Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
ii 68
iii 5
ijver 2
ik 69
illusoir 1
imago 1
immers 15
Frequency    [«  »]
71 leer
70 er
70 wereld
69 ik
68 ii
67 wanneer
66 19
Ioannes Paulus PP. II
Veritatis Splendor

IntraText - Concordances

ik

   Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,2 | vragen stellen: Wat moet ik doen? Hoe is het goede van 2 Inl, 0, 2,5 | te schrijven die - zoals ik in de op 1 augustus 1987 3 Inl, 0, 2,5 | moraaltheologie worden aangevallen. ~Ik richt mij tot u, eerwaarde 4 I | Meester,~wat voor goeds moet ik doen.. ?” (Mt. 19, 16)~Christus 5 I, 0, 3,6 | Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven 6 I, 0, 3,6 | Hem: Al deze geboden heb ik onderhouden. Wat ontbreekt 7 I, 0, 4 | Meester, wat voor goeds moet ik doen, om het eeuwige leven 8 I, 0, 5,9 | vraagWat voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven 9 I, 0, 5,10 | mij dit weten, te hoog, ik kan het niet begrijpen ( 10 I, 0, 5,10 | de mens geprezen. Terwijl ik, die U in de geheimste gedachten 11 I, 0, 5,10 | doorziet, mezelf bekijk, herken ik de geheimen van uw kennis. 12 I, 0, 5,10 | gegrondvest op de woorden: “Ik ben Jahwe, uw God, die u 13 I, 0, 5,10 | oproep: “Weest heilig, want Ik, de Heer uw God, ben heilig” ( 14 I, 0, 5,10 | liefde binnen te leiden: “Ik ga in uw midden; Ik ben 15 I, 0, 5,10 | leiden: “Ik ga in uw midden; Ik ben uw God, en u bent mijn 16 I, 0, 5,10 | krachten. De geboden die ik u heden voorschrijf, moet 17 I, 0, 6,13 | geven wat voor de mensIk ben de Heer uw Godbetekent. 18 I, 0, 6,14 | Johannes: “Als iemand zegt: Ik bemin God!, maar zijn broeder 19 I, 0, 6,15 | zegt Jezus: “Denk niet dat ik gekomen ben om de wet en 20 I, 0, 6,15 | profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om af te 21 I, 0, 6,15 | schuldig voor het gerecht. Maar Ik zeg u: ieder die alleen 22 I, 0, 6,15 | Gij zult niet echtbreken. Ik echter zeg u: wie alleen 23 I, 0, 7,16 | vraagt: “Al deze geboden heb ik in acht genomen. Wat ontbreekt 24 I, 0, 7,16 | zeggen: “Al deze geboden heb ik opgevolgd”, wanneer het 25 I, 0, 7,16 | geeft: “Wat voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven 26 I, 0, 7,17 | nog niet volmaakt? Omdatik merk dat in mijn ledematen 27 I, 0, 7,17 | in ons gebleven is, waag ik het te zeggen, dat wij in 28 I, 0, 8,20 | bemint elkander, zoals Ik u heb liefgehad” (Joh. 15, 29 I, 0, 8,20 | uitdrukking krijgt: “Wanneer nu Ik, de Heer en Meester, u de 30 I, 0, 8,20 | elkaar de voeten wassen. Ik heb u een voorbeeld gegeven, 31 I, 0, 8,20 | ook u zo handelt, zoals Ik u behandeld heb” (Joh. 13, 32 I, 0, 8,20 | gebod: “een nieuw gebod geef Ik u: bemint elkander! Zoals 33 I, 0, 8,20 | bemint elkander! Zoals Ik u heb liefgehad, zo moet 34 I, 0, 8,20 | Bemint elkander, zoals Ik u bemind heb”, gaat Jezus 35 I, 0, 9,22 | heeft liefgehad, zo heb ook Ik u liefgehad. Blijft in mijn 36 I, 0, 9,24 | mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van mijn Vader 37 I, 0, 10 | Ziet, Ik ben met u alle dagen tot 38 I, 0, 10,25 | vraag: “Meester, wat moet ik voor goeds doen, om het 39 I, 0, 10,25 | overeenkomstig de belofte: “Ziet, Ik ben met u alle dagen tot 40 II, 0, 11,30 | vereist zijn; daartoe verwijs ik naar die elementen van de 41 II, 0, 11,30 | Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven 42 II, 0, 11,30 | Timotheus aanneemt en navolgt: “Ik bezweer u voor het aanschijn 43 II, 0, 12,34 | Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven 44 II, 1, 3,44 | in deze instructie, die ik u vandaag voorleg?” (Dt. 45 II, 2, 3,63 | vrij van schuld, waarvan ik mij niet bewust ben”! (Ps. 46 II, 3, 1,66 | geboden de fundamentele zin: “Ik ben Jahwe, uw God..” (Ex. 47 II, 4, 1,72 | Jezus: “Wat voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven 48 II, 4, 1,73 | Jezus: “Wat voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven 49 III, 0, 4,87 | voor Pilatus: “Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik 50 III, 0, 4,87 | Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen om 51 III, 0, 6,91 | kanten benauwd; want doe ik het, dan wacht mij de dood; 52 III, 0, 6,91 | dan wacht mij de dood; doe ik het niet, dan zal ik niet 53 III, 0, 6,91 | doe ik het niet, dan zal ik niet aan uw handen ontsnappen. 54 III, 0, 6,92 | te leven, wenst niet, dat ik sterf.. Laat mij tot het 55 III, 0, 6,92 | zuivere licht doordringen; als ik tot daar kan komen, zal 56 III, 0, 6,92 | tot daar kan komen, zal ik waarachtig mens zijn. Laat 57 III, 0, 9,102| harmonie te verbreken: “Ik doe niet dat wat ik wil, 58 III, 0, 9,102| verbreken: “Ik doe niet dat wat ik wil, maar dat, wat ik haat. 59 III, 0, 9,102| wat ik wil, maar dat, wat ik haat. Ik doe niet het goede, 60 III, 0, 9,102| maar dat, wat ik haat. Ik doe niet het goede, dat 61 III, 0, 9,102| doe niet het goede, dat ik wil, maar het kwade, dat 62 III, 0, 9,102| wil, maar het kwade, dat ik niet wil” (Rom. 7. 15. 19). ~ 63 III, 0, 9,105| stof hebt gevormd. Hoe zal ik mij overeind kunnen houden, 64 III, 0, 9,105| Verbergt U uw gezicht dan ben ik ontsteld” (Ps. 104, 29). 65 III, 0, 11,111| resp. slecht ? Wat moet ik doen, om het eeuwige leven 66 III, 0, 12,114| op zijn vraag: Wat moet ik doen om het eeuwige leven 67 III, 0, 12,115| vooral van Vaticanum II heb ik kort de wezenlijke trekken 68 III, 0, 12,115| moraaltheologie gegeven. Deze deel ik hier mee in gehoorzaamheid 69 III, 0, 12,117| Meester wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License