Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,2 | 2. Iedere mens moet zich de
2 Inl, 0, 2,5 | deelt om de “gezonde leer” (2 Tim. 4, 3) te bewaren, met
3 I, 0, 3,6(13) | jeugd (31 maart 1985), nr 2-8: AAS 77 (1985), 581-600. ~
4 I, 0, 5,10 | andere goden hebben” (Ex. 20, 2-3). In de “Decaloog” van
5 I, 0, 5,10 | God, ben heilig” (Lev. 19, 2); als Degene die, trouw
6 I, 0, 5,11 | te vereren (vgl. Ex. 20, 2-11). Het goede bestaat erin,
7 I, 0, 6,12 | geschreven wet (vgl. Rom. 2, 15), de “natuurlijke wet”
8 I, 0, 6,12(19) | Theologiae, I-II, q. 91, a. 2; Catechismus van de Katholieke
9 I, 0, 6,15(24) | Monte, I, 1, 1: CCL 35, 1-2. ~
10 I, 0, 8,21 | het kruis toe (vgl. Phil. 2, 5-8). Door het geloof woont
11 I, 0, 9,23 | en van de dood” (Rom. 8, 2). Met deze woorden leert
12 I, 0, 9,24(33) | I-II, q. 106, a. 1 c. en ad 2. ~
13 I, 0, 10,26(35) | Adversus haereses, IV, 26, 2-5: Sch 100/2, 718-729. ~
14 I, 0, 10,26(35) | haereses, IV, 26, 2-5: Sch 100/2, 718-729. ~
15 I, 0, 10,26 | beslist afgewezen (vgl. 1 Joh. 2, 3-6). En sinds de apostolische
16 I, 0, 10,26(37) | Vgl. 1 Petr 2, 12 ff.; vgl. Didaché, II,
17 I, 0, 10,26(37) | 12 ff.; vgl. Didaché, II, 2: Patres Apostolici, ed.
18 I, 0, 10,26(38) | Antiochië, Ad Magnesios, VI, 1-2: Patres Apostolici, ed.
19 I, 0, 10,26(38) | IV, 33, 1.6.7: Sch 100/2, 802-805; 814-815; 816-819. ~
20 I, 0, 10,27(42) | canonieke recht, can. 747, 2. ~
21 II | deze wereld aan!” (Rom. 12, 2) ~De Kerk en de beoordeling
22 II, 0, 11 | gezonde leer (vgl. Tit. 2, 1)~
23 II, 0, 11,28 | nieuwe schepping” (vgl. 2 Kor. 5, 17). ~De Kerk heeft
24 II, 0, 11,29 | zijn met de “gezonde leer” (2 Tim. 4, 3). Het is zeker
25 II, 0, 11,30 | geheel aan uw dienst!” (2 Tim. 4, 1-5; vgl. Tit. 1.
26 II, 0, 12,34(58) | godsdienstvrijheid Dignitatis humanae, 2; Vgl. ook Gregorius XVI,
27 II, 0, 12,34(59) | London, 1868-1881), Bd. 2, S. 250. ~
28 II, 1, 1 | mag je niet eten” (Gen. 2, 17)~
29 II, 1, 1,35 | eet, zul je sterven” (Gen. 2, 16-17). ~Met dit beeld
30 II, 1, 2,40 | eet, zul je sterven” (Gen. 2, 17). ~
31 II, 1, 2,41 | gebood de mens..” (Gen. 2, 16). De vrijheid van de
32 II, 1, 3 | des Heren (vgl. Ps. 1, 1-2)~
33 II, 1, 3,42(76) | Theologiae, I-II, q. 91, a. 2. ~
34 II, 1, 3,43(82) | Ibid.: I-II, q. 91, a. 2. ~
35 II, 1, 3,44 | dag en nacht” (Ps. 1, 1-2). “De wet van Jahwe is volmaakt:
36 II, 1, 3,45 | in harten van vlees” (2 Kor. 3, 3); een wet van
37 II, 1, 3,45 | volmaaktheid en de vrijheid (vgl. 2 Kor. 3, 17); het is “de
38 II, 1, 3,45 | Christus Jezus” (Rom. 8, 2). Over deze wet schrijft
39 II, 1, 4 | het hart geschreven” (Rom. 2, 15)~
40 II, 1, 4,49(88) | Reconciliatio et paenitentia (2 december 1984), 17: AAS
41 II, 1, 5,51(93) | theologiae, I-II, q. 94, a. 2. ~
42 II, 1, 5,53(100) | Romano”, 12 oktober 1962, S. 2. ~
43 II, 2, 1,54 | geoordeeld worden (vgl. Rom. 2, 14-16)”. 101 ~Daarom hangt
44 II, 2, 2,57 | ook wel vrijspreken” (Rom. 2, 14-15). ~Naar de woorden
45 II, 2, 2,58(104) | audiëntie, 17 augustus 1883), 2: Insegnamenti, VI, 2 (1983),
46 II, 2, 2,58(104) | 1883), 2: Insegnamenti, VI, 2 (1983), 256. ~
47 II, 2, 2,59 | of verdedigen (vgl. Rom. 2, 15). De uitdrukking “gedachten”
48 II, 2, 2,59 | door Christus Jezus” (Rom. 2, 16). ~Het oordeel van het
49 II, 2, 2,59(105) | Situatiemorral” Contra doctrinam (2 februari 1956): AAS 48 (
50 II, 2, 3,62 | het moet “rein” zijn (2 Tim. 1, 3), het mag “het
51 II, 2, 3,62 | open de waarheid leren” (2 Kor. 4, 2). Anderzijds vermaant
52 II, 2, 3,62 | waarheid leren” (2 Kor. 4, 2). Anderzijds vermaant dezelfde
53 II, 2, 3,64 | vernieuwen” (vgl. Rom. 12, 2). In werkelijkheid is het
54 II, 2, 3,64 | en volmaakt is” (Rom. 12, 2), is weliswaar de kennis
55 II, 2, 3,64(110) | Theologiae, I-II, q. 45, a. 2. ~
56 II, 3, 1,66 | Jahwe, uw God..” (Ex. 20, 2), die doordat hij de veelvoudige
57 II, 3, 1,68 | wet schuldig (vgl. Jac. 2, 8-11); ook wanneer hij
58 II, 3, 1,68(114) | Reconciliatio et paenitentia (2 december 1984), 17: AAS
59 II, 3, 2,70(116) | Reconciliatio et paenitentia (2 december 1984), 17: AAS
60 II, 4, 1,71(121) | Nyssa, De vita Moysis, II, 2-3: PG 44, 327-328. ~
61 II, 4, 1,73 | gedaan, goed of kwaad” (2 Kor. 5, 10). ~
62 II, 4, 3,80(131) | Reconciliatio et paenitentia (2 december 1984), 17: AAS
63 II, 4, 3,81(134) | quodlibetales, IX, q. 7, a. 2; Catechismus van de Katholieke
64 III, 0, 4,84(137) | Ibid., 2: aa(); 970-971. ~
65 III, 0, 4,85 | gevallig en volmaakt. (Rom. 2, 12). Haar duidelijke houvast -
66 III, 0, 4,87 | aan het kruis (vgl. Phil. 2, 6-11). Op deze wijze is
67 III, 0, 5,88 | geleefd heeft (vgl. Gal. 2, 20) dat wil zeggen in de
68 III, 0, 5,89 | geleefd heeft” (1 Joh. 1, 5-6; 2, 3-6). ~Door het zedelijke
69 III, 0, 5,89 | lieflijke geur” (Eph. 5, 1-2). ~
70 III, 0, 6,91 | Jacobus (vgl. Hand. 12, 1-2), die als martelaren stierven
71 III, 0, 6,92(145) | Ad Romanos, VI, 2-3: Patres Apostolici, hrsg.
72 III, 0, 6,93 | overschrijden (vgl. Wijsh. 2, 12) en laten ze ook in
73 III, 0, 7,95(151) | Reconciliatio et paenitentia (2 december 1984), 34: AAS
74 III, 0, 8,100 | worden door zijn armoede” (2 Kor. 8, 9)”, 157 om dan
75 III, 0, 8,101 | Ps. 14, 3-4; Openb. 18, 2-3, 9-24). Na de neergang
76 III, 0, 9,105 | verzengend vuur” (vgl. Joel 2, 3). 165 ~
77 III, 0, 9,105(165)| David, IV, 6, 22: CSEL 32/2, 283-284. ~
78 III, 0, 10,107 | Verrezene te zijn (vgl. Hand. 2, 37-41; 3, 17-20). ~Zoals
79 III, 0, 11,109 | Geest hebben (vgl. Joh. 2, 20. 27) in geloofszaken
80 III, 0, 11,109(171)| 1979), 6: Insegnamenti II, 2 (1979), 142. ~
81 III, 0, 12,114 | waakzaam op afstand (vgl. 2 Tim 4, 1-4)”. 178 ~Het is
82 III, 0, 12,115 | heilig is (vgl. Lev. 19, 2) volmaakt te zijn, - in
83 III, 0, 12,117 | door de Geest van de Heer (2 Kor. 3, 5-6. 17-18). ~
84 Slot, 0, 12,120 | daarover nadenkt (vgl. Lc. 2, 19), wordt ze tot voorbeeld
85 Slot, 0, 12,120 | jullie zegt, doe dat! “ (Joh. 2, 5). ~Maria deelt onze menselijke
86 Slot, 0, 12,120 | barmhartigheid is” (Eph. 2, 4) ~opdat hij uit vrije
87 Slot, 0, 12,120 | bereid werden (vgl. Eph. 2, 10), ~en opdat hij zo met
|