim van de Vader en van zijn liefde 54 Inl, 0, 1,2 | Vader en van zijn liefde de mens volledig aan de mens 55 Inl, 0, 1,2 | liefde de mens volledig aan de mens en ontsluit hem zijn 56 Inl, 0, 1,2 | Christus, “het Licht van de volkeren”, doet het aangezicht 57 Inl, 0, 1,2 | Kerk oplichten, die Hij in de hele wereld uitzendt, om 58 Inl, 0, 1,2(1) | Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van deze 59 Inl, 0, 1,2(1) | constitutie over de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium 60 Inl, 0, 1,2 | Mc. 12, 15) 2. Zo biedt de Kerk, Volk Gods te midden 61 Inl, 0, 1,2 | Volk Gods te midden van de naties, 3 terwijl zij rekening 62 Inl, 0, 1,2(2) | Dogmatische constitutie over de Kerk Lumen gentium, 1. ~ 63 Inl, 0, 1,2 | terwijl zij rekening houdt met de nieuwe uitdagingen van de 64 Inl, 0, 1,2 | de nieuwe uitdagingen van de geschiedenis en de inspanningen, 65 Inl, 0, 1,2 | uitdagingen van de geschiedenis en de inspanningen, die de mensen 66 Inl, 0, 1,2 | en de inspanningen, die de mensen bij het zoeken naar 67 Inl, 0, 1,2 | mensen bij het zoeken naar de zin van het leven leveren, 68 Inl, 0, 1,2 | antwoord aan, dat komt uit de waarheid van Jezus Christus 69 Inl, 0, 1,2 | Christus en zijn evangelie. In de Kerk leeft altijd het bewustzijn, 70 Inl, 0, 1,2 | bewustzijn, dat op haarsteeds de plicht (rust), te kijken 71 Inl, 0, 1,2 | kijken naar tekenen van de tijd en ze te duiden in 72 Inl, 0, 1,2 | generatie aangepaste wijze op de blijvende vragen van de 73 Inl, 0, 1,2 | de blijvende vragen van de mensen naar de zin van het 74 Inl, 0, 1,2 | vragen van de mensen naar de zin van het tegenwoordige 75 Inl, 0, 1,2(4) | Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van deze 76 Inl, 0, 1,2(4) | constitutie over de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium 77 Inl, 0, 1,3 | 3. Bij dit streven zijn de bisschoppen van de Kerk 78 Inl, 0, 1,3 | zijn de bisschoppen van de Kerk in gemeenschap met 79 Inl, 0, 1,3 | Kerk in gemeenschap met de opvolger van Petrus de gelovigen 80 Inl, 0, 1,3 | met de opvolger van Petrus de gelovigen nabij, ze begeleiden 81 Inl, 0, 1,3 | om zich niet slechts tot de gelovigen, maar tot alle 82 Inl, 0, 1,3 | getuigenis voor deze houding van de Kerk, die zich, “ervaren 83 Inl, 0, 1,3 | Kerk, die zich, “ervaren in de kwesties die de mensen betreffen”, 5 84 Inl, 0, 1,3 | ervaren in de kwesties die de mensen betreffen”, 5 in 85 Inl, 0, 1,3 | dienst van iedere mens en van de hele mens stelt. 6 ~De Kerk 86 Inl, 0, 1,3(5) | Paulus VI, Toespraak tot de vergadering van de Verenigde 87 Inl, 0, 1,3(5) | Toespraak tot de vergadering van de Verenigde Naties, (4 oktober 88 Inl, 0, 1,3 | van de hele mens stelt. 6 ~De Kerk weet, dat de morele 89 Inl, 0, 1,3 | stelt. 6 ~De Kerk weet, dat de morele eis iedere mens ten 90 Inl, 0, 1,3 | weten. Ze weet, dat juist op de weg van het zedelijk leven 91 Inl, 0, 1,3 | zedelijk leven voor allen de weg naar het heil openstaat, 92 Inl, 0, 1,3 | geweten herkende wil onder de invloed van de genade metterdaad 93 Inl, 0, 1,3 | wil onder de invloed van de genade metterdaad tracht 94 Inl, 0, 1,3 | eraan toe: “Evenmin weigert de goddelijke Voorzienigheid 95 Inl, 0, 1,3 | goddelijke Voorzienigheid de onmisbare hulp ter zaligheid 96 Inl, 0, 1,3 | zonder schuld nog niet tot de uitdrukkelijke erkenning 97 Inl, 0, 1,3 | inspannen om, niet zonder de goddelijke genade, tot een 98 Inl, 0, 1,3 | te vinden is, wordt door de Kerk als een voorbereiding 99 Inl, 0, 1,3(6) | Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van deze 100 Inl, 0, 1,3(6) | constitutie over de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium 101 Inl, 0, 1,3(7) | Dogmatische constitutie over de Kerk Lumen gentium, 16. ~ 102 Inl, 0, 2,4 | Altijd al, maar vooral in de loop van de beide laatste 103 Inl, 0, 2,4 | maar vooral in de loop van de beide laatste eeuwen hebben 104 Inl, 0, 2,4 | beide laatste eeuwen hebben de pausen zowel persoonlijk 105 Inl, 0, 2,4 | aangeboden die rekening houdt met de gevarieerde en onderscheiden 106 Inl, 0, 2,4 | het menselijk leven. In de Naam en met het gezag van 107 Inl, 0, 2,4 | zending, in hun strijd voor de mens hebben zij gesterkt, 108 Inl, 0, 2,4 | opgericht en getroost; met de garantie van de bijstand 109 Inl, 0, 2,4 | getroost; met de garantie van de bijstand van de Geest der 110 Inl, 0, 2,4 | garantie van de bijstand van de Geest der Waarheid hebben 111 Inl, 0, 2,4 | tot een beter begrip van de zedelijke eisen op het gebied 112 Inl, 0, 2,4 | eisen op het gebied van de menselijke seksualiteit, 113 Inl, 0, 2,4 | leer biedt zowel binnen de overlevering van de Kerk 114 Inl, 0, 2,4 | binnen de overlevering van de Kerk als die van de geschiedenis 115 Inl, 0, 2,4 | van de Kerk als die van de geschiedenis van de mensheid 116 Inl, 0, 2,4 | van de geschiedenis van de mensheid een voortdurende 117 Inl, 0, 2,4 | voortdurende verdieping van de zedelijke kennis. 8 ~Maar 118 Inl, 0, 2,4 | het nodig te zijn, over de zedenleer van de Kerk als 119 Inl, 0, 2,4 | zijn, over de zedenleer van de Kerk als geheel na te denken, 120 Inl, 0, 2,4 | geheel na te denken, met de duidelijke doelstelling 121 Inl, 0, 2,4 | fundamentele waarheden van de katholieke leer in herinnering 122 Inl, 0, 2,4 | herinnering te roepen, die in de huidige context het risico 123 Inl, 0, 2,4 | is namelijk juist binnen de christelijke gemeenschap 124 Inl, 0, 2,4 | ontstaan die met betrekking tot de zedelijke leer van de Kerk 125 Inl, 0, 2,4 | tot de zedelijke leer van de Kerk de verspreiding van 126 Inl, 0, 2,4 | zedelijke leer van de Kerk de verspreiding van allerlei 127 Inl, 0, 2,4 | systematisch in twijfel trekken van de zedelijke leertraditie op 128 Inl, 0, 2,4 | Deze hebben hun wortels in de meer of minder verborgen 129 Inl, 0, 2,4 | denkrichtingen, die tenslotte de menselijke vrijheid van 130 Inl, 0, 2,4 | vrijheid van haar worteling in de voor haar essentiële en 131 Inl, 0, 2,4 | bepalende betrekking tot de waarheid berooft. Zo wordt 132 Inl, 0, 2,4 | waarheid berooft. Zo wordt de aloude leer over de natuurwet, 133 Inl, 0, 2,4 | wordt de aloude leer over de natuurwet, over de universaliteit 134 Inl, 0, 2,4 | over de natuurwet, over de universaliteit en de blijvende 135 Inl, 0, 2,4 | over de universaliteit en de blijvende geldigheid van 136 Inl, 0, 2,4 | geboden afgewezen; delen van de kerkelijke verkondiging 137 Inl, 0, 2,4 | kerkelijke verkondiging van de moraal worden voor eenvoudigweg 138 Inl, 0, 2,4 | zich alleen in kwesties van de moraal mag mengen om de “ 139 Inl, 0, 2,4 | de moraal mag mengen om de “gewetens te vermanen” en 140 Inl, 0, 2,4 | kan op grond daarvan dan de beslissingen en besluiten 141 Inl, 0, 2,4 | In het bijzonder moet de discrepantie naar voren 142 Inl, 0, 2,4 | traditionele antwoord van de Kerk en enkele, ook op de 143 Inl, 0, 2,4 | de Kerk en enkele, ook op de priesterseminaries en aan 144 Inl, 0, 2,4 | priesterseminaries en aan de theologische faculteiten 145 Inl, 0, 2,4 | tegenover vragen, die voor de Kerk en voor het geloofsleven 146 Inl, 0, 2,4 | voor het geloofsleven van de christenen, ja voor het 147 Inl, 0, 2,4 | in zijn algemeenheid, van de allergrootste betekenis 148 Inl, 0, 2,4 | bijzonder gevraagd: Bezitten de geboden van God, die de 149 Inl, 0, 2,4 | de geboden van God, die de mens in het hart geschreven 150 Inl, 0, 2,4 | werkelijk het vermogen, de dagelijkse beslissingen 151 Inl, 0, 2,4 | dagelijkse beslissingen van de individuele mensen en van 152 Inl, 0, 2,4 | individuele mensen en van de hele maatschappij te doorlichten? 153 Inl, 0, 2,4 | gehoorzamen en daarmee God en de naaste lief te hebben, zonder 154 Inl, 0, 2,4 | respecteren? Verbreid is ook de twijfel aan de nauwe en 155 Inl, 0, 2,4 | Verbreid is ook de twijfel aan de nauwe en onscheidbare samenhang 156 Inl, 0, 2,4 | en moraal, alsof het tot de Kerk en haar innerlijke 157 Inl, 0, 2,4 | worden, terwijl men inzake de moraal een pluralisme van 158 Inl, 0, 2,4 | subjectieve geweten, resp. de verscheidenheid van sociale 159 Inl, 0, 2,4(8) | theoretische ontwikkeling binnen de leer reeds laten erkennen. 160 Inl, 0, 2,4(8) | Radiotoespraak ter gelegenheid van de 50e verjaardag van Rerum 161 Inl, 0, 2,5 | schrijven die - zoals ik in de op 1 augustus 1987 bij de 162 Inl, 0, 2,5 | de op 1 augustus 1987 bij de 200e geboortedag van de 163 Inl, 0, 2,5 | de 200e geboortedag van de heilige Alfonsus Maria van 164 Inl, 0, 2,5 | omvangrijker en grondiger de problemen die de eigenlijke 165 Inl, 0, 2,5 | grondiger de problemen die de eigenlijke grondslagen van 166 Inl, 0, 2,5 | eigenlijke grondslagen van de moraaltheologie betreffen9 167 Inl, 0, 2,5 | door enkele richtingen van de tegenwoordige moraaltheologie 168 Inl, 0, 2,5 | bisschopsambt, die met mij de verantwoordelijkheid deelt 169 Inl, 0, 2,5 | verantwoordelijkheid deelt om degezonde leer” (2 Tim. 4, 170 Inl, 0, 2,5 | doel, enkele aspecten van de leer te preciseren, die 171 Inl, 0, 2,5 | noemen, zo ernstig zijn de moeilijkheden, die daaruit 172 Inl, 0, 2,5 | voor het morele leven van de gelovigen en voor de gemeenschap 173 Inl, 0, 2,5 | van de gelovigen en voor de gemeenschap in de Kerk alsook 174 Inl, 0, 2,5 | en voor de gemeenschap in de Kerk alsook voor een rechtvaardig 175 Inl, 0, 2,5 | omdat het gepast leek, de Catechismus van de katholieke 176 Inl, 0, 2,5 | leek, de Catechismus van de katholieke Kerk eraan vooraf 177 Inl, 0, 2,5 | systematische presentatie van de christelijke moraalleer 178 Inl, 0, 2,5 | christelijke moraalleer bevat. De Catechismus stelt het zedelijk 179 Inl, 0, 2,5 | stelt het zedelijk leven van de gelovigen in zijn grondslagen 180 Inl, 0, 2,5 | inhouden als het leven van dekinderen Godsvoor. “Zich 181 Inl, 0, 2,5 | nieuwe waarde bewust, moeten de christenen voortaan zo leven, 182 Inl, 0, 2,5 | daartoe in staat gesteld door de genade van Christus en de 183 Inl, 0, 2,5 | de genade van Christus en de gave van zijn Geest, die 184 Inl, 0, 2,5 | zijn Geest, die ze door de sacramenten en het gebed 185 Inl, 0, 2,5 | Terwijl zij verwijst naar de Catechismusals goedgekeurde 186 Inl, 0, 2,5 | tekst voor het onderricht in de katholieke leer”, 11 zal 187 Inl, 0, 2,5(10) | Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 1692. ~ 188 Inl, 0, 2,5 | katholieke leer”, 11 zal de encycliek zich ertoe beperken, 189 Inl, 0, 2,5 | fundamentele vraagstukken van de zedenleer van de Kerk bezig 190 Inl, 0, 2,5 | vraagstukken van de zedenleer van de Kerk bezig te houden, en 191 Inl, 0, 2,5 | bezig te houden, en dit in de vorm van een noodzakelijke 192 Inl, 0, 2,5 | van problemen, die onder de ethici en moraaltheologen 193 Inl, 0, 2,5 | van deze encycliek, die de bedoeling heeft om met betrekking 194 Inl, 0, 2,5 | heeft om met betrekking tot de behandelde problemen de 195 Inl, 0, 2,5 | de behandelde problemen de eisen van een op de Heilige 196 Inl, 0, 2,5 | problemen de eisen van een op de Heilige Schrift en de levende 197 Inl, 0, 2,5 | op de Heilige Schrift en de levende apostolische overlevering12 198 Inl, 0, 2,5 | zetten en tegelijkertijd de vooronderstellingen en gevolgen 199 Inl, 0, 2,5 | gevolgen aan te tonen van de antwoorden die zich tegen 200 Inl, 0, 2,5(12) | Dogmatische constitutie over de Goddelijke openbaring, Dei 201 I | Christus en het antwoord op de morele vraag~ 202 I, 0, 3,6 | Het gesprek van Jezus met de rijke jongeling, dat in 203 I, 0, 3,6 | hoofdstuk van het evangelie van de heilige Mattheus weergegeven 204 I, 0, 3,6 | het goede? Slechts één isde Goede”. Wanneer je echter 205 I, 0, 3,6 | bereiken, onderhoud dan de geboden! Daarop vroeg hij 206 I, 0, 3,6 | naaste liefhebben als jezelf. De jongeman antwoordde Hem: 207 I, 0, 3,6 | bezit en geeft het geld aan de armen; zo zul je een blijvende 208 I, 0, 3,6 | je een blijvende schat in de hemel hebben; kom dan en 209 I, 0, 3,6(13) | brief Parati semper tot de jongeren van de wereld bij 210 I, 0, 3,6(13) | semper tot de jongeren van de wereld bij gelegenheid van 211 I, 0, 3,6(13) | internationale jaar van de jeugd (31 maart 1985), nr 212 I, 0, 3,7 | een man naar Jezus..” In de jongeman, wiens naam het 213 I, 0, 3,7 | onbewust, tot Christus, de Verlosser van de mens, nadert 214 I, 0, 3,7 | Christus, de Verlosser van de mens, nadert en hem de morele 215 I, 0, 3,7 | van de mens, nadert en hem de morele vraag stelt. Voor 216 I, 0, 3,7 | morele vraag stelt. Voor de jongeman is het niet in 217 I, 0, 3,7 | jongeman is het niet in de eerste plaats een vraag 218 I, 0, 3,7 | eerste plaats een vraag naar de regels, die gevolgd moeten 219 I, 0, 3,7 | wel veeleer een vraag naar de zingeving van het leven. 220 I, 0, 3,7 | leven. En inderdaad gaat de mens bij iedere beslissing 221 I, 0, 3,7 | is het stille zoeken en de innerlijke impuls, die de 222 I, 0, 3,7 | de innerlijke impuls, die de vrijheid in beweging zet. 223 I, 0, 3,7 | ons tot zich roept, het is de weerklank van een roeping 224 I, 0, 3,7 | en doel van het leven van de mens. Precies vanuit dit 225 I, 0, 3,7 | Vaticanum II ertoe opgeroepen, de moraaltheologie zo te vervolmaken, 226 I, 0, 3,7 | zo te vervolmaken, dat ze de verhevenheid van de roeping, 227 I, 0, 3,7 | dat ze de verhevenheid van de roeping, die de gelovigen 228 I, 0, 3,7 | verhevenheid van de roeping, die de gelovigen in Christus ontvangen 229 I, 0, 3,7 | volledig vervult. ~Opdat de mensen dezeontmoeting 230 I, 0, 3,7 | Inderdaad, “dit doel alleen zou de Kerk willen dienen: iedere 231 I, 0, 3,7(14) | Vgl. Vat. II, Decreet over de priesteropleiding Optatam 232 I, 0, 4,8 | 8. Uit de grond van het hart komt 233 I, 0, 4,8 | grond van het hart komt de vraag, die de rijke jongeling 234 I, 0, 4,8 | hart komt de vraag, die de rijke jongeling aan Jezus 235 I, 0, 4,8 | worden, en het eeuwige leven. De gesprekspartner van Jezus 236 I, 0, 4,8 | tussen het zedelijk goede en de volledige vervulling van 237 I, 0, 4,8 | volledige vervulling van de eigen bestemming. Hij is 238 I, 0, 4,8 | vrome jood, die zogezegd in de schaduw van de wet des Heren 239 I, 0, 4,8 | zogezegd in de schaduw van de wet des Heren is opgegroeid. 240 I, 0, 4,8 | daarom doet, omdat hij het in de wet besloten antwoord niet 241 I, 0, 4,8 | Waarschijnlijker is, dat de uitstraling van de Persoon 242 I, 0, 4,8 | dat de uitstraling van de Persoon van Jezus in hem 243 I, 0, 4,8 | deed opkomen. Hij merkt de behoefte om Hem te ontmoeten 244 I, 0, 4,8 | aankondiging begonnen is: “De tijd is vervuld, het Rijk 245 I, 0, 4,8 | evangelie!” (Mc. 1, 15). ~De mens van vandaag moet zich 246 I, 0, 4,8 | het antwoord te krijgen op de vraag, wat goed en wat slecht 247 I, 0, 4,8 | en wat slecht is. Hij is de Meester, de Verrezene, die 248 I, 0, 4,8 | slecht is. Hij is de Meester, de Verrezene, die het leven 249 I, 0, 4,8 | en die in zijn Kerk en in de wereld altijd aanwezig is. 250 I, 0, 4,8 | aanwezig is. Hij ontsluit voor de gelovigen het boek van de 251 I, 0, 4,8 | de gelovigen het boek van de Schrift en leert door de 252 I, 0, 4,8 | de Schrift en leert door de volle openbaring van de 253 I, 0, 4,8 | de volle openbaring van de wil van de Vader de waarheid 254 I, 0, 4,8 | openbaring van de wil van de Vader de waarheid over het 255 I, 0, 4,8 | van de wil van de Vader de waarheid over het zedelijk 256 I, 0, 4,8 | het zedelijk handelen. Aan de oorsprong en op het hoogtepunt 257 I, 0, 4,8 | hoogtepunt van het heilsplan, van de Alpha en de Omega der menselijke 258 I, 0, 4,8 | heilsplan, van de Alpha en de Omega der menselijke geschiedenis ( 259 I, 0, 4,8 | 22, 13), onthult Christus de toestand van de mens en 260 I, 0, 4,8 | Christus de toestand van de mens en zijn volle roeping. 261 I, 0, 4,8 | volle roeping. Daarom moetde mens die zichzelf ten diepste 262 I, 0, 4,8 | zichzelf te vinden, zich de hele werkelijkheid van de 263 I, 0, 4,8 | de hele werkelijkheid van de menswording en verlossing “ 264 I, 0, 4,8 | in hem voltrekt, brengt de mens vruchten voort niet 265 I, 0, 4,8 | binnendringen in het binnenste van de moraal van het evangelie 266 I, 0, 4,8 | bevatten, moeten we zorgvuldig de zin van de door de rijke 267 I, 0, 4,8 | we zorgvuldig de zin van de door de rijke jongeling 268 I, 0, 4,8 | zorgvuldig de zin van de door de rijke jongeling van het 269 I, 0, 4,8 | gestelde vraag en meer nog de zin van het antwoord van 270 I, 0, 4,8 | behoedzaamheid, terwijl Hij de jongeman als het ware bij 271 I, 0, 4,8 | jongeman als het ware bij de hand neemt en stap voor 272 I, 0, 4,8 | neemt en stap voor stap naar de waarheid voert. ~ 273 I, 0, 5 | Slecht één isde Goede” (Mt. 19, 17).~ 274 I, 0, 5,9 | het goede? Slechts een isde Goede”. Wanneer je echter 275 I, 0, 5,9 | bereiken, onderhoud dan de geboden!” (Mt. 19, 17). 276 I, 0, 5,9 | geboden!” (Mt. 19, 17). In de tekst van de evangelisten 277 I, 0, 5,9 | 19, 17). In de tekst van de evangelisten Marcus en Lucas 278 I, 0, 5,9 | evangelisten Marcus en Lucas luidt de vraag aldus: “Waarom noem 279 I, 0, 5,9 | Niemand is goed buiten God, de Ene” (Mc. 10, 18; vgl. Lc. 280 I, 0, 5,9 | 18, 19). ~Voordat Jezus de vraag beantwoordt, wil Hij 281 I, 0, 5,9 | beantwoordt, wil Hij dat de jongeman helderheid krijgt 282 I, 0, 5,9 | het motief van zijn vraag. Degoede Meesterwijst zijn 283 I, 0, 5,9 | erop, dat het antwoord op de vraagWat voor goeds moet 284 I, 0, 5,9 | wenden tot Hem, diealleen de Goedeis: “Niemand is goed 285 I, 0, 5,9 | Niemand is goed buiten God, de Ene” (Mc. 10, 18; vgl. Lc. 286 I, 0, 5,9 | 19). Alleen God kan op de vraag naar het goede antwoorden, 287 I, 0, 5,9 | zich toewenden naar God, de volheid van het goede. Jezus 288 I, 0, 5,9 | goede. Jezus laat zien, dat de vraag van de jongeman inderdaad 289 I, 0, 5,9 | laat zien, dat de vraag van de jongeman inderdaad een religieuze 290 I, 0, 5,9 | is en dat het goede, dat de mens aantrekt en tegelijk 291 I, 0, 5,9 | heel het hart, met heel de ziel en met alle gedachten” ( 292 I, 0, 5,9 | te worden. Jezus herleidt de vraag naar het zedelijk 293 I, 0, 5,9 | religieuze wortels, tot de erkenning van God, de enig 294 I, 0, 5,9 | tot de erkenning van God, de enig Goede, volheid van 295 I, 0, 5,10 | 10. De door de woorden van de Meester 296 I, 0, 5,10 | 10. De door de woorden van de Meester onderrichte 297 I, 0, 5,10 | De door de woorden van de Meester onderrichte Kerk 298 I, 0, 5,10 | onderrichte Kerk gelooft, dat de mens, die naar het beeld 299 I, 0, 5,10 | Christus verlost en door de aanwezigheid van de heilige 300 I, 0, 5,10 | door de aanwezigheid van de heilige Geest geheiligd 301 I, 0, 5,10 | beeld van God - schrijft de heilige Ambrosius. Ken jezelf, 302 I, 0, 5,10 | jezelf, o mens: je bent de afstraling van God (1 Kor. 303 I, 0, 5,10 | je zijn afstraling bent. De profeet zegt: te wonderbaar 304 I, 0, 5,10 | wordt in het verstand van de mens geprezen. Terwijl ik, 305 I, 0, 5,10 | geprezen. Terwijl ik, die U in de geheimste gedachten en de 306 I, 0, 5,10 | de geheimste gedachten en de diepste gevoelens doorziet, 307 I, 0, 5,10 | mezelf bekijk, herken ik de geheimen van uw kennis. 308 I, 0, 5,10 | over jezelf..”. 17 ~Wat de mens is en wat hij moet 309 I, 0, 5,10 | bekend in het ogenblik van de zelfopenbaring van God. 310 I, 0, 5,10 | zelfopenbaring van God. De tien geboden zijn immers 311 I, 0, 5,10 | zijn immers gegrondvest op de woorden: “Ik ben Jahwe, 312 I, 0, 5,10 | hebben” (Ex. 20, 2-3). In deDecaloogvan het verbond 313 I, 0, 5,10 | verbond met Israël en in de hele wet doet God zich kennen 314 I, 0, 5,10 | als Degene die, ondanks de zonde van de mens verder 315 I, 0, 5,10 | die, ondanks de zonde van de mens verder het “model” 316 I, 0, 5,10 | Weest heilig, want Ik, de Heer uw God, ben heilig” ( 317 I, 0, 5,10 | trouw aan zijn liefde voor de mens, hem zijn wet schenkt ( 318 I, 0, 5,10 | 19, 9-24; 20, 18-21), om de oorspronkelijke harmonie 319 I, 0, 5,10 | oorspronkelijke harmonie met de Schepper en met de hele 320 I, 0, 5,10 | harmonie met de Schepper en met de hele schepping te herstellen, 321 I, 0, 5,10 | verschuldigde antwoord op de vrije initiatieven, waarin 322 I, 0, 5,10 | initiatieven, waarin Gods liefde de mens onbeperkt laat delen. 323 I, 0, 5,10 | laat delen. Het is volgens de verklaring die het boek 324 I, 0, 5,10 | geeft, een antwoord van de liefde: “Hoor Israël! Jahwe 325 I, 0, 5,10 | ziel en met al uw krachten. De geboden die ik u heden voorschrijf, 326 I, 0, 5,10 | 6, 4-7). ~Zo is het in de onverdiende liefde van God 327 I, 0, 5,10 | deze liefde te zoeken; want de liefde stamt zo van God, 328 I, 0, 5,10(18) | Leo de Grote, Sermo XCII, cap III: 329 I, 0, 5,11 | 11. De vaststelling, datslechts 330 I, 0, 5,11 | verwijst ons dus naar deeerste tafelvan de geboden, 331 I, 0, 5,11 | naar de “eerste tafelvan de geboden, die oproept, God 332 I, 0, 5,11 | geboden, die oproept, God als de enige Heer en de Absolute 333 I, 0, 5,11 | God als de enige Heer en de Absolute te erkennen en 334 I, 0, 5,11 | gerechtigheid te beoefenen en de goedheid te beminnen (vgl. 335 I, 0, 5,11 | beminnen (vgl. Mich. 6, 8). De Heer als God te erkennen 336 I, 0, 5,11 | Heer als God te erkennen is de fundamentele kern, het hartstuk 337 I, 0, 5,11 | fundamentele kern, het hartstuk van de wet, waaruit de afzonderlijke 338 I, 0, 5,11 | hartstuk van de wet, waaruit de afzonderlijke geboden zijn 339 I, 0, 5,11 | ze zijn onderworpen. Door de moraal van de geboden wordt 340 I, 0, 5,11 | onderworpen. Door de moraal van de geboden wordt het toebehoren 341 I, 0, 5,11 | van het volk Israël aan de Heer duidelijk, want God 342 I, 0, 5,11 | Dat is het getuigenis van de heilige Schrift, die op 343 I, 0, 5,11 | bladzijden doordrongen is van de waarneming van de absolute 344 I, 0, 5,11 | is van de waarneming van de absolute heiligheid van 345 I, 0, 5,11 | Heilig, heilig, heilig is de Heer der heerscharen” (Jes. 346 I, 0, 5,11 | menselijke inspanning, ook niet de strengste onderhouding van 347 I, 0, 5,11 | strengste onderhouding van de geboden, om de wette vervullen”, 348 I, 0, 5,11 | onderhouding van de geboden, om de wette vervullen”, dat 349 I, 0, 5,11 | vervullen”, dat wil zeggen de Heer als God te erkennen 350 I, 0, 5,11 | als God te erkennen en Hem de Hem alleen toekomende verering 351 I, 0, 5,11 | bewijzen (vgl. Mt. 4, 10). Devervullingkan alleen 352 I, 0, 5,11 | en meedeelt, in Hem die de rijke jongeling met de woorden “ 353 I, 0, 5,11 | die de rijke jongeling met de woordengoede Meester” 354 I, 0, 5,11 | 10, 17; Lc. 18, 18). Wat de jongeman nu misschien alleen 355 I, 0, 6 | bereiken, onderhoud dan de geboden” (Mt. 19, 17).~ 356 I, 0, 6,12 | 12. Alleen God kan op de vraag naar het goede antwoorden, 357 I, 0, 6,12 | dat gedaan, doordat Hij de mens geschapen heeft en 358 I, 0, 6,12 | wijsheid en liefde door de hem in het hart geschreven 359 I, 0, 6,12 | geschreven wet (vgl. Rom. 2, 15), denatuurlijke wetafgestemd 360 I, 0, 6,12 | deze wet heeft God ons bij de schepping geschonken”. 19 361 I, 0, 6,12 | Hij heeft het toen in de geschiedenis van Israël 362 I, 0, 6,12 | Israël in het bijzonder met detien woordengedaan, dat 363 I, 0, 6,12 | gedaan, dat wil zeggen met de geboden van de Sinaï, waardoor 364 I, 0, 6,12 | zeggen met de geboden van de Sinaï, waardoor God het 365 I, 0, 6,12 | 20, 41). Het geschenk van de tien geboden is belofte 366 I, 0, 6,12 | Nieuwe Verbond, wanneer de wet weer en voorgoed in 367 I, 0, 6,12 | voorgoed in het hart van de mensen gegrift zal worden ( 368 I, 0, 6,12 | 34) en in plaats komt van de wet van de zonde, die dit 369 I, 0, 6,12 | plaats komt van de wet van de zonde, die dit hart had 370 I, 0, 6,12 | zaleen nieuwe geest”, de Geest van God, wonen (vgl. 371 I, 0, 6,12(19) | 91, a. 2; Catechismus van de Katholieke Kerk, nr 1955. ~ 372 I, 0, 6,12 | Ez. 36, 24-28). 20 ~Na de betekenisvolle precisering: “ 373 I, 0, 6,12 | precisering: “Slechts een isde Goedeantwoordt Jezus daarom 374 I, 0, 6,12 | antwoordt Jezus daarom de jongeman: “Wanneer je echter 375 I, 0, 6,12 | bereiken, onderhoud dan de geboden” (Mt. 19, 17). Daarmee 376 I, 0, 6,12 | geboden: Gods geboden wijzen de mensen de weg van het leven 377 I, 0, 6,12 | geboden wijzen de mensen de weg van het leven en leiden 378 I, 0, 6,12 | leiden hen naar Hem. Uit de mond van Jezus, de nieuwe 379 I, 0, 6,12 | Uit de mond van Jezus, de nieuwe Mozes, worden aan 380 I, 0, 6,12 | nieuwe Mozes, worden aan de mensen de geboden van de 381 I, 0, 6,12 | Mozes, worden aan de mensen de geboden van de Decaloog 382 I, 0, 6,12 | de mensen de geboden van de Decaloog opnieuw geschonken; 383 I, 0, 6,12 | Verbond was het voorwerp van de belofte het bezit van een 384 I, 0, 6,12 | Verbond is voorwerp van de belofte hetHemelrijk”, 385 I, 0, 6,12 | Jezus aan het begin van de Bergrede - de rede die de 386 I, 0, 6,12 | begin van de Bergrede - de rede die de rijkste en de 387 I, 0, 6,12 | de Bergrede - de rede die de rijkste en de volledigste 388 I, 0, 6,12 | de rede die de rijkste en de volledigste presentatie 389 I, 0, 6,12 | volledigste presentatie van de Nieuwe Wet bevat (vgl. Mt. 390 I, 0, 6,12 | duidelijke overeenstemming met de aan Mozes door God op de 391 I, 0, 6,12 | de aan Mozes door God op de Sinaï gegeven Tien Geboden, 392 I, 0, 6,12 | van het Hemelrijk heeft de uitdrukkingeeuwig leven” 393 I, 0, 6,12 | volmaakte verwerkelijking pas na de dood, maar is in het geloof 394 I, 0, 6,12 | deelneming aan een volheid in de navolging van Christus. 395 I, 0, 6,12 | Jezus zegt namelijk na de ontmoeting met de rijke 396 I, 0, 6,12 | namelijk na de ontmoeting met de rijke jongeling tot de leerlingen: “ 397 I, 0, 6,12 | met de rijke jongeling tot de leerlingen: “En ieder die 398 I, 0, 6,13 | antwoord van Jezus is voor de jonge man niet voldoende, 399 I, 0, 6,13 | voldoende, en hij vraagt de Meester verder over de geboden 400 I, 0, 6,13 | vraagt de Meester verder over de geboden die onderhouden 401 I, 0, 6,13 | leven zou moeten doen om de erkenning van de heiligheid 402 I, 0, 6,13 | doen om de erkenning van de heiligheid van God te verkondigen. 403 I, 0, 6,13 | verkondigen. Nadat Jezus de blik van de jongeman op 404 I, 0, 6,13 | Nadat Jezus de blik van de jongeman op God heeft gebracht, 405 I, 0, 6,13 | gebracht, herinnert Hij hem aan de geboden van de Decaloog, 406 I, 0, 6,13 | Hij hem aan de geboden van de Decaloog, die betrekking 407 I, 0, 6,13 | die betrekking hebben op de naaste; “Jezus antwoordde: 408 I, 0, 6,13 | jezelf” (Mt. 18-19). ~Uit de samenhang van het gesprek, 409 I, 0, 6,13 | het gesprek, en vooral uit de vergelijking van de tekst 410 I, 0, 6,13 | uit de vergelijking van de tekst bij Mattheus met de 411 I, 0, 6,13 | de tekst bij Mattheus met de parallelplaatsen bij Marcus 412 I, 0, 6,13 | Lucas blijkt dat Jezus niet de bedoeling heeft, alle geboden, 413 I, 0, 6,13 | er Hem veeleer om gaat, de jonge man te wijzen op de “ 414 I, 0, 6,13 | de jonge man te wijzen op de “centrale plaatsvan de 415 I, 0, 6,13 | de “centrale plaatsvan de tien geboden voor alle andere 416 I, 0, 6,13 | om aan te geven wat voor de mensIk ben de Heer uw 417 I, 0, 6,13 | wat voor de mensIk ben de Heer uw Godbetekent. Het 418 I, 0, 6,13 | ontsnappen, aan welke geboden van de wet de Heer de jongeman 419 I, 0, 6,13 | welke geboden van de wet de Heer de jongeman herinnert: 420 I, 0, 6,13 | geboden van de wet de Heer de jongeman herinnert: het 421 I, 0, 6,13 | enkele geboden, die tot de zogenaamdetweede tafel” 422 I, 0, 6,13 | zogenaamdetweede tafelvan de Decaloog horen, waarvan 423 I, 0, 6,13 | Decaloog horen, waarvan de samenvatting (vgl. Rom. 424 I, 0, 6,13 | fundament het gebod van de naastenliefde is: “Bemin 425 I, 0, 6,13 | gebod komt heel duidelijk de unieke waarde van de menselijke 426 I, 0, 6,13 | duidelijk de unieke waarde van de menselijke persoon tot uitdrukking, 427 I, 0, 6,13 | zichzelf gewild heeft”. 21 De verschillende geboden van 428 I, 0, 6,13 | verschillende geboden van de Decaloog weerspiegelen inderdaad 429 I, 0, 6,13 | inderdaad slechts dat ene dat de menselijke persoon betreft, 430 I, 0, 6,13 | menselijke persoon betreft, op de zelfde wijze als waarop 431 I, 0, 6,13 | zelfde wijze als waarop de veelvoudige bona de identiteit 432 I, 0, 6,13 | waarop de veelvoudige bona de identiteit van de menselijke 433 I, 0, 6,13 | veelvoudige bona de identiteit van de menselijke persoon als geestelijk 434 I, 0, 6,13 | betrekking met God, met de naaste en met de wereld 435 I, 0, 6,13 | God, met de naaste en met de wereld van de dingen aanduiden. 436 I, 0, 6,13 | naaste en met de wereld van de dingen aanduiden. Zoals 437 I, 0, 6,13 | aanduiden. Zoals wij in de Catechismus van de katholieke 438 I, 0, 6,13 | wij in de Catechismus van de katholieke Kerk lezenzijn 439 I, 0, 6,13 | katholieke Kerk lezenzijn de tien geboden deel van de 440 I, 0, 6,13 | de tien geboden deel van de openbaring van God. Tegelijkertijd 441 I, 0, 6,13 | Tegelijkertijd leren zij ons de ware natuur van de mens. 442 I, 0, 6,13 | zij ons de ware natuur van de mens. Zij brengen zijn wezenlijke 443 I, 0, 6,13 | en daarmee, indirect, ook de grondrechten die eigen zijn 444 I, 0, 6,13 | grondrechten die eigen zijn aan de natuur van de menselijke 445 I, 0, 6,13 | eigen zijn aan de natuur van de menselijke persoon”. 22 ~ 446 I, 0, 6,13(21) | Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van deze 447 I, 0, 6,13(21) | constitutie over de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium 448 I, 0, 6,13 | menselijke persoon”. 22 ~De geboden waaraan Jezus zijn 449 I, 0, 6,13 | bestemd het welzijn van de persoon, evenbeeld van God, 450 I, 0, 6,13 | evenbeeld van God, door de bescherming van zijn bona 451 I, 0, 6,13 | verboden zijn geformuleerd. De negatieve voorschriften 452 I, 0, 6,13 | drukken bijzonder krachtig de absolute eis uit om het 453 I, 0, 6,13 | om het menselijk leven, de gemeenschap van personen 454 I, 0, 6,13 | huwelijk, het privé-eigendom, de waarachtigheid en de goede 455 I, 0, 6,13 | privé-eigendom, de waarachtigheid en de goede naam te beschermen. ~ 456 I, 0, 6,13 | goede naam te beschermen. ~De geboden bieden dus de grondvoorwaarden 457 I, 0, 6,13 | De geboden bieden dus de grondvoorwaarden voor de 458 I, 0, 6,13 | de grondvoorwaarden voor de naastenliefde; tegelijkertijd 459 I, 0, 6,13 | controle daarvoor. Zij vormen de eerste noodzakelijke etappe 460 I, 0, 6,13 | noodzakelijke etappe op de weg naar de vrijheid, haar 461 I, 0, 6,13 | noodzakelijke etappe op de weg naar de vrijheid, haar begin: “De 462 I, 0, 6,13 | de vrijheid, haar begin: “De eerste vrijheid - schrijft 463 I, 0, 6,13 | eerste vrijheid - schrijft de heilige Augustinus -bestaat 464 I, 0, 6,13 | hoofd op te heffen naar de vrijheid, maar dat is pas 465 I, 0, 6,13 | dat is pas het begin van de vrijheid, niet de volkomen 466 I, 0, 6,13 | begin van de vrijheid, niet de volkomen vrijheid..”. 23 ~ 467 I, 0, 6,13(22) | Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 2070. ~ 468 I, 0, 6,14 | voorrang zou willen geven aan de naastenliefde of haar zelfs 469 I, 0, 6,14 | naastenliefde of haar zelfs van de liefde tot God scheiden. 470 I, 0, 6,14 | zoals zijn gesprek met de wetgeleerden bewijst: als 471 I, 0, 6,14 | bijna gelijke vraag als de rijke jongeling stelt, ziet 472 I, 0, 6,14 | door Jezus verwezen naar de beide geboden van de liefde 473 I, 0, 6,14 | naar de beide geboden van de liefde tot God en de naastenliefde ( 474 I, 0, 6,14 | van de liefde tot God en de naastenliefde (vgl. Lc. 475 I, 0, 6,14 | tweede van deze geboden de nieuwsgierigheid en de vraag 476 I, 0, 6,14 | geboden de nieuwsgierigheid en de vraag van de wetgeleerde 477 I, 0, 6,14 | nieuwsgierigheid en de vraag van de wetgeleerde wekt: “En wie 478 I, 0, 6,14 | mijn naaste?” (Lc. 10, 29). De Meester antwoord met de 479 I, 0, 6,14 | De Meester antwoord met de gelijkenis van de barmhartige 480 I, 0, 6,14 | antwoord met de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan, 481 I, 0, 6,14 | barmhartige Samaritaan, de sleutelgelijkenis voor het 482 I, 0, 6,14 | verstaan van het gebod van de naastenliefde (vgl. Lc. 483 I, 0, 6,14 | naastenliefde (vgl. Lc. 10, 30-37). ~De beide geboden waaraan “de 484 I, 0, 6,14 | De beide geboden waaraande hele wet hangt en de profeten” ( 485 I, 0, 6,14 | waaraan “de hele wet hangt en de profeten” (Mt. 22, 40), 486 I, 0, 6,14 | hoogtepunt aan het kruis, dat de verlossing brengt (vgl. 487 I, 0, 6,14 | zijn ondeelbare liefde tot de Vader en tot de mensheid ( 488 I, 0, 6,14 | liefde tot de Vader en tot de mensheid (vgl. Joh. 13, 489 I, 0, 6,14 | uitdrukking, dat zonder de naastenliefde die concreet 490 I, 0, 6,14 | wordt in het onderhouden van de geboden, de echte Godsliefde 491 I, 0, 6,14 | onderhouden van de geboden, de echte Godsliefde niet mogelijk 492 I, 0, 6,14 | kracht van woorden schrijft de H. Johannes: “Als iemand 493 I, 0, 6,14 | niet ziet” (1 Joh. 4, 20). De evangelist stemt in met 494 I, 0, 6,14 | evangelist stemt in met de morele verkondiging van 495 I, 0, 6,14 | verkondiging van Christus die in de gelijkenis van de barmhartige 496 I, 0, 6,14 | die in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan ( 497 I, 0, 6,14 | vgl. Lc. 10, 30-37) en in de “redevoering” over het Laatste 498 I, 0, 6,15 | 15. In de bergrede die de Magna Charta 499 I, 0, 6,15 | 15. In de bergrede die de Magna Charta is van de moraal 500 I, 0, 6,15 | die de Magna Charta is van de moraal van het evangelie, 24


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4141

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License