Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,2 | van de Vader en van zijn liefde de mens volledig aan de
2 Inl, 0, 1,3 | steeds nieuwe accenten voor liefde en barmhartigheid vinden,
3 I, 0, 5,10 | Degene die, trouw aan zijn liefde voor de mens, hem zijn wet
4 I, 0, 5,10 | meer nog, om hem in zijn liefde binnen te leiden: “Ik ga
5 I, 0, 5,10 | initiatieven, waarin Gods liefde de mens onbeperkt laat delen.
6 I, 0, 5,10 | geeft, een antwoord van de liefde: “Hoor Israël! Jahwe is
7 I, 0, 5,10 | is het in de onverdiende liefde van God ingebedde zedelijke
8 I, 0, 5,10 | grotere vergoeding voor deze liefde te zoeken; want de liefde
9 I, 0, 5,10 | liefde te zoeken; want de liefde stamt zo van God, dat God
10 I, 0, 5,10 | zo van God, dat God zelf liefde is”. 18 ~
11 I, 0, 6,12 | heeft en hem met wijsheid en liefde door de hem in het hart
12 I, 0, 6,14 | naastenliefde of haar zelfs van de liefde tot God scheiden. Het tegendeel
13 I, 0, 6,14 | de beide geboden van de liefde tot God en de naastenliefde (
14 I, 0, 6,14 | teken van zijn ondeelbare liefde tot de Vader en tot de mensheid (
15 I, 0, 6,15 | radicaliteit aan verleent: de liefde tot de naaste komt uit een
16 I, 0, 6,15 | volmaaktheid waarvan de ziel de liefde is (vgl. Kol. 3, 14). Zo
17 I, 0, 6,15 | een oproep tot zorgzame liefde, die het leven van de naaste
18 I, 0, 6,15 | schenkt, om zijn leven en zijn liefde te delen, en die de kracht
19 I, 0, 7,17 | vlees, maar dient elkaar in liefde!” (ibid). De stevigheid
20 I, 0, 7,17 | in de praktijk beoefende liefde: “Wie immers de anderen
21 I, 0, 7,18 | daarentegen bezield is door de liefde en “zich door God laat leiden” (
22 I, 0, 7,18 | vrij gekozen en geleefde liefde. Ja, hij merkt de innerlijke
23 I, 0, 7,18 | Deze roeping tot volmaakte liefde is niet aan uitverkoren
24 I, 0, 7,18 | vorm van het gebod van de liefde tot God is. De geboden en
25 I, 0, 7,18 | van een enige, ondeelbare liefde, die uit eigen impuls naar
26 I, 0, 8,20 | wandelen op de weg van de liefde voor Hem, een liefde die
27 I, 0, 8,20 | de liefde voor Hem, een liefde die zich uit liefde tot
28 I, 0, 8,20 | een liefde die zich uit liefde tot God volledig wegschenkt
29 I, 0, 8,20 | in het bijzonder van zijn liefde, zoals die in de voetwassing
30 I, 0, 8,20 | levende openbaring van zijn liefde voor de Vader en voor de
31 I, 0, 8,20 | voor de mensen. Juist deze liefde moet, zo verlangt Jezus,
32 I, 0, 8,20 | als getuigenis van zijn liefde “tot aan de voleinding” (
33 I, 0, 8,20 | 1): “Er is geen grotere liefde dan wanneer iemand zijn
34 I, 0, 8,20 | zijn in het gebod van de liefde, in “zijn” gebod: zich te
35 I, 0, 8,20 | totale wegschenking, de liefde van de “goede” Meester,
36 I, 0, 8,20 | van de “goede” Meester, de liefde van Hem, die “tot aan de
37 I, 0, 9,22 | gegeven is” (Mt. 19, 11). ~De liefde van Christus na te bootsen
38 I, 0, 9,22 | mogelijk. Hij wordt tot deze liefde in staat alleen krachtens
39 I, 0, 9,22 | Zoals de Heer Jezus de liefde van zijn Vader ontvangt,
40 I, 0, 9,22 | liefgehad. Blijft in mijn liefde!” (Joh. 15, 9). De gave
41 I, 0, 9,22 | vrucht” (vgl. Gal. 5, 22) de liefde is: “De liefde Gods is uitgestort
42 I, 0, 9,22 | 5, 22) de liefde is: “De liefde Gods is uitgestort in onze
43 I, 0, 9,22 | vraagt zich af: “Is het de liefde die ons de geboden doet
44 I, 0, 9,22 | onderhouden van de geboden die de liefde doet ontstaan? Maar wie
45 I, 0, 9,22 | over de vraag waaraan de liefde voorafgaat? Want wie niet
46 I, 0, 9,23 | wet zou vervullen”. 30 ~De liefde en het leven naar het evangelie
47 I, 0, 9,24 | openbaren zich het gebod van de liefde en dat van de volmaaktheid,
48 I, 0, 9,24 | gave van God, door zijn liefde, geopend wordt. Anderzijds
49 I, 0, 9,24 | bewustzijn, in Jezus Christus de liefde Gods te bezitten, het verantwoordelijke
50 I, 0, 9,24 | antwoord voor een volle liefde tot God en onder de broeders,
51 I, 0, 9,24 | elkander liefhebben, want de liefde komt van God. Iedereen die
52 I, 0, 9,24 | niet gekend, want God is de liefde.. Broeders, als God ons
53 I, 0, 9,24 | de zedelijke eisen van de liefde: “En dat is zijn gebod:
54 I, 0, 9,24 | zoals Jezus zegt, in de liefde “blijven”: “Als jullie mijn
55 I, 0, 9,24 | onderhouden, zullen jullie in mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden
56 I, 0, 9,24 | onderhouden heb en in zijn liefde blijf (Joh. 15, 10). De
57 I, 0, 10,26 | is “het geloof, dat in de liefde werkzaam is” (Gal. 5, 6). ~
58 I, 0, 10,27 | brengt zijn geboden en de liefde in het leven der heiligen
59 II, 0, 11,28 | perspectieven van de volkomen liefde opent; en tenslotte de gave
60 II, 0, 11,29 | hun verplichting, om in de liefde vrucht te dragen voor het
61 II, 1, 1,35 | uit kracht van zijn eigen liefde legt Hij hem dit voor in
62 II, 1, 3,43 | raadsbesluit van zijn wijsheid en liefde, de hele wereld en de gang
63 II, 1, 3,43 | God is voorzorg, zorgende liefde. Het is dus God zelf die
64 II, 1, 3,45 | openbaring en hoedt het met liefde en behandelt het met religieus
65 II, 1, 3,45 | zeggen het geloof, dat in de liefde werkzaam is (Gal. 5, 6);
66 II, 1, 4,47 | ontwikkeling van zijn leven. De liefde voor de naaste zou voor
67 II, 1, 4,50 | wijst hem de weg van de ware liefde, waarop alleen hij de ware
68 II, 1, 5,51 | met de genade van God de liefde, “de band die alles samenhoudt
69 II, 2, 3,64 | het tot de Heer en tot de liefde bekeerde “hart” de bron
70 II, 2, 3,64 | het geloof, de hoop en de liefde. in deze zin heeft Jezus
71 II, 3, 1 | vlees, maar dient elkaar in liefde!” (Gal. 5, 13)~
72 II, 3, 1,66 | Dit geloof, dat in de liefde werkzaam is (vgl. Gal. 5,
73 II, 3, 1,68 | aanvankelijke optie voor de liefde zou de mens zedelijk goed
74 II, 3, 1,68 | heiligmakende genade”, de “liefde” en de “eeuwige zaligheid”. 114 “
75 II, 3, 2,70 | overdachte afwijzing van de liefde onder verstaat. “Er is namelijk
76 II, 3, 2,70 | een afwijzing van Gods liefde voor de mensheid en voor
77 II, 3, 2,70 | zo van God en verliest de liefde. De fundamentele intentie
78 II, 3, 2,70 | alsook het verbond van de liefde, dat Hij hem aanbiedt, afwijst,
79 II, 4, 1,73 | gemeenschap van aanschouwing, liefde en zaligheid met God de
80 II, 4, 1,75 | eigenlijk zedelijke waarden als liefde tot God, welwillendheid
81 II, 4, 1,75 | jegens de hoogste waarden van liefde en wijsheid beslissen, zonder
82 II, 4, 2,76 | gewicht duidelijk maakt. De liefde tot God en de naastenliefde
83 II, 4, 2,78 | goed, de oorspronkelijke liefde, te kennen. Onder “object”
84 II, 4, 2,78 | wanneer de wil haar door de liefde daadwerkelijk op God afstemt.
85 II, 4, 3,82 | Verbond en van de geboden, de liefde en de overige deugden. De
86 II, 4, 3,82 | uitdrukking van gehoorzaamheid en liefde is. En daarom - we herhalen
87 II, 4, 3,83 | die in het gebod van de liefde tot God en de naaste samengevat
88 II, 4, 3,83 | waarheid, de vrijheid en de liefde: in Hem is het ons gegeven,
89 III, 0, 4,85 | dag uit met onvermoeibare liefde naar Christus, omdat ze
90 III, 0, 4,87 | doordat de vrijheid zich in de liefde dat wil zeggen in de zelfgave,
91 III, 0, 4,87 | Hij die zegt: “Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze,
92 III, 0, 4,87 | omdat niet de dwang maar de liefde de diensten oplegt.. De
93 III, 0, 4,87 | de diensten oplegt.. De liefde maakt je tot knecht (dienaar)
94 III, 0, 5,88 | wil zeggen in de grootste liefde tot God en tot zijn broeders. ~
95 III, 0, 5,89 | woord houdt, in hem is de liefde van God waarachtig voltooid:
96 III, 0, 5,89 | radicalisme volgend kan de liefde van de gelovige het uiterste
97 III, 0, 5,89 | past. Leidt een leven van liefde naar het voorbeeld van Christus
98 III, 0, 6,91 | om van hun geloof en hun liefde te getuigen en om hem niet
99 III, 0, 6,91 | deze in strijd was met de liefde tot God en het getuigenis
100 III, 0, 6,91 | verklaard, volgens welke de liefde tot God ook onder de moeilijkste
101 III, 0, 6,94 | eergevoel te plaatsen en uit liefde voor het lijfelijke leven
102 III, 0, 7,95 | betekenen in werkelijkheid liefde voor de menselijke persoon,
103 III, 0, 7,95 | en vertrouwen schenkende liefde, dat de mens op zijn morele
104 III, 0, 7,95 | een uitmuntende vorm van liefde voor de onsterfelijke zielen,
105 III, 0, 7,95 | echter steeds door geduld en liefde begeleid worden, waarvoor
106 III, 0, 10,107 | rijk Gods en zijn reddende liefde verkondigde, tot geloof
107 III, 0, 10,107 | de bevrijdende kracht, de liefde van God, de waarde van onvoorwaardelijke
108 III, 0, 10,107 | met de zich wegschenkende liefde van Christus en wordt erdoor
109 III, 0, 10,107 | ertoe verplicht dezelfde liefde in al zijn levenshoudingen
110 III, 0, 10,107 | dienst van de waarheid, de liefde en de rechtvaardigheid geroepen
111 III, 0, 10,108 | die “het geloof dat in de liefde werkzaam is” (Gal. 5, 6)
112 III, 0, 11,110 | het leven, dat “door de liefde geleid, zich aan de waarheid
113 III, 0, 11,110 | de geboden van God en de liefde van Christus leert het leergezag
114 III, 0, 11,111 | mens in zijn groeiproces in liefde, binnen de heilsgemeenschap
115 III, 0, 11,112 | zijn roeping tot goddelijke liefde. ~Terwijl de menswetenschappen
116 III, 0, 12,114 | navolging in armoede, deemoed en liefde: “Kom en volg mij na”. De
117 III, 0, 12,115 | christen en onze pastorale liefde de oproep van Hem, die “
118 III, 0, 12,115 | onuitputtelijke barmhartige liefde van God (vgl. Lc. 6, 36)
119 III, 0, 12,117 | 19, 17) die” alleen de liefde” is (1 Joh. 4, 8. 16). ~
120 Slot, 0, 12,118| de zonde laat sterker de liefde van de Vader stralen, die,
121 Slot, 0, 12,118| tot deelhebbers van zijn liefde en leidt ons in de Geest
122 Slot, 0, 12,120| en universaliteit van de liefde van God, die haar hart opent
123 Slot, 0, 12,120| van hem met moederlijke liefde. Juist daarom staat ze aan
|