Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
dankzij 8
dat 417
david 1
de 4141
debatten 2
decaloog 8
decem 3
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
4141 de
2377 van
1780 het
1531 en
Ioannes Paulus PP. II
Veritatis Splendor

IntraText - Concordances

de

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4141

     Chapter, Thema, Paragraph, Number
501 I, 0, 6,15 | niet dat ik gekomen ben om de wet en de profeten af te 502 I, 0, 6,15 | gekomen ben om de wet en de profeten af te schaffen. 503 I, 0, 6,15 | Mt. 5, 17). Christus is de sleutelfiguur van de Heilige 504 I, 0, 6,15 | is de sleutelfiguur van de Heilige Schrift: “Jullie 505 I, 0, 6,15 | Schrift: “Jullie onderzoeken de Schriften: juist zij leggen 506 I, 0, 6,15 | middelpunt van het heilsplan, de samenvatting van het Oude 507 I, 0, 6,15 | het Nieuwe Testament, van de belofte van de wet en van 508 I, 0, 6,15 | Testament, van de belofte van de wet en van hun vervulling 509 I, 0, 6,15 | in het evangelie; Hij is de levende en eeuwige verbinding 510 I, 0, 6,15 | Verbond. In zijn commentaar op de vaststelling van Paulus “ 511 I, 0, 6,15 | Christus is het einde van de wet” (Rom. 10, 4), schrijft 512 I, 0, 6,15 | Rom. 10, 4), schrijft de H. Ambrosius: “Einde niet 513 I, 0, 6,15 | wegvallen, maar als volheid van de wet: deze vervult zich in 514 I, 0, 6,15 | Hij gekomen is, niet om de wet op te heffen maar om 515 I, 0, 6,15 | is, zo gaat het ook met de wet: die wet die door Mozes 516 I, 0, 6,15 | gegeven is zinnebeeld van de wet. Die wet is waarlijk 517 I, 0, 6,15 | waarlijk een afschrift van de waarheid”. 25 ~Jezus brengt 518 I, 0, 6,15(24) | Vgl. H. Augustinus, De Sermone Domini in Monte, 519 I, 0, 6,15 | waarheid”. 25 ~Jezus brengt de geboden van God, in het 520 I, 0, 6,15 | bijzonder het gebod van de naastenliefde tot hun vervulling 521 I, 0, 6,15 | radicaliteit aan verleent: de liefde tot de naaste komt 522 I, 0, 6,15 | verleent: de liefde tot de naaste komt uit een hart 523 I, 0, 6,15 | liefheeft, bereid is aan de hoogste eisen te voldoen. 524 I, 0, 6,15 | voldoen. Jezus laat zien, dat de geboden niet als een niet 525 I, 0, 6,15 | van volmaaktheid waarvan de ziel de liefde is (vgl. 526 I, 0, 6,15 | volmaaktheid waarvan de ziel de liefde is (vgl. Kol. 3, 527 I, 0, 6,15 | liefde, die het leven van de naaste beschermt en bevordert; 528 I, 0, 6,15 | bevordert; het gebod dat de echtbreuk verbiedt wordt 529 I, 0, 6,15 | reine blik die in staat is de bruidsbetekenis van het 530 I, 0, 6,15 | hebt gehoord dat er tot de ouden gezegd is: Gij zult 531 I, 0, 6,15 | 22. 27-28). Jezus zelf is de levendevervullingvan 532 I, 0, 6,15 | levendevervullingvan de wet, omdat Hij de betekenis 533 I, 0, 6,15 | vervullingvan de wet, omdat Hij de betekenis van de wet met 534 I, 0, 6,15 | omdat Hij de betekenis van de wet met het totale wegschenken 535 I, 0, 6,15 | navolging uitnodigt, die de genade schenkt, om zijn 536 I, 0, 6,15 | liefde te delen, en die de kracht biedt, om in beslissingen 537 I, 0, 7,16 | 16. Het antwoord over de geboden bevredigt de jongeman 538 I, 0, 7,16 | over de geboden bevredigt de jongeman niet, die Jezus 539 I, 0, 7,16 | wanneer het gewicht van de in Gods wet opgesloten eisen 540 I, 0, 7,16 | heeft nagestreefd, weet de rijke jongeling, dat hij 541 I, 0, 7,16 | laatste antwoord in: Terwijl de goede Meester het verlangen 542 I, 0, 7,16 | naar een volheid, die boven de legalistische uitleg van 543 I, 0, 7,16 | legalistische uitleg van de geboden uitstijgt, oppakt, 544 I, 0, 7,16 | uitstijgt, oppakt, nodigt Hij de jongeman uit de weg der 545 I, 0, 7,16 | nodigt Hij de jongeman uit de weg der volmaaktheid in 546 I, 0, 7,16 | bezit en geef het geld aan de armen; zo zul je een blijvende 547 I, 0, 7,16 | je een blijvende schat in de hemel hebben; kom dan en 548 I, 0, 7,16 | Mt. 19, 21). ~Zoals reeds de voorgaande passage uit het 549 I, 0, 7,16 | moet ook deze passage in de samenhang van de hele zedelijke 550 I, 0, 7,16 | passage in de samenhang van de hele zedelijke boodschap 551 I, 0, 7,16 | het evangelie en vooral in de samenhang van de Bergrede, 552 I, 0, 7,16 | vooral in de samenhang van de Bergrede, de zaligsprekingen ( 553 I, 0, 7,16 | samenhang van de Bergrede, de zaligsprekingen (Vgl. Mt. 554 I, 0, 7,16 | geïnterpreteerd worden, waarvan de eerste immers de zaligspreking 555 I, 0, 7,16 | waarvan de eerste immers de zaligspreking van de armen 556 I, 0, 7,16 | immers de zaligspreking van de armen is, van hendie arm 557 I, 0, 7,16 | arm zijn van geest”, zoals de H. Mattheus preciseert ( 558 I, 0, 7,16 | Mt. 5, 3), dat wil zeggen de deemoedigen. In deze zin 559 I, 0, 7,16 | kan men zeggen, dat ook de zaligsprekingen horen in 560 I, 0, 7,16 | het antwoord dat Jezus op de vraag van de jongeman geeft: “ 561 I, 0, 7,16 | dat Jezus op de vraag van de jongeman geeft: “Wat voor 562 I, 0, 7,16 | visie juist ditgoededat de mens opent voor het eeuwige 563 I, 0, 7,16 | eeuwige leven zelf is. ~De zaligsprekingen hebben eigenlijk 564 I, 0, 7,16 | daarom niet precies samen met de geboden. Anderzijds bestaat 565 I, 0, 7,16 | scheiding of discrepantie tussen de zaligsprekingen en de geboden: 566 I, 0, 7,16 | tussen de zaligsprekingen en de geboden: beide hebben betrekking 567 I, 0, 7,16 | goede, op het eeuwige leven. De Bergrede begint met de verkondiging 568 I, 0, 7,16 | De Bergrede begint met de verkondiging van de zaligsprekingen, 569 I, 0, 7,16 | met de verkondiging van de zaligsprekingen, bevat echter 570 I, 0, 7,16 | echter ook een relatie tot de geboden (vgl. Mt. 5, 20- 571 I, 0, 7,16 | 20-48). Tegelijk toont de Bergrede de opening en oriëntering 572 I, 0, 7,16 | Tegelijk toont de Bergrede de opening en oriëntering van 573 I, 0, 7,16 | opening en oriëntering van de geboden op de perspectieven 574 I, 0, 7,16 | oriëntering van de geboden op de perspectieven van de volmaaktheid, 575 I, 0, 7,16 | op de perspectieven van de volmaaktheid, die tot de 576 I, 0, 7,16 | de volmaaktheid, die tot de zaligsprekingen hoort. Dit 577 I, 0, 7,16(26) | Vgl. Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 1717. ~ 578 I, 0, 7,17 | weten niet, in hoeverre de jongeman van het evangelie 579 I, 0, 7,17 | jongeman van het evangelie de diepe en veeleisende inhoud 580 I, 0, 7,17 | bereiken, onderhoud dan de geboden!”; het is niettemin 581 I, 0, 7,17 | is niettemin zeker, dat de ijver, die de jongeman tegenover 582 I, 0, 7,17 | zeker, dat de ijver, die de jongeman tegenover de zedelijke 583 I, 0, 7,17 | die de jongeman tegenover de zedelijke eisen van de geboden 584 I, 0, 7,17 | tegenover de zedelijke eisen van de geboden laat kennen, de 585 I, 0, 7,17 | de geboden laat kennen, de onontbeerlijke bodem is, 586 I, 0, 7,17 | kiemen en rijpen, dus naar de verwerkelijking van hun 587 I, 0, 7,17 | verwerkelijking van hun betekenis in de navolging van Christus. ~ 588 I, 0, 7,17 | Het gesprek van Jezus met de jongeman helpt ons de voorwaarden 589 I, 0, 7,17 | met de jongeman helpt ons de voorwaarden voor de zedelijke 590 I, 0, 7,17 | ons de voorwaarden voor de zedelijke groei van de tot 591 I, 0, 7,17 | voor de zedelijke groei van de tot volmaaktheid geroepen 592 I, 0, 7,17 | geroepen mens te begrijpen: de jongeman, die alle geboden 593 I, 0, 7,17 | staat om op eigen kracht de volgende stap te zetten. 594 I, 0, 7,17 | goddelijke geschenk van de genade: “Kom en volg Mij”. ~ 595 I, 0, 7,17 | genade: “Kom en volg Mij”. ~De volmaaktheid vraagt die 596 I, 0, 7,17 | volmaaktheid vraagt die rijpheid in de zelfgave, waartoe de vrijheid 597 I, 0, 7,17 | in de zelfgave, waartoe de vrijheid van de mens geroepen 598 I, 0, 7,17 | waartoe de vrijheid van de mens geroepen is. Jezus 599 I, 0, 7,17 | geroepen is. Jezus wijst de jongeman op de geboden als 600 I, 0, 7,17 | Jezus wijst de jongeman op de geboden als de eerste, onopgeefbare 601 I, 0, 7,17 | jongeman op de geboden als de eerste, onopgeefbare voorwaarde, 602 I, 0, 7,17 | het opgeven van alles wat de jongeman bezit en de navolging 603 I, 0, 7,17 | wat de jongeman bezit en de navolging van de Heer nemen 604 I, 0, 7,17 | bezit en de navolging van de Heer nemen daarentegen het 605 I, 0, 7,17 | woord van Jezus onthult de bijzondere dynamiek van 606 I, 0, 7,17 | bijzondere dynamiek van de groei der vrijheid tot rijpheid 607 I, 0, 7,17 | rijpheid en verklaart bovendien de fundamentele betrekking 608 I, 0, 7,17 | fundamentele betrekking van de vrijheid tot de goddelijke 609 I, 0, 7,17 | betrekking van de vrijheid tot de goddelijke wet. De vrijheid 610 I, 0, 7,17 | vrijheid tot de goddelijke wet. De vrijheid van de mens en 611 I, 0, 7,17 | goddelijke wet. De vrijheid van de mens en de wet van God zijn 612 I, 0, 7,17 | vrijheid van de mens en de wet van God zijn niet in 613 I, 0, 7,17 | ze verwijzen naar elkaar. De leerling van Christus weet, 614 I, 0, 7,17 | Gal. 5, 13), verkondigt de apostel Paulus met vreugde 615 I, 0, 7,17 | preciseert hij: “Alleen: neem de vrijheid niet als uitvlucht 616 I, 0, 7,17 | elkaar in liefde!” (ibid). De stevigheid waarmee de apostel 617 I, 0, 7,17 | De stevigheid waarmee de apostel zich teweerstelt 618 I, 0, 7,17 | rechtvaardiging toevertrouwt aan de wet, heeft niets gemeen 619 I, 0, 7,17 | heeft niets gemeen met debevrijdingvan de mens 620 I, 0, 7,17 | met de “bevrijdingvan de mens van de geboden, die 621 I, 0, 7,17 | bevrijdingvan de mens van de geboden, die integendeel 622 I, 0, 7,17 | integendeel in dienst staan van de in de praktijk beoefende 623 I, 0, 7,17 | in dienst staan van de in de praktijk beoefende liefde: “ 624 I, 0, 7,17 | beoefende liefde: “Wie immers de anderen liefheeft, heeft 625 I, 0, 7,17 | anderen liefheeft, heeft de wet vervuld. Want de geboden: 626 I, 0, 7,17 | heeft de wet vervuld. Want de geboden: Gij zult niet echtbreken, 627 I, 0, 7,17 | uzelf” (Rom. 13, 8-9). Nadat de H. Augustinus over het opvolgen 628 I, 0, 7,17 | Augustinus over het opvolgen van de geboden als de eerste onvolkomen 629 I, 0, 7,17 | opvolgen van de geboden als de eerste onvolkomen vrijheid 630 I, 0, 7,17 | andere wet in conflict is met de wet van mijn verstand”.. 631 I, 0, 7,17 | rein, nog niet volledig is de vrijheid, omdat wij nog 632 I, 0, 7,17 | vrijheid, omdat wij nog niet in de eeuwigheid zijn. Deels behouden 633 I, 0, 7,17 | zijn. Deels behouden wij de zwakheid en deels hebben 634 I, 0, 7,17 | zwakheid en deels hebben we de vrijheid bereikt. Al onze 635 I, 0, 7,17 | Al onze zonden zijn in de doop vernietigd, maar is 636 I, 0, 7,17 | zwakheid verdwenen, omdat de hele ongerechtigheid is 637 I, 0, 7,17 | die aanmatigend en daarom de barmhartigheid van de Bevrijder 638 I, 0, 7,17 | daarom de barmhartigheid van de Bevrijder onwaardig is?.. 639 I, 0, 7,17 | het te zeggen, dat wij in de mate waarin we God dienen, 640 I, 0, 7,17 | vrij zijn, terwijl we in de mate waarin we de wet van 641 I, 0, 7,17 | we in de mate waarin we de wet van de zonde volgen, 642 I, 0, 7,17 | mate waarin we de wet van de zonde volgen, slaven zijn”. 27 ~ 643 I, 0, 7,18 | het vlees leeftervaart de wet van God als een last, 644 I, 0, 7,18 | geval een inperking van de eigen vrijheid. Wie daarentegen 645 I, 0, 7,18 | daarentegen bezield is door de liefde enzich door God 646 I, 0, 7,18 | leiden” (Gal. 5, 16) en de anderen wil dienen, vindt 647 I, 0, 7,18 | anderen wil dienen, vindt in de wet van God de fundamentele 648 I, 0, 7,18 | vindt in de wet van God de fundamentele en noodzakelijke 649 I, 0, 7,18 | en noodzakelijke weg tot de praktische oefening van 650 I, 0, 7,18 | praktische oefening van de vrij gekozen en geleefde 651 I, 0, 7,18 | geleefde liefde. Ja, hij merkt de innerlijke drang - een echte 652 I, 0, 7,18 | als dwang - om niet bij de minimumeisen van de wet 653 I, 0, 7,18 | bij de minimumeisen van de wet te blijven staan maar 654 I, 0, 7,18 | mogelijk wordt gemaakt door de genade die het ons toestaat 655 I, 0, 7,18 | genade die het ons toestaat de volle vrijheid van de kinderen 656 I, 0, 7,18 | toestaat de volle vrijheid van de kinderen Gods te bezitten ( 657 I, 0, 7,18 | in het zedelijk leven op de verheven roeping te antwoorden, 658 I, 0, 7,18 | te antwoorden, zonen in de Zoon te zijn. ~Deze roeping 659 I, 0, 7,18 | uitverkoren groepen voorbehouden. De oproep: “Ga, verkoop je 660 I, 0, 7,18 | bezit en geef het geld aan de armen”, met de belofte: “ 661 I, 0, 7,18 | geld aan de armen”, met de belofte: “zo zul je een 662 I, 0, 7,18 | je een blijvende schat in de hemel hebben”, betreft allen, 663 I, 0, 7,18 | vernieuwing van het gebod van de naastenliefde, net zoals 664 I, 0, 7,18 | naastenliefde, net zoals de volgende uitnodiging: “Kom 665 I, 0, 7,18 | uitnodiging: “Kom en volg Mijde nieuwe concrete vorm van 666 I, 0, 7,18 | concrete vorm van het gebod van de liefde tot God is. De geboden 667 I, 0, 7,18 | van de liefde tot God is. De geboden en de uitnodiging 668 I, 0, 7,18 | tot God is. De geboden en de uitnodiging van Jezus aan 669 I, 0, 7,18 | uitnodiging van Jezus aan de rijke jongeling staan in 670 I, 0, 7,18 | volmaaktheid streeft en waarvan de maat alleen God is: “Jullie 671 I, 0, 7,18 | Lucas-evangelie preciseert Jezus de betekenis van deze volmaaktheid 672 I, 0, 8,19 | 19. De weg en tegelijk de inhoud 673 I, 0, 8,19 | 19. De weg en tegelijk de inhoud van deze volmaaktheid 674 I, 0, 8,19 | volmaaktheid bestaat in de navolging van Christus, 675 I, 0, 8,19 | eindigt het gesprek met de jongeman: “Kom dan en volg 676 I, 0, 8,19 | een uitnodiging, waarvan de wonderlijke diepte door 677 I, 0, 8,19 | wonderlijke diepte door de leerlingen pas na de verrijzenis 678 I, 0, 8,19 | door de leerlingen pas na de verrijzenis van Christus 679 I, 0, 8,19 | worden begrepen, wanneer de heilige Geest hen in de 680 I, 0, 8,19 | de heilige Geest hen in de volledige waarheid zal binnenleiden ( 681 I, 0, 8,19 | uitnodigt om Hem te volgen. De oproep richt zich vooral 682 I, 0, 8,19 | toevertrouwt, te beginnen bij de Twaalf; maar het blijkt 683 I, 0, 8,19 | Hand. 6, 1). Daarom is de navolging van Christus het 684 I, 0, 8,19 | oorspronkelijke fundament van de christelijke moraal: zoals 685 I, 0, 8,19 | God volgde, die het door de woestijn in het Beloofde 686 I, 0, 8,19 | vgl. Ex. 13, 21), zo moet de leerling Jezus volgen, tot 687 I, 0, 8,19 | leerling Jezus volgen, tot wie de Vader zelf hem leidt (vgl. 688 I, 0, 8,19 | gaat er heel radicaal om, de Persoon van Jezus zelf aan 689 I, 0, 8,19 | liefhebbende gehoorzaamheid jegens de Vader. Wanneer hij door 690 I, 0, 8,19 | het geloof Hem volgt, die de vleesgeworden Wijsheid is, 691 I, 0, 8,19 | vleesgeworden Wijsheid is, wordt de leerling van Jezus werkelijk 692 I, 0, 8,19 | vgl. Joh. 8, 12); Hij is de Herder, die de schapen leidt 693 I, 0, 8,19 | Hij is de Herder, die de schapen leidt en voedt ( 694 I, 0, 8,19 | Joh. 10, 11-16), Hij is de Weg de Waarheid en het Leven ( 695 I, 0, 8,19 | 10, 11-16), Hij is de Weg de Waarheid en het Leven (vgl. 696 I, 0, 8,19 | Hij is degene die tot de Vader voert zodat wie Hem, 697 I, 0, 8,19 | Vader voert zodat wie Hem, de Zoon, ziet, de Vader ziet ( 698 I, 0, 8,19 | wie Hem, de Zoon, ziet, de Vader ziet (vgl. Joh. 14, 699 I, 0, 8,19 | betekent het navolgen van de Zoon, diehet evenbeeld 700 I, 0, 8,19 | diehet evenbeeld van de onzichtbare Godis (Kol. 701 I, 0, 8,19 | onzichtbare Godis (Kol. 1, 15), de Vader navolgen. ~ 702 I, 0, 8,20 | volgen en te wandelen op de weg van de liefde voor Hem, 703 I, 0, 8,20 | te wandelen op de weg van de liefde voor Hem, een liefde 704 I, 0, 8,20 | volledig wegschenkt aan de broeders: “Dat is mijn gebod: 705 I, 0, 8,20 | 12). Ditzoalsverlangt de navolging van Jezus, in 706 I, 0, 8,20 | zijn liefde, zoals die in de voetwassing een symbolische 707 I, 0, 8,20 | krijgt: “Wanneer nu Ik, de Heer en Meester, u de voeten 708 I, 0, 8,20 | Ik, de Heer en Meester, u de voeten heb gewassen, dan 709 I, 0, 8,20 | gewassen, dan moet ook u elkaar de voeten wassen. Ik heb u 710 I, 0, 8,20 | sterven aan het kruis zijn de levende openbaring van zijn 711 I, 0, 8,20 | openbaring van zijn liefde voor de Vader en voor de mensen. 712 I, 0, 8,20 | liefde voor de Vader en voor de mensen. Juist deze liefde 713 I, 0, 8,20 | Ditzoalsgeeft ook de maat aan, waarmee Jezus 714 I, 0, 8,20 | gaat Jezus verder met de woorden die vooruitwijzen 715 I, 0, 8,20 | van zijn liefdetot aan de voleinding” (Joh. 13, 1): “ 716 I, 0, 8,20 | 15, 13). ~Wanneer Jezus de jongeman oproept om Hem 717 I, 0, 8,20 | jongeman oproept om Hem op de weg der volmaaktheid te 718 I, 0, 8,20 | te zijn in het gebod van de liefde, inzijngebod: 719 I, 0, 8,20 | zijn totale wegschenking, de liefde van de “goedeMeester, 720 I, 0, 8,20 | wegschenking, de liefde van degoedeMeester, de liefde 721 I, 0, 8,20 | van de “goedeMeester, de liefde van Hem, dietot 722 I, 0, 8,20 | liefde van Hem, dietot aan de voleindingbemind heeft, 723 I, 0, 8,20 | die zich wil begeven in de navolging van Hem: “Wie 724 I, 0, 8,21 | nabootsing, want ze raakt de mens in zijn diepste innerlijk. 725 I, 0, 8,21 | knecht gemaakt heeft tot de zelfgave aan het kruis toe ( 726 I, 0, 8,21 | Eph. 3, 17), en zo wordt de leerling gelijkend op zijn 727 I, 0, 8,21 | aan Hem gemaakt. Dat is de vrucht van de genade, de 728 I, 0, 8,21 | gemaakt. Dat is de vrucht van de genade, de werkzame aanwezigheid 729 I, 0, 8,21 | de vrucht van de genade, de werkzame aanwezigheid van 730 I, 0, 8,21 | werkzame aanwezigheid van de heilige Geest in ons. ~Door 731 I, 0, 8,21 | inlijving in Christus wordt de christen lidmaat van zijn 732 I, 0, 8,21 | lidmaat van zijn Lichaam, dat de Kerk is (vgl. 1 Kor. 12, 733 I, 0, 8,21 | Kor. 12, 13. 27). Onder de impuls van de heilige Geest 734 I, 0, 8,21 | 27). Onder de impuls van de heilige Geest maakt de doop 735 I, 0, 8,21 | van de heilige Geest maakt de doop de gelovige op radicale 736 I, 0, 8,21 | heilige Geest maakt de doop de gelovige op radicale wijze 737 I, 0, 8,21 | zijn en dankbaar - roept de H. Augustinus zich tot de 738 I, 0, 8,21 | de H. Augustinus zich tot de gedoopten wendend uit - 739 I, 0, 8,21 | geworden!”. 28 Gestorven voor de zonde, ontvangt de gedoopte 740 I, 0, 8,21 | voor de zonde, ontvangt de gedoopte het nieuwe leven ( 741 I, 0, 8,21 | is hij opgeroepen om naar de geest te leven en van diens 742 I, 0, 8,21 | getuigen (vgl. Gal. 5, 16-25). De deelname aan de eucharistie, 743 I, 0, 8,21 | 16-25). De deelname aan de eucharistie, het sacrament 744 I, 0, 8,21 | is het hoogtepunt van de gelijkwording met Christus, 745 I, 0, 8,21 | oorsprong en kracht van de totale zelfgave, die wij 746 I, 0, 8,21 | heeft overgeleverd - in de eucharistieviering en in 747 I, 0, 8,21 | van dit Brood eet en uit de Kelk drinkt, verkondigt 748 I, 0, 8,21 | Kelk drinkt, verkondigt gij de dood van de Heer, totdat 749 I, 0, 8,21 | verkondigt gij de dood van de Heer, totdat Hij komt” ( 750 I, 0, 9,22 | het gesprek van Jezus met de rijke jongeman: “Toen de 751 I, 0, 9,22 | de rijke jongeman: “Toen de jongeman dat hoorde, ging 752 I, 0, 9,22 | Mt. 19, 22). Niet alleen de jongeman, maar ook de leerlingen 753 I, 0, 9,22 | alleen de jongeman, maar ook de leerlingen schrikken bij 754 I, 0, 9,22 | leerlingen schrikken bij de oproep van Jezus om Hem 755 I, 0, 9,22 | Hem te volgen, wiens eisen de menselijke pogingen en krachten 756 I, 0, 9,22 | krachten te boven gaan: “Toen de leerlingen dat hoorden, 757 I, 0, 9,22 | worden?” (Mt. 19, 25). Maar de Meester verwijst naar de 758 I, 0, 9,22 | de Meester verwijst naar de macht van God: “Voor mensen 759 I, 0, 9,22 | 3-10) wijst Jezus, bij de interpretatie van de wet 760 I, 0, 9,22 | bij de interpretatie van de wet van Mozes over het huwelijk, 761 I, 0, 9,22 | recht op verstoting van de vrouw af onder verwijzing 762 I, 0, 9,22 | een in vergelijking met de wet van Mozes oorspronkelijker 763 I, 0, 9,22 | oorspronkelijke plan van God met de mensen, een plan waaraan 764 I, 0, 9,22 | mensen, een plan waaraan de mens na de zondeval niet 765 I, 0, 9,22 | plan waaraan de mens na de zondeval niet meer beantwoordde: “ 766 I, 0, 9,22 | dat niet zo” (Mt. 19, 8). De verwijzing naar hetbegin” 767 I, 0, 9,22 | naar hetbegin” ontstelt de leerlingen, en zij geven 768 I, 0, 9,22 | commentaar daarop: “Als dat de positie van de man in het 769 I, 0, 9,22 | Als dat de positie van de man in het huwelijk is, 770 I, 0, 9,22 | regel geeft, verwijst naar de nieuwe, verrassende mogelijkheid, 771 I, 0, 9,22 | verrassende mogelijkheid, die voor de mens door de genade van 772 I, 0, 9,22 | mogelijkheid, die voor de mens door de genade van God geopend wordt: 773 I, 0, 9,22 | gegeven is” (Mt. 19, 11). ~De liefde van Christus na te 774 I, 0, 9,22 | bootsen en na te leven is voor de mens op eigen kracht alleen 775 I, 0, 9,22 | hij ontvangen heeft. Zoals de Heer Jezus de liefde van 776 I, 0, 9,22 | heeft. Zoals de Heer Jezus de liefde van zijn Vader ontvangt, 777 I, 0, 9,22 | eigen beweging door aan de leerlingen: “Zoals de Vader 778 I, 0, 9,22 | aan de leerlingen: “Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, 779 I, 0, 9,22 | mijn liefde!” (Joh. 15, 9). De gave van Christus is zijn 780 I, 0, 9,22 | Christus is zijn Geest, waarvan de eerstevrucht” (vgl. Gal. 781 I, 0, 9,22 | vrucht” (vgl. Gal. 5, 22) de liefde is: “De liefde Gods 782 I, 0, 9,22 | Gal. 5, 22) de liefde is: “De liefde Gods is uitgestort 783 I, 0, 9,22 | uitgestort in onze harten door de heilige Geest die ons gegeven 784 I, 0, 9,22 | gegeven is” (Rom. 5, 5). De H. Augustinus vraagt zich 785 I, 0, 9,22 | vraagt zich af: “Is het de liefde die ons de geboden 786 I, 0, 9,22 | Is het de liefde die ons de geboden doet onderhouden, 787 I, 0, 9,22 | het het onderhouden van de geboden die de liefde doet 788 I, 0, 9,22 | onderhouden van de geboden die de liefde doet ontstaan? Maar 789 I, 0, 9,22 | ontstaan? Maar wie strijdt over de vraag waaraan de liefde 790 I, 0, 9,22 | strijdt over de vraag waaraan de liefde voorafgaat? Want 791 I, 0, 9,22 | liefheeft heeft geen reden om de geboden te onderhouden”. 29 ~ 792 I, 0, 9,23 | 23. “De wet van de geest en van 793 I, 0, 9,23 | 23. “De wet van de geest en van het leven in 794 I, 0, 9,23 | heeft je vrijgemaakt van de wet van de zonde en van 795 I, 0, 9,23 | vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood” (Rom. 796 I, 0, 9,23 | wet van de zonde en van de dood” (Rom. 8, 2). Met deze 797 I, 0, 9,23 | Met deze woorden leert de apostel Paulus ons, om de 798 I, 0, 9,23 | de apostel Paulus ons, om de verhouding tussen de (oude) 799 I, 0, 9,23 | om de verhouding tussen de (oude) wet en de genade ( 800 I, 0, 9,23 | tussen de (oude) wet en de genade (nieuwe wet) in het 801 I, 0, 9,23 | in het perspectief van de heilsgeschiedenis, die zich 802 I, 0, 9,23 | heeft, te bezien. Hij erkent de opvoedende rol van de wet, 803 I, 0, 9,23 | erkent de opvoedende rol van de wet, die het de zondige 804 I, 0, 9,23 | rol van de wet, die het de zondige mens mogelijk maakt, 805 I, 0, 9,23 | en hem, doordat hij hem de arrogantie van de zelfgenoegzaamheid 806 I, 0, 9,23 | hij hem de arrogantie van de zelfgenoegzaamheid ontneemt, 807 I, 0, 9,23 | aannemen van hetleven in de Geest”: in dit nieuwe leven 808 I, 0, 9,23 | leven is het onderhouden van de geboden van God mogelijk. 809 I, 0, 9,23 | gerechtvaardigd (vgl. Rom. 3, 28): degerechtigheid”, die de 810 I, 0, 9,23 | de “gerechtigheid”, die de wet vereist, maar die zij 811 I, 0, 9,23 | bekendgemaakt en geschonken door de Heer Jezus. Zo vat de H. 812 I, 0, 9,23 | door de Heer Jezus. Zo vat de H. Augustinus opnieuw op 813 I, 0, 9,23 | opnieuw op wonderlijke manier de paulijnse dialectiek van 814 I, 0, 9,23 | genade kort samen: “Daarom is de wet gegeven, opdat men de 815 I, 0, 9,23 | de wet gegeven, opdat men de genade afsmeekt; de genade 816 I, 0, 9,23 | men de genade afsmeekt; de genade werd gegeven, opdat 817 I, 0, 9,23 | werd gegeven, opdat men de wet zou vervullen”. 30 ~ 818 I, 0, 9,23 | wet zou vervullen”. 30 ~De liefde en het leven naar 819 I, 0, 9,23 | dat wat zij verlangen gaat de krachten van de mens te 820 I, 0, 9,23 | verlangen gaat de krachten van de mens te boven: ze zijn slechts 821 I, 0, 9,23 | zijn genade het hart van de mens heel en gezond maakt 822 I, 0, 9,23 | en het omvormt: “Immers, de wet werd door Mozes gegeven, 823 I, 0, 9,23 | werd door Mozes gegeven, de genade en de waarheid kwamen 824 I, 0, 9,23 | Mozes gegeven, de genade en de waarheid kwamen door Jezus 825 I, 0, 9,23 | Joh. 1, 17). Daarom is de belofte van het eeuwige 826 I, 0, 9,23 | van het eeuwige leven aan de gave van de genade verbonden, 827 I, 0, 9,23 | eeuwige leven aan de gave van de genade verbonden, en het 828 I, 0, 9,23 | verbonden, en het geschenk van de Geest, dat wij ontvangen 829 I, 0, 9,23(30) | De spiritu et littera, 19, 830 I, 0, 9,24 | openbaren zich het gebod van de liefde en dat van de volmaaktheid, 831 I, 0, 9,24 | van de liefde en dat van de volmaaktheid, waarop het 832 I, 0, 9,24 | een mogelijkheid, die voor de mens uitsluitend door de 833 I, 0, 9,24 | de mens uitsluitend door de genade, door de gave van 834 I, 0, 9,24 | uitsluitend door de genade, door de gave van God, door zijn 835 I, 0, 9,24 | bewustzijn, in Jezus Christus de liefde Gods te bezitten, 836 I, 0, 9,24 | liefde tot God en onder de broeders, zoals de apostel 837 I, 0, 9,24 | onder de broeders, zoals de apostel Johannes in zijn 838 I, 0, 9,24 | elkander liefhebben, want de liefde komt van God. Iedereen 839 I, 0, 9,24 | niet gekend, want God is de liefde.. Broeders, als God 840 I, 0, 9,24 | onlosmakelijke verbinding tussen de genade van de Heer en de 841 I, 0, 9,24 | verbinding tussen de genade van de Heer en de vrijheid van 842 I, 0, 9,24 | de genade van de Heer en de vrijheid van de mens, tussen 843 I, 0, 9,24 | Heer en de vrijheid van de mens, tussen de gave en 844 I, 0, 9,24 | vrijheid van de mens, tussen de gave en de opgave, heeft 845 I, 0, 9,24 | mens, tussen de gave en de opgave, heeft de H. Augustinus 846 I, 0, 9,24 | gave en de opgave, heeft de H. Augustinus met deze eenvoudige 847 I, 0, 9,24 | gebied wat U wilt). 31 ~De gave vermindert niet, maar 848 I, 0, 9,24 | vermindert niet, maar versterkt de zedelijke eisen van de liefde: “ 849 I, 0, 9,24 | versterkt de zedelijke eisen van de liefde: “En dat is zijn 850 I, 0, 9,24 | gebod: wij moeten geloven in de Naam van zijn Zoon Jezus 851 I, 0, 9,24 | Joh. 3, 23). Alleen onder de voorwaarde, dat men de geboden 852 I, 0, 9,24 | onder de voorwaarde, dat men de geboden onderhoudt, kan 853 I, 0, 9,24 | men, zoals Jezus zegt, in de liefdeblijven”: “Als jullie 854 I, 0, 9,24 | liefde blijven, zoals Ik de geboden van mijn Vader onderhouden 855 I, 0, 9,24 | liefde blijf (Joh. 15, 10). De H. Thomas, die de kern van 856 I, 0, 9,24 | 10). De H. Thomas, die de kern van de morele boodschap 857 I, 0, 9,24 | Thomas, die de kern van de morele boodschap van Jezus 858 I, 0, 9,24 | boodschap van Jezus en van de verkondiging der apostelen 859 I, 0, 9,24 | prachtige gezamenlijke visie van de grote traditie der Kerkvaders 860 I, 0, 9,24 | Oost en West, vooral van de H. Augustinus, 32 schrijven: 861 I, 0, 9,24(31) | 29, 40: CCL 27, 176; Vgl. De gratia et libero arbitrio, 862 I, 0, 9,24 | Augustinus, 32 schrijven: de Nieuwe Wet is de door het 863 I, 0, 9,24 | schrijven: de Nieuwe Wet is de door het geloof in Christus 864 I, 0, 9,24 | Christus verleende genade van de heilige Geest. 33 De uiterlijke 865 I, 0, 9,24(32) | Vgl. De spiritu et littera, 21, 866 I, 0, 9,24 | van de heilige Geest. 33 De uiterlijke voorschriften, 867 I, 0, 9,24 | in het leven effectief. De nieuwe wet stelt zich er 868 I, 0, 9,24 | moet, maar ze verleent ook de krachtom de waarheid te 869 I, 0, 9,24 | verleent ook de krachtom de waarheid te doen” (vgl. 870 I, 0, 9,24 | 3, 21). Tegelijk heeft de H. Johannes Chrysostomus 871 I, 0, 9,24 | Chrysostomus opgemerkt, dat de nieuwe wet juist toen gegeven 872 I, 0, 9,24 | toen gegeven werd, toen de heilige Geest uit de hemel 873 I, 0, 9,24 | toen de heilige Geest uit de hemel neerdaalde op de dag 874 I, 0, 9,24 | uit de hemel neerdaalde op de dag van Pinksteren, en hij 875 I, 0, 9,24 | Pinksteren, en hij vervolgt: datde apostelen niet van de berg 876 I, 0, 9,24 | dat “de apostelen niet van de berg afdaalden met stenen 877 I, 0, 9,24 | Mozes; maar ze kwamen met de Geest in hun harten.., nadat 878 I, 0, 10 | met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld” ( 879 I, 0, 10,25 | Het gesprek van Jezus met de rijke jongeling wordt in 880 I, 0, 10,25 | ook vandaag, vervolgd. De vraag: “Meester, wat moet 881 I, 0, 10,25 | beslissende antwoord geeft. De Meester die de geboden van 882 I, 0, 10,25 | antwoord geeft. De Meester die de geboden van God leert, die 883 I, 0, 10,25 | tot navolging uitnodigt en de genade voor een nieuw leven 884 I, 0, 10,25 | en actief, overeenkomstig de belofte: “Ziet, Ik ben met 885 I, 0, 10,25 | met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld” ( 886 I, 0, 10,25 | aanwezig zijn van Christus met de mens van iedere tijd gebeurt 887 I, 0, 10,25 | het levende Lichaam van de Kerk. Daarom heeft de Heer 888 I, 0, 10,25 | van de Kerk. Daarom heeft de Heer aan zijn leerlingen 889 I, 0, 10,25 | Heer aan zijn leerlingen de H. Geest beloofd: Hij zou 890 I, 0, 10,25 | 26) en zou het begin en de bron van een nieuw leven 891 I, 0, 10,25 | bron van een nieuw leven in de wereld zijn (vgl. Joh. 3, 892 I, 0, 10,25 | 3, 5-8; Rom. 8, 1-13). ~De door God in het Oude Verbond 893 I, 0, 10,25 | Nieuwe en Eeuwige Verbond in de Persoon van Gods Zoon vervulde 894 I, 0, 10,25 | moeten trouw bewaard en in de verschillende culturen in 895 I, 0, 10,25 | verschillende culturen in de loop van de geschiedenis 896 I, 0, 10,25 | culturen in de loop van de geschiedenis steeds weer 897 I, 0, 10,25 | weer geactualiseerd worden. De taak om ze te interpreteren 898 I, 0, 10,25 | interpreteren is door Jezus aan de apostelen en hun opvolgers 899 I, 0, 10,25 | opvolgers opgedragen met de bijzondere bijstand van 900 I, 0, 10,25 | bijzondere bijstand van de Geest der waarheid: “Wie 901 I, 0, 10,25 | 10, 16). Met het licht en de kracht van deze Geest hebben 902 I, 0, 10,25 | kracht van deze Geest hebben de apostelen de opdracht vervuld 903 I, 0, 10,25 | Geest hebben de apostelen de opdracht vervuld om het 904 I, 0, 10,25 | evangelie te verkondigen ende wegvan de Heer te onderwijzen ( 905 I, 0, 10,25 | verkondigen en “de wegvan de Heer te onderwijzen (vgl. 906 I, 0, 10,25 | 25), waarbij ze vooral de eerbiedige beschouwing en 907 I, 0, 10,26 | zedelijk onderricht van de apostelen is er, naast vermaningen 908 I, 0, 10,26 | gedragsnormen. Dat blijkt uit de brieven, die de door de 909 I, 0, 10,26 | blijkt uit de brieven, die de door de heilige Geest geleide 910 I, 0, 10,26 | de brieven, die de door de heilige Geest geleide uitleg 911 I, 0, 10,26 | Geest geleide uitleg van de geboden bevatten, die onder 912 I, 0, 10,26 | geboden bevatten, die onder de verschillende culturele 913 I, 0, 10,26 | Kol. 3-4; 1Petr. en Jac.). De apostelen die opdracht hadden 914 I, 0, 10,26 | hebben vanaf het begin van de Kerk krachtens hun pastorale 915 I, 0, 10,26 | verantwoordelijkheid over de rechtschapenheid van het 916 I, 0, 10,26 | gewaakt, 35 net zoals ze over de zuiverheid van het geloof 917 I, 0, 10,26 | en over het doorgeven van de goddelijke gaven door de 918 I, 0, 10,26 | de goddelijke gaven door de sacramenten waakten. 36 919 I, 0, 10,26 | sacramenten waakten. 36 De eerste christenen, die zowel 920 I, 0, 10,26 | het joodse volk als uit de andere volken kwamen, onderscheidden 921 I, 0, 10,26 | onderscheidden zich van de heidenen niet alleen door 922 I, 0, 10,26 | getuigenis van hun door de nieuwe wet geïnspireerde 923 I, 0, 10,26 | geïnspireerde zedelijk gedrag. 37 De Kerk is namelijk tegelijkertijd 924 I, 0, 10,26 | norm ishet geloof, dat in de liefde werkzaam is” (Gal. 925 I, 0, 10,26 | 5, 6). ~Geen scheur mag de harmonie tussen geloof en 926 I, 0, 10,26 | geloof en leven bedreigen; de eenheid van de Kerk wordt 927 I, 0, 10,26 | bedreigen; de eenheid van de Kerk wordt niet alleen door 928 I, 0, 10,26 | Kerk wordt niet alleen door de christenen aangetast die 929 I, 0, 10,26 | vertekenen, maar ook door hen die de zedelijke verplichtingen 930 I, 0, 10,26 | oproept (vgl. 1 Kor. 5, 9-13). De apostelen hebben iedere 931 I, 0, 10,26 | iedere scheiding tussen de intentie van het hart en 932 I, 0, 10,26 | intentie van het hart en de daden die daar de uitdrukking 933 I, 0, 10,26 | hart en de daden die daar de uitdrukking en goedkeuring 934 I, 0, 10,26 | 1 Joh. 2, 3-6). En sinds de apostolische tijd hebben 935 I, 0, 10,26 | apostolische tijd hebben de Herders van de Kerk het 936 I, 0, 10,26 | tijd hebben de Herders van de Kerk het optreden van hen 937 I, 0, 10,27 | van het zedelijk leven in de eenheid van de Kerk is de 938 I, 0, 10,27 | leven in de eenheid van de Kerk is de door Jezus aan 939 I, 0, 10,27 | de eenheid van de Kerk is de door Jezus aan de apostelen 940 I, 0, 10,27 | Kerk is de door Jezus aan de apostelen toevertrouwde 941 I, 0, 10,27 | Dat alles bevindt zich in de levende traditie waardoor - 942 I, 0, 10,27 | zoals Vaticanum II leert - “de Kerk in leer, leven en cultus 943 I, 0, 10,27 | alles wat ze gelooft door de tijden verder leidt en aan 944 I, 0, 10,27 | apostolische overlevering kent in de Kerk onder de bijstand van 945 I, 0, 10,27 | overlevering kent in de Kerk onder de bijstand van de heilige 946 I, 0, 10,27 | Kerk onder de bijstand van de heilige Geest een vooruitgang”. 39 947 I, 0, 10,27 | een vooruitgang”. 39 In de Geest ontvangt de Kerk de 948 I, 0, 10,27 | In de Geest ontvangt de Kerk de Schrift en geeft 949 I, 0, 10,27 | de Geest ontvangt de Kerk de Schrift en geeft die door 950 I, 0, 10,27 | vanhet grotedat God in de Kerk bewerkt (vgl. Lc. 1, 951 I, 0, 10,27 | bewerkt (vgl. Lc. 1, 49), door de mond van de Kerkvaders en - 952 I, 0, 10,27 | 1, 49), door de mond van de Kerkvaders en -leraars belijdt 953 I, 0, 10,27 | en -leraars belijdt zij de waarheid van het vleesgeworden 954 I, 0, 10,27 | brengt zijn geboden en de liefde in het leven der 955 I, 0, 10,27 | heiligen en in het offer van de martelaren in de praktijk, 956 I, 0, 10,27 | offer van de martelaren in de praktijk, viert haar hoop 957 I, 0, 10,27 | praktijk, viert haar hoop in de liturgie: door de overlevering 958 I, 0, 10,27 | hoop in de liturgie: door de overlevering ontvangen de 959 I, 0, 10,27 | de overlevering ontvangen de christenen “de levende stem 960 I, 0, 10,27 | ontvangen de christenende levende stem van het evangelie40 961 I, 0, 10,27(39) | Dogmatische constitutie over de Goddelijke openbaring, Dei 962 I, 0, 10,27 | gelovige uitdrukking van de goddelijke wijsheid en van 963 I, 0, 10,27 | goddelijke wijsheid en van de goddelijke wil. ~Binnen 964 I, 0, 10,27 | goddelijke wil. ~Binnen de overlevering ontwikkelt 965 I, 0, 10,27 | overlevering ontwikkelt zich met de bijstand van de heilige 966 I, 0, 10,27 | zich met de bijstand van de heilige Geest de authentieke 967 I, 0, 10,27 | bijstand van de heilige Geest de authentieke interpretatie 968 I, 0, 10,27 | authentieke interpretatie van de wet des Heren. De Geest 969 I, 0, 10,27 | interpretatie van de wet des Heren. De Geest zelf, die aan het 970 I, 0, 10,27 | zelf, die aan het begin van de openbaring van de geboden 971 I, 0, 10,27 | begin van de openbaring van de geboden en van de leer van 972 I, 0, 10,27 | openbaring van de geboden en van de leer van Jezus staat, garandeert, 973 I, 0, 10,27 | getrouw aangeboden en in de wisseling van tijden en 974 I, 0, 10,27 | Deze “actualisering” van de geboden is teken en vrucht 975 I, 0, 10,27 | dieper binnendringen in de openbaring en van een begrip 976 I, 0, 10,27 | geloof. Ze kan echter alleen de blijvende geldigheid van 977 I, 0, 10,27 | blijvende geldigheid van de openbaring bevestigen en 978 I, 0, 10,27 | bij haar uitleg voegen in de stroom van de traditie, 979 I, 0, 10,27 | voegen in de stroom van de traditie, die door de grote 980 I, 0, 10,27 | van de traditie, die door de grote traditie van leer 981 I, 0, 10,27 | traditie van leer en leven van de Kerk gevormd wordt en waarvan 982 I, 0, 10,27 | gevormd wordt en waarvan de leer van de Kerkvaders, 983 I, 0, 10,27 | wordt en waarvan de leer van de Kerkvaders, het leven van 984 I, 0, 10,27 | Kerkvaders, het leven van de heiligen, de liturgie van 985 I, 0, 10,27 | het leven van de heiligen, de liturgie van de Kerk en 986 I, 0, 10,27 | heiligen, de liturgie van de Kerk en het leergezag de 987 I, 0, 10,27 | de Kerk en het leergezag de getuigen zijn. ~In het bijzonder 988 I, 0, 10,27 | zoals het Concilie zegt - “de opgave om het geschreven 989 I, 0, 10,27 | het levende leergezag van de Kerk toevertrouwd, welks 990 I, 0, 10,27 | volmacht wordt uitgeoefend in de Naam van Jezus Christus”. 41 991 I, 0, 10,27 | Op deze wijze toont de Kerk zich in haar leven 992 I, 0, 10,27 | leven en in haar leer alsde zuil en het fundament van 993 I, 0, 10,27 | zuil en het fundament van de waarheid (1 Tim. 3, 15), 994 I, 0, 10,27 | 1 Tim. 3, 15), ook van de waarheid over het zedelijk 995 I, 0, 10,27 | Inderdaadkomt het aan de Kerk toe, altijd en overal 996 I, 0, 10,27 | Kerk toe, altijd en overal de morele beginselen ook over 997 I, 0, 10,27 | morele beginselen ook over de sociale orde te verkondigen 998 I, 0, 10,27 | allerlei aard, voorzover de grondrechten van de menselijke 999 I, 0, 10,27 | voorzover de grondrechten van de menselijke persoon of het 1000 I, 0, 10,27 | persoon of het heil van de zielen dit verlangen”. 42 ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4141

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License