Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,3 | 3. Bij dit streven zijn de bisschoppen
2 Inl, 0, 2,5 | Kerk bezig te houden, en dit in de vorm van een noodzakelijke
3 I, 0, 3,7 | beslissing en iedere handeling dit verlangen aan het hart;
4 I, 0, 3,7 | de mens. Precies vanuit dit perspectief heeft Vaticanum
5 I, 0, 3,7 | Kerk gewild. Inderdaad, “dit doel alleen zou de Kerk
6 I, 0, 5,10 | te wonderbaar is voor mij dit weten, te hoog, ik kan het
7 I, 0, 6,12 | moeten doen en wat vermijden. Dit licht en deze wet heeft
8 I, 0, 6,12 | de wet van de zonde, die dit hart had misvormd (vgl.
9 I, 0, 6,13 | 19; vgl. Mc. 12, 31). In dit gebod komt heel duidelijk
10 I, 0, 7,16 | ontbreekt. Op het besef van dit tekort gaat Jezus in zijn
11 I, 0, 7,16 | telkens bijzondere visie juist dit “goede” dat de mens opent
12 I, 0, 7,16 | de zaligsprekingen hoort. Dit zijn allereerst beloften,
13 I, 0, 8,20 | liefgehad” (Joh. 15, 12). Dit “zoals” verlangt de navolging
14 I, 0, 8,20 | liefhebt” (Joh. 13, 34-35). ~Dit “zoals” geeft ook de maat
15 I, 0, 8,20 | Nadat Hij gezegd heeft: “Dit is mijn gebod: Bemint elkander,
16 I, 0, 8,21 | zo dikwijls als gij van dit Brood eet en uit de Kelk
17 I, 0, 9,22 | hen: “Niet allen kunnen dit woord bevatten, maar alleen
18 I, 0, 9,23 | leven in de Geest”: in dit nieuwe leven is het onderhouden
19 I, 0, 10,27 | of het heil van de zielen dit verlangen”. 42 ~Juist wat
20 II, 0, 11,28 | handelen op een rij te zetten. Dit zijn de onderschikking van
21 II, 0, 11,30 | antwoord van de Meester voor: Dit bezit een licht en een kracht
22 II, 0, 11,30 | problemen op te lossen. Dit licht en deze kracht brengen
23 II, 0, 11,30 | milieu te ontplooien, zoals dit bijzonder voor nieuwe problemen
24 II, 0, 11,30 | noodzakelijk is. 51 ~Altijd in dit licht en in deze kracht
25 II, 0, 11,30 | Maar gij, blijf nuchter bij dit alles, aanvaard uw lijden,
26 II, 0, 12,34 | waardering van handelingen voor: dit zijn tendensen die in hun
27 II, 1, 1,35 | sterven” (Gen. 2, 16-17). ~Met dit beeld leert de openbaring
28 II, 1, 1,35 | eigen liefde legt Hij hem dit voor in de geboden. ~De
29 II, 1, 1,36 | worden, dat aan het begin van dit streven naar een nieuwe
30 II, 1, 2,38 | u” (Gen. 1, 28). Vanuit dit gezichtspunt heeft de individuele
31 II, 1, 2,38 | bijzondere aandacht besteedt. Dit is de autonomie van de aardse
32 II, 1, 2,40 | en wat men mijden moet. Dit licht en deze wet heeft
33 II, 1, 3,44 | goddelijke Wetgever: “Maar dit voorschrift van het menselijke
34 II, 1, 3,44 | het verschuldigde doel; dit is het eeuwige intellect
35 II, 1, 3,45 | zijn Zoon” (Rom. 8, 29). In dit plan ligt geen bedreiging
36 II, 1, 3,45 | tegendeel, de aanvaarding van dit plan is de enige weg naar
37 II, 1, 4,46 | impulsen: in tegenstelling met dit fysieke gegeven zou al wat “
38 II, 1, 4,47 | en zich aangematigd, op dit fundament algemeen geldige
39 II, 1, 4,47 | zijn gedrag zelf bepalen. Dit “de zin bepalen” zou natuurlijk
40 II, 1, 4,48 | zijn; zij is het, waardoor dit - als persoon - een geheel -
41 II, 1, 5,51 | gemeenschappelijke natuur, zoals dit uit sommige filosofische
42 II, 1, 5,53 | alle culturen overstijgt. Dit “iets” is nu juist de natuur
43 II, 2, 1,54 | oren van zijn hart: doe dit, vermijd dat. Want de mens
44 II, 2, 1,55 | beslissen”: alleen door dit beslissen “autonoom” te
45 II, 2, 1,55 | huldigen ook de opvatting, dat dit rijpingsproces gehinderd
46 II, 2, 1,56 | zou beslissen. Krachtens dit beginsel matigt men zich
47 II, 2, 2,59 | concrete situatie toepast. Dit eerste principe van het
48 II, 2, 2,60 | handelen. Wanneer de mens tegen dit oordeel handelt of ook,
49 II, 2, 3,63 | aangerekend worden; maar ook in dit geval blijft het een kwaad,
50 II, 3, 1,65 | zichzelf totaal beslist, en dit niet door bepaalde en bewuste
51 II, 3, 1,66 | volledig te onderwerpen”.112 Dit geloof, dat in de liefde
52 II, 3, 1,67 | zijn doel te richten en dit met de hulp van de genade
53 II, 3, 2,70 | bisschoppensynode van 1983, waaruit dit schrijven is voortgekomen, “
54 II, 3, 2,70 | toewending naar het geschapene). Dit kan op directe en formele
55 II, 4, 1,72 | tot het waarlijk goede. Dit goede is als eeuwige wet
56 II, 4, 1,72 | het bewuste streven naar dit goede vormen de zedelijkheid.
57 II, 4, 1,72 | worden, omdat het ertoe dient dit of dat nagestreefd doel
58 II, 4, 1,73 | komen.. De schoonheid van dit beeld straalt in ons door,
59 II, 4, 1,73(123)| de wereld van deze tijd: “Dit geldt niet alleen voor de
60 II, 4, 1,73(123)| die aan God bekend is, aan dit paasmysterie deel te hebben.”:
61 II, 4, 1,73 | de eigenschap toekomt, op dit doel afgestemd te kunnen
62 II, 4, 1,73 | ontvangt voor wat hij in dit leven heeft gedaan, goed
63 II, 4, 1,74 | En juist met het oog op dit probleem hebben zich in
64 II, 4, 1,74 | verstand toegankelijk is. Dit zoeken strookt overigens
65 II, 4, 1,75 | gevolgen verantwoordelijk. Dit “teleologisme”, als methode
66 II, 4, 1,75 | verantwoordelijk zijn, maar dit in dubbel opzicht: De door
67 II, 4, 2,76 | is het evenzeer waar, dat dit alleen gevallen betreft,
68 II, 4, 2,77 | bepalen of de keuze van dit gedrag “naar haar soort”
69 II, 4, 2,78 | eten te geven: Ofschoon in dit geval de bedoeling juist
70 II, 4, 2,78 | object resp. van de vraag of dit object op God, Hem dus,
71 II, 4, 3,79 | afgestemd kan worden. Of dit zo is, herkent het verstand
72 II, 4, 3,80 | geschapen persoon zijn. Dit zijn de handelingen, die
73 II, 4, 3,80 | verantwoordelijke personen: dit alles en andere dergelijke
74 II, 4, 3,82 | in ieder geval tegenover dit goede. In deze zin betekent
75 III, 0, 4,84 | over wat goed en slecht is. Dit relativisme leidt op theologisch
76 III, 0, 4,85 | pedagogische “geheim” - vindt dit werk van de Kerk niet zo
77 III, 0, 5,88 | en weer bekend te maken; dit is immers niet alleen een
78 III, 0, 6,91 | te leggen, en door juist dit Licht, dat Christus is,
79 III, 0, 6,92 | de wereld te winnen als dit ten koste gaat van zijn
80 III, 0, 6,94 | 94. In dit getuigenis van de absoluutheid
81 III, 0, 7,95 | authentieke vrijheid. En dit komt beslist niet tot stand,
82 III, 0, 7,95 | heilzame leer van Christus. Dit moet echter steeds door
83 III, 0, 8,99 | meerderheid in de maatschappij mag dit niet doen: tegen de minderheid
84 III, 0, 9,102 | is het echter onmogelijk. Dit is een constante leer uit
85 III, 0, 9,104 | de juiste ruimte gegeven. Dit begrip betekent nooit, de
86 III, 0, 9,105 | ontvangen. “Wie zal mij uit dit tot de dood veroordeelde
87 III, 0, 10,107 | missionaire kracht uitstromen, als dit zich door het geschenk niet
88 III, 0, 11,109 | God te verkrijgen, zoals dit in de geïnspireerde en door
89 III, 0, 11,109 | nodigt ze ons verstand - dit geschenk van God, gegeven
90 III, 0, 11,113 | zware taak, de gelovigen tot dit zedelijk onderscheidingsvermogen,
91 III, 0, 11,113 | de Geest te erkennen. In dit geval hebben de herders
92 III, 0, 11,113 | Gods is, moet de theoloog dit respecteren en zich inspannen,
93 III, 0, 11,113 | respecteren en zich inspannen, om dit Volk een leer aan te bieden,
94 III, 0, 12,114 | elke christen geworden. ~Dit antwoord op de vragen van
95 III, 0, 12,117 | is (1 Joh. 4, 8. 16). ~Dit tegelijkertijd beminnelijke
|