Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
vals 6
valse 1
valt 2
van 2377
vanaf 4
vandaag 11
vandaan 4
Frequency    [«  »]
-----
-----
4141 de
2377 van
1780 het
1531 en
1002 in
Ioannes Paulus PP. II
Veritatis Splendor

IntraText - Concordances

van

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2377

     Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Greet | apostolische zegen! ~De schittering van de waarheid straalt door 2 Greet | straalt door in de werken van de Schepper en op bijzondere 3 Greet | het beeld en de gelijkenis van God geschapen is (vgl. Gen. 4 Greet | verstand en vormt de vrijheid van de mens, die op deze wijze 5 Inl, 0, 1,1 | door de Heerenkinderen van het Licht” (Eph. 5, 8) en 6 Inl, 0, 1,1 | gemakkelijk. Als gevolg van de geheimzinnige oerzonde, 7 Inl, 0, 1,1 | oerzonde, begaan op aanstichten van Satan, dieeen leugenaar 8 Inl, 0, 1,1 | een leugenaar en de vader van de leugen is” (Joh. 8, 44), 9 Inl, 0, 1,1 | zijn blik af te wenden van de levende en ware God en 10 Inl, 0, 1,1 | terwijl hijde waarheid van God met de leugen” verwisselt ( 11 Inl, 0, 1,1 | waarheid. ~Maar geen duisternis van dwaling en zonde is in staat 12 Inl, 0, 1,1 | zonde is in staat het licht van de Schepper - God in de 13 Inl, 0, 1,1 | uit te doven. In de diepte van zijn hart bestaat altijd 14 Inl, 0, 1,1 | verlangen om in het volle bezit van haar kennis te komen. Daarvan 15 Inl, 0, 1,1 | temeer het zoeken naar de zin van het leven. De ontwikkeling 16 Inl, 0, 1,1 | het leven. De ontwikkeling van wetenschap en techniek is 17 Inl, 0, 1,1 | weliswaar een groots getuigenis van het vermogen van het verstand 18 Inl, 0, 1,1 | getuigenis van het vermogen van het verstand en de volharding 19 Inl, 0, 1,1 | verstand en de volharding van de mens, maar geeft de mensheid 20 Inl, 0, 1,1 | mensheid geen vrijstelling van de laatste religieuze vragen, 21 Inl, 0, 1,2 | ik doen? Hoe is het goede van het kwade te onderscheiden? 22 Inl, 0, 1,2 | mogelijk dankzij de schittering van de waarheid, die in het 23 Inl, 0, 1,2 | waarheid, die in het binnenste van de menselijke geest oplicht: “ 24 Inl, 0, 1,2 | stralen over het aanschijn van Jezus Christus, “evenbeeld 25 Inl, 0, 1,2 | Jezus Christus, “evenbeeld van de onzichtbare God” (Kol. 26 Inl, 0, 1,2 | Kol. 1, 15), “weerschijn van zijn heerlijkheid” (Hebr. 27 Inl, 0, 1,2 | heerlijkheid” (Hebr. 1, 3), “vol van genade en waarheid” (Joh. 28 Inl, 0, 1,2 | antwoord op iedere vraag van de mens, in het bijzonder 29 Inl, 0, 1,2 | wordt alleen in het geheim van het vleesgeworden Woord 30 Inl, 0, 1,2 | vleesgeworden Woord het geheim van de mens waarlijk verklaard”. 31 Inl, 0, 1,2 | mens, was de voorafbeelding van de toekomstige, namelijk 32 Inl, 0, 1,2 | verkondigt juist in de openbaring van het geheim van de Vader 33 Inl, 0, 1,2 | openbaring van het geheim van de Vader en van zijn liefde 34 Inl, 0, 1,2 | het geheim van de Vader en van zijn liefde de mens volledig 35 Inl, 0, 1,2 | Jezus Christus, “het Licht van de volkeren”, doet het aangezicht 36 Inl, 0, 1,2 | volkeren”, doet het aangezicht van zijn Kerk oplichten, die 37 Inl, 0, 1,2(1) | over de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 38 Inl, 0, 1,2 | Kerk, Volk Gods te midden van de naties, 3 terwijl zij 39 Inl, 0, 1,2 | met de nieuwe uitdagingen van de geschiedenis en de inspanningen, 40 Inl, 0, 1,2 | bij het zoeken naar de zin van het leven leveren, allen 41 Inl, 0, 1,2 | dat komt uit de waarheid van Jezus Christus en zijn evangelie. 42 Inl, 0, 1,2 | te kijken naar tekenen van de tijd en ze te duiden 43 Inl, 0, 1,2 | ze te duiden in het licht van het evangelie. Zo kan zij 44 Inl, 0, 1,2 | wijze op de blijvende vragen van de mensen naar de zin van 45 Inl, 0, 1,2 | van de mensen naar de zin van het tegenwoordige en toekomstige 46 Inl, 0, 1,2(4) | over de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 47 Inl, 0, 1,3 | streven zijn de bisschoppen van de Kerk in gemeenschap met 48 Inl, 0, 1,3 | gemeenschap met de opvolger van Petrus de gelovigen nabij, 49 Inl, 0, 1,3 | gelovigen, maar tot alle mensen van goede wil te richten. Vaticanum 50 Inl, 0, 1,3 | getuigenis voor deze houding van de Kerk, die zich, “ervaren 51 Inl, 0, 1,3 | betreffen”, 5 in dienst van iedere mens en van de hele 52 Inl, 0, 1,3 | dienst van iedere mens en van de hele mens stelt. 6 ~De 53 Inl, 0, 1,3(5) | Toespraak tot de vergadering van de Verenigde Naties, (4 54 Inl, 0, 1,3 | kennen en zelfs niet iets van God weten. Ze weet, dat 55 Inl, 0, 1,3 | weet, dat juist op de weg van het zedelijk leven voor 56 Inl, 0, 1,3 | Wie namelijk het evangelie van Christus en zijn Kerk zonder 57 Inl, 0, 1,3 | zoekt, zijn onder aanroeping van het geweten herkende wil 58 Inl, 0, 1,3 | herkende wil onder de invloed van de genade metterdaad tracht 59 Inl, 0, 1,3 | uitdrukkelijke erkenning van God zijn gekomen en zich 60 Inl, 0, 1,3(6) | over de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 61 Inl, 0, 2 | Onderwerp van deze encycliek~ 62 Inl, 0, 2,4 | maar vooral in de loop van de beide laatste eeuwen 63 Inl, 0, 2,4 | onderscheiden terreinen van het menselijk leven. In 64 Inl, 0, 2,4 | de Naam en met het gezag van Jezus Christus hebben zij 65 Inl, 0, 2,4 | getroost; met de garantie van de bijstand van de Geest 66 Inl, 0, 2,4 | garantie van de bijstand van de Geest der Waarheid hebben 67 Inl, 0, 2,4 | bijgedragen tot een beter begrip van de zedelijke eisen op het 68 Inl, 0, 2,4 | zedelijke eisen op het gebied van de menselijke seksualiteit, 69 Inl, 0, 2,4 | zowel binnen de overlevering van de Kerk als die van de geschiedenis 70 Inl, 0, 2,4 | overlevering van de Kerk als die van de geschiedenis van de mensheid 71 Inl, 0, 2,4 | die van de geschiedenis van de mensheid een voortdurende 72 Inl, 0, 2,4 | voortdurende verdieping van de zedelijke kennis. 8 ~ 73 Inl, 0, 2,4 | zijn, over de zedenleer van de Kerk als geheel na te 74 Inl, 0, 2,4 | enkele fundamentele waarheden van de katholieke leer in herinnering 75 Inl, 0, 2,4 | betrekking tot de zedelijke leer van de Kerk de verspreiding 76 Inl, 0, 2,4 | de Kerk de verspreiding van allerlei twijfels en bezwaren 77 Inl, 0, 2,4 | allerlei twijfels en bezwaren van menselijke en psychologische, 78 Inl, 0, 2,4 | systematisch in twijfel trekken van de zedelijke leertraditie 79 Inl, 0, 2,4 | zedelijke leertraditie op grond van bepaalde antropologische 80 Inl, 0, 2,4 | minder verborgen invloed van denkrichtingen, die tenslotte 81 Inl, 0, 2,4 | tenslotte de menselijke vrijheid van haar worteling in de voor 82 Inl, 0, 2,4 | de blijvende geldigheid van zijn geboden afgewezen; 83 Inl, 0, 2,4 | geboden afgewezen; delen van de kerkelijke verkondiging 84 Inl, 0, 2,4 | kerkelijke verkondiging van de moraal worden voor eenvoudigweg 85 Inl, 0, 2,4 | onaanvaardbaar gehouden; men is van mening, dat het leergezag 86 Inl, 0, 2,4 | zich alleen in kwesties van de moraal mag mengen om 87 Inl, 0, 2,4 | beslissingen en besluiten van zijn leven autonoom inspireren. ~ 88 Inl, 0, 2,4 | het traditionele antwoord van de Kerk en enkele, ook op 89 Inl, 0, 2,4 | en voor het geloofsleven van de christenen, ja voor het 90 Inl, 0, 2,4 | samenleven in zijn algemeenheid, van de allergrootste betekenis 91 Inl, 0, 2,4 | gevraagd: Bezitten de geboden van God, die de mens in het 92 Inl, 0, 2,4 | zijn en bestanddeel zijn van het verbond van God met 93 Inl, 0, 2,4 | bestanddeel zijn van het verbond van God met hem, werkelijk het 94 Inl, 0, 2,4 | dagelijkse beslissingen van de individuele mensen en 95 Inl, 0, 2,4 | de individuele mensen en van de hele maatschappij te 96 Inl, 0, 2,4 | de moraal een pluralisme van opvattingen en gedragswijzen 97 Inl, 0, 2,4 | kunnen dulden, afhankelijk van het oordeel van het individuele 98 Inl, 0, 2,4 | afhankelijk van het oordeel van het individuele subjectieve 99 Inl, 0, 2,4 | resp. de verscheidenheid van sociale en culturele randvoorwaarden. ~ 100 Inl, 0, 2,4(8) | Radiotoespraak ter gelegenheid van de 50e verjaardag van Rerum 101 Inl, 0, 2,4(8) | gelegenheid van de 50e verjaardag van Rerum novarum (1 juni 1941): 102 Inl, 0, 2,5 | bij de 200e geboortedag van de heilige Alfonsus Maria 103 Inl, 0, 2,5 | de heilige Alfonsus Maria van Liguori gepubliceerde Apostolische 104 Inl, 0, 2,5 | de eigenlijke grondslagen van de moraaltheologie betreffen9 105 Inl, 0, 2,5 | die door enkele richtingen van de tegenwoordige moraaltheologie 106 Inl, 0, 2,5 | het doel, enkele aspecten van de leer te preciseren, die 107 Inl, 0, 2,5 | voortkomen voor het morele leven van de gelovigen en voor de 108 Inl, 0, 2,5 | gepast leek, de Catechismus van de katholieke Kerk eraan 109 Inl, 0, 2,5 | systematische presentatie van de christelijke moraalleer 110 Inl, 0, 2,5 | stelt het zedelijk leven van de gelovigen in zijn grondslagen 111 Inl, 0, 2,5 | veelvoudige inhouden als het leven van dekinderen Godsvoor. “ 112 Inl, 0, 2,5 | voor. “Zich in het geloof van hun nieuwe waarde bewust, 113 Inl, 0, 2,5 | beantwoordt aan het evangelie van Christus” (Phil. 1, 27). 114 Inl, 0, 2,5 | staat gesteld door de genade van Christus en de gave van 115 Inl, 0, 2,5 | van Christus en de gave van zijn Geest, die ze door 116 Inl, 0, 2,5(10) | Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 117 Inl, 0, 2,5 | fundamentele vraagstukken van de zedenleer van de Kerk 118 Inl, 0, 2,5 | vraagstukken van de zedenleer van de Kerk bezig te houden, 119 Inl, 0, 2,5 | houden, en dit in de vorm van een noodzakelijke verheldering 120 Inl, 0, 2,5 | noodzakelijke verheldering van problemen, die onder de 121 Inl, 0, 2,5 | is het specifieke thema van deze encycliek, die de bedoeling 122 Inl, 0, 2,5 | behandelde problemen de eisen van een op de Heilige Schrift 123 Inl, 0, 2,5 | en gevolgen aan te tonen van de antwoorden die zich tegen 124 I, 0, 3,6 | 6. Het gesprek van Jezus met de rijke jongeling, 125 I, 0, 3,6 | dat in het 19de hoofdstuk van het evangelie van de heilige 126 I, 0, 3,6 | hoofdstuk van het evangelie van de heilige Mattheus weergegeven 127 I, 0, 3,6(13) | Parati semper tot de jongeren van de wereld bij gelegenheid 128 I, 0, 3,6(13) | de wereld bij gelegenheid van het internationale jaar 129 I, 0, 3,6(13) | het internationale jaar van de jeugd (31 maart 1985), 130 I, 0, 3,7 | tot Christus, de Verlosser van de mens, nadert en hem de 131 I, 0, 3,7 | vraag naar de zingeving van het leven. En inderdaad 132 I, 0, 3,7 | roept, het is de weerklank van een roeping door God, oorsprong 133 I, 0, 3,7 | door God, oorsprong en doel van het leven van de mens. Precies 134 I, 0, 3,7 | oorsprong en doel van het leven van de mens. Precies vanuit 135 I, 0, 3,7 | dat ze de verhevenheid van de roeping, die de gelovigen 136 I, 0, 3,7 | aanbiedt, dat het verlangen van het mensenhart volledig 137 I, 0, 4,8 | 8. Uit de grond van het hart komt de vraag, 138 I, 0, 4,8 | rijke jongeling aan Jezus van Nazareth richt, een vraag, 139 I, 0, 4,8 | vraag, die voor het leven van iedere mens essentieel en 140 I, 0, 4,8 | leven. De gesprekspartner van Jezus vermoedt, dat er een 141 I, 0, 4,8 | de volledige vervulling van de eigen bestemming. Hij 142 I, 0, 4,8 | die zogezegd in de schaduw van de wet des Heren is opgegroeid. 143 I, 0, 4,8 | Waarschijnlijker is, dat de uitstraling van de Persoon van Jezus in 144 I, 0, 4,8 | uitstraling van de Persoon van Jezus in hem nieuwe vragen 145 I, 0, 4,8 | Mc. 1, 15). ~De mens van vandaag moet zich opnieuw 146 I, 0, 4,8 | tot Christus wenden, om van Hem het antwoord te krijgen 147 I, 0, 4,8 | voor de gelovigen het boek van de Schrift en leert door 148 I, 0, 4,8 | door de volle openbaring van de wil van de Vader de waarheid 149 I, 0, 4,8 | volle openbaring van de wil van de Vader de waarheid over 150 I, 0, 4,8 | oorsprong en op het hoogtepunt van het heilsplan, van de Alpha 151 I, 0, 4,8 | hoogtepunt van het heilsplan, van de Alpha en de Omega der 152 I, 0, 4,8 | onthult Christus de toestand van de mens en zijn volle roeping. 153 I, 0, 4,8 | maatstaven en betekenissen van zijn leven - moet zich met 154 I, 0, 4,8 | zich de hele werkelijkheid van de menswording en verlossing “ 155 I, 0, 4,8 | binnendringen in het binnenste van de moraal van het evangelie 156 I, 0, 4,8 | binnenste van de moraal van het evangelie en haar diepe 157 I, 0, 4,8 | moeten we zorgvuldig de zin van de door de rijke jongeling 158 I, 0, 4,8 | door de rijke jongeling van het evangelie gestelde vraag 159 I, 0, 4,8 | vraag en meer nog de zin van het antwoord van Jezus onderzoeken, 160 I, 0, 4,8 | de zin van het antwoord van Jezus onderzoeken, waarbij 161 I, 0, 5,9 | Mt. 19, 17). In de tekst van de evangelisten Marcus en 162 I, 0, 5,9 | helderheid krijgt over het motief van zijn vraag. Degoede Meester” 163 I, 0, 5,9 | toewenden naar God, de volheid van het goede. Jezus laat zien, 164 I, 0, 5,9 | laat zien, dat de vraag van de jongeman inderdaad een 165 I, 0, 5,9 | wortels, tot de erkenning van God, de enig Goede, volheid 166 I, 0, 5,9 | de enig Goede, volheid van het leven, einddoel van 167 I, 0, 5,9 | van het leven, einddoel van het menselijk handelen, 168 I, 0, 5,10 | 10. De door de woorden van de Meester onderrichte Kerk 169 I, 0, 5,10 | mens, die naar het beeld van God geschapen, met het Bloed 170 I, 0, 5,10 | geschapen, met het Bloed van Christus verlost en door 171 I, 0, 5,10 | en door de aanwezigheid van de heilige Geest geheiligd 172 I, 0, 5,10 | geheiligd werd tot einddoel van zijn leven heeft: het zijn “ 173 I, 0, 5,10 | tot lof der heerlijkheidvan God (vgl. Eph. 1, 12), doordat 174 I, 0, 5,10 | doordat hij bewerkt, dat elk van zijn handelingen Diens heerlijkheid 175 I, 0, 5,10 | ziel: je bent het beeld van God - schrijft de heilige 176 I, 0, 5,10 | mens: je bent de afstraling van God (1 Kor. 11, 7). Hoor, 177 I, 0, 5,10 | wijsheid wordt in het verstand van de mens geprezen. Terwijl 178 I, 0, 5,10 | bekijk, herken ik de geheimen van uw kennis. Ken dus jezelf, 179 I, 0, 5,10 | wordt bekend in het ogenblik van de zelfopenbaring van God. 180 I, 0, 5,10 | ogenblik van de zelfopenbaring van God. De tien geboden zijn 181 I, 0, 5,10 | 2-3). In deDecaloogvan het verbond met Israël en 182 I, 0, 5,10 | Degene die, ondanks de zonde van de mens verder het “model” 183 I, 0, 5,10 | mens verder het “model” van het zedelijk handelen blijft, 184 I, 0, 5,10 | gebod geeft, een antwoord van de liefde: “Hoor Israël! 185 I, 0, 5,10 | in de onverdiende liefde van God ingebedde zedelijke 186 I, 0, 5,10 | want de liefde stamt zo van God, dat God zelf liefde 187 I, 0, 5,11 | dus naar deeerste tafelvan de geboden, die oproept, 188 I, 0, 5,11 | te erkennen en op grond van zijn ondoorgrondelijke heerlijkheid 189 I, 0, 5,11 | fundamentele kern, het hartstuk van de wet, waaruit de afzonderlijke 190 I, 0, 5,11 | onderworpen. Door de moraal van de geboden wordt het toebehoren 191 I, 0, 5,11 | geboden wordt het toebehoren van het volk Israël aan de Heer 192 I, 0, 5,11 | is. Dat is het getuigenis van de heilige Schrift, die 193 I, 0, 5,11 | heilige Schrift, die op elke van haar bladzijden doordrongen 194 I, 0, 5,11 | bladzijden doordrongen is van de waarneming van de absolute 195 I, 0, 5,11 | doordrongen is van de waarneming van de absolute heiligheid van 196 I, 0, 5,11 | van de absolute heiligheid van God: “Heilig, heilig, heilig 197 I, 0, 5,11 | de strengste onderhouding van de geboden, om de wette 198 I, 0, 5,11 | voortkomen uit een geschenk van God: het is het aanbod van 199 I, 0, 5,11 | van God: het is het aanbod van een deelname aan het goddelijke 200 I, 0, 6,12 | door God ingegeven licht van het verstand, waardoor wij 201 I, 0, 6,12 | toen in de geschiedenis van Israël in het bijzonder 202 I, 0, 6,12 | wil zeggen met de geboden van de Sinaï, waardoor God het 203 I, 0, 6,12 | waardoor God het bestaan van het verbondsvolk heeft bevestigd ( 204 I, 0, 6,12 | Ez. 20, 41). Het geschenk van de tien geboden is belofte 205 I, 0, 6,12 | geboden is belofte en teken van het Nieuwe Verbond, wanneer 206 I, 0, 6,12 | en voorgoed in het hart van de mensen gegrift zal worden ( 207 I, 0, 6,12 | 31-34) en in plaats komt van de wet van de zonde, die 208 I, 0, 6,12 | in plaats komt van de wet van de zonde, die dit hart had 209 I, 0, 6,12 | nieuwe geest”, de Geest van God, wonen (vgl. Ez. 36, 210 I, 0, 6,12(19) | Thomas van Aquino, In duo praecepta 211 I, 0, 6,12(19) | q. 91, a. 2; Catechismus van de Katholieke Kerk, nr 1955. ~ 212 I, 0, 6,12 | leven en het onderhouden van Gods geboden: Gods geboden 213 I, 0, 6,12 | wijzen de mensen de weg van het leven en leiden hen 214 I, 0, 6,12 | hen naar Hem. Uit de mond van Jezus, de nieuwe Mozes, 215 I, 0, 6,12 | aan de mensen de geboden van de Decaloog opnieuw geschonken; 216 I, 0, 6,12 | ons als weg en voorwaarde van het heil voor. Aan het gebod 217 I, 0, 6,12 | Verbond was het voorwerp van de belofte het bezit van 218 I, 0, 6,12 | van de belofte het bezit van een land, waarin het volk 219 I, 0, 6,12 | Nieuwe Verbond is voorwerp van de belofte hetHemelrijk”, 220 I, 0, 6,12 | zoals Jezus aan het begin van de Bergrede - de rede die 221 I, 0, 6,12 | volledigste presentatie van de Nieuwe Wet bevat (vgl. 222 I, 0, 6,12 | Op dezelfde werkelijkheid van het Hemelrijk heeft de uitdrukking “ 223 I, 0, 6,12 | dat deelname aan het leven van God zelf is: het vindt zijn 224 I, 0, 6,12 | licht der waarheid, bron van zin voor het leven, beginnende 225 I, 0, 6,12 | volheid in de navolging van Christus. Jezus zegt namelijk 226 I, 0, 6,12 | leerlingen: “En ieder die omwille van mijn Naam huizen of broeders, 227 I, 0, 6,13 | 13. Het antwoord van Jezus is voor de jonge man 228 I, 0, 6,13 | moeten doen om de erkenning van de heiligheid van God te 229 I, 0, 6,13 | erkenning van de heiligheid van God te verkondigen. Nadat 230 I, 0, 6,13 | verkondigen. Nadat Jezus de blik van de jongeman op God heeft 231 I, 0, 6,13 | herinnert Hij hem aan de geboden van de Decaloog, die betrekking 232 I, 0, 6,13 | 18-19). ~Uit de samenhang van het gesprek, en vooral uit 233 I, 0, 6,13 | vooral uit de vergelijking van de tekst bij Mattheus met 234 I, 0, 6,13 | op de “centrale plaatsvan de tien geboden voor alle 235 I, 0, 6,13 | ontsnappen, aan welke geboden van de wet de Heer de jongeman 236 I, 0, 6,13 | zogenaamdetweede tafelvan de Decaloog horen, waarvan 237 I, 0, 6,13 | het fundament het gebod van de naastenliefde is: “Bemin 238 I, 0, 6,13 | duidelijk de unieke waarde van de menselijke persoon tot 239 I, 0, 6,13 | schepsel is, dat God omwille van zichzelf gewild heeft”. 21 240 I, 0, 6,13 | De verschillende geboden van de Decaloog weerspiegelen 241 I, 0, 6,13 | veelvoudige bona de identiteit van de menselijke persoon als 242 I, 0, 6,13 | naaste en met de wereld van de dingen aanduiden. Zoals 243 I, 0, 6,13 | Zoals wij in de Catechismus van de katholieke Kerk lezen “ 244 I, 0, 6,13 | zijn de tien geboden deel van de openbaring van God. Tegelijkertijd 245 I, 0, 6,13 | geboden deel van de openbaring van God. Tegelijkertijd leren 246 I, 0, 6,13 | leren zij ons de ware natuur van de mens. Zij brengen zijn 247 I, 0, 6,13 | eigen zijn aan de natuur van de menselijke persoon”. 22 ~ 248 I, 0, 6,13(21) | over de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 249 I, 0, 6,13 | ervoor bestemd het welzijn van de persoon, evenbeeld van 250 I, 0, 6,13 | van de persoon, evenbeeld van God, door de bescherming 251 I, 0, 6,13 | God, door de bescherming van zijn bona te garanderen. “ 252 I, 0, 6,13 | menselijk leven, de gemeenschap van personen in het huwelijk, 253 I, 0, 6,13 | bestaat in het vrij zijn van schuldige daden: dat zouden 254 I, 0, 6,13 | niets met deze wandaden van doen te hebben (en geen 255 I, 0, 6,13 | christen mag iets daarmee van doen hebben), begint hij 256 I, 0, 6,13 | maar dat is pas het begin van de vrijheid, niet de volkomen 257 I, 0, 6,13(22) | Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 258 I, 0, 6,14 | naastenliefde of haar zelfs van de liefde tot God scheiden. 259 I, 0, 6,14 | verwezen naar de beide geboden van de liefde tot God en de 260 I, 0, 6,14 | geval dat juist het tweede van deze geboden de nieuwsgierigheid 261 I, 0, 6,14 | nieuwsgierigheid en de vraag van de wetgeleerde wekt: “En 262 I, 0, 6,14 | antwoord met de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan, 263 I, 0, 6,14 | voor het volle verstaan van het gebod van de naastenliefde ( 264 I, 0, 6,14 | volle verstaan van het gebod van de naastenliefde (vgl. Lc. 265 I, 0, 6,14 | verbonden en doordringen elkaar. Van hun onlosmakelijke eenheid 266 I, 0, 6,14 | vgl. Joh. 3, 14-15), teken van zijn ondeelbare liefde tot 267 I, 0, 6,14 | wordt in het onderhouden van de geboden, de echte Godsliefde 268 I, 0, 6,14 | Met buitengewone kracht van woorden schrijft de H. Johannes: “ 269 I, 0, 6,14 | met de morele verkondiging van Christus die in de gelijkenis 270 I, 0, 6,14 | Christus die in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan ( 271 I, 0, 6,15 | bergrede die de Magna Charta is van de moraal van het evangelie, 24 272 I, 0, 6,15 | Charta is van de moraal van het evangelie, 24 zegt Jezus: “ 273 I, 0, 6,15 | Christus is de sleutelfiguur van de Heilige Schrift: “Jullie 274 I, 0, 6,15 | Hij is het middelpunt van het heilsplan, de samenvatting 275 I, 0, 6,15 | heilsplan, de samenvatting van het Oude en het Nieuwe Testament, 276 I, 0, 6,15 | en het Nieuwe Testament, van de belofte van de wet en 277 I, 0, 6,15 | Testament, van de belofte van de wet en van hun vervulling 278 I, 0, 6,15 | de belofte van de wet en van hun vervulling in het evangelie; 279 I, 0, 6,15 | commentaar op de vaststelling van PaulusChristus is het 280 I, 0, 6,15 | PaulusChristus is het einde van de wet” (Rom. 10, 4), schrijft 281 I, 0, 6,15 | wegvallen, maar als volheid van de wet: deze vervult zich 282 I, 0, 6,15 | is gegeven is zinnebeeld van de wet. Die wet is waarlijk 283 I, 0, 6,15 | is waarlijk een afschrift van de waarheid”. 25 ~Jezus 284 I, 0, 6,15 | Jezus brengt de geboden van God, in het bijzonder het 285 I, 0, 6,15 | het bijzonder het gebod van de naastenliefde tot hun 286 I, 0, 6,15 | zedelijke en geestelijke weg van volmaaktheid waarvan de 287 I, 0, 6,15 | zorgzame liefde, die het leven van de naaste beschermt en bevordert; 288 I, 0, 6,15 | staat is de bruidsbetekenis van het lichaam te respecteren: “ 289 I, 0, 6,15 | de levendevervullingvan de wet, omdat Hij de betekenis 290 I, 0, 6,15 | omdat Hij de betekenis van de wet met het totale wegschenken 291 I, 0, 6,15 | met het totale wegschenken van zichzelf in praktijk brengt: 292 I, 0, 6,15 | in beslissingen en daden van Hem getuigenis af te leggen ( 293 I, 0, 6,15(25) | 1541; Vgl. H. Cromatius van Aquileia, Tractatus in Mathaeum, 294 I, 0, 7,16 | opgevolgd”, wanneer het gewicht van de in Gods wet opgesloten 295 I, 0, 7,16 | te geven, en ofschoon hij van jongsaf het zedelijke ideaal 296 I, 0, 7,16 | jongeling, dat hij nog ver van het doel verwijderd is oog 297 I, 0, 7,16 | ontbreekt. Op het besef van dit tekort gaat Jezus in 298 I, 0, 7,16 | de legalistische uitleg van de geboden uitstijgt, oppakt, 299 I, 0, 7,16 | passage uit het antwoord van Jezus, zo moet ook deze 300 I, 0, 7,16 | passage in de samenhang van de hele zedelijke boodschap 301 I, 0, 7,16 | hele zedelijke boodschap van het evangelie en vooral 302 I, 0, 7,16 | en vooral in de samenhang van de Bergrede, de zaligsprekingen ( 303 I, 0, 7,16 | immers de zaligspreking van de armen is, van hendie 304 I, 0, 7,16 | zaligspreking van de armen is, van hendie arm zijn van geest”, 305 I, 0, 7,16 | is, van hendie arm zijn van geest”, zoals de H. Mattheus 306 I, 0, 7,16 | antwoord dat Jezus op de vraag van de jongeman geeft: “Wat 307 I, 0, 7,16 | tot voorwerp, maar spreken van innerlijke houdingen en 308 I, 0, 7,16 | begint met de verkondiging van de zaligsprekingen, bevat 309 I, 0, 7,16 | de opening en oriëntering van de geboden op de perspectieven 310 I, 0, 7,16 | geboden op de perspectieven van de volmaaktheid, die tot 311 I, 0, 7,16 | iets als een zelfportret van Christus en juist daarom 312 I, 0, 7,16(26) | Vgl. Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 313 I, 0, 7,17 | in hoeverre de jongeman van het evangelie de diepe en 314 I, 0, 7,17 | diepe en veeleisende inhoud van het antwoord begrepen heeft, 315 I, 0, 7,17 | tegenover de zedelijke eisen van de geboden laat kennen, 316 I, 0, 7,17 | naar de verwerkelijking van hun betekenis in de navolging 317 I, 0, 7,17 | betekenis in de navolging van Christus. ~Het gesprek van 318 I, 0, 7,17 | van Christus. ~Het gesprek van Jezus met de jongeman helpt 319 I, 0, 7,17 | voor de zedelijke groei van de tot volmaaktheid geroepen 320 I, 0, 7,17 | het goddelijke geschenk van de genade: “Kom en volg 321 I, 0, 7,17 | zelfgave, waartoe de vrijheid van de mens geroepen is. Jezus 322 I, 0, 7,17 | te bereiken; het opgeven van alles wat de jongeman bezit 323 I, 0, 7,17 | jongeman bezit en de navolging van de Heer nemen daarentegen 324 I, 0, 7,17 | daarentegen het karakter aan van een aanbod: “Wanneer je.. 325 I, 0, 7,17 | Wanneer je.. wilt”. Het woord van Jezus onthult de bijzondere 326 I, 0, 7,17 | onthult de bijzondere dynamiek van de groei der vrijheid tot 327 I, 0, 7,17 | fundamentele betrekking van de vrijheid tot de goddelijke 328 I, 0, 7,17 | goddelijke wet. De vrijheid van de mens en de wet van God 329 I, 0, 7,17 | vrijheid van de mens en de wet van God zijn niet in tegenspraak 330 I, 0, 7,17 | naar elkaar. De leerling van Christus weet, dat zijn 331 I, 0, 7,17 | gemeen met debevrijdingvan de mens van de geboden, 332 I, 0, 7,17 | bevrijding” van de mens van de geboden, die integendeel 333 I, 0, 7,17 | integendeel in dienst staan van de in de praktijk beoefende 334 I, 0, 7,17 | Augustinus over het opvolgen van de geboden als de eerste 335 I, 0, 7,17 | in conflict is met de wet van mijn verstand”.. Deels vrijheid, 336 I, 0, 7,17 | daarom de barmhartigheid van de Bevrijder onwaardig is?.. 337 I, 0, 7,17 | de mate waarin we de wet van de zonde volgen, slaven 338 I, 0, 7,18 | vlees leeftervaart de wet van God als een last, ja als 339 I, 0, 7,18 | elk geval een inperking van de eigen vrijheid. Wie daarentegen 340 I, 0, 7,18 | dienen, vindt in de wet van God de fundamentele en noodzakelijke 341 I, 0, 7,18 | tot de praktische oefening van de vrij gekozen en geleefde 342 I, 0, 7,18 | niet bij de minimumeisen van de wet te blijven staan 343 I, 0, 7,18 | toestaat de volle vrijheid van de kinderen Gods te bezitten ( 344 I, 0, 7,18 | fundamentele vernieuwing van het gebod van de naastenliefde, 345 I, 0, 7,18 | vernieuwing van het gebod van de naastenliefde, net zoals 346 I, 0, 7,18 | de nieuwe concrete vorm van het gebod van de liefde 347 I, 0, 7,18 | concrete vorm van het gebod van de liefde tot God is. De 348 I, 0, 7,18 | geboden en de uitnodiging van Jezus aan de rijke jongeling 349 I, 0, 7,18 | jongeling staan in dienst van een enige, ondeelbare liefde, 350 I, 0, 7,18 | preciseert Jezus de betekenis van deze volmaaktheid verder: “ 351 I, 0, 8,19 | weg en tegelijk de inhoud van deze volmaaktheid bestaat 352 I, 0, 8,19 | bestaat in de navolging van Christus, in het volgen 353 I, 0, 8,19 | Christus, in het volgen van Jezus, nadat men van het 354 I, 0, 8,19 | volgen van Jezus, nadat men van het eigen bezit en van zichzelf 355 I, 0, 8,19 | men van het eigen bezit en van zichzelf afstand heeft gedaan. 356 I, 0, 8,19 | leerlingen pas na de verrijzenis van Christus ten volle zal worden 357 I, 0, 8,19 | ervoor bestemd is om leerling van Christus te worden (vgl. 358 I, 0, 8,19 | Daarom is de navolging van Christus het essentiële 359 I, 0, 8,19 | oorspronkelijke fundament van de christelijke moraal: 360 I, 0, 8,19 | radicaal om, de Persoon van Jezus zelf aan te hangen, 361 I, 0, 8,19 | Wanneer hij door het antwoord van het geloof Hem volgt, die 362 I, 0, 8,19 | Wijsheid is, wordt de leerling van Jezus werkelijk leerling 363 I, 0, 8,19 | Jezus werkelijk leerling van God (vgl. Joh. 6, 45). Jezus 364 I, 0, 8,19 | Licht der wereld, het Licht van het leven (vgl. Joh. 8, 365 I, 0, 8,19 | Daarom betekent het navolgen van de Zoon, diehet evenbeeld 366 I, 0, 8,19 | Zoon, diehet evenbeeld van de onzichtbare Godis ( 367 I, 0, 8,20 | en te wandelen op de weg van de liefde voor Hem, een 368 I, 0, 8,20 | zoalsverlangt de navolging van Jezus, in het bijzonder 369 I, 0, 8,20 | Jezus, in het bijzonder van zijn liefde, zoals die in 370 I, 0, 8,20 | 13, 14-15). Het handelen van Jezus en zijn woord, zijn 371 I, 0, 8,20 | christelijke leven. Want deze daden van Hem en vooral zijn lijden 372 I, 0, 8,20 | zijn de levende openbaring van zijn liefde voor de Vader 373 I, 0, 8,20 | vooruitwijzen naar het offergeschenk van zijn leven aan het kruis 374 I, 0, 8,20 | het kruis als getuigenis van zijn liefdetot aan de 375 I, 0, 8,20 | te volgen, verlangt Hij van hem, volmaakt te zijn in 376 I, 0, 8,20 | volmaakt te zijn in het gebod van de liefde, inzijngebod: 377 I, 0, 8,20 | zich te voegen in het leven van zijn totale wegschenking, 378 I, 0, 8,20 | wegschenking, de liefde van degoedeMeester, de liefde 379 I, 0, 8,20 | goedeMeester, de liefde van Hem, dietot aan de voleinding 380 I, 0, 8,20 | leven. Dat is het wat Jezus van iedere mens verlangt, die 381 I, 0, 8,20 | begeven in de navolging van Hem: “Wie mijn leerling 382 I, 0, 8,21 | 21. Navolging van Christus is niet een uiterlijke 383 I, 0, 8,21 | diepste innerlijk. Leerling van Christus te zijn betekent 384 I, 0, 8,21 | woont Christus in het hart van hem die gelooft (vgl. Eph. 385 I, 0, 8,21 | gemaakt. Dat is de vrucht van de genade, de werkzame aanwezigheid 386 I, 0, 8,21 | de werkzame aanwezigheid van de heilige Geest in ons. ~ 387 I, 0, 8,21 | wordt de christen lidmaat van zijn Lichaam, dat de Kerk 388 I, 0, 8,21 | 13. 27). Onder de impuls van de heilige Geest maakt de 389 I, 0, 8,21 | Christus in het paasmysterie van dood en verrijzenis, zij 390 I, 0, 8,21 | naar de geest te leven en van diens vruchten in het leven 391 I, 0, 8,21 | eucharistie, het sacrament van het Nieuwe Verbond (vgl. 392 I, 0, 8,21 | 23-29), is het hoogtepunt van de gelijkwording met Christus, 393 I, 0, 8,21 | gelijkwording met Christus, Bron van heteeuwige leven” (vgl. 394 I, 0, 8,21 | 58), oorsprong en kracht van de totale zelfgave, die 395 I, 0, 8,21 | die wij naar het gebod van Jezus - volgens het getuigenis 396 I, 0, 8,21 | Want zo dikwijls als gij van dit Brood eet en uit de 397 I, 0, 8,21 | verkondigt gij de dood van de Heer, totdat Hij komt” ( 398 I, 0, 9,22 | teleurstelling is het slot van het gesprek van Jezus met 399 I, 0, 9,22 | het slot van het gesprek van Jezus met de rijke jongeman: “ 400 I, 0, 9,22 | schrikken bij de oproep van Jezus om Hem te volgen, 401 I, 0, 9,22 | Meester verwijst naar de macht van God: “Voor mensen is dat 402 I, 0, 9,22 | In hetzelfde hoofdstuk van het Mattheus-evangelie ( 403 I, 0, 9,22 | Jezus, bij de interpretatie van de wet van Mozes over het 404 I, 0, 9,22 | interpretatie van de wet van Mozes over het huwelijk, 405 I, 0, 9,22 | het recht op verstoting van de vrouw af onder verwijzing 406 I, 0, 9,22 | vergelijking met de wet van Mozes oorspronkelijker en 407 I, 0, 9,22 | het oorspronkelijke plan van God met de mensen, een plan 408 I, 0, 9,22 | daarop: “Als dat de positie van de man in het huwelijk is, 409 I, 0, 9,22 | beroept op het charisma van het ongehuwd zijnomwille 410 I, 0, 9,22 | het ongehuwd zijnomwille van het Rijk der hemelen” (Mt. 411 I, 0, 9,22 | voor de mens door de genade van God geopend wordt: Jezus 412 I, 0, 9,22 | Mt. 19, 11). ~De liefde van Christus na te bootsen en 413 I, 0, 9,22 | de Heer Jezus de liefde van zijn Vader ontvangt, zo 414 I, 0, 9,22 | Joh. 15, 9). De gave van Christus is zijn Geest, 415 I, 0, 9,22 | of is het het onderhouden van de geboden die de liefde 416 I, 0, 9,23 | 23. “De wet van de geest en van het leven 417 I, 0, 9,23 | De wet van de geest en van het leven in Jezus Christus 418 I, 0, 9,23 | Christus heeft je vrijgemaakt van de wet van de zonde en van 419 I, 0, 9,23 | je vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood” ( 420 I, 0, 9,23 | van de wet van de zonde en van de dood” (Rom. 8, 2). Met 421 I, 0, 9,23 | wet) in het perspectief van de heilsgeschiedenis, die 422 I, 0, 9,23 | erkent de opvoedende rol van de wet, die het de zondige 423 I, 0, 9,23 | doordat hij hem de arrogantie van de zelfgenoegzaamheid ontneemt, 424 I, 0, 9,23 | het aanroepen en aannemen van hetleven in de Geest”: 425 I, 0, 9,23 | leven is het onderhouden van de geboden van God mogelijk. 426 I, 0, 9,23 | onderhouden van de geboden van God mogelijk. Door het geloof 427 I, 0, 9,23 | de paulijnse dialectiek van wet en genade kort samen: “ 428 I, 0, 9,23 | allereerst op het niveau van het gebod gedacht worden, 429 I, 0, 9,23 | verlangen gaat de krachten van de mens te boven: ze zijn 430 I, 0, 9,23 | slechts mogelijk als vrucht van een gave Gods, die door 431 I, 0, 9,23 | door zijn genade het hart van de mens heel en gezond maakt 432 I, 0, 9,23 | 17). Daarom is de belofte van het eeuwige leven aan de 433 I, 0, 9,23 | eeuwige leven aan de gave van de genade verbonden, en 434 I, 0, 9,23 | verbonden, en het geschenk van de Geest, dat wij ontvangen 435 I, 0, 9,23 | is reedshet eerste deel van onze erfenis” (Eph. 1, 14). ~ 436 I, 0, 9,24 | openbaren zich het gebod van de liefde en dat van de 437 I, 0, 9,24 | gebod van de liefde en dat van de volmaaktheid, waarop 438 I, 0, 9,24 | de genade, door de gave van God, door zijn liefde, geopend 439 I, 0, 9,24 | liefhebben, want de liefde komt van God. Iedereen die liefheeft 440 I, 0, 9,24 | die liefheeft is een kind van God en kent God. Wie niet 441 I, 0, 9,24 | verbinding tussen de genade van de Heer en de vrijheid van 442 I, 0, 9,24 | van de Heer en de vrijheid van de mens, tussen de gave 443 I, 0, 9,24 | versterkt de zedelijke eisen van de liefde: “En dat is zijn 444 I, 0, 9,24 | moeten geloven in de Naam van zijn Zoon Jezus Christus 445 I, 0, 9,24 | blijven, zoals Ik de geboden van mijn Vader onderhouden heb 446 I, 0, 9,24 | De H. Thomas, die de kern van de morele boodschap van 447 I, 0, 9,24 | van de morele boodschap van Jezus en van de verkondiging 448 I, 0, 9,24 | morele boodschap van Jezus en van de verkondiging der apostelen 449 I, 0, 9,24 | samenvatte, kon in een weergave van een prachtige gezamenlijke 450 I, 0, 9,24 | prachtige gezamenlijke visie van de grote traditie der Kerkvaders 451 I, 0, 9,24 | traditie der Kerkvaders van Oost en West, vooral van 452 I, 0, 9,24 | van Oost en West, vooral van de H. Augustinus, 32 schrijven: 453 I, 0, 9,24 | Christus verleende genade van de heilige Geest. 33 De 454 I, 0, 9,24 | hemel neerdaalde op de dag van Pinksteren, en hij vervolgt: 455 I, 0, 9,24 | datde apostelen niet van de berg afdaalden met stenen 456 I, 0, 10,25 | 25. Het gesprek van Jezus met de rijke jongeling 457 I, 0, 10,25 | winnen? “, komt in het hart van iedere mens op, en het is 458 I, 0, 10,25 | De Meester die de geboden van God leert, die tot navolging 459 I, 0, 10,25 | Het tegelijk aanwezig zijn van Christus met de mens van 460 I, 0, 10,25 | van Christus met de mens van iedere tijd gebeurt in het 461 I, 0, 10,25 | gebeurt in het levende Lichaam van de Kerk. Daarom heeft de 462 I, 0, 10,25 | zou het begin en de bron van een nieuw leven in de wereld 463 I, 0, 10,25 | Eeuwige Verbond in de Persoon van Gods Zoon vervulde zedelijke 464 I, 0, 10,25 | verschillende culturen in de loop van de geschiedenis steeds weer 465 I, 0, 10,25 | met de bijzondere bijstand van de Geest der waarheid: “ 466 I, 0, 10,25 | Met het licht en de kracht van deze Geest hebben de apostelen 467 I, 0, 10,25 | verkondigen ende wegvan de Heer te onderwijzen ( 468 I, 0, 10,25 | beschouwing en navolging van Christus leren: “Voor mij 469 I, 0, 10,26 | het zedelijk onderricht van de apostelen is er, naast 470 I, 0, 10,26 | heilige Geest geleide uitleg van de geboden bevatten, die 471 I, 0, 10,26 | hebben vanaf het begin van de Kerk krachtens hun pastorale 472 I, 0, 10,26 | over de rechtschapenheid van het gedrag der christenen 473 I, 0, 10,26 | zoals ze over de zuiverheid van het geloof en over het doorgeven 474 I, 0, 10,26 | geloof en over het doorgeven van de goddelijke gaven door 475 I, 0, 10,26 | kwamen, onderscheidden zich van de heidenen niet alleen 476 I, 0, 10,26 | ook door het getuigenis van hun door de nieuwe wet geïnspireerde 477 I, 0, 10,26 | leven bedreigen; de eenheid van de Kerk wordt niet alleen 478 I, 0, 10,26 | scheiding tussen de intentie van het hart en de daden die 479 I, 0, 10,26 | uitdrukking en goedkeuring van zijn, beslist afgewezen ( 480 I, 0, 10,26 | apostolische tijd hebben de Herders van de Kerk het optreden van 481 I, 0, 10,26 | van de Kerk het optreden van hen die met hun leerstellingen 482 I, 0, 10,26(38) | Vgl. H. Ignatius van Antiochië, Ad Magnesios, 483 I, 0, 10,27 | Het bevorderen en bewaren van het geloof en van het zedelijk 484 I, 0, 10,27 | bewaren van het geloof en van het zedelijk leven in de 485 I, 0, 10,27 | zedelijk leven in de eenheid van de Kerk is de door Jezus 486 I, 0, 10,27 | 19-20) die op het ambt van hun opvolgers overgaat. 487 I, 0, 10,27 | de Kerk onder de bijstand van de heilige Geest een vooruitgang”. 39 488 I, 0, 10,27 | die door als getuigenis vanhet grotedat God in de 489 I, 0, 10,27 | Lc. 1, 49), door de mond van de Kerkvaders en -leraars 490 I, 0, 10,27 | belijdt zij de waarheid van het vleesgeworden Woord, 491 I, 0, 10,27 | heiligen en in het offer van de martelaren in de praktijk, 492 I, 0, 10,27 | christenende levende stem van het evangelie40 als gelovige 493 I, 0, 10,27 | als gelovige uitdrukking van de goddelijke wijsheid en 494 I, 0, 10,27 | de goddelijke wijsheid en van de goddelijke wil. ~Binnen 495 I, 0, 10,27 | ontwikkelt zich met de bijstand van de heilige Geest de authentieke 496 I, 0, 10,27 | authentieke interpretatie van de wet des Heren. De Geest 497 I, 0, 10,27 | zelf, die aan het begin van de openbaring van de geboden 498 I, 0, 10,27 | begin van de openbaring van de geboden en van de leer 499 I, 0, 10,27 | openbaring van de geboden en van de leer van Jezus staat, 500 I, 0, 10,27 | de geboden en van de leer van Jezus staat, garandeert,


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2377

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License