Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1 | Jezus Christus, het ware Licht, dat iedere
2 Inl, 0, 1,1 | Door het geloof in Jezus Christus, “het ware Licht, dat iedere
3 Inl, 0, 1,2 | het aanschijn van Jezus Christus, “evenbeeld van de onzichtbare
4 Inl, 0, 1,2 | morele vragen, door Jezus Christus gegeven, ja, is Jezus Christus
5 Inl, 0, 1,2 | Christus gegeven, ja, is Jezus Christus zelf het antwoord, zoals
6 Inl, 0, 1,2 | de toekomstige, namelijk Christus de Heer. Christus, de nieuwe
7 Inl, 0, 1,2 | namelijk Christus de Heer. Christus, de nieuwe Adam, verkondigt
8 Inl, 0, 1,2 | hoogste roeping”1. ~Jezus Christus, “het Licht van de volkeren”,
9 Inl, 0, 1,2 | uit de waarheid van Jezus Christus en zijn evangelie. In de
10 Inl, 0, 1,3 | allen insluit, ook hen, die Christus en zijn evangelie niet kennen
11 Inl, 0, 1,3 | namelijk het evangelie van Christus en zijn Kerk zonder schuld
12 Inl, 0, 2,4 | met het gezag van Jezus Christus hebben zij vermaand, verkondigd,
13 Inl, 0, 2,5 | beantwoordt aan het evangelie van Christus” (Phil. 1, 27). Zij worden
14 Inl, 0, 2,5 | gesteld door de genade van Christus en de gave van zijn Geest,
15 I | ik doen.. ?” (Mt. 19, 16)~Christus en het antwoord op de morele
16 I, 0, 3,7 | bewust of onbewust, tot Christus, de Verlosser van de mens,
17 I, 0, 3,7 | roeping, die de gelovigen in Christus ontvangen hebben, 14 als
18 I, 0, 3,7 | mensen deze “ontmoeting” met Christus kunnen verwerkelijken, heeft
19 I, 0, 3,7 | dienen: iedere mens moet Christus kunnen vinden, opdat Christus
20 I, 0, 3,7 | Christus kunnen vinden, opdat Christus ieder individueel op zijn
21 I, 0, 4,8 | vandaag moet zich opnieuw tot Christus wenden, om van Hem het antwoord
22 I, 0, 4,8 | 21, 6; 22, 13), onthult Christus de toestand van de mens
23 I, 0, 4,8 | met zijn leven en dood tot Christus wenden. Hij moet als het
24 I, 0, 5,10 | geschapen, met het Bloed van Christus verlost en door de aanwezigheid
25 I, 0, 6,12 | volheid in de navolging van Christus. Jezus zegt namelijk na
26 I, 0, 6,14 | morele verkondiging van Christus die in de gelijkenis van
27 I, 0, 6,15 | te brengen” (Mt. 5, 17). Christus is de sleutelfiguur van
28 I, 0, 6,15 | vaststelling van Paulus “Christus is het einde van de wet” (
29 I, 0, 6,15 | wet: deze vervult zich in Christus (plenitudo legis in Christo
30 I, 0, 7,16 | als een zelfportret van Christus en juist daarom uitnodigingen
31 I, 0, 7,17 | betekenis in de navolging van Christus. ~Het gesprek van Jezus
32 I, 0, 7,17 | elkaar. De leerling van Christus weet, dat zijn roeping een
33 I, 0, 8,19 | bestaat in de navolging van Christus, in het volgen van Jezus,
34 I, 0, 8,19 | pas na de verrijzenis van Christus ten volle zal worden begrepen,
35 I, 0, 8,19 | bestemd is om leerling van Christus te worden (vgl. Hand. 6,
36 I, 0, 8,19 | Daarom is de navolging van Christus het essentiële en oorspronkelijke
37 I, 0, 8,21 | 21. Navolging van Christus is niet een uiterlijke nabootsing,
38 I, 0, 8,21 | innerlijk. Leerling van Christus te zijn betekent aan Hem
39 I, 0, 8,21 | Door het geloof woont Christus in het hart van hem die
40 I, 0, 8,21 | Door zijn inlijving in Christus wordt de christen lidmaat
41 I, 0, 8,21 | radicale wijze gelijkvormig aan Christus in het paasmysterie van
42 I, 0, 8,21 | verrijzenis, zij “bekleedt hem met Christus” (vgl. Gal. 3, 27): “Laten
43 I, 0, 8,21 | christen geworden, maar Christus (..). Wees verbaasd en verheugd:
44 I, 0, 8,21 | verbaasd en verheugd: Wij zijn Christus geworden!”. 28 Gestorven
45 I, 0, 8,21 | terwijl hij door God in Christus Jezus leeft, is hij opgeroepen
46 I, 0, 8,21 | van de gelijkwording met Christus, Bron van het “eeuwige leven” (
47 I, 0, 9,22 | 19, 11). ~De liefde van Christus na te bootsen en na te leven
48 I, 0, 9,22 | Joh. 15, 9). De gave van Christus is zijn Geest, waarvan de
49 I, 0, 9,23 | en van het leven in Jezus Christus heeft je vrijgemaakt van
50 I, 0, 9,23 | heilsgeschiedenis, die zich in Christus vervuld heeft, te bezien.
51 I, 0, 9,23 | mogelijk. Door het geloof in Christus zijn wij gerechtvaardigd (
52 I, 0, 9,23 | waarheid kwamen door Jezus Christus” (Joh. 1, 17). Daarom is
53 I, 0, 9,24 | het bewustzijn, in Jezus Christus de liefde Gods te bezitten,
54 I, 0, 9,24 | Naam van zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben, zoals
55 I, 0, 9,24 | is de door het geloof in Christus verleende genade van de
56 I, 0, 10,25 | en het is altijd alleen Christus die het volle en beslissende
57 I, 0, 10,25 | tegelijk aanwezig zijn van Christus met de mens van iedere tijd
58 I, 0, 10,25 | beschouwing en navolging van Christus leren: “Voor mij is Christus
59 I, 0, 10,25 | Christus leren: “Voor mij is Christus het leven” (Philp. 1, 21). ~
60 I, 0, 10,27 | uitgeoefend in de Naam van Jezus Christus”. 41 Op deze wijze toont
61 I, 0, 10,27 | leergezag, in trouw aan Jezus Christus en in de continuïteit van
62 II, 0, 11,28 | leven; de navolging van Christus, die voor de mens de perspectieven
63 II, 0, 11,29 | voltrok in het licht van Christus, de “goede Meester”, heeft
64 II, 0, 11,29 | zich aan hem schenkt in Christus, de gelukzaligheid van het
65 II, 0, 11,29 | roeping der gelovigen in Christus en hun verplichting, om
66 II, 0, 11,29 | bisschoppen, aan wie Jezus Christus vooral de dienst van de
67 II, 0, 11,30 | aanschijn van God en van Christus Jezus die levenden en doden
68 II, 0, 12,34 | De morele vraag, waarop Christus antwoordt, kan het probleem
69 II, 0, 12,34 | heeft in de woorden van Christus: “Dan zult ge de waarheid
70 II, 1, 3,45 | de wet van God in Jezus Christus en in zijn Geest is: het
71 II, 1, 3,45 | de Geest van het leven in Christus Jezus” (Rom. 8, 2). Over
72 II, 1, 5,53 | wat zijn laatste grond in Christus heeft, die dezelfde is gisteren,
73 II, 2, 2,59 | mens zal oordelen, door Christus Jezus” (Rom. 2, 16). ~Het
74 II, 2, 3,64 | nemen. Volgens de wil van Christus immers is de Kerk lerares
75 II, 2, 3,64 | bestaat erin de waarheid die Christus is te verkondigen en getrouw
76 II, 3, 1,66 | eraan voorafgaan door: “Christus heeft ons tot vrijheid bevrijd.
77 II, 3, 2,69 | christen, die met Jezus Christus en zijn Kerk verenigd wil
78 II, 4, 1,73 | geschonken zijn: In Jezus Christus en zijn Geest is de christen
79 II, 4, 1,73 | Zoon en heilige Geest. 123 Christus “vormt ons zo naar zijn
80 II, 4, 1,73 | straalt in ons door, die in Christus zijn, wanneer wij ons in
81 II, 4, 1,73(123)| onzichtbare wijze werk. Daar Christus immers voor allen is gestorven
82 II, 4, 1,73 | Want wij allen moeten voor Christus” rechterstoel verschijnen,
83 II, 4, 2,76 | dat in het Bloed van Jezus Christus en in de gave van de Geest
84 II, 4, 3,83 | waarheid laten zien, die Jezus Christus zelf is. In Hem, die de
85 III | III~“Opdat het kruis van Christus zijn kracht niet zou verliezen” (
86 III, 0, 4 | Christus heeft ons vrijgemaakt om
87 III, 0, 4,85 | onvermoeibare liefde naar Christus, omdat ze zich volledig
88 III, 0, 4,85 | gegeven zending had: “Want Christus heeft mij.. gezonden..,
89 III, 0, 4,85 | anders zou het kruis van Christus zijn kracht verliezen..
90 III, 0, 4,85 | verkondigen een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot,
91 III, 0, 4,85 | Joden zowel als Grieken, Christus, Gods kracht en Gods wijsheid (
92 III, 0, 4,86 | nog, door deopenbaring van Christus ertoe geroepen heeft door
93 III, 0, 4,86 | moet dus bevrijd worden. Christus is haar Bevrijder: Hij “
94 III, 0, 4,87 | 87. Eerst openbaart Christus, dat het eerlijk en openlijk
95 III, 0, 4,87 | van God worden in Jezus Christus als de diepste wortel van
96 III, 0, 4,87 | nemen aan het koninkrijk van Christus aan het kruis (vgl. Joh.
97 III, 0, 5,88 | een geleefde kennis van Christus, een levende herinnering
98 III, 0, 5,88 | van de gelovigen met Jezus Christus die de Weg de Waarheid en
99 III, 0, 5,88 | vertrouwen en van zich geven aan Christus en geeft ons een leven,
100 III, 0, 5,89 | 25). Het getuigenis van Christus is bron en maatstaf (paradigma)
101 III, 0, 5,89 | liefde naar het voorbeeld van Christus die ons heeft bemind en
102 III, 0, 6,91 | door juist dit Licht, dat Christus is, het verdiende, licht,
103 III, 0, 6,91 | vertrouwden ze, evenals Christus zelf gedaan had, hun leven
104 III, 0, 6,94 | waarheid, op het gezicht van Christus vol straalt: “We weten -
105 III, 0, 7,95 | ze als trouwe bruid van Christus, die de Waarheid in Persoon
106 III, 0, 7,95 | gehoorzaamheid aan de waarheid, die Christus is, wiens beeld zich in
107 III, 0, 7,95 | wijsheid van God, die ons in Christus bereikt, en als dienst aan
108 III, 0, 7,95 | aan de heilzame leer van Christus. Dit moet echter steeds
109 III, 0, 9,103 | het verlossingsgeheim van Christus wortelen de “concrete” mogelijkheden
110 III, 0, 9,103 | of over de mens, die door Christus verlost werd? Uiteindelijk
111 III, 0, 9,103 | werkelijkheid van de verlossing door Christus. Christus heeft ons verlost!
112 III, 0, 9,103 | verlossing door Christus. Christus heeft ons verlost! Dat betekent:
113 III, 0, 9,105 | Dank zij God door Jezus Christus, onze Heer! (Rom. 7, 24-
114 III, 0, 10,106 | opdracht van de verrezen Jezus Christus, die de eigenlijke reden
115 III, 0, 10,107 | wegschenkende liefde van Christus en wordt erdoor in staat
116 III, 0, 10,108 | opwekt, staat de Geest van Christus, principe en kracht van
117 III, 0, 10,108 | aan de Kerk als bruid van Christus als waardevolle juwelen
118 III, 0, 11,110 | van God en de liefde van Christus leert het leergezag van
119 III, 0, 12,114 | die nieuwe leerlingen naar Christus leiden; ze zijn authentieke,
120 III, 0, 12,114 | zeggen met de autoriteit van Christus toegeruste leraren. Ze verkondigen
121 III, 0, 12,114 | het kruis in het bloed van Christus: Ze is in de heilige Geest
122 III, 0, 12,115 | kindzijn van God in Jezus Christus de ene Zoon (vgl. Eph. 1,
123 III, 0, 12,115 | volmaakt te zijn, - in Christus - zoals Hij volmaakt is (
124 III, 0, 12,115 | het, ons met de genade van Christus op de weg naar de volheid
125 III, 0, 12,117 | woorden, opdat het kruis van Christus niet zijn kracht verliest” (
126 III, 0, 12,117 | macht van de gekruisigde Christus, de zich wegschenkende Waarheid. ~
127 III, 0, 12,117 | de Kerk de stem van Jezus Christus, de stem van de waarheid
128 Slot, 0, 12,118 | barmhartigheid, omdat Jezus Christus, haar Zoon, door de Vader
129 Slot, 0, 12,119 | uit het volgen van Jezus Christus, zich aan Hem over te geven,
130 Slot, 0, 12,119 | omdat het navolgen van Christus langzaam maar zeker de wezenlijke
131 Slot, 0, 12,119 | dynamiek van het navolgen van Christus organisch ontwikkelt, zonder
132 Slot, 0, 12,119 | verduisterd worden. Wie van Christus houdt, houdt zich aan de
133 Slot, 0, 12,120 | aanneemt, als ze samen met Christus de Vader voor hen om vergeving
134 Slot, 0, 12,120 | Deze wijsheid is Jezus Christus zelf, het eeuwige Woord
135 Slot, 0, 12,120 | deze wijze het offer van Christus, haar Zoon, van zijn kracht
136 Slot, 0, 12,120 | heerlijkheid van de verrezen Christus kunnen zijn geweten vrede
137 Slot, 0, 12,120 | allen, opdat het kruis van Christus ~niet zijn kracht wordt
|