Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 2,4 | het risico lopen, vervalst of ontkend te worden. ~Er is
2 Inl, 0, 2,4 | hebben hun wortels in de meer of minder verborgen invloed
3 I, 0, 3,7 | mens herkennen die, bewust of onbewust, tot Christus,
4 I, 0, 6,12 | omwille van mijn Naam huizen of broeders, zusters, vaders,
5 I, 0, 6,12 | vaders, moeders, kinderen of akkers verlaten heeft zal
6 I, 0, 6,14 | geven aan de naastenliefde of haar zelfs van de liefde
7 I, 0, 7,16 | bestaat er geen scheiding of discrepantie tussen de zaligsprekingen
8 I, 0, 7,18 | last, ja als een ontkenning of in elk geval een inperking
9 I, 0, 9,22 | geboden doet onderhouden, of is het het onderhouden van
10 I, 0, 9,24 | bereiden op deze genade voor of maken haar invloed in het
11 I, 0, 10,26 | geloofswaarheden afwijzen of vertekenen, maar ook door
12 I, 0, 10,26 | die met hun leerstellingen of met hun gedrag splitsingen
13 I, 0, 10,27 | opgave om het geschreven of overgeleverde woord van
14 I, 0, 10,27 | van de menselijke persoon of het heil van de zielen dit
15 II, 0, 11,29 | het theologische denken of van bepaalde filosofische
16 II, 0, 11,30 | dwaling, tweeduidigheid of vergetelheid. Dat zijn overigens
17 II, 0, 12,31 | waarneming heeft allerlei meer of minder passende uitdrukkingsvormen
18 II, 0, 12,32 | transcendentie verloren hebben of zelfs uitdrukkelijk atheïstisch
19 II, 0, 12,33 | zoals bv. in de pedagogie of in de rechtspraak, toepassing
20 II, 0, 12,33 | vrijheid zelf betwijfelen of ontkennen. ~Ook enkele verkeerde
21 II, 0, 12,34 | waarheid zwakken ze af, of ze ontkennen het zelfs. ~
22 II, 0, 12,34(59) | addressed to His Grace the Duke of Norfolk: Certain Difficulties
23 II, 1, 1,35 | doctrines, die aan individuen of aan sociale groepen het
24 II, 1, 2,40 | Schepper en Wetgever loochent of dat men een pleidooi houdt
25 II, 1, 2,40 | historische omstandigheden of van de verscheidenheid van
26 II, 1, 2,41 | zelfbestemming van de mens of oplegging van normen zou
27 II, 1, 2,41 | met recht van theonomie of gedeelde theonomie, omdat
28 II, 1, 3,42 | blinde innerlijke drift of door louter uiterlijke dwang.
29 II, 1, 3,43 | definieert haar als “het verstand of de wil van God, die gebiedt
30 II, 1, 3,44 | bepaalde gedragingen te belonen of te bestraffen: “Dat alles
31 II, 1, 3,44 | waar we Hem ook aanroepen? Of welke grote natie bezit
32 II, 1, 3,45 | de gewoonte, de positieve of geopenbaarde wet van God
33 II, 1, 4,46 | gegevens, observeerbaar gedrag of alleen met de categorieën
34 II, 1, 4,46 | die vaak in tegenspraak of tegenstelling met de materiële
35 II, 1, 4,46 | beschikking staand biologisch of maatschappelijk materiaal. ~
36 II, 1, 4,47 | zulk een “biologistische of naturalistische bewijsvoering”
37 II, 1, 4,48 | handeling uiterlijke voorwaarden of afhankelijkheden. Hun dynamismen
38 II, 1, 4,48 | orde, zou van fysicisme of van biologisme beticht moeten
39 II, 1, 4,49 | somt als “doodzonden” of “infame praktijken” enkele
40 II, 1, 4,49 | houden zij zich samen staande of gaan samen ten onder. ~
41 II, 1, 4,50 | zijn, uit naastenliefde of als getuigenis voor de waarheid
42 II, 1, 5,51 | daarentegen de wet miskennen of, met of zonder schuld, daar
43 II, 1, 5,51 | de wet miskennen of, met of zonder schuld, daar ook
44 II, 1, 5,52 | dat de mens onder dwang of andere omstandigheden verhinderd
45 II, 1, 5,53(100)| substantie zelf van het geloof of de waarheden van onze eerbiedwaardige
46 II, 2, 1,56 | enkele gevallen een scheiding of ook een tegenstelling tussen
47 II, 2, 2,57 | over en weer beschuldigen of ook wel vrijspreken” (Rom.
48 II, 2, 2,57 | Getuige van zijn trouw of ontrouw jegens de wet, dat
49 II, 2, 2,57 | zedelijke rechtschapenheid of slechtheid. Het geweten
50 II, 2, 2,59 | tot hun gedrag aanklagen of verdedigen (vgl. Rom. 2,
51 II, 2, 2,59 | oordeel, dat vrijspreekt of veroordeelt, al naargelang
52 II, 2, 2,59 | hart geschreven wet van God of daarvan afwijken. En juist
53 II, 2, 2,59 | meedeelt, wat de mens moet doen of laten, of dat een door hem
54 II, 2, 2,59 | mens moet doen of laten, of dat een door hem reeds uitgevoerde
55 II, 2, 2,60 | tegen dit oordeel handelt of ook, wanneer hij bij ontbrekende
56 II, 2, 3,63 | kan inzien, te vermengen of te verwisselen, noch om
57 II, 2, 3,63 | onoverkomelijke onwetendheid of van een niet opzettelijk
58 II, 3, 1,65 | niet alleen betekent, deze of gene individuele handeling
59 II, 3, 1,65 | en besluit over de vraag of men het eigen leven voor
60 II, 3, 1,65 | men het eigen leven voor of tegen de waarheid, uiteindelijk
61 II, 3, 1,65 | waarheid, uiteindelijk voor of tegen God inzet. Met recht
62 II, 3, 1,65 | bepaalde en bewuste keuze, of op het niveau van het reflectieve
63 II, 3, 1,65 | beschouwen als “tekenen” of symptomen daarvoor. Onmiddellijk
64 II, 3, 1,65 | gedragswijzen als “juist “ of “verkeerd “ benoemen. Op
65 II, 3, 1,65 | verhouding tussen “voormorele “ of “fysieke “ bona en mala,
66 II, 3, 1,65 | heeft als zedelijk juist of verkeerd worden beoordeeld.
67 II, 3, 1,65 | afzonderlijke handelingen of concrete gedragswijzen men
68 II, 3, 1,65 | kiest, is daarvoor geheel of gedeeltelijk zonder belang. ~
69 II, 3, 1,67 | de wezenlijke integriteit of met de personele eenheid-van-lichaam-en-ziel
70 II, 3, 1,67 | fundamentele oriëntering of de fundamentele optie af
71 II, 3, 1,67 | misschien belangrijker of dringender verplichtingen
72 II, 3, 1,67 | zekere concrete handelingen of bepaalde gedragswijzen als
73 II, 3, 1,67 | de “creativiteit” van een of andere tegengestelde bestemming.
74 II, 3, 1,68 | onafhankelijk van de vraag of sommige van zijn keuzebeslissingen
75 II, 3, 1,68 | hebbende zedelijke normen of regels overeenstemmen of
76 II, 3, 1,68 | of regels overeenstemmen of niet. Op grond van een aanvankelijke
77 II, 3, 2,70 | omdat het volle bewustzijn of de weloverwogen toestemming
78 II, 3, 2,70 | fundamentele beslissing of fundamentele optie (“optio
79 II, 3, 2,70 | formele belediging van God of van de naaste of een impliciete
80 II, 3, 2,70 | van God of van de naaste of een impliciete en niet overdachte
81 II, 3, 2,70 | van doodzonde verandert of in twijfel trekt”. 117 ~
82 II, 3, 2,70 | voor bepaalde, in zichzelf of door de omstandigheden ongeordende
83 II, 3, 2,70 | zich in zichzelf te keren of in een of andere geschapen
84 II, 3, 2,70 | zichzelf te keren of in een of andere geschapen of eindige
85 II, 3, 2,70 | een of andere geschapen of eindige werkelijkheid, een
86 II, 3, 2,70 | eindige werkelijkheid, een of andere zaak, die in tegenspraak
87 II, 3, 2,70 | van God en goddeloosheid, of op gelijkwaardige manier,
88 II, 4, 1,71 | omdat zij het goedzijn of de slechtheid van de mens
89 II, 4, 1,71 | actieve verandering ten goede of ten kwade steeds van de
90 II, 4, 1,72 | omdat het ertoe dient dit of dat nagestreefd doel te
91 II, 4, 1,72 | nagestreefd doel te bereiken, of simpelweg omdat de bedoeling
92 II, 4, 1,73 | te geven aan de bestaande of niet bestaande consequente
93 II, 4, 1,73 | zijn overeenstemming met of zijn afwijken van het beeld
94 II, 4, 1,73 | beleeft hij zijn trouw of ontrouw tegenover het geschenk
95 II, 4, 1,73 | de Geest en opent zich, of sluit hij zich af, voor
96 II, 4, 1,73 | leven heeft gedaan, goed of kwaad” (2 Kor. 5, 10). ~
97 II, 4, 1,74 | laatste decennia nieuwe - of weer vernieuwde -culturele
98 II, 4, 1,74 | betere toestand kan bewerken of niet: juist zou het gedrag
99 II, 4, 1,75 | geesteshoudingen - “consequentialisme” of “proportionalisme” genoemd
100 II, 4, 1,75 | oog op het “hogere goed” of het “kleinere kwaad”, die
101 II, 4, 1,75 | handeling nagestreefde waarden of bona zouden enerzijds van
102 II, 4, 1,75 | niet-zedelijk, fysisch, of ontisch wordt genoemd (betrokken
103 II, 4, 1,75 | ook voor andere, vroeger of later erbij betrokken personen
104 II, 4, 1,75 | haar voorzienbare werkingen of gevolgen en hun verhouding
105 II, 4, 1,75 | kiest, als zedelijk “goed” of “slecht” te bestempelen.
106 II, 4, 1,75 | zeggen over hun goedheid of slechtheid, zou alleen de
107 II, 4, 2,76 | hun leven gaven dan deze of gene handeling te verrichten
108 II, 4, 2,76 | verrichten die tegen het geloof of de deugd inging. ~
109 II, 4, 2,77 | methode, om te kunnen bepalen of de keuze van dit gedrag “
110 II, 4, 2,77 | gedrag “naar haar soort” of “in zichzelf” zedelijk goed
111 II, 4, 2,77 | zichzelf” zedelijk goed of slecht, geoorloofd of ongeoorloofd
112 II, 4, 2,77 | goed of slecht, geoorloofd of ongeoorloofd is. De voorzienbare
113 II, 4, 2,77 | iedereen, hoe moeilijk - of, beter, hoe onmogelijk -
114 II, 4, 2,78 | men dus niet een proces of een gebeurtenis van louter
115 II, 4, 2,78 | object resp. van de vraag of dit object op God, Hem dus,
116 II, 4, 2,78 | is, afgestemd kan worden of niet en zo de volmaaktheid
117 II, 4, 3,79 | deze keuze gemaakt werd, of zonder het geheel van voorzienbare
118 II, 4, 3,79 | handeling dat erover beslist, of zij op het goede en op het
119 II, 4, 3,79 | is, afgestemd kan worden. Of dit zo is, herkent het verstand
120 II, 4, 3,80 | groter kwaad te vermijden of om een hoger goed te bevorderen,
121 II, 4, 3,80 | individu, van het gezin of van de maatschappij te verdedigen
122 II, 4, 3,81 | kunnen een goede bedoeling of bijzondere omstandigheden
123 II, 4, 3,81 | zonden meer zouden zijn of, een nog absurder conclusie,
124 II, 4, 3,81 | kunnen de omstandigheden of de bedoelingen nooit een
125 II, 4, 3,81 | nooit een reeds in zichzelf of door zijn object zedeloze
126 II, 4, 3,81 | in een “subjectief” goede of als keuze verdedigbare daad
127 II, 4, 3,82 | deze keuze gemaakt werd, of zonder het geheel van de
128 II, 4, 3,82 | aan te nemen en een of andere door inhoudelijke
129 III, 0, 5,88 | evangelie niets te maken hebben of zelfs in tegenspraak hiermee
130 III, 0, 6,91 | verklaart, om daardoor een of ander goed te bereiken.
131 III, 0, 6,91 | martelaarschap verdedigd hebben of de voorkeur aan de dood
132 III, 0, 6,92 | bedoelingen, omlaaggehaald of vervormd mag worden, hoe
133 III, 0, 7,95 | zedelijke waarheid verbergt of afzwakt, maar doordat men
134 III, 0, 7,96 | Omdat er buiten de waarheid of tegen haar geen vrijheid
135 III, 0, 7,96 | voor niemand privileges of uitzonderingen. Of iemand
136 III, 0, 7,96 | privileges of uitzonderingen. Of iemand heer van de wereld
137 III, 0, 7,96 | iemand heer van de wereld of de “ellendigste” is op aarde,
138 III, 0, 8,99 | groep, de klasse, de natie of de staat. Ook de meerderheid
139 III, 0, 8,99 | onderdrukken, uitbuiten of proberen haar te vernietigen”. 155 ~
140 III, 0, 8,100 | achterhouden van geleende of verloren voorwerpen, bedrog
141 III, 0, 8,100 | ondernemingen, die om de een of andere reden - uit egoïsme,
142 III, 0, 8,100 | ideologie, uit zucht naar winst of vanuit een totalitaire gezindheid, -
143 III, 0, 8,100 | waardigheid beroofd worden of als waren gekocht, verkocht
144 III, 0, 8,100 | waren gekocht, verkocht of geruild worden. Het is een
145 III, 0, 8,100 | tot louter gebruikswaar of tot bron van winst te maken.
146 III, 0, 8,101 | afwijzen van twijfelachtige of ongeoorloofde middelen om
147 III, 0, 8,101 | gemakkelijk in een openlijk of achterbaks totalitarisme”. 161 ~
148 III, 0, 9,103 | begeerte beheerst wordt, of over de mens, die door Christus
149 III, 0, 9,104 | tollenaar had misschien de een of andere rechtvaardiging kunnen
150 III, 0, 10,106 | het verlies van het geloof of tenminste tot het verdwijnen
151 III, 0, 10,106 | noodzakelijkerwijze ook tot een verval of een verduistering van het
152 III, 0, 11,111 | empirisch-formele waarneming of van fenomenologische begrip
153 III, 0, 11,112 | het leergezag te volgen, of dat hij een gedrag ten onrechte
154 III, 0, 12,116 | beschermd worden tegen elke leer of theorie die hiermee in strijd
155 III, 0, 12,116 | de katholieke instituten. Of het nu gaat om organen voor
156 III, 0, 12,116 | organen voor de gezins- of sociale pastoraal of om
157 III, 0, 12,116 | gezins- of sociale pastoraal of om inrichtingen die zich
158 III, 0, 12,116 | houden met het onderwijs of de medische dienstverlening ~
159 III, 0, 12,116 | naam “katholiek” te geven of, in het geval van ernstig
160 Slot, 0, 12,119 | hun consequenties vervalst of verduisterd worden. Wie
161 Slot, 0, 12,120 | edeler dan de Moeder Gods, of luisterrijker dan zij, die
162 Slot, 0, 12,120 | doctrines, ook van theologische of filosofische aard, aangeboden
|