Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,2 | toekomstige leven en naar hun onderlinge verhouding antwoord
2 Inl, 0, 1,3 | begeleiden en sturen hen met hun leergezag, waarbij ze steeds
3 Inl, 0, 2,4 | verklaard: in trouw aan hun zending, in hun strijd voor
4 Inl, 0, 2,4 | trouw aan hun zending, in hun strijd voor de mens hebben
5 Inl, 0, 2,4 | economische en politieke leven. Hun leer biedt zowel binnen
6 Inl, 0, 2,4 | opvattingen. Deze hebben hun wortels in de meer of minder
7 Inl, 0, 2,5 | Zich in het geloof van hun nieuwe waarde bewust, moeten
8 I, 0, 6,14 | doordringen elkaar. Van hun onlosmakelijke eenheid wordt
9 I, 0, 6,15 | belofte van de wet en van hun vervulling in het evangelie;
10 I, 0, 6,15 | van de naastenliefde tot hun vervulling doordat Hij hun
11 I, 0, 6,15 | hun vervulling doordat Hij hun eisen verinnerlijkt en er
12 I, 0, 7,16 | zedelijk leven voortvloeien. In hun oorspronkelijke diepte zijn
13 I, 0, 7,17 | naar de verwerkelijking van hun betekenis in de navolging
14 I, 0, 7,18 | staan maar deze eisen in hun volheid te beleven. Het
15 I, 0, 9,24 | eerste is afgestemd, in hun authentieke oorspronkelijkheid:
16 I, 0, 9,24 | afdaalden met stenen tafels in hun handen zoals Mozes; maar
17 I, 0, 9,24 | ze kwamen met de Geest in hun harten.., nadat ze zelf
18 I, 0, 10,25 | Jezus aan de apostelen en hun opvolgers opgedragen met
19 I, 0, 10,26 | begin van de Kerk krachtens hun pastorale verantwoordelijkheid
20 I, 0, 10,26 | heidenen niet alleen door hun geloof en hun liturgie,
21 I, 0, 10,26 | alleen door hun geloof en hun liturgie, maar ook door
22 I, 0, 10,26 | door het getuigenis van hun door de nieuwe wet geïnspireerde
23 I, 0, 10,26 | optreden van hen die met hun leerstellingen of met hun
24 I, 0, 10,26 | hun leerstellingen of met hun gedrag splitsingen bevorderden,
25 I, 0, 10,27 | 20) die op het ambt van hun opvolgers overgaat. Dat
26 II, 0, 11,29 | gelovigen in Christus en hun verplichting, om in de liefde
27 II, 0, 11,29 | geloof aan de mensen van hun tijd mee te delen. Want
28 II, 0, 11,29 | niet verwisseld worden met hun uitdrukkingswijze, ook wanneer
29 II, 0, 11,29 | met de andere mensen van hun tijd leven en zich moeite
30 II, 0, 11,29 | en zich moeite geven om hun denk- en oordeelswijze,
31 II, 0, 11,30 | aanschaffen naar eigen smaak, die hun naar de mond praten. En
32 II, 0, 11,30 | mond praten. En zij zullen hun oren sluiten voor de waarheid
33 II, 0, 12,31 | aanspraak op maken, “dat zij bij hun handelen hun eigen oordeel
34 II, 0, 12,31 | dat zij bij hun handelen hun eigen oordeel en een verantwoordelijke
35 II, 0, 12,31 | de menselijke persoon, in hun gezamenlijkheid gezien,
36 II, 0, 12,34 | dit zijn tendensen die in hun variëteit overeenstemmen
37 II, 0, 12,34 | in is, maar tegelijk om hun tweeduidigheid, gevaren
38 II, 1, 1,35 | wet in het middelpunt van hun denken plaatsen. Van dien
39 II, 1, 1,36 | de wil opleggen krachtens hun voorafgaande erkenning door
40 II, 1, 1,37 | van de moraalwet, alsook hun diepe, innerlijke betrekkingen
41 II, 1, 2,38 | en ook de samenlevingen hun eigen wetten en waarden
42 II, 1, 2,40(72)| Amerika bij gelegenheid van hun “ad limina”-bezoek, (15
43 II, 1, 3,44 | eeuwige wet zelf is, die hun is ingeplant die het verstand
44 II, 1, 3,44 | zonen van Israël wenden en hun vragen: “Immers, welke grote
45 II, 1, 3,45 | wederzijds. Ze hebben allemaal hun bron en hun einddoel in
46 II, 1, 3,45 | hebben allemaal hun bron en hun einddoel in het wijze en
47 II, 1, 4 | De wet staat hun in het hart geschreven” (
48 II, 1, 4,46 | zedelijke feiten, ondanks hun eigen karakter, vaak als
49 II, 1, 4,46 | in de verleiding zijn om hun kennis, ja zelfs hun voorschriften,
50 II, 1, 4,46 | om hun kennis, ja zelfs hun voorschriften, te meten
51 II, 1, 4,48 | voorwaarden of afhankelijkheden. Hun dynamismen zouden geen referentiepunten
52 II, 2, 1,55 | daden van de personen in hun gezamenlijkheid te omvatten
53 II, 2, 1,55 | personen kunnen treden en hun taak overnemen, om een persoonlijke
54 II, 2, 1,55 | persoonlijke beslissing over hun gedrag in bepaalde afzonderlijke
55 II, 2, 2,57 | zij de wet dan niet. Door hun daden tonen zij, dat de
56 II, 2, 2,57 | tonen zij, dat de wet in hun hart geschreven staat, waarbij
57 II, 2, 2,57 | komt het getuigenis van hun geweten, terwijl hun gedachten
58 II, 2, 2,57 | van hun geweten, terwijl hun gedachten hen over en weer
59 II, 2, 2,59 | heidenen met betrekking tot tot hun gedrag aanklagen of verdedigen (
60 II, 2, 2,59 | handelingen en tegelijk over hun initiator alsook over het
61 II, 2, 2,59 | erkend, wanneer het verstand hun toepassingen in de concrete
62 II, 2, 2,61 | instantie van de mens, die hun subject is - laat zich niet
63 II, 2, 3,64 | moeten bij de vorming van hun geweten de heilige en zekere
64 II, 3, 1,65 | beperkt/concreet op grond van hun natuur, de vrijheid van
65 II, 3, 1,65 | wanneer de mens alleen door hun verwerkelijking respectievelijk
66 II, 3, 1,65 | verwerkelijking respectievelijk hun afwijzing zijn fundamentele
67 II, 3, 1,66 | verschillende afzonderlijke geboden hun oorspronkelijke betekenis
68 II, 4, 1,74 | ethische theorieën richten hun aandacht op de overeenstemming
69 II, 4, 1,74 | leven te rechtvaardigen en hun normen vast te stellen.
70 II, 4, 1,75 | voor zijn handelingen en hun gevolgen verantwoordelijk.
71 II, 4, 1,75 | werkingen of gevolgen en hun verhouding tot elkaar (proportio).
72 II, 4, 1,75 | handelingen, dat wil zeggen over hun goedheid of slechtheid,
73 II, 4, 2,76 | krijgen misschien op grond van hun verwantschap met de natuurwetenschappelijke
74 II, 4, 2,76 | winsten, de werkwijzen en hun effecten. Ze willen bevrijden
75 II, 4, 2,76 | ze veeleer, aangezien hij hun eisen en gewicht duidelijk
76 II, 4, 2,76 | verklaard omdat ze liever hun leven gaven dan deze of
77 II, 4, 2,78 | altijd verkeerd is, omdat hun keuze de ongeordendheid
78 II, 4, 3,79 | concrete handelingen naar hun species - hun “object” -
79 II, 4, 3,79 | handelingen naar hun species - hun “object” - als zedelijk
80 II, 4, 3,80 | zeggen alleen al op grond van hun object, onafhankelijk van
81 II, 4, 3,80 | omstandigheden, vanwege hun object altijd ernstig ongeoorloofd
82 II, 4, 3,81 | bijzondere omstandigheden hun slechtheid weliswaar afzwakken,
83 II, 4, 3,82 | echter die op grond van hun object niet op God zijn
84 II, 4, 3,82 | concrete handelingen naar hun species als zedelijk slecht
85 III, 0, 5,88 | christenen de nieuwheid van hun geloof en zijn oordeelskracht
86 III, 0, 6,91 | geval, dat ze zou weigeren, hun onrein begeren ter wille
87 III, 0, 6,91 | martelaren stierven om van hun geloof en hun liefde te
88 III, 0, 6,91 | stierven om van hun geloof en hun liefde te getuigen en om
89 III, 0, 6,91 | getuigenis van het geloof. In hun gehoorzaamheid vertrouwden
90 III, 0, 6,91 | Christus zelf gedaan had, hun leven toe aan de Vader en
91 III, 0, 6,91 | doodzonde gegeven hebben. Met hun heiligverklaring heeft de
92 III, 0, 6,91 | heiligverklaring heeft de Kerk hun getuigenis bevestigd en
93 III, 0, 6,91 | getuigenis bevestigd en hun overtuiging voor juist verklaard,
94 III, 0, 6,93 | leven in te blazen. Door hun uitmuntende getuigenis van
95 III, 0, 6,94 | toe de dichters, vooral in hun uitingen over vraagstukken
96 III, 0, 7,95 | van goede wil voor zonder hun eis tot radicaliteit en
97 III, 0, 7,97 | doen van kwaad verbieden, hun betekenis en de tegelijkertijd
98 III, 0, 8,98 | met voeten getreden en in hun menselijke grondrechten
99 III, 0, 8,99 | tussen mensen garandeert. Hun klassebelang, groepsbelang
100 III, 0, 8,100 | mensen geknecht, en van hun persoonlijke waardigheid
101 III, 0, 8,100 | Het is een zonde tegen hun menselijke waardigheid en
102 III, 0, 8,100 | menselijke waardigheid en hun grondrechten, ze op gewelddadige
103 III, 0, 8,101 | breiden, principes zijn, die hun diepste wortel - zoals ook
104 III, 0, 8,101 | diepste wortel - zoals ook hun unieke dringende noodzaak -
105 III, 0, 9,102 | van de mensen, Hij kent al hun daden. Niemand gebiedt Hij
106 III, 0, 10,106 | als vaste concepten, die hun volledige culturele en maatschappelijke
107 III, 0, 10,108 | standvastigheid gegeven heeft, die hun de geheimen van het evangelie
108 III, 0, 10,108 | evangelie heeft onthuld, die in hun licht ontstoken heeft voor
109 III, 0, 11,110 | handelingen, die op basis van hun in-wezen-slecht-zijn met
110 III, 0, 11,110 | van zijn voorschriften en hun verplichtend karakter toe
111 III, 0, 11,110 | karakter toe te lichten, en hun onderlinge samenhang en
112 III, 0, 11,110 | en bij de uitoefening van hun ambt een voorbeeld te zijn
113 III, 0, 11,110 | moraaltheologen zullen zich, als ze hun krachten verenigen in samenwerking
114 III, 0, 11,112 | verlicht en vermaant en hun over de barmhartigheid van
115 III, 0, 11,113 | herders de plicht, volgens hun apostolische opdracht te
116 III, 0, 12,114 | houden de dwalingen die hun kudde bedreigen waakzaam
117 III, 0, 12,116 | opzetten en erkennen en hun een reeks verantwoordelijkheden
118 III, 0, 12,116 | ontheft hen echter nooit van hun eigen verplichtingen. De
119 III, 0, 12,117 | een vraag stellen die uit hun geweten voortkomt, antwoordt
120 Slot, 0, 12,119 | de zedelijke eisen met al hun consequenties vervalst of
|